De effectiviteit van de meldpunten voor pooierboys
Schriftelijke vragen
Nummer: 2009D17645, datum: 2009-04-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.M.A.M. de Wit, Tweede Kamerlid (Ooit SP kamerlid)
Onderdeel van zaak 2009Z06737:
- Gericht aan: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie
- Indiener: J.M.A.M. de Wit, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
2009Z06737 Vragen van het lid De Wit (SP) aan de minister van Justitie over de effectiviteit van de meldpunten voor pooierboys (ingezonden 9 april 2009) 1 Is het waar dat ondanks alle meldingen die binnenkomen bij de verschillende meldpunten voor pooierboyspraktijken, het nauwelijks tot veroordelingen leidt? 1) Wat is daarvoor uw verklaring? 2 Hoe komt het dat er vrijwel nooit aangifte wordt gedaan van deze vorm van mensenhandel? Kan een van de verklaringen zijn dat hulp en bescherming tot nu toe onvoldoende aansluiten bij de behoeften van slachtoffers, waardoor de aangiftebereidheid laag is? Zo ja, op welke wijze zal dit verbeterd worden? 3 Kunt u bij zowel de meldpunten als de politie nadrukkelijker onder de aandacht brengen dat een aangifte van het slachtoffer niet vereist is om op te kunnen treden? 4 Is het probleem inderdaad, zoals gemeld wordt in het artikel, dat de stapelmethode (het stapelen van signalen) veel tijd en inzet van de politie vraagt en dat dit in de praktijk niet werkt omdat de politiekorpsen gebonden zijn aan prestatieafspraken? Bent u bereid dit knelpunt per direct weg te nemen? 5 Wordt er naar uw mening voldoende prioriteit gegeven aan de opsporing en vervolging van deze ernstige strafbare feiten? Zo ja, waaruit blijkt dat? 6 Welke maatregelen gaat u nemen om de opsporing en vervolging van pooierboys te verbeteren? 1) De Pers, 8 april 2009: “Loverboy kan vrolijk verder”