Publieke belangen die worden betrokken bij beleid t.a.v. afzonderlijke deelnemingen
Bijlage
Nummer: 2009D21374, datum: 2009-04-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.J. Bos, minister van Financiën (Ooit PvdA kamerlid)
Bijlage bij: Publieke belangen en staatsdeelnemingen (2009D21373)
Preview document (đ origineel)
Bijlage 1 - Publieke belangen die worden betrokken bij beleid t.a.v. afzonderlijke deelnemingen In deze bijlage zijn de publieke belangen die gemoeid zijn met de afzonderlijke staatsdeelnemingen beschreven. Hierbij is ook aangegeven met welke instrumenten die publieke belangen momenteel geborgd worden; het publiek aandeelhouderschap is daar Ă©Ă©n van. Zoals in de brief is beschreven, laten publieke belangen zich goed borgen door middel van wet- en regelgeving. De opsomming van instrumenten geeft daarom een overzicht van vooral de belangrijkste publiekrechtelijke instrumenten, maar is niet noodzakelijkerwijs volledig. Zoals de Nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid schrijft, ziet het kabinet een toegevoegde waarde in publiek aandeelhouderschap als aanvullend instrument naast de belangrijkste publiekrechtelijke instrumenten zoals wet- en regelgeving voor de borging van publieke belangen. Bijvoorbeeld als er onzekerheid bestaat over de gekozen marktordening of als publieke belangen niet goed te contracteren zijn. De Nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid presenteert de staatsdeelnemingen zonder volwaardige activiteiten waar wordt gestreefd naar liquidatie of verkoop nog als afzonderlijke categorie. Het betreft de deelnemingen KG Holding NV, NV Aangewezen Luchthaventerrein Maastricht Airport Luchtvaart, NOB Holding, NOVEM BV, NV Rechterland en Twinning Holding BV. Deze categorie van deelnemingen wordt in deze bijlage buiten beschouwing gelaten, evenals de deelnemingen waarvoor momenteel een traject loopt dat kan leiden tot een exit van de Staat. Dit betreft de deelnemingen Westerscheldetunnel, MTS Amsterdam en NPMNA. Connexxion Holding NV (33,3%) Het publieke belang bestaat uit het garanderen dat een basismobiliteit wordt geleverd. Dit is een afweging die door decentrale âOpenbaar Vervoer-autoriteiten wordt gemaakt. Met een aanbod aan diverse Openbaar Vervoer-mogelijkheden, van bel- en buurtbus via regiotaxi naar Openbaar Vervoer (âOVâ), wordt de basismobiliteit door decentrale overheden bepaald. Deze belangen worden geborgd door: Wet Personenvervoer2000 (Wp2000); onderliggende wet- en regelgeving; vervoerconcessies die door provincies en stadsregioâs aan OV-bedrijven worden verleend. Toezicht door de Vervoerskamer van de NMa Dit publieke belang is dus niet specifiek verbonden met het bedrijf Connexxion maar geldt voor alle OV-bedrijven met concessies. Het toezicht op de concessie wordt uitgevoerd door de concessieverlener. Connexxion is voortgekomen uit overheidsbedrijven in de transitieperiode naar marktwerking in het OV. Inmiddels zijn er meer spelers op de OV-markt en wordt het genoemde publieke belang geborgd door afdoende concurrentie. Derhalve is in overleg met de Tweede Kamer besloten dat Connexxion verkocht kan worden. Tweede Kamer, 2007-2008, 28165, nr. 74 Koninklijke Luchtvaart Maatschappij NV (5,9%) Het netwerk van internationale verbindingen dat vanaf de mainport Schiphol wordt geboden is van groot belang voor de bereikbaarheid, economie en concurrentiekracht van Nederland. KLM is als home carrier met een uitgebreid intercontinentaal en Europees netwerk een belangrijke pijler binnen de Nederlandse luchtvaart. Er zijn verschillende belangen verbonden met de luchtvaartsector in zijn geheel, echter, deze