[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Aanbiedingsbrief

Bijlage

Nummer: 2009D26436, datum: 2009-05-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofin Raad van 8 en 9 juni 2009 (2009D26435)

Preview document (šŸ”— origineel)


Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofin Raad van 8 en 9 juni 2009 

1. Economische situatie en financiƫle marktontwikkeling

Document: niet van toepassing

Aard bespreking: discussie over de economische situatie en financiƫle
marktontwikkeling

Toelichting: Tijdens dit agendapunt zal er gesproken worden over de
situatie op de financiƫle markten en de effecten van de huidige crisis
op de reƫle economie. Het BBP van het eurogebied is in het eerste
kwartaal met 2,5% gekrompen in vergelijking met het laatste kwartaal van
2008. Ten opzichte van een jaar eerder kromp de economie met bijna 5%.
De kwartaalkrimp was het sterkst in Duitsland; 3,8%. De Nederlandse
economie ging op kwartaalbasis met bijna 3% achteruit. 

De inflatie in het eurogebied bleef in april gelijk op 0,6% (jaarbasis)
vergeleken met maart. De belangrijkste oorzaak van de lage inflatie is
de sterk gedaalde olieprijs. De afgelopen maand is de olieprijs weer wat
gestegen en ligt nu rond de $60 per vat. In vier eurolanden is de
inflatie nu negatief; Ierland, Spanje, Luxemburg en Portugal. De
inflatie in Nederland is in april gedaald tot 1,8%. Het verschil met de
andere eurolanden komt vooral doordat de ontwikkeling van de olieprijs
in Nederland later doorwerkt in de energieprijzen dan in de rest van het
eurogebied. De verwachting is dat inflatie in de zomermaanden negatief
uit zal komen, maar de ECB heeft aangegeven vast te zullen houden aan de
inflatiedoelstelling van dichtbij maar onder de 2% en verwacht geen
deflatie voor het eurogebied in zijn geheel. 

De ECB maakte op 7 mei bekend de rente te verlagen naar 1,0% en kondigde
aan voor het eerst rechtstreeksĀ te gaan interveniĆ«ren in de Europese
kapitaalmarkt door 'covered bonds' te kopen. Dit zijn obligaties met
hypotheken of andere bezittingen als onderpand, dieĀ gelden als een
veilige activasoort in relatie tot andere commerciƫle activa. Details
over deze voorgenomen operatie zijn nog niet duidelijk; op 4 juni komt
de ECB met meer details. 

In het eurogebied steeg de werkloosheid (seizoensgecorrigeerd) tot 8,9%
in maart. Nederland heeft volgens de definitie van Eurostat nog steeds
de laagste werkloosheid; 2,8%. Binnen de EU doet de hoogste werkloosheid
zich voor in de lidstaten Spanje (17,4%), Letland (16,1%) en Litouwen
(15,5%). 

Het vertrouwen in de economie van het eurogebied is licht gestegen; de
Economic Sentiment Indicator (ESI), een index die het vertrouwen van
consumenten en producenten in de economie van de eurozone weergeeft, is
in april voor het eerst in bijna twee jaar toegenomen. De ESI steeg van
64,7 in maart naar 67,2 in april. Deze stijging werd veroorzaakt door
meer vertrouwen in de industrie en onder consumenten. Het vertrouwen van
de service sector bleef nagenoeg onveranderd.

Sinds begin maart zijn de aandelenmarkten opgekrabbeld. Deze opwaartse
trend wordt ondersteund door winsten bij een aantal Europese en
Amerikaanse banken en verzekeraars. De gevolgen van de recessie in de
reƫle economie worden nu langzaam zichtbaar op de balansen. Dit
betekent dat financiƫle instellingen extra voorzieningen moeten
opbouwen om verwachte verliezen in de toekomst op te kunnen vangen. 

2. International Accounting Standards

Document: niet van toepassing

Aard bespreking: bespreking van de ontwikkelingen op het gebied van
accountingstandaarden IFRS en US GAAP en de rol van de IASB hierin

Toelichting: De IASB zal in de Ecofin Raad haar werkplan toelichten. 

