Bijlage bij beantwoording lijst van vragen – Ontwerpbesluit houdende wijzigingen van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer
Meerjarenprogramma herijking van de VROM-regelgeving
Bijlage
Nummer: 2009D26099, datum: 2009-05-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Lijst van vragen en antwoorden inzake het ontwerpbesluit houdende wijzigingen van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (OPNIEUW EN MET BIJLAGE BIJ ANTWOORDEN) (2009D21259)
Preview document (🔗 origineel)
Bijlage bij beantwoording lijst van vragen – Ontwerpbesluit houdende wijzigingen van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (ingezonden 19 maart 2009) In de onderstaande overzichten zijn bedrijfstakken en activiteiten opgenomen die in het kader van de tweede fase van de modernisering algemene regels zijn onderzocht. Op basis van de onderzoeksresultaten en verzoeken van het bedrijfsleven en andere overheden is bepaald of in het kader van de tweede fase een traject gestart wordt om een bedrijfstak onder de algemene regels van het Activiteitenbesluit te brengen. Hieronder wordt per tranche aangegeven welke bedrijfstakken onderwerp zijn van de tweede fase. Daarnaast wordt aangegeven welke bedrijfstakken wel onderzocht zijn, maar waarover geoordeeld is om ze niet mee te nemen in de tweede fase. A. Bedrijfstakken die onderwerp zijn van de eerste tranche van de tweede fase Met het onderhavige ontwerpbesluit wordt de eerste tranche van de tweede fase afgerond. Met dit wijzigingsbesluit worden zeven bedrijfstakken onder de werking van het Activiteitenbesluit gebracht. Op basis van onderzoek en overleg met het bedrijfsleven en andere overheden is geconcludeerd dat deze bedrijfstakken relatief snel en eenvoudig onder het Activiteitenbesluit kunnen worden gebracht. Deze bedrijfstakken worden daarom ook wel ‘quick wins’ genoemd. Het betreft: Recreatieve visvijvers; Humane crematoria; Vellenoffsetdrukkerijen; Mechanische textielverwerking; Laboratoria en praktijkruimten; Natuursteenbewerkende industrie; Koude vleesverwerking: uitsnijden van vlees en pluimvee en verpakken van vleeswaren op industriële schaal. B. Bedrijfstakken die onderwerp zijn van de tweede tranche van de tweede fase In de tweede tranche van de tweede fase worden de mogelijkheden onderzocht om bepaalde afvalgerelateerde bedrijfstakken onder de werking van het Activiteitenbesluit te brengen. Deze bedrijfstakken zijn geclusterd in de tweede tranche, omdat voor het reguleren van deze activiteiten door middel van algemene regels een notificatieprocedure in het kader van de Europese Kaderrichtlijn afvalstoffen (richtlijn 2006/12/EG) doorlopen dient te worden. De bedrijfstakken waarvoor in het kader van de tweede tranche wordt bekeken of ze geheel of gedeeltelijk onder de werking van het Activiteitenbesluit kunnen worden gebracht, betreffen in ieder geval: Inrichtingen ter ondersteuning van openbare werken, zoals bijvoorbeeld gemeentewerven, milieustraten en onderhoudssteunpunten; Autodemontagebedrijven; Inzameling en opslag van autobanden en tweedehands accu’s; Kunststof, metaal en papierrecycling; Bunkerstations voor de binnenvaart; Rioolwaterzuiveringsinstallaties; Handel in antieke en tweedehands bouwmaterialen; Groencompostering; Houtmotverbrandingsinstallaties. C. Bedrijfstakken die onderwerp zijn van de derde tranche van de tweede fase In de derde tranche van de tweede fase worden de mogelijkheden onderzocht om onderstaande bedrijfstakken geheel of gedeeltelijk onder de werking van het Activiteitenbesluit te brengen. Dit vergt een langduriger traject dan de eerste en de tweede tranche van de tweede fase omdat relatief veel partijen betrokken kunnen zijn bij dit proces of omdat de te ontwikkelen voorschriften complex van aard kunnen zijn. Daarnaast is het voor sommige bedrijfstakken noodzakelijk om eerst randvoorwaarden te creëren, alvorens deze bedrijfstakken geheel of gedeeltelijk onder algemene regels kunnen worden gebracht. Het betreft in ieder geval