zijn niet specifiek verbonden met het bedrijf KLM. Inmiddels zijn er veel spelers op de luchtvaartmarkt en worden deze belangen geborgd door afdoende concurrentie. Een groot gedeelte van KLM is reeds door de Staat verkocht. In het geval van de uitonderhandeling van specifieke luchtvaartverdragen is betrokkenheid van de Staat bij KLM wel gewenst. In dat licht kunnen voor KLM de volgende publieke belangen worden onderscheiden: Markttoegang/luchtvaartpolitiek (vooral gereguleerd op basis van bilaterale luchtvaartverdragen); Netwerkkwaliteit Deze publieke belangen worden geborgd door: Wet Luchtvaart Overeenkomst tussen Air France, de Staat der Nederlanden en KLM van 16 oktober 2003 Overeenkomst tussen de Staat der Nederlanden en KLM (Amended State Option) van 16 oktober 2003 Luchtvaartovereenkomsten NL en derden Luchtvaartovereenkomsten EU en derden Publiek aandeelhouderschap Tweede Kamer, 2003-2004, 29232, nr. 1 NV Nederlandse Spoorwegen (100%) De publieke belangen die gemoeid zijn met NS zien met name op de bereikbaarheid van Nederland via het hoofdrailnet. De NS heeft via een onderhands verleende concessie diverse zorgplichten. Hierbij staan de volgende publieke belangen centraal: Bereikbaarheid (stedelijke netwerken, economische kerngebieden, landsdelen, mainports, greenports). Betrouwbaarheid en benutting (om verwachte vervoersgroei op te kunnen vangen) Kwaliteitsaspecten personenvervoer (o.a. serviceverlening, punctualiteit, schone treinen en stations) Betaalbaarheid (doelmatigheid van dienstverlening, tariefrestrictie voor beschermde kaartsoorten); Sociale veiligheid in trein en op stations en veilig spoorvervoer. Behalve via de vervoerconcessie voor het hoofdrailnet worden de publieke belangen geborgd door: Spoorwegwet Concessiewet personenvervoer per trein Onderliggende wettelijke regelingen Publiek aandeelhouderschap Tweede Kamer, 2005-2006, 28165, nr. 45 ProRail BV (100%) De belangen die gemoeid zijn met het Nederlandse spoor zien met name op bereikbaarheid in Nederland zowel ten aanzien van het vervoer van personen als van goederen. Het spoorweginfrastructuur is een vitale schakel in de bereikbaarheid van Nederland per spoor. ProRail heeft de zorgplicht voor deze infrastructuur. Met ProRail zijn zodoende de volgende publieke belangen gemoeid: ContinuĂŻteit, beschikbaarheid en kwaliteit van het hoofdspoorweginfrastructuur en daarmee samenhangende voorzieningen; EfficiĂ«nte marktverhoudingen: non-discriminatoire verdeling van de capaciteit van de infrastructuur; Veiligheid en duurzaamheid. Deze publieke belangen worden geborgd door: Spoorwegwet Regeling Hoofdspoorweginfrastructuur Wet en Besluit Infrastructuurfonds Publiek aandeelhouderschap Tweede Kamer, 2005-2006, 28165, nr. 45 NV Havenbedrijf Rotterdam (29,2%) De Rotterdamse haven is van grote betekenis voor de Nederlandse economie en het vestigingsklimaat, aangezien het een van de belangrijkste kruispunten van goederenstromen ter wereld is. De aanleiding voor participatie door het Rijk in Havenbedrijf Rotterdam is de aanleg van de Tweede Maasvlakte. De volgende groepen van publieke belangen zijn gedefinieerd voor het Havenbedrijf: ContinuĂŻteit en kwaliteit van de haven Rotterdam als vitale schakel in de mainport; EfficiĂ«nte marktverhoudingen: eerlijke mededinging en vrije toegang tot infrastructuur; Nautische veiligheid en duurzaam ruimtegebruik. Deze publieke belangen worden geborgd door: PKB+ PMR (binnenkort: AmvB Ruimte) Uitwerkingsovereenkomsten PMR Convenant Haventarieven HbR en Deltalinqs Havenmeesterconvenant Akte Vestiging Erfpacht I en II Maasvlakte II en Overeenkomst Taakverwaarlozing Publiek aandeelhouderschap