De FASB (US GAAP standard setter) heeft recent enkele regels van US GAAP
aangepast. Zo is er (1) meer guidance gegeven wanneer gebruik gemaakt
moet worden van eigen visie (managementā€™s view) om marktwaarden in
illiquide markten uit te rekenen Ć©n (2) zijn de afschrijvingsregels
(impairmentregels) aangepast. De IASB heeft 7 april jl. aangegeven dat
de FASB guidance met betrekking tot marktwaardewaardering aansluit op
IFRS, waarmee (1) de betere guidance per direct is ingevoerd. Voor
Nederland draait het er op dit moment dan ook met name om dat de IASB en
FASB (2) de impairmentregels verbeteren en harmoniseren. 

Nederland steunt het werkplan van de IASB naar aanleiding van de recente
wijzigingen van de FASB. De IASB heeft de regels met betrekking tot
marktwaardewaardering inmiddels aangesloten op de FASB regels en is
voortvarend bezig met het wijzigen van impairmentregels. Hierbij heeft
de IASB als doel om het level playing field tussen Europese
beursgenoteerde financiƫle instellingen en Amerikaanse beursgenoteerde
financiƫle instellingen in boekjaar 2009 te herstellen. Dit sluit aan
op de wensen van Nederland met betrekking tot de boekhoudstandaarden.

3. Europees Toezicht

Document: Concept- Raadsconclusies (nog niet beschikbaar)

                   Communicatie van de Commissie over Europees
financieel toezicht (COM(2009) 252 final)

  HYPERLINK
"http://ec.europa.eu/internal_market/finances/docs/committees/supervisio
n/communication_may2009/C-2009_715_en.pdf" 
http://ec.europa.eu/internal_market/finances/docs/committees/supervision
/communication_may2009/C-2009_715_en.pdf  

Aard van bespreking: Aanname van Raadsconclusies 

Besluitvorming: unanimiteit

Toelichting: De Commissie heeft in april een algemeen werkplan
gepresenteerd tot versterking van de financiƫle sector. Belangrijk
onderdeel hiervan was de uitwerking van de aanbevelingen uit het rapport
van de LarosiĆØre. Op 27 mei heeft de Commissie een mededeling over
financieel toezicht in de EU gepubliceerd. Het doel is dat in de Ecofin
Raad conclusies worden aangenomen over de wijze waarop de Systemic Risk
Board (ESRB) en het European System of Financial Supervisors (ESFS)  er
uit komen te zien.

In algemene zin bestaat brede overeenstemming om in Europa het
macro-prudentieel toezicht te versterken. Er wordt echter nog gesproken
over de details omtrent de (juridische) vormgeving, samenstelling en
plaatsing van dit nieuwe orgaan. Ook is er steun voor het oprichten van
een Europees systeem van financieel toezicht. Het belangrijkste
discussiepunt daarbij is in hoeverre sprake kan zijn van bindende
mediatie door een Europees orgaan. Nederland heeft daar altijd sterk
voor gepleit, omdat dit een noodzakelijke voorwaarde is voor goede
Europese samenwerking. In aanvulling daarop zou ook begonnen moeten
worden met het maken van afspraken over burden sharing.

De belangrijkste punten voor Nederland tijdens de discussie zijn dat het
ESRB een slagvaardig orgaan moet zijn met een duidelijke focus op
macro-prudentiĆ«le risicoā€™s en kwetsbaarheden in het financieel
stelsel als geheel. Verder moet de analyse onafhankelijk en gezaghebbend
zijn en moet er duidelijke follow-up gegeven worden aan
risicowaarschuwingen. Via een General Council zullen alle
toezichthouders en centrale banken adequaat vertegenwoordigd zijn. Om de
werkzaamheden effectief vorm te geven, wordt de analyses en discussie
voorbereid door een steering committee met een beperkte omvang. Om de
onafhankelijkheid van ECB te waarborgen, zou het ESRB niet onder de ECB
geplaatst moeten worden, maar een eigen juridische status moeten
krijgen. Uiteraard moet daarbij goede samenwerking en betrokkenheid van
de ECB wel geregeld zijn. 

4. Implementatie van het Europees Economisch Herstelplan  (EERP)

Document: Rapportage van de Ecofin Raad aan de Europese Raad (nog niet
beschikbaar)

Aard van bespreking: bespreking voortgang implementatie EERP

Toelichting: Tijdens de Ecofin Raad zal gesproken worden over de
implementatie van het Europees Economisch Herstelplan (EERP) en een
inventarisatie van de voortgang die lidstaten hebben gemaakt bij de
implementatie hiervan. 

