Aangevulde agenda
Bijlage
Nummer: 2009D26687, datum: 2009-06-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Aangevulde geannoteerde agenda JBZ-Raad, 4 en 5 juni 2009 (2009D26686)
Preview document (🔗 origineel)
Aangevulde geannoteerde agenda voor de bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, 4 en 5 juni 2009 te Luxemburg Zoals gebruikelijk ontvangt u bij deze annotaties de laatst beschikbare versie van een document dat betrekking heeft op het genoemde onderwerp. Dit hoeft niet de documentversie te zijn die daadwerkelijk ter bespreking aan de Raad zal voorliggen. Alleen als in het document zelf expliciet in de aanhef staat dat het document gericht is aan de Raad, betreft het een document dat in de Raad zal worden besproken. Hetgeen is aangegeven over de openbaarheid van de onder de agendapunten opgenomen documenten, geeft de stand van zaken weer van 27 mei 2009. Een actuele weergave is te vinden in het documentregister van de Raad. I Raad 1. Goedkeuring van de voorlopige agenda A-punten 2. Goedkeuring van de lijst van A-punten Vermoedelijk zullen onderstaande punten als A-punt worden geagendeerd. De regering kan instemmen met deze onderwerpen. 2a. Gewijzigd EU-actieplan inzake radicalisering en rekrutering document : niet beschikbaar rechtsgrondslag : niet van toepassing instemmingsrecht : niet van toepassing Onder het Franse voorzitterschap in 2008 zijn het Europese Actieplan dat ziet op bestrijding van Radicalisering en Rekrutering en de daarbij behorende strategie, nader bezien. Ten opzichte van de vorige versie van het actieplan is er weinig veranderd. Belangrijkste wijzigingen betreffen extra aandacht voor de Media Communicatie Strategie en het actieplan is minder toegespitst op de islam. Het Franse voorzitterschap heeft destijds zijn uiterste best gedaan om het actieplan ook toe te snijden op het tegengaan van radicalisering in andere kringen. Bijvoorbeeld: rechtsextremisme, dierenrechten-extremisme, linksradicalisme, of nationalistisch getint extremisme. Op Nederlands aandringen zal in de toekomst extra aandacht worden besteed aan onderzoek naar het proces van deradicalisering en -indien mogelijk- beleid om dit proces te versnellen. De Anti-terrorisme Coördinator (CTC) heeft een zestal lidstaten bereid gevonden om het voortouw te nemen bij de implementatie van het actieplan. Nederland heeft de leiding als het gaat om het uitdragen van een brede lokale aanpak. Aanvulling: document : 9915/09 JAI 298 ENFOPOL 131 COTER 48 (NL) status document : openbaar document : 9915/09 JAI 298 ENFOPOL 131 COTER 48 ADD 1 RESTREINT (EN) status document : niet openbaar Het betreft het document dat aan het Comité van Permanente Vertegenwoordigers is voorgelegd en waarvan is kennisgenomen. 2b. Jaarverslag Europol 2008 document : 8131/09 EUROPOL 19 (EN) status document : openbaar rechtsgrondslag : artikel 28, tiende lid, Europolovereenkomst instemmingsrecht : niet van toepassing Europol hield zich in 2008 vooral bezig met drugshandel, mensenhandel en -smokkel, fraude, euro- en productvervalsing, diefstal intellectuele eigendom en witwassen. Het jaarverslag is vastgesteld door de Raad van Bestuur van Europol tijdens de vergadering van 17 en 18 maart jl. 2c. Ontwerp-conclusies van de Raad betreffende prioriteiten voor de EU strategie voor de bestrijding van georganiseerde criminaliteit op basis van het OCTA 2009 documenten : 8061/09 CRIMORG 47 RESTREINT (EN) : 8301/2/09 CRIMORG 54 REV 2 (EN) status documenten : niet openbaar rechtsgrondslag : niet van toepassing instemmingsrecht : niet van toepassing Het OCTA is de EU-variant van het Nationaal Dreigingsbeeld en geeft een overzicht van de bedreigingen die uitgaan van de georganiseerde criminaliteit voor de lidstaten van de EU, waarbij gepoogd wordt om toekomstige ontwikkelingen te schetsen. Het OCTA werd aangekondigd in het Haags Programma en wordt opgesteld door Europol op grond van bijdragen van de lidstaten. Het rapport dient als basis voor het vaststellen van EU-prioriteiten voor de aanpak van georganiseerde criminaliteit, waarover uiteindelijk de Raad een besluit neemt. Deze prioriteiten dienen te leiden tot gemeenschappelijke werkzaamheden tussen de lidstaten. Tevens vormen ze de basis voor de werkzaamheden van Europol, Eurojust en de European Task Force Chiefs of Police (ETFCP). De systematiek van het OCTA en