Geannoteerde agenda voor de Raad voor Werkgelegenheid en Sociaal beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken van 9 juni 2009
Bijlage
Nummer: 2009D26641, datum: 2009-05-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. Klink, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ooit CDA kamerlid)
Bijlage bij: Geannoteerde agendaās Gezondheidsraad 9 juni 2009 en Informele Raad 6-7 juli 2009 (2009D26640)
Preview document (š origineel)
Geannoteerde agenda voor de Raad voor Werkgelegenheid en Sociaal beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken van 9 juni 2009 Op 9 juni 2009 vindt in Luxemburg de Raad voor Werkgelegenheid en Sociaal beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken plaats. Op de agenda staan de volgende 4 onderwerpen: Voorstel voor een aanbeveling van de Raad betreffende patiĆ«ntveiligheid, met inbegrip van de preventie en bestrijding van zorginfecties (aanname); Voorstel voor een aanbeveling van de Raad betreffende Europees optreden op het gebied van zeldzame ziekten (aanname); Voorstel voor een richtlijn voor patiĆ«ntenrechten in geval van grensoverschrijdende gezondheidszorg (voortgangsverslag en beleidsdebat); Voorstellen betreffende het geneesmiddelenpakket (voortgangsverslag en gedachtewisseling). Ad 1) Raadsaanbeveling patiĆ«ntveiligheid Op 15 december 2008 heeft de Europese Commissie een voorstel gepresenteerd voor een aanbeveling van de Raad betreffende patiĆ«ntveiligheid, met inbegrip van de preventie en bestrijding van zorginfecties. De Commissie stelt een Europese samenwerking op het gebied van patiĆ«ntveiligheid voor, waarbij expertise gebundeld kan worden en er doelmatig gebruik gemaakt kan worden van beschikbare middelen. Op zichzelf staande activiteiten moeten worden bestendigd en in een samenhangende algemene patiĆ«ntveiligheidsstrategie op communautair en nationaal niveau worden opgenomen. Doel van dit initiatief is het scheppen van een kader om beleidsontwikkeling en toekomstige acties in en tussen lidstaten te stimuleren en om de belangrijkste zaken op het gebied van patiĆ«ntveiligheid in de EU aan te pakken. De voorstellen van de Commissie zorgen ervoor dat lidstaten en instellingen beter in Europees verband kunnen samenwerken en dat informatie-uitwisseling beter geschiedt. Het gebruik van gemeenschappelijke definities, terminologie en indicatoren draagt bij aan het vergelijkbaar maken van patiĆ«ntveiligheidsinitiatieven in de EU. Nederland is positief over het voorstel en herkent veel van de initiatieven in de Europese voorstellen, omdat deze op nationaal niveau al worden uitgevoerd. Hoewel het probleem van patiĆ«ntveiligheid primair de verantwoordelijkheid van de lidstaten is, vindt Nederland het belangrijk om patiĆ«ntveiligheid ook op EU-niveau aan te pakken. Lidstaten die zelf al veel doen op het gebied van patiĆ«ntveiligheid kunnen hun expertise uitwisselen en Europese aandacht kan een impuls geven aan de lidstaten die minder ver zijn in de aanpak van patiĆ«ntveiligheid. Nederland kan instemmen met de aanbeveling. Ad 2) Raadsaanbeveling zeldzame ziekten Op 11 november 2008 heeft de Europese Commissie een voorstel gepresenteerd voor een aanbeveling van de Raad betreffende Europees optreden op het gebied van zeldzame ziekten. De aanbevelingen zijn verdeeld in zeven hoofdgroepen: 1) het ontwikkelen van nationale plannen, 2) verbetering van definitie en inventarisatie van zeldzame aandoeningen, 3) onderzoek, 4) referentiecentra en Europese kennisnetwerken, 5) bundeling van deskundigheid, 6) zeggenschap van patiĆ«ntenorganisaties, 7) duurzaamheid (van zorg- en onderzoeksinfrastructuren). Het voorstel beveelt de lidstaten aan om onder andere nationale strategieĆ«n op te stellen, met als kernpunt universele toegang voor patiĆ«nten met een zeldzame aandoening tot hoogwaardige zorg. Daarnaast moeten zeldzame ziekten eenduidig gedefinieerd worden zodat zij herkenbaar zijn in de zorg. Onderzoek naar oorzaken, behandelingen en sociale gevolgen van zeldzame ziekten moet op nationaal en op gemeenschapsniveau gestimuleerd worden. Bestaande netwerken van experts en expertisecentra moeten verder ontwikkeld worden en nieuwe centra geĆÆnitieerd. Bundeling van Europese deskundigheid, voor zover niet al aanwezig, moet verder ontwikkeld worden. PatiĆ«ntenorganisaties moeten meer zeggenschap Ć©n ondersteuning krijgen binnen de lidstaten. Duurzaamheid creĆ«ren via geschikte financieringsprocessen ten behoeve van de bovengenoemde aanbevelingen is het sluitstuk van de aanbevelingen. De lidstaten kunnen de aanbevelingen ten uitvoer brengen, rekening houdend met de verschillen tussen de lidstaten wat betreft sociale stelsels en gezondheidszorgstelsels. Nederland verwelkomt de Europese aandacht voor dit onderwerp. Binnen de afzonderlijke lidstaten zijn de aantallen patiĆ«nten per individuele zeldzame aandoening veelal te gering om in alle gevallen tot een optimaal beleid te komen inzake zorg (preventie, diagnostiek, behandeling) en de ontwikkeling van geneesmiddelen. Een Europese aanpak kan hierbij voordelen hebben. Nederland kan instemmen met de aanbeveling. Ad 