[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Gemeenschappelijke toelichting

Bijlage

Nummer: 2009D17317, datum: 2009-04-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Aanbiedingsbrief en toelichtende nota (2009D17315)

Preview document (🔗 origineel)


GEMEENSCHAPPELIJKE TOELICHTING

bij het Aanvullend Protocol bij het Verdrag betreffende de instelling en
het statuut van een Benelux-Gerechtshof inzake de rechtsbescherming van
personen in dienst van de Benelux-Organisatie voor de Intellectuele
Eigendom (merken en tekeningen of modellen), ondertekend te Brussel, op
24 oktober 2008

Inleiding

Naar aanleiding van het sluiten van het Benelux-Verdrag inzake de
Intellectuele Eigendom (merken en tekeningen of modellen) (hierna:
“het Verdrag van 2005”) en de daaraan gekoppelde oprichting van de
Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom (hierna: “BOIE”),
als rechtsopvolger van het Benelux Merkenbureau en Benelux-bureau voor
Tekeningen of Modellen, is de rechtsbescherming van het personeel
geëvalueerd. Daarbij is gebleken dat de rechtsbescherming op basis van
de protocollen van 1969 en 1974 niet geheel voldeed aan de eisen die
daaraan op basis van het huidige arbeidsrecht en jurisprudentie op het
gebied van mensenrechten worden gesteld. 

Aangezien deze regelingen sinds de invoering ervan geen wijzigingen
hebben ondergaan, zijn de uitgangspunten van deze protocollen inmiddels
meer dan dertig jaar oud. Gelet op het feit dat het arbeidsrecht en de
mensenrechten in de loop van deze periode een zeer dynamische
ontwikkeling hebben doorgemaakt, bleek het dan ook nuttig een nieuw
protocol op te stellen ter modernisering van de rechtsbescherming van
het personeel van de BOIE (hierna “het nieuwe Protocol”). 

Wijzigingen

In het nieuwe Protocol rechtsbescherming wordt alle personeelsleden,
inclusief de Directeur-generaal en de Adjunct Directeuren-generaal,
onder dezelfde voorwaarden toegang verschaft tot de rechtsmiddelen uit
het nieuwe Protocol. 

Toelichting en achtergrond wijziging

De thans geldende regelingen maken een ingewikkeld onderscheid tussen
verschillende categorieën van personeelsleden voor wat betreft de
beroepsmogelijkheden en het voorwerp van de vorderingen die worden
ingesteld om hun rechtspositie te waarborgen.

De beroepsgang in het nieuwe Protocol is opengesteld voor alle
handelingen of besluiten die het personeelslid in zijn rechtspositie
aantasten.

Toelichting en achtergrond wijziging

In de bestaande regeling was een beroepsgang slechts mogelijk in geval
van een reeks limitatief opgesomde besluiten. Bovenstaande ruimere
formulering biedt een bredere basis voor de individuele
rechtsbescherming.

De raadgevende commissie krijgt een andere samenstelling en zal bestaan
uit een gelijk aantal nationale ambtenaren van elk der drie landen. Deze
commissie wordt voorgezeten door een rechter uit één der drie landen. 

De invloed van het personeel op de Raadgevende Commissie wordt
gewaarborgd door de personeelsvertegenwoordiging van de BOIE invloed te
geven op de benoemingsprocedure voor leden van de Raadgevende Commissie.
Dit zal worden vastgelegd in het huishoudelijk reglement van de
Raadgevende Commissie. Tenslotte wordt er opgemerkt dat de Raadgevende
Commissie te allen tijde de mogelijkheid heeft om in specifieke gevallen
een personeelslid als deskundige op te roepen indien dit vereist is voor
het uitbrengen van een advies.

Toelichting en achtergrond wijziging

De beroepsgang bij het Benelux-Gerechtshof is gehandhaafd. Gewijzigd is
het bestaande systeem van toegang tot deze beroepsgang. Ook
directieleden kunnen voortaan uitsluitend na een interne beroepsgang bij
een Raadgevende Commissie een beroep instellen bij het
Benelux-Gerechtshof.

In de bestaande regeling hebben personeelsleden van de Bureaus zitting
in de Raadgevende Commissie. Gezien het feit dat de Raadgevende
Commissie in de toekomst mogelijk een advies zal moeten uitbrengen over
een beroep ingediend door directieleden leek een vertegenwoordiging van
het personeel in de Raadgevende Commissie minder geschikt.
Personeelsleden van de Bureaus zouden dan moeten oordelen over een
beroep ingesteld door hun meerderen en/of de Directie. 