het selecteren van prioriteiten vloeit voort uit het beginsel van Intelligence “Led Policing” en sluit nauw aan bij de Nederlandse systematiek van het Nationaal Dreigingsbeeld. In de Raadsconclusies zijn de volgende EU-prioriteiten voor 2009/2010 genoemd, te weten drugshandel, met name de handel via West-Afrika, mensenhandel, fraude, corruptie en witwassen. EU-organen en de lidstaten zullen over de voortgang op de EU prioriteiten dienen te rapporteren. Wat betreft drugshandel, mensenhandel en witwassen komen deze prioriteiten voor 2009/2010 overeen met de nationale speerpunten zoals in 2008 vastgesteld. De aanpak van fraude en corruptie zijn op nationaal niveau onderdeel van het versterkingsprogramma financieel-economische criminaliteit. Een volgend OCTA verschijnt in 2011. Aanvulling: document : 8301/3/09 CRIMORG 54 REV 3 (EN) status document : niet openbaar Het betreft het laatste document dat aan het Comité van Permanente Vertegenwoordigers is voorgelegd. 2d. Ontwerp-Raadsconclusies met betrekking tot het jaarverslag van Eurojust (kalenderjaar 2008) document : 7682/1/09 EUROJUST 16 COPEN 52 EJN 21 CATS 24 REV 1 (EN) status document : niet openbaar rechtsgrondslag : artikel 32, eerste lid, Raadsbesluit 2002/187/JBZ tot oprichting van Eurojust instemmingsrecht : niet van toepassing Conform artikel 32, eerste lid, van het Eurojustbesluit biedt het College van Eurojust zijn jaarverslag aan de Raad aan. Het jaarverslag heeft betrekking op 2008 en beschrijft de belangrijkste ontwikkelingen rondom het aantal afgedane zaken, te weten het aantal aan Eurojust aangeboden zaken (een stijging van 1085 zaken in 2007 naar 1193 in 2008, ofwel 10% meer zaken), 132 coördinatievergaderingen (ter vergelijking, 91 in 2007), de belangrijkste categorieën zaken (drugshandel en misdrijven tegen bezit of publieke goederen, waaronder fraude); samenwerking met andere Europese instanties (Europol, EJN, OLAF) en derde staten (samenwerkingsakkoorden met Zwitserland en FYROM), alsmede de uitbouw van het beheer van de organisatie en de verdere ontwikkelingen van technische voorzieningen (aansluiting op SIS II, case management system en EPOC III). De in het jaarverslag beschreven ontwikkelingen staan uiteraard al sterk in het teken van de implementatie van het bij besluit van de Raad gewijzigde Eurojustbesluit. De thans voorliggende conclusies, waarover nog op ambtelijk niveau overleg gaande is, betreffen de belangrijkste punten in het jaarverslag, daaronder begrepen de in 2008 bereikte resultaten, de (uiteenlopende) mate waarin lidstaten gebruik maken van Eurojust, de samenwerking met de hiervoor genoemde Europese instanties en die met derde landen. 2e. Ontwerp-Raadsconclusies inzake een beter gebruik van het SIS en SIRENE voor de bescherming van kinderen document : 9148/09 JAI 236 SIRIS 61 ENFOPOL 93 FRONT 33 JUSTCIV 107 COMIX 333 (NL) status document : openbaar rechtsgrondslag : niet van toepassing instemmingsrecht : niet van toepassing De Raad verzoekt de lidstaten om in het bijzonder: - vaker een beroep te doen op de samenwerking met SIS en SIRENE bij de bescherming van kinderen, in het bijzonder wanneer het gaat om vermiste minderjarigen; - op nationaal niveau de nodige regelingen te treffen voor een betere samenwerking tussen SIRENE en andere bevoegde nationale autoriteiten die een rol spelen bij het opsporen van vermiste minderjarigen en bij de zorg voor kinderen, met als doel een zo doeltreffend mogelijke bescherming van kinderen tot stand te brengen; Nederland kan zich volledig vinden in de ontwerp-conclusies van de Raad over een beter gebruik van SIS en SIRENE voor de bescherming van kinderen. Nederland geeft hoge prioriteit aan de opsporing van vermiste minderjarigen. Alle vermiste minderjarigen worden opgenomen in het SIS. Voor de beoordeling of sprake is van een werkelijke vermissing of een ontvoering wordt via een vast protocol gewerkt. Afhankelijk van de situatie/zaak worden naast signalering in het SIS uiteenlopende instrumenten ingezet, die variëren van inschakeling van direct contact met buitenlandse autoriteiten tot inschakelen van allerteringinstrumenten als “AMBER alert” en de media (radio, televisie, websites). 