[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Addendum

Bijlage

Nummer: 2009D18750, datum: 2009-04-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Addendum en jaarrapportage ā€˜Vervanging F-16ā€™ over het jaar 2008 (2009D18749)

Preview document (šŸ”— origineel)


Addendum bij jaarrapportage ā€˜Vervanging F-16ā€™ over het jaar 2008

Zoals door de Kamer verzocht (09-DEF-B-037) wordt in dit addendum op de
jaarrapportage project ā€˜ Vervanging F-16ā€™ over 2008 (Kamerstuk 26
488, nr. 159) aanvullende financiƫle informatie geboden.
Achtereenvolgens zal worden ingegaan op 1) de totale kosten van het
JSF-programma, 2) de financiƫle meerjarenplanning van het project in
relatie tot het totale investeringsbudget van Defensie en 3) de
(financiƫle) gevolgen van uitstel van de besluitvorming of afzien van
een keuze voor de JSF en de kosten van de alternatieven, waaronder het
langer doorvliegen met de huidige F-16ā€™s. Ten slotte zullen vier
vragen over de jaarrapportage worden beantwoord. 

  

Voor de opzet van de tabellen van de investerings- en exploitatiekosten
is op verzoek van de Kamer de indeling van de Algemene Rekenkamer
gehanteerd. De indeling en de kostenposten die de Algemene Rekenkamer
hanteert, heeft Defensie in 2007 aangedragen en zijn ontleend aan het
FEL-SALDO model voor levensduurkostenanalyse. De genoemde kosten bieden
een volledige weergave van het investerings- en exploitatiebudget. In de
tabellen zijn geen gedisconteerde bedragen opgenomen om de kosten
onderling beter vergelijkbaar te maken. Reeds betaalde bedragen zijn
terug te vinden in de jaarrapportage. 

Wanneer de investerings- en exploitatiekosten worden opgeteld komt daar
voor de levensduurkosten van 85 F-35 toestellen over een periode van 30
jaar een totaalbedrag van ongeveer ā‚¬ 16 miljard uit. Het verschil met
de cijfers van de actualisering van de kandidatenevaluatie is vooral
terug te voeren op andere wisselkoersen. 

Totale kosten: investeringskosten en exploitatiekosten ā€˜Vervanging
F-16ā€™

Het overzicht hieronder biedt inzicht in de totale investeringskosten,
ook wel genoemd verwervingskosten (dit betreft het projectbudget zoals
vermeld in de jaarrapportage) en de totale exploitatiekosten,
uitgesplitst in de gebruikskosten en de instandhoudingskosten, met de
prijspeilaanpassing van 2005 naar 2008. 

In bovenstaande tabellen worden de aanpassingen van het projectbudget en
van de exploitatiekosten weergegeven naar de stand van prijspeil 2008.
In de aanloop naar de definitieve besluitvorming over de vervanging van
de F-16 in 2010 zal Defensie komend najaar volgens de gebruikelijke
systematiek voorafgaand aan de D-brief aan de Kamer de ramingen van het
projectbudget en de exploitatiekosten waar nodig verder actualiseren op
basis van concrete resultaten van de verwervingsvoorbereiding. 

Een aantal posten staat op ā€˜0ā€™. In de tabel ā€˜gebruikskostenā€™
geldt voor de ā€˜transportkostenā€™ dat deze deel uitmaken van de post
ā€˜reservedelenkostenā€™. De ā€˜missionsupportkostenā€™ zijn inbegrepen
in de ā€˜informatievoorzieningskostenā€™ in de tabel
ā€˜instandhoudingskostenā€™. In deze tabel staan de gereedschapskosten
op ā€˜0ā€™ omdat deze deel uitmaken van de post ā€˜meet- en
testapparatuurā€™. De ā€˜infrastructuurkostenā€™ zijn alle opgenomen in
de post ā€˜infrastructuurkosten t.b.v. gebruik materieelā€™ in de tabel
ā€˜gebruikskostenā€™. De ā€˜simulatorkostenā€™ zijn opgenomen in de post
ā€˜simulatorkosten gebruikersā€™ in de tabel gebruikskosten.