Contourennota Borgingskader Nationale Belangen Mainport Rotterdam Tweede Kamer, 2004-2005, 24691, nr. 60 Tweede Kamer, 2005-2006, 28165, nr. 46 Tweede Kamer, 2005-2006, 24691, nr. 71 NV Luchthaven Schiphol (69,7%) Het publieke belang van de luchthaven Schiphol is direct verbonden met het algemeen belang van de luchtvaart in Nederland. Het gaat daarbij om het borgen van optimale internationale bereikbaarheid en netwerkkwaliteit gecombineerd met een concurrerende en hoogwaardige luchtvaart. Een goede internationale bereikbaarheid door de lucht is een belangrijke pijler onder de economische ontwikkeling van de Randstadregio en de Nederlandse economie als geheel. Schiphol exploiteert de luchthaven die een wezenlijke rol vervult binnen de Nederlandse luchtvaart. Meer specifiek zijn aan Schiphol de volgende publieke belangen verbonden: ContinuĂŻteit, kwaliteit en netwerkontwikkeling van de luchthaven als vitale schakel in de Nederlandse economie (zowel in relatie tot het netwerk van verbindingen als de vestigingsplaats); EfficiĂ«nte marktverhoudingen: eerlijke mededinging en vrije toegang tot infrastructuur; Voorkomen van misbruik van marktmacht: kostenefficiĂ«nte exploitatie van de luchthaveninfrastructuur; Kwalitatief hoogwaardige bereikbaarheid van de luchthavens; Zorgen voor een duurzame, gezonde en veilige leefomgeving, zodat de hinder van luchtvaart niet te groot wordt en de (veiligheids)risico's voor de consument aanvaardbaar blijven. Deze publieke belangen worden onder andere geborgd door: Wet Luchtvaart Besluit exploitatie luchthaven Schiphol Luchthavenverkeerbesluit en luchthavenindelingsbesluit Aanvullend luchthavenreglement luchthaven Schiphol Aanwijzing Schiphol tot volledig gecoördineerd luchtvaartterrein Regeling milieu-informatie luchthaven Schiphol Regeling operationele beperkingen lawaaiige luchtvaartuigen Schiphol Luchtvaartnota "Concurrerende en duurzame luchtvaart voor een sterke economie" Publiek aandeelhouderschap Tweede Kamer, 2003-2004, 25435, nr. 7 Tweede Kamer, 2003-2004, 25435, nr. 8 TenneT BV (100%) Het publieke belang van TenneT is gelegen in de borging van de zekerheid van de elektriciteitsvoorziening. TenneT is aangewezen als beheerder van het landelijk transportnet en heeft daardoor een belangrijke rol in het bewaken van de continuĂŻteit en leveringszekerheid van de Nederlandse elektriciteitsvoorziening.  Daartoe bouwt en beheert TenneT infrastructuur van het landelijk transportnet vanaf 110 kV, alsmede de landsgrensoverschrijdende verbindingen. TenneT levert diensten en taken die tot doel hebben de elektriciteitsmarkt verder te ontwikkelen en goed te laten functioneren.  Het transportnet wordt op onpartijdige wijze ter beschikking gesteld voor elektriciteitstransport. Specifieke publieke belangen die gemoeid zijn met TenneT als beheerder van het landelijk transportnet zijn: ContinuĂŻteit, betrouwbaarheid en kwaliteit van het elektriciteitsnet (leveringszekerheid); Eerlijke mededinging: non-discriminatoire toegang tot het elektriciteitsnet; Onafhankelijk en transparant: TenneT is onafhankelijk van productie, handel en levering van elektriciteit; Bijdrage aan de versterking en de doelmatigheid van de elektriciteitsmarkt in Nederland en Europa Daarnaast certificeert TenneT (duurzaam opgewekte) elektriciteit en biedt op een onafhankelijke en non-discriminatoire wijze infrastructuur aan voor telecommunicatie- en omroepdoeleinden.  