Een ander belangrijk argument om de samenstelling van de Raadgevende
Commissie te wijzigen is het feit dat de BOIE een relatief kleine
organisatie is waardoor personeelsleden die zitting hebben in de
Raadgevende Commissie moeten oordelen over directe collega’s. 

Andere wijzigingen ten opzichte van de huidige teksten zijn veelal
aangebracht om de terminologie aan te passen aan het Verdrag van 2005 en
ter bevordering van de inzichtelijkheid en efficiency van de
beroepsprocedure. Onderstaand worden de meest significante verschillen
toegelicht:

Artikelsgewijs commentaar

Artikel 1

Nieuw in het nieuwe Protocol is een catalogus van gebruikte begrippen en
definities. De definitie in artikel 1 sub e opent de beroepsgang ook
voor directieleden. 

Artikel 2

Door in lid 3 van artikel 2 alle beslissingen die de rechtspositie van
personeelsleden aantasten vatbaar te maken voor beroep verdwijnen de
bestaande categorieën van geschillen. Bovendien wordt de mogelijkheid
om geschillen die voortvloeien uit eventuele in de toekomst te creëren
regelingen bij de BOIE voor te leggen aan het Hof meteen geopend.
Hierdoor wordt voorkomen dat een nieuwe regeling in bijvoorbeeld het
personeelsstatuut van de BOIE, een aanpassing van het nieuwe Protocol
met zich meebrengt. 

Het begrip beslissingen in lid 3 moet breed worden opgevat. Hiermee
wordt gedoeld op elke handeling, besluit, of het uitblijven daarvan,
waarmee de rechtspositie van een personeelslid wordt aangetast. 

Lid 3 maakt daarbij gebruik van de term gezag. Het gezag kan worden
uitgeoefend door verschillende personen. Het gezag over medewerkers van
de Organisatie wordt uitgeoefend door de Directeur-generaal. Het gezag
over de directie door de Raad van Bestuur van de Organisatie. Door
gebruikmaking van de term gezag wordt op eenduidige wijze een breed
scala van beroepsgangen mogelijk gemaakt.

Artikel 9

Voor de goede orde wordt hier opgemerkt dat de vormvereisten voor het
starten van een procedure bepaald zijn in het reglement op de
procesvoering van het Hof.

Artikel 13 

Nieuw is het uitgangpunt dat de procedure voor het Hof in beginsel
schriftelijk wordt gevoerd. 

In de bestaande situatie was het houden van een mondelinge zitting een
van de vereisten waaraan de te volgen procedure moest voldoen; in de
praktijk bleek dit weinig toe te voegen aan de reeds schriftelijk
uitgewisselde memories.

Om proceseconomische redenen is het voortaan mogelijk een geding in een
enkele schriftelijke fase af te doen. Uiteraard is er voor partijen die
daaraan behoefte hebben altijd de mogelijkheid om hun standpunt
mondeling toe te lichten en kan ook het Hof dit gelasten indien zij dat
wenst.

Artikel 15

De tussenkomst is een procedure waarbij een persoon die geen partij in
een geding is en aantoont belang te hebben bij de beslissing van de
rechter, zich kan voegen in dat geding. De voorwaarden voor de
tussenkomst zijn vastgesteld in het reglement op de procesvoering van
het Hof. 

Aangezien in het huidige reglement op de procesvoering is bepaald dat
het verzoek tot tussenkomst uiterlijk acht dagen voor de aanvang van de
mondelinge behandeling moet worden ingediend, zullen deze bepalingen
moeten worden aangepast om te voorzien in die zaken die uitsluitend
schriftelijk zullen worden behandeld. 

Artikel 16

Wanneer het geschil betrekking heeft op het bestaan of de hoogte van een
financiële verplichting beslist het Hof met volle rechtsmacht. Volle
rechtsmacht houdt in dat het Hof kennis kan nemen van alle feiten of
rechtsgronden van de zaak en het geschil kan afdoen met elke beslissing
die het passend acht. De in artikel 16 lid 1 genoemde bevoegdheden
kunnen ieder afzonderlijk dan wel in combinatie worden toegepast (daarop
ziet het woord “of”).

Artikel 26

Dit artikel waarin de verhouding van het nieuwe Protocol tot het Verdrag
van 1965 houdende instelling van het Benelux-Gerechtshof wordt geregeld,
is er met name op gericht artikel 14 van dit Verdrag van toepassing te
verklaren, in zoverre daarin is bepaald dat de aan de werkzaamheden van
het Hof verbonden kosten een post vormen op de begroting van het
Secretariaat-Generaal van de Benelux Economische Unie, waaraan door de
drie Benelux-landen wordt bijgedragen.

	  PAGE  1