De post ā€˜reservedelenkostenā€™ omvat de kosten van de vervanging van
niet-repareerbare reservedelen. De reparaties van repareerbare
reservedelen maken deel uit van de ā€˜kosten uitbestedingā€™. De post
ā€™midlifeupdate kosten (block upgrades)ā€™ behelst de kosten van de
PSFD-doorontwikkeling van de F-35 gedurende 30 jaar en de
PSFD-projectadministratiekosten vanaf 2024 (zie ook de volgende pagina).


De ontwikkelingssubsidie voor de Concept Demonstration Phase van ʒ 200
miljoen (ā‚¬ 91 miljoen) is door de minister van Economische Zaken in
2000 ter beschikking gesteld om bedrijven behorend tot het
Luchtvaartcluster zodanig te positioneren dat zij op termijn zouden
kunnen deelnemen aan nieuwe ontwikkelingen die uiteindelijk moeten
leiden tot hoogwaardige omzet in het JSF-programma. Deze gelden zijn
besteed in het kader van het Nederlandse Voorbereidingsprogramma JSF
(NVJSF). Het luchtvaartclusterbeleid is toegelicht in de brief van de
minister van Economische Zaken van 15 december 1997 (Kamerstuk 25 820
nr. 1). Overigens heeft ook de industrie aanzienlijk bijgedragen aan dit
NVJSF, te weten ʒ 100 miljoen (ā‚¬ 45 miljoen).

In het projectbudget zijn de kosten voor deelneming aan de SDD-fase niet
opgenomen. In de tabel is een aantal ā€˜PMā€™ bedragen vermeld omdat de
uitkomst van de arbitrage over de business case nog niet bekend is.

De Nederlandse SDD-bijdrage bedraagt $ 800 miljoen in lopende prijzen.
Daarvan kan Nederland volgens de bepalingen in het SDD MoU voorstellen
indienen voor Nederlandse projecten met een totale omvang van $ 50
miljoen. 

Project Overhead and Administration costs (projectadministratiekosten)
in het kader van het PSFD MoU maken tot het einde van de verwervingsfase
in 2023 deel uit van het projectbudget. De kostenpost loopt in het PSFD
MoU echter door tot en met 2046. Sinds kort zijn de kosten vanaf 2024
tot en met 2046 ondergebracht bij de post ā€˜midlifeupdate kosten (block
upgrades)ā€™ in de tabel ā€˜instandhoudingskostenā€™. Het betreft de
doorontwikkelingskosten van de PSFD-fase. Door de verschuiving naar de
andere tabel is bovenstaande post op ā€˜0ā€™ gesteld.

De kosten van IOT&E deelneming zijn opgenomen in het projectbudget.
Daarom is deze post op ā€˜0ā€™ gesteld. 

Het uitgangspunt van de landen die aan het Production and Sustainment
(P&S) MoU deelnemen (niet te verwarren met het PSFD MoU), is dat
activiteiten in het kader van de European Footprint (EFP) niet tot
hogere projectkosten leiden. Dergelijke kosten zouden volgens het PSFD
MoU immers voor rekening komen van de veroorzaker(s). Nederland zou
kunnen besluiten om eventuele extra kosten in het kader van de EFP voor
zijn rekening te nemen als de voordelen, bijvoorbeeld de baten van
onderhoudsfaciliteiten in Nederland, daartegen opwegen. Dit is
bijvoorbeeld aan de orde in Italiƫ, waar de overheid heeft besloten een
Final Assembly and Check Out faciliteit voor het airframe van de F-35
aan te bieden met een aanzienlijke overheidsbijdrage. 

De kosten voor aanvullende behoeften maken deel uit van het
projectbudget. Daarom is deze post op ā€˜0ā€™ gesteld.