Deze publieke belangen worden geborgd door: Elektriciteitswet 1998 Ministeriele regeling certificaten WKK Elektriciteitswet 1998 Publiek aandeelhouderschap Tweede Kamer, 2005-2006, 28165, nr. 46 NV Nederlandse Gasunie (100%) Het publieke belang van Gasunie bestaat uit het borgen van de zekerheid van transport (leveringzekerheid) en de lange termijn voorzieningszekerheid waarbij betaalbaarheid van gas en veiligheid van de gasinfrastructuur de belangrijkste randvoorwaarden zijn. Specifiek voor Gasunie-dochter GTS, als beheerder van het landelijk gastransportnet, gelden de volgende publieke belangen: ContinuĂŻteit en kwaliteit van het gastransportnet en aanverwante taken garanderen als vitale schakel van het Nederlandse gastransport; Eerlijke mededinging: non-discriminatoire toegang tot het gastransportnet; Voorkomen van misbruik van marktmacht:  doelmatig beheer van het gastransportnet; Veiligheid van het gastransportnet en installaties die gas verbruiken en ontzien van het milieu. Deze publieke belangen worden geborgd door: Gaswet Besluit milieutaak gasbedrijven Gaswet Besluit stimulering duurzame energieproductie Besluit leveringszekerheid Gaswet Publiek aandeelhouderschap Tweede Kamer, 2005-2006, 28165, nr. 46 Tweede Kamer, 2006-2007, 29023, nr. 37 GasTerra BV (10%) De publieke belangen hebben te maken met: het planmatig beheer van de nationale bodemschatten: o.a. voortzetting van het kleine velden beleid (zie ook paragraaf 5.4 van de Gaswet) het behoud van het aandeel van de overheid in de opbrengsten van de bodemschatten waarbij voor het kleine veldengas geldt dat de baten van dit gas in de Mijnbouwwet is geregeld en binnen het Gasgebouw de afdracht van het Groningengas is geregeld. Deze publieke belangen worden geborgd door: Gaswet Mijnbouwet Publiek aandeelhouderschap Tweede Kamer, 2001-2002, 28109, nr. 1 Tweede Kamer, 2008-2009, 31904, nr. 3 Aanwijzingsbesluit GasTerra als rechtspersoon in de zin van Gaswet, Artikel 1 Energie Beheer Nederland BV (100%) Bij de ontdekking van het Groningengasveld door de NAM werd geoordeeld dat de Staat gezien het belang van aardgas voor de energievoorziening en de inkomsten voor de Staat nauw betrokken moest zijn bij de winning, transport en afzet van aardgas. Omdat de Staat niet zelf beschikte over de vereiste industriĂ«le en commerciĂ«le kennis en ervaring werd besloten de participatie van de overheid onder te brengen bij de voorganger van het huidige EBN. Voor EBN gelden de volgende specifieke taken: Doelmatige opsporing en winning, planmatig beheer en optimale afzet van koolwaterstoffen; Participeren in opsporing en winning van aardolie en aardgas; Participeren in het gasgebouw; Adviseren van de Minister van Economische Zaken. Deze publieke belangen worden geborgd door: Mijnbouwwet Publiek aandeelhouderschap Tweede Kamer, 2007-2008, 31479, nr. 3 Tweede Kamer, 2001-2002, 28109, nr. 1 Artikel 82, eerste lid, aanhef, Mijnbouwwet Aanwijzingsbesluit Energie Beheer Nederland vennootschap o.g.v. Mijnbouwwet, Besluit van 8 augustus 2008 COVRA NV (100%) Omdat het gebruik van radioactieve stoffen beperkt is maar tegelijkertijd in een breed gebied plaatsvindt en deze toepassingen niet weg te denken zijn in de huidige maatschappij, zal er altijd radioactief afval worden geproduceerd. Voor een goede en langdurige zorg voor dit afval is het van belang dat de beheersorganisatie stabiel is en gericht is op een lang bestaan. De Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval (COVRA) dient als enige partij in Nederland het publieke belang voor langdurige zorg voor radioactief afval. COVRA is verantwoordelijk voor: Overname van radioactief afval bij de producenten; Verwerking tot een geconditioneerde vorm van dit afval; Langdurige opslag onder gecontroleerde omstandigheden; Het bewaken en controleren van al het opgeslagen afval. Deze publieke belangen