2f. Ontwerp-besluit van de Raad tot wijziging van Besluit 2002/956/JBZ betreffende de oprichting van een Europees Netwerk voor de bescherming van prominenten document : 9769/09 ENFOPOL 123 (NL) status document : openbaar rechtsgrondslag : artikel 30, eerste lid onder a en c en artikel 34, tweede lid, onder c, EU-Verdrag instemmingsrecht : van toepassing, goedkeuring besluit Op 26 mei 2008 informeerde de Minister van Justitie uw Kamer per brief dat hij eind februari 2008 en marge van de JBZ-Raad aan zijn Europese ambtgenoten had voorgesteld tot afspraken te komen rond beveiliging van bedreigde personen die deelnemen aan het publieke debat, zodat bij reizen naar, dan wel verblijf in, een andere lidstaat en indien de noodzaak daartoe bestaat, zorggedragen kan worden voor een zorgvuldige overdracht van de beveiliging van die personen. Er bestonden hieromtrent al EU-afspraken over personen met een officiële functie voor de staat. Het voorstel dat Nederland in de tweede helft van 2008 aan de lidstaten heeft voorgelegd breidt dit uit door personen zonder officieel ambt die vanwege hun bijdrage aan het publieke debat persoonsbeveiliging van de overheid ontvangen en die reizen naar andere lidstaten van de Unie, hieraan toe te voegen. Het voorstel behelst een wijziging van het besluit 2002/956/JBZ tot oprichting van een Europees netwerk voor de bescherming van prominenten. Wanneer de wijziging wordt aangenomen, zullen lidstaten elkaar voortaan over bezoeken van beveiligde personen informeren, met of zonder officieel ambt. Hierbij wordt tevens informatie verstrekt over beveiligingsmaatregelen. Belangrijk uitgangspunt blijft dat iedere lidstaat zelf verantwoordelijk is voor het beleid en de uitvoering van beveiliging van bedreigde personen. Het Europees Parlement heeft over de wijziging van het besluit uit 2002 een positief advies uitgebracht. 2g. Implementatie van artikel 102 A van de Uitvoeringsovereenkomst van Schengen voor het jaar 2007; verslag aan het Europees Parlement document : 16900/08 SIRIS 161 SCHENGEN 42 ENFOPOL 254 COMIX 889 (NL) status document : openbaar rechtsgrondslag : artikel 102 A Uitvoeringsovereenkomst van Schengen (SUO) instemmingsrecht : niet van toepassing Artikel 102A van de Uitvoeringsovereenkomst van Schengen (SUO) geeft de instanties die in de lidstaten verantwoordelijk zijn voor de registratie van voertuigen toegang tot het SIS, met het doel om na te kunnen gaan of de aan voor registratie aangeboden voertuigen als gestolen of vermist geregistreerd staan. Het artikel voorziet er tevens in dat het Europees Parlement jaarlijks door de Raad wordt geïnformeerd over de implementatie en uitvoering van dit artikel van de SUO. Het rapport dient statistisch materiaal te bevatten over het gebruik van de toepassing van artikel 102A, de behaalde resultaten en een verklaring over de bescherming van de gegevens. Er worden overigens alleen gegevens over voertuigen opgenomen en geen persoonsgegevens. Negen landen waaronder Nederland hebben artikel 102A geïmplementeerd. Omdat nog niet alle landen artikel 102A hebben geïmplementeerd acht de Raad het nog te vroeg om vergaande conclusies te trekken. Wel wordt het middel in het algemeen gezien als een welkom instrument in de bestrijding van georganiseerde voertuigdiefstal en illegale import. Het rapport beveelt daarom aan dat alle Schengen lidstaten tot implementatie overgaan. De regels met betrekking tot de bescherming van de gegevens zijn volgens de voorschriften van de Uitvoeringsovereenkomst van Schengen uitgevoerd. 2h. Verklaring van de Ministeriële Conferentie van Praag: een nieuwe benadering voor een veiliger Internet voor kinderen document : 9557/09 ENFOPOL 107 AUDIO 21 TELECOM 98 JEUN 28 EDUC 85 CONSOM 105 (EN) status document : niet openbaar rechtsgrondslag : niet van toepassing instemmingsrecht : niet van toepassing Deze “Praagse verklaring” is het slotdocument van de door het Tsjechische voorzitterschap op 20 april jl. in Praag georganiseerde Ministeriële Conferentie over "Safer Internet for Children – Fighting together against illegal content and conduct online". Deze conferentie richtte zich in het bijzonder op politiesamenwerking en op het vermogen van rechtshandhavingsdiensten om illegale “content” op het internet te bestrijden (bijlage 1). Genoemd worden in dit verband de onderwerpen cyberpesten, "grooming" en ander gedrag gericht op het seksuele misbruik van kinderen. De verklaring richt zich op de aanpak van seksueel misbruik van kinderen op internet en