Preview document (🔗 origineel)

---

Geannoteerde agenda OJC-Raad 11 mei 2009

Op het gebied van Jeugd

Op de agenda van de OJC-Raad staan voor wat betreft de portefeuille van
het ministerie voor Jeugd en Gezin de volgende onderwerpen op de agenda:

Evaluatie van het huidige kader voor Europese samenwerking en
toekomstperspectieven voor een nieuw kader;

Aanname van de conclusies door de Raad en door de Vertegenwoordigers van
de overheden van de lidstaten.

Overweging van toekomstperspectieven en uitwisseling van meningen.

Ad. a)	Aanname van de conclusies

De Raad zal de conclusies van de evaluatie van het huidige kader voor
Europese samenwerking op het gebied van jeugd aannemen. Uit de evaluatie
zijn zes conclusies naar voren gekomen, drie punten van overeenstemming
en drie punten van erkenning:

Overeenstemming

Europese samenwerking op het gebied van jeugd is waardevol voor de
lidstaten. De open methode van coördinatie, inbreng op andere
beleidsterreinen en het Europese Jeugd Pact enerzijds, en oog voor het
subsidiariteitsbeginsel en de competenties van lidstaten anderzijds,
heeft het volgende opgeleverd:

Gezamenlijke doelen als basis voor samenwerking.

Ontwikkeling van nationaal jeugdbeleid.

Zichtbaarheid van jeugdzaken (zowel nationaal als Europees).

Verbeterde uitwisseling van best practices en andere informatie.

Verbeterde kennis over jongeren.

Implementatie van de Lissabondoelen voor groei en werk en voor het aan
de orde stellen van jeugdzaken in andere beleidsterreinen op nationaal
en Europees niveau. (Europese Jeugd Pact)

Thematisch prioriteren helpt om te focussen.

Gestructureerde dialoog met jongeren(organisaties) heeft het belang
duidelijk gemaakt van participatie van jongeren.

Erkenning

We hebben een verbeterd kader voor Europese samenwerking nodig om
efficiëntie van de samenwerking en de situatie voor jongeren in Europa
te verbeteren, in de context van de post 2010 Lissabon Strategie.

Speciale aandacht dient uit te gaan naar de toegevoegde waarde van
Europese samenwerking, de coherentie en efficiëntie van methodes en
structuren op EU niveau en een meer actieve rol van de Raad en de
Commissie bij het opstellen van de agenda en de doelen op dit gebied.

Het is nodig dat de link met andere beleidsterreinen die jongeren
beïnvloeden wordt verbeterd en een nauwere samenwerking met relevante
diensten binnen EU-instituties en EU-lidstaten wordt bevorderd, ten
behoeve van de effectiviteit van initiatieven als ook de impact hiervan
voor jongeren.

Nederland kan met deze evaluatie akkoord gaan. Genoemde onderwerpen, met
name de verbetering van uitwisseling van best practices en andere
informatie, als ook de aandacht voor de toegevoegde waarde van Europese
samenwerking sluiten goed aan bij de Nederlandse visie. 

  

Ad. b) 	Overweging van de volgende toekomstperspectieven

Met betrekking tot het kader:

ontwikkelen van een lange termijn strategie met korte termijn
prioriteiten; 

definiëring en daardoor vereenvoudiging van instrumenten en handvatten;


gelimiteerd aantal prioriteiten inclusief een overeengekomen tijdspad;

verbetering van evidence-based beleid; 

verbeterde follow-up van de implementatie van doelen en prioriteiten en
vereenvoudigd rapporteren van de lidstaten;

versterking van de praktische dimensie van de Europese samenwerking en
aandacht voor bijdragen van lokale, regionale en nationale stakeholders;

articulatie van de bijdrage van jeugdwerk aan het leven van jongeren;

voortzetting van effectieve samenwerking met de Raad van Europa;

meer bi- en multilaterale samenwerking, het delen van good practices;

beter verband tussen het kader voor samenwerking en de EU-programma’s
voor jeugd zoals het Youth in Action Programme

Met betrekking tot instrumenten:

De Open Methode van coördinatie: meer aandacht voor peer-learning en
uitwisseling van good practices, betere uitwisseling van informatie.

Het Europese Jeugd Pact: effectieve implementatie van dit document,
mogelijke actiepunten om jongeren met minder mogelijkheden bij de
maatschappij te betrekken en het stimuleren van aandacht voor jeugd in
het beleid van de post 2010 Lissabon strategie.

De cross-sectorale benadering: het ontwikkelen van effectieve
mechanismen om de cross-sectorale samenwerking tussen EU instituties en
lokale, regionale en nationale overheden te verbeteren en een
duidelijkere samenhang tussen jeugdbeleid en overige beleidsterreinen
die het leven van kinderen en jongeren beïnvloeden. 

De gestructureerde dialoog: betere integratie van het kader met
definiëring van duidelijke doelen en realistische procedures en het
bewerkstelligen van dialoog waarbij een zo divers mogelijke groep
jongeren is betrokken via een bottom-up benadering. 

Vragen ten behoeve van de uitwisseling over toekomstperspectieven

Wat zijn de prioriteiten voor toekomstige Europese samenwerking wat
betreft Jeugd voor de komende drie jaar?

Wat vindt u van de 8 actievelden zoals voorgesteld door de Europese
Commissie? Deze actievelden betreffen onderwijs, werk, creativiteit en
ondernemerschap, gezondheid en sport, participatie, sociale inclusie,
vrijwilligerswerk, jeugd en de wereld. 

Denkt u dat deze velden relevant zijn of zou u andere prioriteiten
voorstellen?

Welke van deze actievelden zou u prioriteren in deze tijd van crisis?

Hoe kunnen we goede instrumenten ontwikkelen voor het Jeugdveld?

Hoe kunnen we de Open Methode van Coördinatie beter verbinden met het
Europese Jeugd Pact?

Hoe kunnen wij als ministers voor Jeugd beter samenwerken met ministers
van andere beleidsterreinen en meer cross-sectoraal beleid ontwikkelen.

Hoe kunnen we informatie beter delen?

Alle acht door de Europese Commissie voorgestelde actievelden zijn
relevant voor de positie van jeugd in de Europese Unie. Op basis van de
ervaringen met het huidige kader voor samenwerking zal Nederland
voorstellen om prioriteiten te stellen. 

Investeren in Jeugd heeft wat Nederland betreft prioriteit in het licht
van de huidige economische crisis. De aanpak van jeugdwerkloosheid en
het bestrijden van schooluitval dient prioriteit te zijn in alle
lidstaten. In dit kader is het van belang dat de lidstaten hun good
practices en andere informatie met elkaar delen. 

Een andere prioriteit ligt bij Meedoen. Jongeren uitnodigen tot
participatie en zorgdragen voor een toereikend aanbod van
vrijetijdsvoorzieningen, mede om risico’s van overlast en
criminaliteit tegen te gaan. 

Wanneer het gaat om betere samenwerking en om het uitwisselen van
informatie hecht Nederland op het gebied van jeugd de meeste waarde aan
bilaterale en trilaterale samenwerking.