worden geborgd door: Kernenergiewet 1963 en daarop gebaseerde besluiten Publiek aandeelhouderschap Staatsblad 2007, nr. 246 Ultra-Centrifuge Nederland NV (98,9%) Het publiek belang van UCN bestaat uit het borgen van publieke belangen die betrekking hebben op Urenco, een vennootschap waar UCN 1/3 van de aandelen in houdt. De publieke belangen van Urenco zijn: Non-proliferatie belang: het voorkomen van de verspreiding van massa vernietigingswapens en kennis van vervaardiging daarvan; Bijdrage aan innovatieve kenniseconomie van Nederland via kennis en know how op het gebied van ultra centrifuge; Verschaffen van een belangrijke positie van Nederland op diverse internationale overlegfora inzake energievoorzieningszekerheid, veiligheid en non-profileratie. Deze publieke belangen worden geborgd door: Kernenergiewet In- en uitvoerwet Geheimhoudingsbesluit kernenergiewet Non-Proliferatieverdrag Euratom Verdrag Nuclear Suppliers Guidelines Het Verdrag van Almelo Het Verdrag van Washington Verdrag van Cardiff Publiek aandeelhouderschap Tweede Kamer, 2007â2008, 31 350, nr. 6 De Nederlandse Bank NV (100%) De Nederlandsche Bank is verantwoordelijk voor het bewaken van de financiĂ«le stabiliteit. Een stabiel financieel stelsel is essentieel voor het functioneren van onze economie en daarmee voor onze welvaart. Daarom vormt financiĂ«le stabiliteit de rode draad in de taakuitvoering van DNB. Het publiek belang komt tot uiting in de drie hoofdtaken van DNB: het mede bepalen en uitvoeren van het gemeenschappelijke monetaire beleid in het eurogebied; het bevorderen van een goede werking van het betalingsverkeer; het houden van prudentieel toezicht op (de soliditeit van) financiĂ«le instellingen. Deze publieke belangen worden geborgd door: EG-verdrag Bankwet 1998 Publiek aandeelhouderschap Tweede Kamer, 1998-1999, 26 233, nr. 4 NV Bank Nederlandse Gemeenten (50,0%) De kosten van maatschappelijke voorzieningen behoren voor de burger zo laag mogelijk te zijn. Als publiek belang voor BNG geldt: het verzorgen van rendabele financiĂ«le dienstverlening tegen lage tarieven voor overheden en instellingen uit de semipublieke sector zowel in goede als in slechte tijden. Deze publieke belangen worden geborgd door: Gemeentewet en Provinciewet Wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO) FinanciĂ«le Verhoudingswet (FVw)) Wet Financieel Toezicht (Wft) MinisteriĂ«le Regeling uitzettingen derivaten decentrale overheden Publiek aandeelhouderschap Tweede Kamer, 2003-2004, 29708, nr. 2 Tweede Kamer, 2005-2006, 30547, nr. 1 Nederlandse Waterschapsbank NV (17,2%) De kosten van maatschappelijke voorzieningen behoren voor de burger zo laag mogelijk te zijn. Als publiek belang voor NWB geldt: het verzorgen van rendabele financiĂ«le dienstverlening tegen lage tarieven voor overheden en instellingen uit de semipublieke sector zowel in goede als in slechte tijden. Deze publieke belangen worden geborgd door: Wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO) Wet Financieel Toezicht (Wft) MinisteriĂ«le Regeling uitzettingen derivaten decentrale overheden Publiek aandeelhouderschap Tweede Kamer, 2003-2004, 29708, nr. 2 Tweede Kamer, 2005-2006, 30547, nr. 1 Nederlandse Financierings-Maatschappij voor Ontwikkelingslanden NV (51%) Het publieke belang betreft het bevorderen van duurzame economische groei en hiermee indirect het verminderen van armoede door middel van het versterken van de private sector in ontwikkelingslanden. Uitgangspunten hierbij zijn dat FMO additioneel is, door uitsluitend financiĂ«le diensten te verlenen voor zover de markt daar niet of niet in voldoende mate en op redelijke voorwaarden