in het bijzonder op: • preventiegerichte voorlichting ter ondersteuning van het vermogen van kinderen om zich te weer te stellen tegen internetcriminaliteit gericht op seksueel misbruik (“empowerment”); • instelling van nationale meldpunten en van een Europees meldpunt; • het formeren van een Europese “Financial Coalition” tegen seksueel misbruik van kinderen; • samenwerking met de private sector gericht op het ontwikkelen van technologie om deze vormen van internetcriminaliteit terug te dringen, het doen uitvoeren van internetsurveillance en de introductie van filters en het blokkeren van websites met illegale content; • samenwerking tussen politiële en justitiële instanties van de lidstaten (o.a. met Rusland, Oekraïne en de VS) in gezamenlijke onderzoeken, waarbij in het bijzonder ook wordt gekeken naar het faciliteren van grensoverschrijdende opsporing. Nederland is zeer positief over de voorgestelde aanpak ter bestrijding van seksueel misbruik van kinderen op internet en kan deze verklaring ondersteunen. 2i. Ontwerp-aanbeveling betreffende bestrijding van illegale motorraces document : 9766/09 CRIMORG 76 ENFOPOL 122 TRANS 189 (EN) status document : niet openbaar rechtsgrondslag : niet van toepassing instemmingsrecht : niet van toepassing Het voorstel houdt voorstellen in voor de aanpak van illegale races (auto’s en motoren) in de lidstaten van de Europese Unie. Veel lidstaten hebben last van dit fenomeen. Deze illegale races strekken zich meestal uit over meerdere lidstaten. Gezien het competitie-element en het geld wat in dit circuit omgaat, leidt het rijgedrag van de deelnemers vaak tot (stelselmatige) verkeersovertredingen en onveilige situaties in het verkeer. Lidstaten kunnen elkaar beter informeren over geplande races zodat desgewenst tijdig maatregelen genomen kunnen worden. In de Raadsconclusies staan een aantal voorstellen tot verbetering van praktische samenwerking, waaronder het opzetten van een informele lijst met contactpunten. Aanvulling: document : 10140/09 CRIMORG 81 ENFOPOL 142 TRANS 211 (EN) status document : openbaar Het betreft het laatste document dat aan het Comité van Permanente Vertegenwoordigers is voorgelegd. 2j. Ontwerp-aanbeveling van de Raad inzake de verbetering van radiocommunicatie tussen operationele units in grensgebieden document : 9763/09 ENFOPOL 119 TELECOM 103 COMIX 389 (NL) status document : niet openbaar rechtsgrondslag : niet van toepassing instemmingsrecht : niet van toepassing Dit voorstel voor een aanbeveling van de Raad bevat een aantal aanbevelingen om de radiocommunicatie voor rechtshandhavingsdiensten en hulpdiensten in grensgebieden te verbeteren. De communicatie met en tussen TETRA en TETRAPOL communicatie-systemen schiet tekort. In vorm van deze aanbeveling van de Raad worden voorstellen gedaan teneinde de communicatie te verbeteren. Een van de voorstellen is het oprichten van een groep van deskundigen vanuit de lidstaten die rapporteert aan de werkgroep Politiesamenwerking. Aanvulling: document : 10141/09 ENFOPOL 143 TELECOM 116 COMIX 421 (EN) status document : openbaar Het betreft het laatste document dat aan het Comité van Permanente Vertegenwoordigers is voorgelegd. 2k. Raadsconclusies betreffende toenemende bewustwording over civiele bescherming document : 9976/09 PROCIV 77 JAI 302 COCON 15 RELEX (EN) status document : openbaar rechtsgrondslag : niet van toepassing instemmingsrecht : niet van toepassing De ontwerp-Raadsconclusies over de bewustmaking op het gebied van civiele bescherming bestaan uit drie onderdelen: 1) publieksvoorlichting en educatie gericht op de bevolking van de EU, over wat men moet doen vóór, tijdens en na een noodsituatie; 2) bewustmaking omtrent maatregelen ter verbetering van de beveiliging van reddingswerkers; 3)opleiding van diplomatiek personeel op het gebied van civiele bescherming. Onderdeel 1) sluit uitstekend aan op het BZK-project ¨Zelfredzaamheid van burgers bij rampen.” Naast publieksinformatie is daarom op verzoek van Nederland het element zelfredzaamheid toegevoegd aan de Raadsconclusies. Het betreft vooral uitwisseling van informatie, expertise en best practices. Onderdeel 2) beveiliging van reddingswerkers is door NL aangereikt en stoelt op het Nederlandse (BZK) programma “Veilige publieke taak.” Doel van Nederland hiermee is aandacht te genereren voor het onderwerp en in kaart te brengen in hoeverre dit probleem speelt in andere EU-landen, waarna eventuele afspraken op EU-niveau kunnen volgen. Onderdeel 3) betreft de voorlichting en training van diplomaten inzake het Mechanisme Civiele Bescherming, teneinde de samenwerking tussen ambassades en EU-missies op dit gebied te verbeteren. 