3) Ontwerprichtlijn patiĆ«ntenrechten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg Het Tsjechisch Eu-voorzitterschap zal de Raad een voortgangsrapportage voorleggen m.b.t. de stand van zaken in de onderhandelingen tussen de lidstaten in de Raadswerkgroep. Over de belangrijke discussiepunten uit deze rapportage zal tijdens de Raad worden gesproken. Tevens wordt een concept richtlijntekst voorgelegd waarin het oorspronkelijke commissievoorstel is aangepast aan de wensen van de lidstaten. Hierbij heeft het Tsjechisch voorzitterschap een groot aantal van de suggesties van de lidstaten overgenomen, en een deel niet. Nederland is in grote lijnen tevreden kunnen met de compromistekst zoals door het Tsjechisch voorzitterschap voorgelegd. Alle eerder aangegeven belangrijke punten voor Nederland zijn op een tevreden stemmende wijze hierin opgenomen. Het gaat daarbij om de volgende punten: 1) Kan het preferentiebeleid blijven? 2) Kan de systematiek van de kortingen op de vergoeding bij naturapolissen overeind blijven? 3) Houden we de volledige zeggenschap over de kwaliteit en veiligheid in de zorg? 4) Blijven we vrij om zelf te bepalen welk systeem van vergoeding in geval van medische fouten we hanteren? 5) Kan de langdurige zorg van het bereik van de richtlijn worden uitgezonderd. 6) Verhoudt de richtlijn zich met het wetsvoorstel āWet CliĆ«ntenrecht Zorgā? 7) Kan er een rem worden gezet op de instroom van buitenlandse patiĆ«nten, indien die instroom zou leiden tot langere wachttijden voor nationale patiĆ«nten? 8) Blijft de rol van de huisarts als poortwachter in het zorgsysteem overeind? 9) Ontstaat er een begrijpelijk systeem, met beperkte administratieve lasten? Het antwoord op deze vragen zou op basis van de nu voorliggende tekst ja zijn en deze tekst zou wat Nederland betreft ook kunnen dienen als basis voor een Raadsakkoord. Tegelijk hebben vele landen fundamentele bezwaren naar voren gebracht welke met name in de voetnoten hun plaats hebben gekregen en welke ook de basis vormen voor de discussie in de Raad. Grofweg gesteld zijn een aantal lidstaten (vooral Spanje, ItaliĆ« en Portugal, maar ook andere) eigenlijk niet bereid de jurisprudentie van het Europese Hof, die patiĆ«nten de vrijheid geeft om zorg in andere lidstaten te gebruiken en lidstaten de verplichting oplegt deze tot een bepaalt niveau te vergoeden, te accepteren. De beperkingen die lidstaten op deze vrijheid van de patiĆ«nt aan mogen brengen (indien dat leidt tot aantasting van de verstrekking van de zorg in eigen land) vinden zij te beperkt. In essentie gaat het nog altijd om de discussie in hoeverre de interne markt (artikel 95) inbreuk kan maken op het recht van lidstaten om hun zorgsysteem in te richten zoals hen dat goeddunkt. Positie Europees Parlement Het Europees parlement (EP) heeft op 23 april ingestemd met een door haar geamendeerde versie van het Commissievoorstel. Het heeft EP heeft een 120-tal amendementen aangenomen. Vele zijn tekstueel van aard. Opvallende inhoudelijke amendementen betreffen die die de langdurige zorg uitsluiten van het bereik van de richtlijn en amendementen die de terugbetaling aan de burger moeten vergemakkelijken. De essentie van het richtlijnvoorstel van de Commissie lijkt niet veranderd. Hoe verder? Nu het EP heeft ingestemd met (een geamendeerde versie van) het richtlijnvoorstel is het aan de Raad. De vraag is of de Ministers op 9 juni instaat zijn om de door het Voorzitterschap ingebrachte problemen op te lossen. Daarna is het aan het Zweedse EU-voorzitterschap om te trachten in de tweede helft van 2009 tot een Raadsakkoord te komen. Indien dat lukt zal dit akkoord gelegd worden naast de EP versie. Bij voldoende overlap kan een akkoord in eerste lezing ontstaan. Waarschijnlijker is echter dat dan een tweede lezing volgt met een nieuw EP en wellicht ook met een nieuwe Europese Commissie. Dit maakt de uitkomst van dit proces vooralsnog ongewis. Ad 4) Geneesmiddelenpakket Voor de voortgang rond de voorstellen van het geneesmiddelenpakket (vervalste geneesmiddelen, geneesmiddelenbewaking, en informatie aan patiĆ«nten) verwijs ik u graag naar mijn brief van begin april (Tweede Kamer, vergaderjaar 2008ā2009, 21 501-31, nr. 168) betreffende de stand van zaken op lopende EU dossiers. Tijdens de Raad zal Nederland wederom haar bezwaren rondom het voorstel patiĆ«nteninformatie nadrukkelijk naar voren brengen. Richtlijn orgaandonatie Het richtlijnvoorstel over kwaliteits- en veiligheidsnormen voor menselijke organen, bestemd voor transplantatie staat niet ter bespreking op de agenda van de Raad. Er zijn geen recente ontwikkelingen. Voor de stand van zaken op dit onderwerp verwijs ik u daarom wederom graag naar mijn brief van begin april (Tweede Kamer, vergaderjaar 2008ā2009, 21 501-31, nr. 168). Nieuwe Influenza A (H1N1) Het is mogelijk dat de uitbraak van Nieuwe Influenza A (H1N1) als lunchonderwerp op de agenda van de Raad zal staan. Ik heb hier op dit moment echter nog geen informatie over. Tijdens het Algemeen Overleg op 3 juni a.s. breng ik u indien nodig graag op de hoogte van eventuele ontwikkelingen.