in voorziet, een katalyserende werking heeft door het maximaliseren van de stroom van financieringen door andere partijen en daarbij voorwaarden stelt aan het beschikbaar stellen van financiering op het punt van âgoed bestuurâ, het toepassen van de beginselen van behoorlijk bestuur in de meest ruime zin. De taken van FMO betreffen onder meer het verstrekken van de volgende financiĂ«le diensten aan bedrijven en financiĂ«le instellingen in ontwikkelingslanden: deelnemen in het kapitaal; verstrekken van leningen en garanties; verstrekken middelen voor technische assistentie, training, investeringsbevorderende activiteiten en andere activiteiten die bevorderlijk zijn voor de ontplooiing van het bedrijfsleven in ontwikkelingslanden. Deze publieke belangen worden geborgd door: Overeenkomst Staat-FMO van 16 november 1998 Publiek aandeelhouderschap Tweede Kamer, 2008-2009, 31700 V, nr. 3 Koninklijke Nederlandse Munt NV (100%) Munten mogen uitsluitend in opdracht van de Staat worden vervaardigd. Daarbij moeten de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen in acht genomen worden. De Koninklijke Nederlandse Munt (KNM) voert het muntrecht van de Staat uit. Meer specifiek zijn de volgende publieke belangen gemoeid met KNM: Beschikbaarheid van Nederlandse euromunten, bijzondere munten met de hoedanigheid van wettig betaalmiddel en munten zonder de hoedanigheid van wettig betaalmiddel en daarvoor benodigde productiecapaciteit; Veiligheid van de productie ten aanzien van vervalsing en de aanwijzing van de Munt als Nationaal Analysecentrum voor Munten. Deze publieke belangen worden geborgd door: Muntwet 2002 Wet tot oprichting van de Nederlandse Munt N.V. Instelling Nat. Analysecentr. Munten, Staatscourant 20-12-01, nr. 247 Muntcontract Publiek aandeelhouderschap Stichting Exploitatie Nederlandse Staatsloterij (100%) Het hoofddoel van het kansspelbeleid is het reguleren en beheersen van kansspelen met bijzondere aandacht voor het tegengaan van kansspelverslaving, het beschermen van de consument en het tegengaan van illegaliteit en criminaliteit. Het publiek belang van de Staatsloterij vloeit voort uit de doelstelling van het kansspelbeleid. Voor de Staatsloterij gelden als publieke belangen: het kanaliseren van de vraag naar loterijspelen door te voorzien in een betrouwbaar, door de overheid aangestuurd aanbod; het stellen van een norm voor het overige loterijaanbod; het tegengaan van illegaal aanbod door te voorzien in een betrouwbaar aanbod; het beschermen van de consument. Deze publieke belangen worden geborgd door: Wet op de Kansspelen Wet Stichting Exploitatie Nederlandse Staatsloterij Kansspelenbesluit Besluit College van Toezicht op de Kansspelen Beschikking Staatsloterij Publiek aandeelhouderschap Tweede Kamer, 2002-2003, 24036, nr. 280 Nationale Stichting tot Exploitatie van Casinospelen in Nederland (100%) Het hoofddoel van het kansspelbeleid is het reguleren en beheersen van kansspelen met bijzondere aandacht voor het tegengaan van kansspelverslaving, het beschermen van de consument en het tegengaan van illegaliteit en criminaliteit. Uit dit algemene hoofddoel volgt het publiek belang van Holland Casino: het kanaliseren van de vraag naar casinospelen door te voorzien in een betrouwbaar, door de overheid aangestuurd aanbod; het voorkomen dat concurrentie ontstaat op de casinomarkt, die tot onverantwoord gokgedrag en een toename van de kansspelverslaving zou kunnen leiden; het tegengaan van illegale casinospelen door te voorzien in een betrouwbaar en gecontroleerd legaal aanbod; het beschermen van de consument door er op toe te zien dat de sector niet wordt verstoord