Financieel overzicht meerjarenplanning

De relevante projecten die een relatie hebben met het project
ā€˜Vervanging F-16ā€™ zijn:

Verbetering lucht-grond en lucht-lucht bewapening voor de F-16.

Enterprise Resource Planning (ERP)-systeem.

Link-16 operationeel datalink systeem.

Militaire satellietcommunicatie (Milsatcom).

Joint Mission Planning System (JMPS).

De budgetten van deze projecten zijn opgenomen in de begroting en
bijbehorende meerjarenramingen en in het Materieel Projecten Overzicht.
Hoewel deze projecten een relatie hebben met het project ā€˜Vervanging
F-16ā€™, zijn ze daar niet onlosmakelijk mee verbonden. Ook zonder het
project ā€˜Vervanging F-16ā€™ worden deze projecten uitgevoerd. 

In onderstaande tabel zijn tot en met 2014 (periode defensiebegroting
2010 en meerjarenraming) per jaar het investeringsbudget en het budget
voor het project ā€˜Vervanging F-16ā€™ weergegeven, evenals het budget
vervanging F-16 als deel van het investeringsbudget. Voor de jaren 2015
tot en met 2023 is uitgegaan van een jaarlijks investeringsbudget van
ā‚¬ 1,7 miljard. Tevens is in die periode het resterende
investeringsbudget voor het project ā€˜Vervanging F-16ā€™ opgenomen. Per
saldo komt het budget voor het project ā€˜Vervanging F-16ā€™ als
onderdeel van het totale investeringsbudget van Defensie in de periode
2008-2023 uit op 22,5 procent.



	t/m 2008	2009	2010	2011	2012	2013	2014	2015 e.v. 	Totaal

(Bedragen in miljoenen ā‚¬)









	Totaal investeringsbudget Defensie	1.755	1.792	1.759	1.782	1.625	1.631
1.668	15.300 	

27.312











	Budget VF-16	10,9	97.3	147.9	194.8	149.6	225.5	328	5000.3	6.154,3











	Budget VF-16 als deel van Defensie investeringsbudget	0,6%	5,4%	8,4%
10,9%	9,2%	13,8%	19,7%	32,7%	

22,5%



Uitstel- en uitstapkosten

Zoals door de Kamer verzocht wordt hieronder uiteengezet welke gevolgen
uitstel van besluitvorming heeft op het project. Daarbij gaat het in
eerste aanleg over de twee testtoestellen. In tweede instantie gaat het
om uitstel van het definitieve vervangingsbesluit in 2010. Vervolgens
worden de alternatieven behandeld, waaronder uitstappen uit het
JSF-programma. Nederland neemt sinds 2002 deel aan de ontwikkeling van
de JSF (SDD MoU). Daarnaast is Nederland met de andere partners in 2006
toegetreden tot het PSFD MoU dat met een looptijd van 45 jaar afspraken
vastlegt over de productie, instandhouding en doorontwikkeling van de
JSF. In dit MoU is ook de bestelsystematiek vastgelegd. In mei 2008 is
Nederland toegetreden tot het IOT&E MoU, waarin de Nederlandse
deelneming aan de Initiƫle Operationele Test- en Evaluatiefase met twee
testtoestellen is bevestigd. 