2l. Implementatie van de Raadsconclusies over de samenwerking met de westelijke Balkanlanden betreffende de bestrijding van georganiseerde criminaliteit en terrorisme document : 9698/09 ENFOPOL 113 (EN) status document : openbaar rechtsgrondslag : niet van toepassing instemmingsrecht : niet van toepassing Vorig jaar zijn door de Raad conclusies aangenomen over de samenwerking met de westelijke Balkan in de strijd tegen georganiseerde misdaad en terrorisme. Nu ligt een tussenrapport van de werkgroepterrorismebestrijding voor, met een overzicht van de activiteiten die zijn ondernomen en met aanbevelingen. Deze laatste zien op: - verbetering van de slagkracht van de westelijke Balkan in de strijd tegen terrorisme, vooral door opleidingen; - het opzetten van een informeel netwerk van “focal points” gespecialiseerd in contra-terrorisme tussen de Balkan en in de EU; - verbetering van de gerechtelijke samenwerking tussen nationale autoriteiten; en - verbetering van de samenwerking tussen Eurojust en Europol en tussen Eurojust en de westelijke Balkan. 2m. Wijziging besluit van de Raad 2001/470/EG tot oprichting van een Europees Justitieel Netwerk (EJN) in burgerlijke en handelszaken document : PE-CONS 3735/08 JUSTCIV 269 JURINFO 90 CODEC 1904 (NL) status document : openbaar rechtsgrondslag : artikel 61, onder c en d, artikel 66 en artikel 6, vijfde lid, tweede streepje EG-Verdrag instemmingsrecht : niet van toepassing Het betreft de formele vaststelling van het besluit tot wijziging van het besluit van de Raad 2001/470/EG tot oprichting van het Europees Justitieel Netwerk (EJN) in civiele en handelszaken waarover tijdens de bijeenkomst van de Raad van 27 en 28 november 2008 politieke overeenstemming is bereikt. 2n. Ontwerp-Raadsbesluit betreffende de ondertekening van een terug- en overnameovereenkomst tussen de EU en Pakistan document : 7510/09 MIGR 32 ASIE 9 (NL) status document : openbaar rechtsgrondslag : artikel 63, derde lid onder b, juncto artikel 300, EG-Verdrag instemmingsrecht : niet van toepassing Aan de Raad ligt het voorstel voor om de tekst van de terug- en overname- overeenkomst tussen de Europese Unie en Pakistan te ondertekenen. De onderhandelingen met Pakistan zijn afgerond en de tekst is in september 2008 door de onderhandelaars geparafeerd. 2o. Ontwerp-Raadsbesluit tot machtiging van de Commissie op de onderhandelingen met Kaapverdië te openen over de facilitatie van visa voor kort verblijf document : 9843/09 VISA 160 COAFR 169 RESTREINT (EN) status document : niet openbaar rechtsgrondslag : artikel 62, derde lid onder b, juncto artikel 300, EG-Verdrag instemmingsrecht : niet van toepassing Aan de Raad ligt het voorstel voor tot mandatering van de Europese Commissie om onderhandelingen met Kaapverdië te voeren over een visumfacilitatie-overeenkomst. Het voorgestelde besluit houdt richtlijnen in die de Commissie in de onderhandelingen met Kaapverdië zal volgen. Vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Visa Code (nieuwe geconsolideerde EU-regelgeving op het gebied van visa kort verblijf) zal de afgifte van visa voor Kaapverdianen worden vereenvoudigd en gestroomlijnd. Visumaanvragen kunnen op deze wijze sneller worden afgehandeld, er zal een vereenvoudiging worden toegepast van de te overleggen documenten en ook de afgifte van meervoudige visa zal eenvoudiger worden. Houders van diplomatieke en dienstpaspoorten van Kaapverdië worden vrijgesteld van de visumplicht. Aanvulling: document : 10051/09 VISA 170 COAFR 179 RESTREINT EN() status document : niet openbaar Het betreft het laatste document dat aan het Comité van Permanente Vertegenwoordigers is voorgelegd. 