de volgende bedrijfstakken: Textielindustrie: Mechanische verwerking van textiel bij relatief grote bedrijven; Kunststofverwerkende industrie: de verwerking van thermoplasten; Voedingsmiddelenindustrie: Industriële bakkerijen, banket- en zoetwarenindustrie; Voedingsmiddelenindustrie: Productie van vleessnacks, het bereiden en verpakken van vleesproducten; Scheepswerven; Schietinrichtingen: Schietbanen (uitgezonderd schietbanen waarvoor Minister van VROM bevoegd gezag is) en paintball-inrichtingen; Betonindustrie: Betonmortel- en betonproductenindustrie; Metaalindustrie: Fabricage van buizen, vaten en ketels; draadtrekkerijen en walserijen en het vervaardigen en assembleren van automobielen; Zorginstellingen, waaronder ziekenhuizen. D. Bedrijfstakken die niet worden meegenomen in de tweede fase In het onderstaande overzicht zijn bedrijfstakken opgenomen, waarvoor de mogelijkheden en wenselijkheid om ze onder te brengen onder de algemene regels van het Activiteitenbesluit zijn onderzocht, maar waarover geconcludeerd is dat het op dit moment niet mogelijk of niet wenselijk is om ze onder de werking van het Activiteitenbesluit te brengen. De reden daarvoor wordt per bedrijfstak aangegeven: Textielveredelingsprocessen, zoals chemische voorbehandeling, verven, finishing en bijhorende processen als wassen en drogen Reden: Complexe afvalwaterproblematiek. Een maatwerkafweging per inrichting is noodzakelijk. Derhalve past deze activiteit niet binnen de algemene regels. Tapijtindustrie Reden: Het betreft een beperkt aantal bedrijven, daarnaast zijn lucht- en wateraspecten complex. Kunststofverwerkende industrie: verwerking van thermoharders (polyestherhars) Reden: Voor de beperking van de emissies en het voorkomen of beperken van geurhinder is maatwerk noodzakelijk. Derhalve past de activiteit niet binnen het systeem van algemene regels. Kunststofverwerkende industrie: de verwerking van PVC en de productie van schuimen Reden: De werkprocessen en daarmee samenhangend de emissies naar lucht zijn divers en complex. Voor de beperking van deze emissies is een maatwerkaanpak noodzakelijk. Derhalve past deze activiteit niet binnen het systeem van algemene regels. Rubberverwerkende industrie Reden: In verband met geurhinder en luchtkwaliteit is een individuele toets noodzakelijk. Daarnaast gaat het om een relatief beperkt aantal inrichtingen. Slachterijen Reden: Lokale hinderaspecten, zoals geurhinder, zijn redenen om slachterijen niet onder algemene regels te brengen. Diervoederindustrie Reden: De activiteit is te complex om onder algemene regels te reguleren, vanwege geluid, geurhinder en stofemissies. Houtimpregnatie: Impregneren met creosootolie Reden: Het aantal bedrijven (2 in Nederland) is te beperkt om deze activiteit onder algemene regels te brengen Houtimpregnatie: Impregneren met waterige oplossing van biociden op basis van metaaloxide Reden: Het gaat slechts om een beperkt aantal bedrijven (17 in Nederland). Daarnaast komt deze activiteit in de toekomst mogelijk onder de reikwijdte van de IPPC-richtlijn te vallen. Bouw- en sloopafval en puinbrekers Reden: De Europese Kaderrichtlijn afvalstoffen beperkt de mogelijkheden voor deze bedrijfstak. Indien ervoor gekozen zou worden om deze bedrijfstak onder algemene regels te brengen, ontstaat binnen de bedrijfstak een ongewenst verschil in aanpak tussen de relatief grote en kleine bedrijven. Het composteren van GFT-afval Reden: Naar verwachting gaat na de herziening van de Europese IPPC-richtlijn (de Europese richtlijn industriële emissies) voor deze activiteit een vergunningplicht gelden. Asfaltindustrie Reden: het gebruik van afvalstoffen en het heterogene en complexe karakter van de branche. Daarnaast betreft het slechts een beperkt aantal inrichtingen. LPG-tankstations Reden: Voor inrichtingen die onder de werking van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) vallen, geldt een algemene uitsluiting van het Activiteitenbesluit. LPG-tankstations vallen onder het Bevi.