[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

De implicaties van de Awgb voor het personeelsbeleid van scholen

Schriftelijke vragen

Nummer: 2009D21695, datum: 2009-05-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2009Z08348:

Preview document (🔗 origineel)


2009Z08348

Vragen van het lid Anker (ChristenUnie) aan de ministers van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Justitie, van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de
implicaties van de Awgb voor het personeelsbeleid van scholen.
(Ingezonden 1 mei 2009)

1

Bent u op de hoogte van de brief die de minister van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap op 27 april jl. heeft gestuurd aan alle schoolbesturen,
waarin hij een handreiking inzake homoseksualiteit aankondigt, met
daarin een passage over het personeelsbeleid van scholen? 1)

2

Deelt u de mening dat de gevolgtrekking die in de bedoelde passage wordt
gemaakt niet zonder meer uit de systematiek van de Algemene Awgb
voortvloeit, aangezien slechts op grond van individuele feiten en
omstandigheden vastgesteld kan worden of sprake is van onderscheid en of
dit al of niet gerechtvaardigd is op grond van de uitzondering van
artikel 5, tweede lid, onderdeel c?

3

Deelt u de mening dat een dergelijk oordeel in een individueel geval
toekomt aan de Commissie Gelijke behandeling dan wel de rechter?

4

In hoeverre raakt deze uitspraak aan het tweede deel van het
kabinetsstandpunt inzake de evaluatie Awgb en de nadere reactie op de
ingebrekestelling van de Europese Commissie, waarover het kabinet heeft
aangekondigd, bij brief van de minister van Binnenlandse Zaken d.d. 19
december, dat het advies zal vragen aan de Raad van State?

5

Bent u bereid nadere verduidelijking te verschaffen aan de
schoolbesturen over wat de Awgb impliceert voor hun personeelsbeleid?

1) “Wanneer in de uitwerking (...) is opgenomen dat de grondslag onder
meer inhoudt dat ongehuwd samenwonen of het hebben van een homoseksuele
relatie niet past binnen deze opvattingen, dan maakt de
onderwijsinstelling onderscheid op grond van burgerlijke staat en
homoseksuele gerichtheid. Dit onderscheid kan niet met een beroep op de
uitzondering van artikel 5 , tweede lid, onderdeel c, Algemene Wet
Gelijke Behandeling (Awgb) worden gerechtvaardigd. Deze eis leidt immers
tot onderscheid op grond van het enkele feit van burgerlijke staat en
homoseksuele gerichtheid”