2p. Ontwerp-conclusies van de Raad over de implementatie van het EU-Drugs Actieplan voor 2009-2012 (sleutelindicatoren aanbodvermindering) document : 9634/09 CORDROGUE 26 (NL) status document : openbaar rechtsgrondslag : niet van toepassing instemmingsrecht : niet van toepassing Actiepunt 67 uit het EU Drugsactieplan 2009-2012 roept op om sleutelindicatoren te ontwikkelen met betrekking tot drugsgerelateerde criminaliteit, illegale teelt, drugsmarkten en aanbodvermindering en een strategie om gegevens daaromtrent te verzamelen. Uit de evaluatie van het voorgaande EU-Drugsactieplan (2005-2008) was namelijk gebleken dat het meten van de uitkomsten van aanbodverminderings- en handhavingsactiviteiten ten aanzien van drugs bemoeilijkt werd door een gebrek aan beschikbaarheid van gestandaardiseerde sleutelindicatoren op deze terreinen. Voorliggende conclusies bevatten een stappenplan voor de realisatie van het actiepunt. Uitgangspunt voor de ontwikkeling van bedoelde indicatoren is dat zoveel mogelijk aangesloten dient te worden bij nationale en Europese rapportagemechanismen en de daarvoor beschikbare gegevens. Dit geldt ook voor de ontwikkeling van indicatoren waarmee op Europees niveau nog niet veel ervaring is opgedaan en waarover een aantal suggesties wordt gedaan. EMCDDA en Europol worden opgeroepen om samen met de Europese Commissie te komen tot een verbetering van de kwaliteit en vergelijkbaarheid van reeds bestaande indicatoren. Hun wordt ook verzocht om, ten aanzien van indicatoren die reeds in verschillende lidstaten, maar nog niet in de hele EU, worden toegepast en de suggesties die worden gedaan, een analyse te maken van de bruikbaarheid op Europees niveau en de haalbaarheid om ze tot Europese indicatoren te ontwikkelen. De Commissie wordt opgeroepen om alle bevindingen, conform actiepunt 67 in een “Staff Working Paper on drugs-related data” te bundelen. Nederland onderschrijft het nut van de ontwikkeling van nieuwe en tussen de lidstaten vergelijkbare indicatoren op het terrein van de aanbodvermindering en handhaving, ook omdat goede indicatoren op het vlak van de vraagvermindering reeds langer bestaan. 2q. Raadsconclusies over de follow-up van Zwitserland met betrekking tot de Schengen-evaluaties die in 2008 zijn uitgevoerd document : 8639/1/09 SCH-EVAL 59 COMIX 308 CH 8 FL 6 RESTREINT (EN) status document : niet openbaar rechtsgrondslag : niet van toepassing instemmingsrecht : niet van toepassing Na de toetreding tot Schengen van Zwitserland in december 2008, heeft begin 2009 opnieuw een bezoek van de luchtgrenzen plaatsgevonden. Nadat ook dit bezoek met een positief resultaat is afgerond, is Zwitserland ook voor de luchtgrenzen toegetreden tot het Schengengebied. In de conclusies van de Raad die nu voorleggen wordt dit uiteengezet en de Raad wordt gevraagd hiervan kennis van te nemen. 2r. Interim verslag over de uitvoering van de nieuwe opzet van de Schengen-evaluaties document : 9432/09 SCH-EVAL 70 COMIX 356 (EN) status document : niet openbaar rechtsgrondslag : artikel 66, EG-Verdrag, artikel 30 en artikel 31, EU-Verdrag instemmingsrecht : niet van toepassing Het Tsjechische voorzitterschap presenteert een eerste interimrapport over de ontwikkelingen van het nieuwe Schengenevaluatiemechanisme gedurende de afgelopen 6 maanden, als gevolg van de Raadsconclusies van 18 en 19 december 2008. Nederland neemt kennis van de inhoud van het interimrapport. 2s. Ontwerp-conclusies van de Raad over het Europees Netwerk voor Criminaliteitspreventie (ENCP) document : 9410/2/09 CRIMORG 72 REV 2 (NL) status document : niet openbaar document : 9397/09 CRIMORG 71 (EN) status document : openbaar rechtsgrondslag : niet van toepassing instemmingsrecht : niet van toepassing De ontwerp-conclusies van de Raad verwelkomen het jaarverslag van het Europees Netwerk inzake criminaliteitspreventie (ENCP) over het jaar 2008 en onderschrijven de inhoud ervan. Zij onderstrepen het belang van het ENCP als efficiënt instrument voor het bevorderen van “best practices” op het gebied van criminaliteitspreventie in de Europese Unie en de lidstaten. In dit verband wordt onder meer genoemd de ontwikkeling van een ENCP-website waarbij lidstaten worden aangespoord om actief materiaal inzake criminaliteitspreventie aan te dragen. 