Naar verwachting zal worden vastgesteld dat budgettair beleid nu een
belangrijke bijdrage levert aan de economische activiteit. De totale
budgettaire impuls bedraagt, over 2009 en 2010 genomen, zoā€™n 5% van
het BBP, waarvan discretionair beleid zoā€™n 1,8% vertegenwoordigt. Dit
betekent dat de lidstaten hun afspraak om 1,2% van het BBP op nationaal
niveau te stimuleren als onderdeel van de EERP, ruim halen. 

Er kan echter vastgesteld worden dat er sterke verschillen tussen de
lidstaten zijn, zowel wat betreft de uitgangspositie als de budgettaire
reactie op de crisis. De lidstaten vinden over het algemeen een goede
balans tussen de individuele behoefte aan stimulering enerzijds, en
budgettaire consolidatie anderzijds. Een verdere budgettaire stimulans
is nu niet noodzakelijk; de aandacht moet nu uitgaan naar consolidatie
van de overheidsfinanciƫn. Lidstaten lijken voor de korte termijn
grotendeels de juiste dingen te doen en fouten uit vorige crises niet te
herhalen. Een groot aantal lidstaten heeft sterk geĆÆntervenieerd om de
financiƫle sector te ondersteunen, hoewel deze sector nog steeds onder
druk staat. Een punt van aandacht blijft echter wel het aanpakken van
structurele problemen en het versterken van de economie op de langere
termijn. Een belangrijk aandachtspunt is het terugdraaien van tijdelijke
maatregelen, zowel met het oog op de overheidsfinanciƫn als om te
voorkomen dat tijdelijke maatregelen noodzakelijke aanpassing in de weg
staan.

5. Steunmaatregelen voor banken

Document: Rapportage van de Ecofin Raad aan de Europese Raad (nog niet
beschikbaar)

Aard van bespreking: bespreking effectiviteit van genomen
steunmaatregelen

Toelichting: De Ecofin Raad zal richting de Europese Raad rapporteren
over de effectiviteit van de steunmaatregelen. Hiertoe heeft de Ecofin
Raad een rapport opgesteld dat tijdens de vergadering zal worden
vastgesteld. 

Op 19/20 maart heeft de Europese Raad de Ecofin Raad gevraagd een
beoordeling te geven van de effectiviteit van de genomen
steunmaatregelen en de stand van zaken op de financiƫle markten.
Verzocht is om aan de Europese Raad van juni 2009 te rapporteren.
Tijdens de Ecofin Raad van juni 2009 wordt daarom gesproken over het
desbetreffende rapport van de Ecofin Raad over de effectiviteit van de
steunmaatregelen. Dit rapport is gebaseerd op het rapport over de
effectiviteit van de steunmaatregelen van de EFC-task force, die hier
speciaal voor is ingesteld.

In de rapportage zal waarschijnlijk worden gesteld dat de
steunmaatregelen, te weten de herkapitalisaties en de
garantieregelingen, van groot belang zijn geweest om de negatieve
ontwikkelingen een halt toe te roepen en hebben bijgedragen aan
toegankelijke financiering voor banken. Een groot aantal lidstaten heeft
steunmaatregelen geĆÆmplementeerd. De steunmaatregelen hebben de
financiƫle markten gestabiliseerd. Daar de situatie op de financiƫle
markten nog niet volledig genormaliseerd is en de economische
vooruitzichten niet goed zijn, blijft de situatie echter onzeker.

6. Internationale architectuur voor de financiering van klimaat

Document: Concept-Raadsconclusies (nog niet beschikbaar)

Aard van bespreking: Aanname Raadsconclusies 

Besluitvorming: unanimiteit

Toelichting: De Ecofin Raad van 9 juni zal Raadsconclusies aannemen over
de financiƫle aspecten van een mondiaal klimaatakkoord. 

