Toelichtende nota
Bijlage
Nummer: 2009D17316, datum: 2009-04-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.J.A. van der Hoeven, minister van Economische Zaken (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: M.J.M. Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit CDA kamerlid)
Bijlage bij: Aanbiedingsbrief en toelichtende nota (2009D17315)
Preview document (π origineel)
Aanvullend Protocol bij het Verdrag betreffende de instelling en het statuut van een Benelux-Gerechtshof inzake de rechtsbescherming van personen in dienst van de Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom (merken en tekeningen of modellen); Brussel, 24 oktober 2008 (Trb. 2009, 4) TOELICHTENDE NOTA In het op 25 februari 2005 te βs-Gravenhage tot stand gekomen Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen) (hierna: βhet Verdrag van 2005β; Trb. 2005, 96) is vastgelegd dat het Benelux-Merkenbureau en het Benelux-Bureau voor Tekeningen of Modellen zullen worden vervangen door de Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom, die haar taak uitoefent door middel van o.a. het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom. Dit verdrag trad op 1 september 2006 in werking (zie voor de goedkeuring Kamerstukken II, 2005/06, 30 403). Voor de rechtsbescherming van het personeel van de twee genoemde bureaus gold het op 11 mei 1974 te Brussel tot stand gekomen Protocol betreffende de rechtsbescherming van de personen in dienst van het Benelux-Merkenbureau en het Benelux-Bureau voor Tekeningen of Modellen (hierna: βhet Protocol van 1974β; Trb. 1974, 162). Nu beide bureaus vervangen zijn, lag het voor de hand voor die rechtsbescherming een nieuwe tekst tot stand te brengen. De bedoeling is dat het onderhavige Aanvullende Protocol in de plaats treedt van het Protocol van 1974. Het onderhavige Aanvullende Protocol beoogt een vergelijkbare rechtsbescherming te bieden als het Protocol van 1974, die evenwel is aangepast aan de eisen van de moderne tijd. Een aantal bepalingen is daartoe vereenvoudigd en/of aangevuld. Voor een nadere toelichting daaromtrent wordt verwezen naar de gemeenschappelijke toelichting bij het Aanvullend Protocol, die als bijlage is gevoegd bij deze toelichtende nota. Overeenkomstig artikel 26 maakt het Aanvullende Protocol integrerend onderdeel uit van het op 31 maart 1965 te Brussel tot stand gekomen Verdrag betreffende de instelling en het statuut van een Benelux-Gerechtshof (hierna: βhet Verdrag van 1965β; Trb. 1965, 71). Dit betekent onder meer dat het Aanvullend Protocol dezelfde geldigheidsduur heeft als dit verdrag, en niet afzonderlijk kan worden opgezegd. Voor wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden, zal het Aanvullende Protocol, evenals het Verdrag van 1965, het Protocol van 1974 en het Verdrag van 2005, alleen voor Nederland gelden. De Minister van Economische Zaken, De Minister van Buitenlandse Zaken, Het advies van de Raad van State (van het Koninkrijk) wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).