Uitstel besluitvorming testtoestellen

Uitstel van de besluitvorming over de beide F-35 testtoestellen betekent
afzien van deelneming aan de IOT&E, aangezien de vereiste testtoestellen
dan niet tijdig beschikbaar zijn. De reeds aangegane verplichtingen voor
de long lead items (ā‚¬ 21,5 miljoen) en de inkoop- en productiekosten
(ā‚¬ 10,4 miljoen) moeten dan als verlies worden beschouwd. Hetzelfde
geldt mogelijk voor de geschatte beĆ«indigingkosten van ā‚¬ 20 miljoen.
Bovendien is de verwachting dat de industrie niet de geplande
investeringen zal doen van ongeveer ā‚¬ 100 miljoen in diezelfde jaren
voor de F-35 productie- en onderhoudsinfrastructuur en zou Defensie op
termijn ruim ā‚¬ 200 miljoen duurder uit zijn voor een nationaal te
ontwikkelen en uit te voeren IOT&E-variant. Zoals in de brieven van 29
februari 2008 en 31 maart 2009 (Kamerstuk 26 488 nrs. 65 en
DMO/DB/2009009596) is uiteengezet, is het voor Nederland ondoelmatig en
risicovoller om een volledig nationaal programma te ontwikkelen. Meedoen
aan de internationale IOT&E is dermate doelmatig en doeltreffend dat
daarmee vergeleken een andere opzet van de IOT&E in een latere fase geen
aantrekkelijke optie is. Op grond van deze overwegingen is ons land na
parlementaire instemming in mei 2008 toegetreden tot het IOT&E MoU en is
deelneming aan de internationale IOT&E in de Verenigde Staten een
uitgangspunt voor het vervolg van het project ā€˜Vervanging F-16ā€™.

Uitstel definitief vervangingsbesluit in 2010

Uitstel van het definitieve vervangingsbesluit F-16, dat volgens het
coalitieakkoord in 2010 wordt genomen, is met het oog op deelneming aan
de IOT&E fase ongewenst Om de kennis en ervaring te benutten die tijdens
de IOT&E wordt opgedaan, moet de invoerreeks van de toestellen in
voldoende mate daarop aansluiten. De geplande invoerreeks van de F-35
berust op dit uitgangspunt (Kamerstuk 26 488 nr. 65). Dit betekent
binnen de bestelsystematiek dat de opdracht tot verwerving van de twee
toestellen die in 2014 moeten worden geleverd, in 2010 moet worden
geplaatst. Op grond van de opdracht tot verwerving wordt de verplichting
voor de long lead items aangegaan. Het contract voor de toestellen wordt
begin 2012 getekend. Het loskoppelen van de IOT&E, de invoerreeks en het
definitieve vervangingsbesluit heeft ingrijpende gevolgen voor de
vervolgplanning van het project ā€˜Vervanging F-16ā€™. Mocht toch worden
besloten tot verder uitstel dan zijn de (financiƫle) gevolgen voor de
projectplanning afhankelijk van vele factoren. Deze gevolgen kunnen
zonder vaststelling van gedetailleerde uitgangspunten, randvoorwaarden
en besluitvormingsmomenten niet worden geschat. 

Uitstapkosten bij afzien van een keuze voor de F-35

Als Nederland zou besluiten af te zien van een keuze voor de F-35, zijn
uitstapkosten aan de orde. Hieronder zijn deze in tabelvorm weergegeven
in miljoenen euroā€™s in prijspeil 2008 naar de stand van 15 april 2009.
Het merendeel van de uitstapkosten is gerelateerd aan de Nederlandse
deelneming aan de SDD-fase. Voor de overige kosten is gerekend met de
reeds aangegane financiƫle verplichtingen. Het is overigens aannemelijk
dat uiteindelijk een klein deel van de gemaakte of nog te maken kosten
in het kader van reeds aangegane verplichtingen iets lager uitvalt,
bijvoorbeeld bij doorverkoop van long lead items of als de Verenigde
Staten en het Verenigd Koninkrijk lagere beƫindigingkosten in rekening
zouden brengen. 

In de tabel zijn geen ā€˜meerkostenā€™ opgenomen die gemaakt zouden
moeten worden als voor een ander jachtvliegtuig ter vervanging van de
F-16 zou worden gekozen. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om kosten voor
het certificeren en integreren van bewapening die thans tot het F-16
pakket behoort. Zoals bekend is de bewapening van de Nederlandse F-16
vrijwel gelijk aan die van de F-35. Het is aannemelijk dat een andere
vervanger van de F-16 een afwijkend wapenpakket voert. Naast de
uitstapkosten voor de overheid moet ook rekening worden gehouden met
economische schade voor Nederlandse bedrijven, bijvoorbeeld in verband
met reeds gedane investeringen in infrastructuur en productiemiddelen.