In december 2009 zal de 15e sessie van de Conferentie van de Partijen
bij het Klimaatverdrag van de Verenigde Naties (COP 15) en de vijfde
sessie van de Bijeenkomst van Partijen bij het Kyoto-protocol
(COP/MOP5), plaatsvinden in Kopenhagen. In de maand juni wordt de
voorbereiding van de klimaatconferentie in Kopenhagen in verschillende
Raadsformaties besproken om ā€“voortbouwend op de Raadsconclusies van
maart 2009- een nieuwe stap te zetten in de EU-positiebepaling gericht
op realisering van een samenhangend, alomvattend, efficiƫnt en
effectief pakket van afspraken in Kopenhagen. 

Ook in de Ecofin Raad zal gesproken worden over de financiƫle
architectuur voor klimaatbeleid. Mogelijk zal de lastenverdeling van de
financiƫle bijdrage aan het mondiale klimaatbeleid besproken worden.
Hierbij ligt het vooralsnog voor de hand dat het systeem dat zal worden
afgesproken gebaseerd zal zijn op de mondiale verdeelsleutel. Wat
betreft de mondiale verdeelsleutel is Nederland van mening dat de EU
deze in komende tijd verder moet uitwerken in de vorm van concrete
gewichten voor de sleutel in plaats van alleen principes.

In die onderhandelingen zal Nederland zich ook verder inzetten voor een
balans tussen (1) bindende en eerlijk verdeelde emissiereductiedoelen
voor ontwikkelde landen, (2) adequate mitigatieacties van
ontwikkelingslanden en (3) financiering, capaciteitsopbouw en
technologieontwikkeling en overdracht door ontwikkelde landen ten
behoeve van mitigatie en adaptatie in ontwikkelingslanden. Nederland is
- in lijn met de EU - bereid een eerlijk aandeel (naar vermogen en
verantwoordelijkheid) te leveren aan een Kopenhagenakkoord, zowel ten
aanzien van de doelstelling om uitstoot te verminderen, als van de
financiering. Nederland vindt dat nationale mitigatiestrategieƫn, ofwel
low carbon development strategies (LCDS) een centrale rol moeten krijgen
in het klimaatbeleid van ontwikkelingslanden. Daarnaast zet Nederland in
op het zo snel mogelijk ontwikkelen van een mondiale koolstofmarkt om te
zorgen voor een kosteneffectieve aanpak van het klimaatprobleem.

7. Goed bestuur in belastingzaken

Document: Concept-Raadconclusies (nog niet beschikbaar)

	       Commissiemededeling goed bestuur in belastingzaken (9281/09 FISC
57)

	         HYPERLINK
"http://register.consilium.europa.eu/pdf/en/09/st09/st09281.en09.pdf" 
http://register.consilium.europa.eu/pdf/en/09/st09/st09281.en09.pdf   

Aard bespreking: Aanname Raadsconclusies

Besluitvormingsprocedure: unanimiteit

Toelichting: Tijdens de bijeenkomst van de Ecofin Raad van 5 mei jl.
heeft de Europese Commissie een mededeling gepresenteerd over de
bevordering van goed bestuur in belastingzaken, in de Ecofin Raad van
juni zal hierover verder worden gesproken. 

De Commissie wil met de mededeling over goed bestuur pogen een Europees
vervolg te geven aan de in de G20 uitgesproken intenties dat actie moet
worden ondernomen tegen niet-coƶperatieve jurisdicties (waaronder
belastingparadijzen). In de mededeling inventariseert de Commissie de
mogelijke beleidssporen en wil aan de hand hiervan een beleidsmatige
discussie starten over de bevordering van goed bestuur in
belastingzaken. De Commissie doelt hiermee op de bevordering van
transparantie, uitwisseling van informatie en eerlijke
belastingconcurrentie. Zo wil de Commissie een discussie aangaan over de
versnelling van lopende interne (EU) initiatieven op dit terrein (zoals
de wijziging van de spaartegoedenrichtlijn, de richtlijn bijstand bij
invordering en de administratieve bijstandsrichtlijn) en op welke wijze
de Europese Gemeenschap en haar lidstaten de principes van goed bestuur
in belastingzaken buiten de Europese Unie kunnen bevorderen. Nederland
kan instemmen met raadsconclusies waarin de lidstaten worden opgeroepen
de interne (EU) initiatieven te versnellen en voor het overige worden
aangemoedigd op een later moment een algemeen beleidsdebat hierover te
voeren.

8. Wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het
gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat
betreft belastingfraude bij invoer en andere grensoverschrijdende
handelingen

Document: Proposal for a Council Directive amending Directive
2006/112/EC on theĀ common system of value-added tax as regards tax
evasion linked to import  (doc 10162/09)

Aard bespreking: aannemen richtlijn tot wijziging Richtlijn 2006/112/EG 

Besluitvormingsprocedure: unanimiteit.

Toelichting: Het betreft hier het vastleggen van minimumvoorwaarden
betreffende de BTW vrijstelling bij invoer gevolgd door een
intracommunautaire levering. 

Het Tsjechisch Voorzitterschap heeft het oorspronkelijk voorstel van de
Commissie dat dit onderwerp en de grensoverschrijdende hoofdelijke
aansprakelijkheid bevatte, opgesplitst. Het deel van het oorspronkelijk
voorstel dat mogelijk naar de Ecofin Raad wordt doorgezet betreft dus
qua maatregel alleen het vastleggen van minimumvoorwaarden in de
richtlijntekst van artikel 143 (d) betreffende de BTW vrijstelling bij
invoer gevolgd door een intracommunautaire levering, terwijl de Ecofin
Raad zich voor wat betreft de andere onderdelen van het Commissie
voorstel committeert aan een spoedige verdere behandeling. 

De reden voor de aanpassing is dat deze vrijstelling werd gebruikt voor
de start van een BTW-carrousel in landen die geen of nagenoeg geen eisen
stelden aan deze vrijstelling bij invoer. De nu in het voorstel gestelde
minimumeisen betreffende het BTW-identificatienummer van de importeur of
diens fiscaal vertegenwoordiger, het BTW-identificatienummer van de
afnemer in de andere lidstaat waaronder de intracommunautaire verwerving
plaatsvindt en de lidstaat van invoer kan om bewijzen vragen van de
intentie tot vervoer van de goederen naar een andere lidstaat. Het
betreft minimumvoorwaarden, waardoor lidstaten vrij zijn om meer eisen
te stellen, zoals bijvoorbeeld een borgstelling. Nederland steunt het
voorstel zoals deze nu is vormgegeven (doc. 10162/09) om de voorwaarden
bij invoer duidelijker vast te leggen, zodat alle lidstaten eenduidig
gaan handelen en met een beperkte maatregel toch bijgedragen kan worden
aan de bestrijding van BTW-carrouselfraude. In Nederland leidt dit
voorstel niet tot extra administratieve lasten, omdat deze eisen al
worden gesteld. 

9. Technische aanpassingen BTW-richtlijn 2006

Document: Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van
enkele bepalingen van Richtlijn 2006/112/EG van 28Ā november 2006
betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de
toegevoegde waarde (doc 9651/09)

Aard bespreking: politieke afronding

Besluitvormingsprocedure: unanimiteit

Toelichting: Dit richtlijnvoorstel wordt mogelijk op de agenda van de
Ecofin Raad gezet voor een politiek akkoord. Het richtlijnvoorstel
voorziet in de volgende technische wijzigingen van de BTW-richtlijn
2006: 

Het aftrekrecht wordt beperkt voor de BTW bij aankoop van onroerende
goederen die gemengd (zowel zakelijk als privƩ) worden gebruikt. Door
een arrest van het Hof van Justitie (betreffende de Nederlandse zaak
Charles en Charles-Tijmens) is er momenteel voor die goederen volledige
aftrek mogelijk bij de aankoop, gevolgd door latere heffingen over het
privƩgebruik van dat goed. Door de wijziging van de richtlijn wordt
teruggekeerd naar de situatie van voor het arrest.  

Ook wordt het BTW-regime voor de levering van gas via het
distributienetwerk verruimd tot alle leveringen via
gasleidingen/gastransportschepen. 

Verder ziet het voorstel in een opname in de richtlijn van de
BTW-vrijstelling voor de aankopen voor officieel gebruik door Europese
instellingen ex artikel 171 van het EG-verdrag die nu in het Protocol is
geregeld, alsmede van aan Bulgarije en Roemenie bij hun toetreding
verleende machtigingen.

Nederland kan instemmen met het voorstel tot wijziging. 

 PAGE    

 PAGE   7