Geannoteerde agenda van de informele Milieuraad van 14 en 15 april
Bijlage
Nummer: 2009D15698, datum: 2009-03-31, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.M. Cramer, minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Bijlage bij: Geannoteerde agenda van de informele Milieuraad van 14 en 15 april a.s. en verslag van de Milieuraad van 2 maart 2009 (2009D15697)
Preview document (🔗 origineel)
Geannoteerde agenda Het Tsjechische voorzitterschap is voornemens op 14 en 15 april een informele raad van de Ministers van Milieu te organiseren. Op de agenda staan twee punten; het Witboek Klimaatadaptatie en de voorbereiding op de COP-15 in Kopenhagen in december dit jaar. Het Witboek ‘Adapting to Climate Change: towards a European Framework for Action’ staat de eerste dag op de agenda. Het Witboek is een nadere uitwerking van het Groenboek over adaptatie dat de Europese Commissie in juli 2007 heeft opgesteld en waar het Kabinet in 2007 uitgebreid op heeft gereageerd. Het Witboek zal het kader gaan bieden voor de werkzaamheden van de Commissie op het gebied van adaptatie aan klimaatverandering voor de periode 2009-2012 en geeft een doorkijk voor de periode daarna. De Europese Commissie is voornemens adaptatie fasegewijs aan te pakken: Fase 1: (2009-2012) Opstellen van een samenhangende adaptatiestrategie: kennisopbouw integratie van adaptatie in EU-beleid aanwenden van instrumenten (markt, handreikingen, publiek private samenwerking) versterken internationale samenwerking Fase 2: (2012 e.v.) Implementatie. Een zogenaamde ‘impact assessment’ zal deel uit maken van het Witboek. Hierin wordt, preciezer dan tot nu toe is gedaan, beschreven welke sectoren en gebieden binnen de EU kwetsbaar zijn voor de gevolgen van klimaatverandering. Vooralsnog lijkt de inhoud van het nog te publiceren Witboek goed te passen bij de Nederlandse inzet in dit dossier, zoals die in de Kabinetreactie op het Groenboek is weergegeven. De centrale boodschap hierin luidt: Nederland vindt dat de EU in eerste instantie zou moeten inzetten op het integreren van adaptatie in de verschillende beleidsterreinen (‘mainstreamen’); De EU moet daarbij oog hebben voor het karakter van adaptatie, namelijk een ruimtelijke vraagstuk waar maatwerk en een integrale aanpak een belangrijke rol spelen; De EU moet zich richten op het entameren van de discussie rondom adaptatie. Daarmee zal ook de bewustwording binnen de Lidstaten worden vergroot; De EU heeft een belangrijke taak op het gebied van kennisontwikkeling en -uitwisseling (‘best practices’, proefprojecten). Op het programma van de informele Milieuraad staat eveneens een korte discussie over de voorbereidingen voor CoP-15 in Kopenhagen. Deze discussie zal naar verwachting voortbouwen op de conclusies van de Voorjaarsraad van 19/20 maart over de Mededeling van de Commissie (dd 28 januari 2009) inzake de Europese inzet richting een internationaal klimaatakkoord in Kopenhagen. Nederland zal in de discussie participeren conform de inzet voor de Voorjaarsraad. De Commissiemededeling bevat concrete voorstellen, gericht op een succesvolle afronding van de onderhandelingen in Kopenhagen, en gaat onder andere in op de emissiereductiedoelstellingen voor ontwikkelde landen, mitigatie-acties in ontwikkelingslanden, adaptatie en de financiering van klimaatbeleid. Nederland steunt de mededeling in grote lijnen. In de Milieuraad en de RAZEB zijn naar aanleiding van de mededeling conclusies aangenomen over de EU-inzet richting Kopenhagen. Nederland is tevreden met de uitkomsten van de vakraden, die de mogelijkheid bieden om stappen te zetten in de klimaatonderhandelingen. Er is een goede balans gevonden tussen de drie essentiële - en nauw verbonden - kwesties; 1) verplichtingen voor ontwikkelde landen om hun uitstoot te verminderen, 2) commitment van (vooral economisch gevorderde) ontwikkelingslanden om zich in te spannen de groei in hun uitstoot te beperken en 3) het inrichten van een efficiënte, effectieve en eerlijke internationale financiële architectuur, met concrete afspraken over financiering van adaptatie en mitigatie in ontwikkelingslanden. In de Voorjaarsraad van 19/20 maart jl. is er ook op laatst genoemd onderwerp voortgang geboekt. De Raad heeft verklaard dat de EU zijn eerlijk aandeel in de financiering van klimaatacties in ontwikkelingslanden op zich neemt. Verdere (internationale) discussies over het genereren van financiële steun moeten zich richten op verschillende benaderingen, waaronder marktbenaderingen op basis van veilingen en/of bijdragen op basis van een afgesproken contributieschaal en andere opties. De Europese Raad bekijkt de financiering opnieuw in juni.