Een deel van de financiering van de SDD-fase in 2002 is opgevangen door
een incidentele belasting van het EMU-saldo voor de jaren 2003, 2004 en
2005. In eerste instantie is daarvoor ā‚¬ 299,7 miljoen gereserveerd,
maar later is vanwege een meevaller in de termijndollarkoers al ā‚¬ 66,4
miljoen afgelost. De rentekosten van deze lening zouden worden voldaan
uit afdrachten van de Nederlandse industrie. Het bedrag van ā‚¬ 46,8
miljoen betreft de rentekosten tot en met 2008. 

Als zou worden besloten uit te stappen uit het JSF-programma, vervalt
zowel het organisatiekostenvoordeel als het ontwikkelingskostenvoordeel.
Voor de berekening van de royalty-inkomsten is uitgegaan van het reeds
betaalde deel van de totale Nederlandse SDD-bijdrage. Voorts merk ik op
dat in de tabel ā€˜kosten SDD-faseā€™ op pagina 4 voor de berekening van
de royalties is gerekend met de dollarkoers ten tijde van de
totstandkoming van de MFO (ā‚¬ 1,15), terwijl in de tabel ā€˜totale
uitstapkostenā€™ de aanzienlijk lagere dollarkoers van 1 juli 2008
(herijking business case) is gehanteerd. De MFO (artikel 3.5) stelt:
ā€œIndien de Staat na 1 juli 2008 deelname aan het JSF-programma
beƫindigt, laat dit de betalingsverplichtingen van de
Luchtvaartindustrie voortvloeiend uit de MFO onverlet.ā€ Aangezien
onbekend is welke activiteiten de Nederlandse industrie na uitstappen
uit het programma nog zal mogen uitvoeren, is het ook onbekend welk
bedrag nog als afdracht bij de Staat zal binnenkomen. Behalve de ā‚¬ 4,5
miljoen die Stork bij de totstandkoming van de MFO heeft betaald, zijn
de industrieafdrachten in het overzicht als ā€˜PMā€™ opgenomen.

Alternatieven

Alternatief: langer doorvliegen met de F-16 en vervolgens vervanging
door de F-35

Langer doorvliegen met de F-16 is technisch gezien in beginsel mogelijk,
maar zal gepaard gaan met een stijgende onderhoudswerklast en een
afnemende inzetbaarheid. Zoals eerder gemeld aan de Kamer bestaat er een
buffer van enkele jaren die enige vertraging in het JSF-programma zou
kunnen opvangen, uitgaande van 6.000 vlieguren per F-16. Wel zal de
scheurvorming in het airframe zich steeds nadrukkelijker manifesteren,
waarvoor steeds uitgebreidere controleprogrammaā€™s noodzakelijk zullen
worden, ook met het oog op vliegveiligheid. Dergelijke programmaā€™s
zijn arbeidsintensief en kostbaar, mede omdat onderdelen van het toestel
moeten worden verwijderd om ook moeilijk toegankelijke delen van het
toestel te kunnen inspecteren. Daarnaast worden oudere toestellen vaker
geplaagd door plotselinge defecten en zullen de benodigde reservedelen
niet altijd voorhanden zijn om tot reparatie te kunnen overgaan. De
F-16ā€™s zullen dus intensiever moeten worden onderhouden en vaker
worden gerepareerd, waardoor hun beschikbaarheid voor oefeningen en
operationele inzet afneemt. De tijdige beschikbaarheid van reservedelen
zal steeds vaker een probleem worden. Het totale aantal operationele
F16ā€™s van block 15 is de afgelopen jaren fors gedaald en zal nog
verder afnemen. In het bijzonder bij elektronica kan dit voor problemen
zorgen. Weliswaar kunnen dergelijke reserveonderdelen opnieuw worden
gefabriceerd, maar daarmee zullen doorgaans hoge kosten en lange
levertijden gemoeid zijn. Het gaat dan immers om kleine
productieopdrachten, met Nederland als een van de weinige klanten.