door oneerlijke, ondeskundige en onbetrouwbare aanbieders van (casino)spelen. Deze publieke belangen worden geborgd door: Wet op de Kansspelen Beschikking Casinospelen 1996 Besluit College van Toezicht op de Kansspelen Kansspelenbesluit Speelautomatenbesluit 2000 Uitvoeringsbesluit Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme Publiek aandeelhouderschap Tweede Kamer, 2002-2003, 24036, nr. 280 Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen ROMâs dienen de economische structuur van regioâs te versterken door stimulering van meer bedrijvigheid en werkgelegenheid in hun regio door middel van investeringsbevordering, bevordering van ontwikkeling en innovatie, participatie en beheer (het verstrekken van risicokapitaal) en herstructurering en ontwikkeling van bedrijventerreinen. Deze publieke belangen worden geborgd door: Kaderwet EZ-subsidies Publiek aandeelhouderschap Tweede Kamer, 2006-2007, 26 570, nr. 24 Tweede Kamer, 2004-2005, 29800 XIII, nr. 73 Pieken in de Delta: Kamerstukken II, 2003-2004, 26697, nr. 1 EFRO: Kamerstukken II, 2000-2001, 27813, nr. 1 Grondexploitatiemaatschappij Meerstad BV (20%) Meerstad is opgericht ten behoeve van (regionale) grondontwikkeling en dient als voorbeeldproject van ontwikkelingsplanologie. Met Meerstad beoogt het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit om een beleidsdoelstelling te realiseren. Namelijk: Realiseren van 48 ha GIOS en 349 ha EHS in het plangebied; Realiseren van robuuste ecologische verbinding Midden-Groningen â Zuidlaardermeer; Toepassen principe ârood en groen in balansâ; Toepassen principe âontwikkelen met kwaliteitâ. Deze publieke belangen worden geborgd door: Nota Ruimte Natuurbeleidsplan Nota LNV over ecologische hoofdstructuur Publiek aandeelhouderschap Tweede Kamer, 1989-1990, 21 149, nrs. 2-3 Thales Nederland BV (1%) De beweegredenen voor de staat om na WO II de voorganger van Thales Nederland in beslag te nemen, hingen samen met het belang van het ontwikkelen van een goede en nationale defensie-industrie gegeven de toenmalige machtsverhoudingen op het wereldtoneel. Gelet op de omvang van de benodigde investeringen en het belang van levering voor Nederland was de staat de aangewezen partij om het vermogen in deze vorm aan de onderneming beschikbaar te stellen. Het belang van de staat is in de loop der jaren afgebouwd en aanvankelijk voor 99% overgedragen aan Philips. Rond 1989 is dit belang overgedragen aan Thomson CSF, later omgedoopt tot Thales. De overheid handhaafde het 1%-belang in Thales Nederland, vanwege het belang bij instandhouding van het zelfscheppend vermogen van de onderneming en daarmee de werkgelegenheid. Ook het nakomen van contractuele verplichtingen, met name richting de overheid zelf, waren overwegingen om het staatsbelang te handhaven. Verder was en is nog steeds van belang dat de hoogwaardige defensiesector vrijwel geheel bestaat uit bedrijven met overheidsbelangen of uit bedrijven die op andere wijze een bijzondere relatie hebben met de overheid. Daarbij spelen overwegingen van het behoud van een nationale defensie industrie, de bescherming van gevoelige informatie en het behoud van technologische kennis een rol. Tweede Kamer, Bibliografische beschrijving, 24-12-2005, 28165, nr. 31 Brief van staatssecretaris van Defensie, 29-08-1989, nr. D89/356/21556 Kamervragen, 22-08-1989, 2888907840 Tweede Kamer, 1989-1990, 21300 XII, nr. 33 NV Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij (67,4%), NV Industriebank LIOF (94,4%), NV Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (99,97%) en Ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland NV (57,6%)