Gezien het voorgaande en in lijn met de brief van 9 februari 2009
(Kamerstuk 26 488 nr. 139) zullen de onderhoudskosten van de F-16 steeds
verder stijgen en zal de operationele inzetbaarheid dalen. Dit zal nog
worden versterkt door afnemende schaalvoordelen vanwege een kleiner
aantal gebruikers. Bij een grafische weergave in de tijd levert deze
combinatie een sterk stijgende curve van de onderhoudskosten op. Al deze
extra kosten komen bovenop de kosten die hoe dan ook gemoeid zijn met de
exploitatie van de F-16. In dit kader is tevens van belang dat de
exploitatiekosten van de F-35 naar verwachting lager zijn dan die van de
F-16. De brief van 7 mei 2008 (Kamerstuk 26 488 nr. 68) is hier al op
ingegaan. 

Naarmate langer moet worden doorgevlogen met de F-16 zullen ook
componenten van de F-16 moeten worden gemoderniseerd. Met de brief van
31 maart jl. (Kamerstuk 26 488, nr. 161) is de Kamer geĆÆnformeerd over
de schatting van de kosten van componenten die in aanmerking komen voor
vervanging. Bovendien is de consequentie van dit alternatief dat
Defensie op termijn ruim ā‚¬ 200 miljoen duurder uit is voor een
nationaal te ontwikkelen en uit te voeren IOT&E-variant voor de later
aan te schaffen F-35. 

Overigens zijn niet alleen financiƫle aspecten van belang. Naast de
technische veroudering die gepaard gaat met stijgende onderhoudskosten,
is in het bijzonder de operationele veroudering van belang. Nederlandse
F-16ā€™s zullen steeds meer in het nadeel zijn tegen tegenstanders op de
grond en in de lucht, waardoor de risicoā€™s voor de vliegers toenemen.
De Nederlandse F-16ā€™s zullen hoe langer hoe minder inzetbaar zijn in
conflicten zodat Nederland in coalitieverband een steeds kleinere rol
zal spelen. Vanwege de technische en operationele veroudering van de
Nederlandse F-16ā€™s worden de nadelen van langer doorvliegen met de
F-16ā€™s te groot geacht om het huidige vervangingsschema los te laten. 

Ervan uitgaande dat de Nederlandse deelneming aan het F-35 programma
wordt voortgezet als de F-16 langer in gebruik blijft, zijn in deze
variant geen uitstapkosten aan de orde, afgezien van de reeds aangegane
verplichtingen voor de testtoestellen.

Alternatief: endlife update van de F-16

Het is niet eenvoudig de kosten van een endlife update te schatten,
omdat er geen bestaand of voorzien ontwikkelingstraject is voor F-16ā€™s
van block 15. Daarnaast is Nederland waarschijnlijk een van de weinige
landen of zelfs het enige land dat een endlife update van de block 15
toestellen zou overwegen. De Verenigde Staten, de grootste F-16
gebruiker, zal er in ieder geval niet aan deelnemen. Het is dan ook niet
denkbeeldig dat de ontwikkelingskosten en -risicoā€™s van een endlife
update grotendeels of wellicht zelfs geheel voor rekening van Nederland
zouden zijn. Daarnaast vergt het ontwikkelingstraject meerdere jaren. In
de brief van 31 maart jl. (Kamerstuk 26 488, nr. 161) is uiteengezet dat
de kosten van een endlife update niet slechts bestaan uit een optelsom
van de prijzen van de benodigde nieuwe componenten en systemen. Sommige
componenten en systemen zullen specifiek voor een block 15 configuratie
moeten worden (her)ontworpen. Verder is de integratie van nieuwe
apparatuur en oude apparatuur die in het vliegtuig blijft zitten
technisch complex en brengt dit technische en financiĆ«le risicoā€™s met
zich mee. Vervolgens zal een nieuwe endlife update configuratie zowel in
technische als operationele zin in een uitgebreid testprogramma moeten
worden beproefd. Dat is ook nodig om de luchtwaardigheid van het toestel
in de nieuwe configuratie vast te stellen. De kosten van deze
ontwikkelingstrajecten, de integratie en het aansluitende testprogramma
zullen geheel of grotendeels door Nederland moeten worden gedragen.
Aangezien de omvang van in het bijzonder de structurele aanpassingen op
dit moment niet is vast te stellen, zijn ook de benodigde tijd voor de
uitvoering van een endlife update en het aantal benodigde manuren niet
goed te schatten. Het is dan ook niet mogelijk de totale kosten van een
endlife update van de Nederlandse F-16ā€™s te bepalen. Een endlife
update zou hoe dan ook een bijzonder ingrijpende operatie worden,
ingrijpender dan de midlife update die de F-16ā€™s in de jaren negentig
van de vorige eeuw hebben ondergaan. 

Naar verwachting zal Nederland bij dit alternatief stoppen met de
participatie in het F-35 programma. Dan zijn de volledige uitstapkosten
in de tabel hierboven aan de orde, met dien verstande dat de
uiteindelijke kosten moeten worden berekend ten tijde van de
uitstapdatum.  

Alternatief: vervanging F-16 door ander vliegtuig dan de F-35

Het definitieve besluit over de vervanging van de F-16 is, in
overeenstemming met het coalitieakkoord, in 2010 aan de orde. Indien
niet wordt besloten tot vervanging van de F-16 door de F-35, zullen de
twee testtoestellen worden doorverkocht. De keuze voor een ander toestel
dan de F-35 impliceert het staken van de participatie in het F-35
programma. Naast de kosten die gemoeid zijn met de verwerving en de
exploitatie van een ander toestel zijn dan ook de volledige
uitstapkosten aan de orde, met dien verstande dat die opnieuw moeten
worden berekend ten tijde van het uitstapmoment. Voor de kosten die
gemoeid zijn met de verwerving van een ander toestel, verwijs ik naar
het vierde deel van de rapportage over de actualisering van de
kandidatenvergelijking dat de Kamer vertrouwelijk ter inzage is
verstrekt (Kamerstuk 26 488, nr. 129).

Vragen over de jaarrapportage

De Kamer heeft tevens vier aanvullende vragen gesteld over de
jaarrapportage over 2008. Hieronder volgt het antwoord per vraag.

Hoe worden de risicoā€™s beheerst die samenhangen met besluitvorming
door de Amerikaanse regering? 

De politieke besluitvorming over de verwerving van de F-35 in alle
partnerlanden is aangemerkt als hoofdrisico. De keuzen van de
Amerikaanse regering spelen daarbij de belangrijkste rol omdat die de
grootste impact kunnen hebben op de productie. Door overleg en goede
informatie-uitwisseling op alle niveaus wordt getracht deze risicoā€™s,
in het bijzonder met betrekking tot de Verenigde Staten, zo goed
mogelijk te schatten. Mijn bezoek van 6 en 7 april jl. aan de Verenigde
Staten moet mede in dat kader worden bezien. Uiteraard heb ik de
aankondiging van de Amerikaanse regering op 6 april jl., dat de komende
vijf jaar 28 toestellen versneld zullen worden aangeschaft, verwelkomd.
Daarmee zal de productieopbouw efficiƫnter verlopen. Het Amerikaanse
besluit heeft ook een stabiliserend effect op de prijs van de F-35 voor
de komende jaren. Het totale aantal te bestellen Amerikaanse F-35
toestellen zal worden gehandhaafd op 2.443. Het is voorts positief dat
de Amerikaanse regering nadrukkelijk ook zoveel belang aan het
JSF-programma toekent vanwege de internationale samenwerking op
politiek, economisch en operationeel gebied. 

Wat is, gezien de voor- en nadelen, de Nederlandse inzet met betrekking
tot de Consortium Buy?

Nederland heeft belangstelling voor deelneming aan een Consortium Buy
(CB), waarbij meer landen gelijktijdig een bestelling doen voor een
aantal jaren op basis van een vaste aanschafprijs per toestel. Een CB
levert voor de afnemers prijsstabiliteit op en geeft de fabrikant voor
meer jaren duidelijkheid over de benodigde productie. Verscheidene
partnerlanden zijn geĆÆnteresseerd in de verdere uitwerking van de CB.
Het is echter niet zeker of een CB voor april 2010 tot stand komt. Voor
alle partnerlanden, ook Nederland, geldt dat eerst nationale
besluitvorming nodig is voordat contractuele verplichtingen kunnen
worden aangegaan voor de CB. Er is ook een keerzijde aan CB-deelneming.
De CB vermindert de flexibiliteit van de jaarlijkse bestelsystematiek,
waarin financiƫle verplichtingen gespreid worden aangegaan. Daarnaast
brengt de CB mogelijk risico-opslagen in de prijs met zich mee. Tevens
vervalt met de CB, met leveringen in de periode 2014 tot en met 2018, de
mogelijkheid aan te sluiten bij de eerste meerjarige bestelling (Multi
Year Buy, MYB) van de Verenigde Staten zelf die eveneens financiƫle
voordelen biedt. Bij de besluitvorming in 2010 zal dit worden
meegewogen. Daarbij vormt uiteindelijk de prijs de voornaamste reden om
aan te sluiten bij de CB, als die tot stand komt, of bij de MYB in
combinatie met eerdere jaarlijkse bestellingen via de reguliere
PSFD-bestelsystematiek. Ook kan uitsluitend worden gekozen voor
jaarlijkse bestellingen.

Wat zijn de gevolgen voor het Nederlandse projectbudget op langere
termijn nu $ 1,2 miljard van het Amerikaanse PSFD-budget naar de
SDD-fase verschuift?

De verschuiving in het Amerikaanse budget zal geen effect hebben op de
omvang van het Nederlandse projectbudget en dat van de andere
partnerlanden. Evenmin is sprake van een verhoging van de Nederlandse
exploitatiekosten waarvan de doorontwikkelingskosten van de PSFD-fase
deel uitmaken. De Nederlandse bijdrage gedurende de PSFD-fase zal niet
toenemen omdat in het MoU een kostenplafond is vastgelegd. Daarmee is de
doorontwikkeling van capaciteiten financieel begrensd. Overigens was de
eerste doorontwikkeling aanvankelijk te ruim begroot (zie pagina 19 in
de Jaarrapportage). 

Wat is het projectbudget wanneer van de actuele dollarkoers wordt
uitgegaan?

In onderstaande tabellen zijn de totale investeringskosten en de totale
exploitatiekosten weergegeven in prijspeil 2008 tegen de actuele
dollarkoers van ā‚¬ 0,75 (7 april 2009). Deze dollarkoers ligt ongeveer
tien procent lager dan de plandollarkoers van ā‚¬ 0,83. 

 Volgens opgave NIDV/NIFARP, ook uitgesproken op 6 april jl. tijdens
rondetafelgesprek.

 Het EMU-saldo of vorderingensaldo is het   HYPERLINK
"http://nl.wikipedia.org/wiki/Financieringssaldo" \o
"Financieringssaldo"  financieringssaldo  minus deelname aan bedrijven
en inkomsten uit kredietverstrekking, uitgedrukt in geld, van een
overheid die lid is van de   HYPERLINK
"http://nl.wikipedia.org/wiki/EMU" \o "EMU"  Europese Monetaire U nie.

 PAGE    

 PAGE   1