2t. Follow-up van de resultaten van de informele bijeenkomst van de JBZ-Raad van 15 en 16 januari jl. op het gebied van moderne technologieën en veiligheid document : 10143/09 JAI 324 CATS 55 ASIM 54 ENFOPOL 145 CRIMORG 85 (EN) status document : openbaar rechtsgrondslag : niet van toepassing instemmingsrecht : niet van toepassing Met dit document wil het voorzitterschap richting geven met betrekking tot criteria/richtsnoeren voor nieuwe systemen voor informatie-uitwisseling in de Europese Unie. De voorgestelde criteria/richtsnoeren moeten verder worden ontwikkeld ten behoeve van een strategie voor informatiebeheer in de EU, waaronder de balans tussen gegevensbescherming, bewegingsvrijheid en veiligheid, het beheer, technische criteria e.a. Nederland kan instemmen met het document en onderstreept het belang dat voorstellen voor nieuwe systemen moeten worden getoetst aan een aantal criteria voordat deze systemen worden ontwikkeld. Er moet waar mogelijk gebruik worden gemaakt van bestaande systemen. De criteria moeten passen in een Europese strategie voor informatie-uitwisseling. Het ontwikkelen van een strategie en visie voor informatie-uitwisseling in de EU heeft daarom prioriteit. Een belangrijke basis voor verdere ontwikkeling van deze systemen zijn de uitkomsten van een vragenlijst waarin de behoeften van de diensten voor rechtshandhaving zijn geïnventariseerd, die als bijlage in het document zijn opgenomen. 2u. Besluit van de Raad tot machtiging van de Commissie om onderhandelingen te openen over de sluiting van een overnameovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kaapverdië document : 6048/09 MIGR 8 COAFR 41 RESTREINT (NL) status document : niet openbaar rechtsgrondslag : artikel 62, derde lid onder b, juncto artikel 300, EG-Verdrag instemmingsrecht : niet van toepassing Aan de Raad ligt een voorstel voor tot machtiging van de Europese Commissie om onderhandelingen met Kaapverdië te voeren over het sluiten van een terug- en overnameovereenkomst. Het voorgestelde besluit houdt richtlijnen in die de Commissie in de onderhandelingen met Kaapverdië zal volgen. Nederland heeft geen bezwaren tegen de start van onderhandelingen over een terug- en overnameovereenkomst. Onderhandelingen hierover en over visumfacilitatie worden door de Commissie voorgesteld in het kader van het Mobiliteitspartnerschap met Kaapverdië, waaraan ook Nederland meedoet. 2v. Ontwerp-gewijzigde overeenkomst voor de samenwerking tussen Eurojust en Europol document : 10019/09 CATS 52 EUROJUST 29 EUROPOL 30 (EN) status document : openbaar rechtsgrondslag : artikel 27, derde lid, besluit van de Raad van 28 februari 2002 betreffende de oprichting van Eurojust teneinde de strijd tegen ernstige vormen van criminaliteit te versterken (2002/187/JBZ) en artikel 22, eerste en tweede lid, Raadsbesluit Europol (2009/371/JBZ) instemmingsrecht : niet van toepassing De herziene samenwerkingsovereenkomst tussen Eurojust en Europol vervangt de huidige uit 2004. De JBZ-Raad van 5-6 juni 2008 heeft Europol en Eurojust gevraagd de bestaande samenwerkingsovereenkomst aan te passen, met name met het oog op betere onderlinge uitwisseling van de informatie die nodig is voor het vervullen van hun taken, dit met inachtneming van de respectievelijke juridische kaders. De opinie van het Gemeenschappelijk Controle Orgaan van Europol (GCO) en die van het GCO voor Eurojust zijn betrokken bij het huidige document. De herziene samenwerkings-overeenkomst zal in werking treden op het moment dat het Europol Raadsbesluit op 1 januari 2010 in werking treedt. De wijzigingen ten opzichte van de huidige samenwerkingsovereenkomst hebben betrekking op het verbreden van de mogelijkheden voor Eurojust om Europol te verzoeken overeenkomstig het juridische kader van Europol een analytisch werkbestand (AWF) te openen. Daarnaast zijn bepalingen geformuleerd met betrekking tot het meedelen van Europol aan Eurojust over de resultaten van een AWF en de medewerking van Eurojust aan een dergelijk AWF. Tevens zijn bepalingen opgenomen over het verstrekken van informatie door Eurojust aan Europol ten behoeve van de AWF’s bij Europol en andere informatie die nodig is om de taken van Europol uit te voeren. Zowel het College van Eurojust als de Raad van Bestuur van Europol hebben de herziene samenwerkingsovereenkomst goedgekeurd. Nederland kan instemmen met deze herziening. B-punten 1. Eerste pakket asiel A. Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad voor de vaststelling van criteria en mechanismen om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor het in behandeling nemen van een asielverzoek ingediend in een van de lidstaten onderdanen van derde landen (herziening) - Oriëntatiedebat over bepaalde thema's documenten : 16929/08 ASILE 26 CODEC 1758 (NL) : 16929/08 ASILE 26 CODEC 1758 ADD 3 (NL) status documenten : openbaar document : 8707/09 ASILE 25 CODEC 539 (EN) status document : niet openbaar rechtsgrondslag : artikel 63, eerste lid onder a, EG-Verdrag instemmingsrecht : niet van toepassing Het voorstel betreft een herziening van Verordening (EG) nr. 343/2003 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (de “Dublin-verordening”). De Europese Commissie stelt voor op diverse onderdelen de Dublin-verordening aan te passen. Thans is het agendapunt nog onderwerp van bespreking in de betreffende Raadswerkgroep. In de aanvullende geannoteerde agenda zal uw Kamer nader worden geïnformeerd. Aanvulling: Zie onder E. B. Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot het EURODAC-systeem voor de vergelijking van vingerafdrukken - Oriëntatiedebat over specifieke onderwerpen documenten : 16934/08 EURODAC 7 CODEC 1763 (NL) : 16934/08 EURODAC 7 CODEC 1763 ADD 3 (NL) status documenten : openbaar document : 9581/09 EURODAC 16 CODEC 696 (EN) status document : niet openbaar rechtsgrondslag : artikel 63, eerste lid onder a, EG-Verdrag instemmingsrecht : niet van toepassing Dit voorstel is een herziening van Verordening (EG) nr. 2725/2000/EG van 11 december 2000 betreffende de instelling van Eurodac (de “Eurodac-verordening”). De Commissie stelt voor op diverse onderdelen de Eurodac-Verordening aan te passen. Thans is het agendapunt nog onderwerp van bespreking in het kader van de Raadswerkgroep. Het Tsjechische voorzitterschap is voornemens de Raad te informeren over de stand van zaken bij de onderhandelingen. In de aanvullende geannoteerde agenda zal uw Kamer nader worden geïnformeerd. Aanvulling: Zie onder E. C. Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake vaststelling van gemeenschappelijke normen voor de opvang van asielzoekers document : 9744/09 ASILE 34 (EN) status document : niet openbaar rechtsgrondslag : artikel 63, eerste lid onder b, EG-Verdrag instemmingsrecht : niet van toepassing Dit voorstel betreft een herziening van Richtlijn 2003/9/EG tot vaststelling van minimumnormen voor de opvang van asielzoekers in de lidstaten (de “opvangrichtlijn”). De Commissie stelt voor op diverse onderdelen de opvangrichtlijn aan te passen. Thans is het agendapunt nog onderwerp van bespreking op het niveau van de Raadswerkgroep. Het Tsjechische voorzitterschap is voornemens de Raad te informeren over de stand van zaken bij de onderhandelingen. In de aanvullende geannoteerde agenda zal uw Kamer hierover nader worden geïnformeerd. Aanvulling: Zie onder E. D. Voorstel voor een verordening inzake de oprichting van een Europees Asiel Ondersteuningsbureau (EASO) document : 8389/09 ASILE 22 CODEC 497 (EN) status document : niet openbaar rechtsgrondslag : artikel 63, eerste en tweede lid en artikel 66, EG-Verdrag instemmingsrecht : niet van toepassing Dit voorstel voorziet in de oprichting van een Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (European Asylum Support Office, EASO), in de vorm van een regelgevend agentschap. Thans is het agendapunt nog onderwerp van bespreking in de betreffende Raadswerkgroep. Het Tsjechische voorzitterschap is voornemens de Raad te informeren over de stand van zaken bij de onderhandelingen. In de aanvullende geannoteerde agenda zal uw Kamer nader worden geïnformeerd. Aanvulling: Zie onder E. E. Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Besluit no. 573/2007/EG voor de instelling van een Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013; stand van zaken document : 6702/09 ASILE 6 CADREFIN 7 CODEC 213 (NL) status document : openbaar rechtsgrondslag : artikel 63, tweede lid, onder b, EG-Verdrag instemmingsrecht : niet van toepassing Dit voorstel heeft als doel de beschikking tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds (EVF) te wijzigen, rekening houdend met de oprichting en inwerkingstelling van het Europees ondersteuningsbureau voor asielzaken, dat sommige activiteiten die tot dusver door het EVF werden gefinancierd zal overnemen. Thans is het agendapunt nog onderwerp van bespreking in de betreffende Raadswerkgroep. Het Tsjechische voorzitterschap is voornemens de Raad te informeren over de stand van zaken bij de onderhandelingen. In de aanvullende geannoteerde agenda zal uw Kamer nader worden geïnformeerd. Aanvulling: document : 9786/09 ASILE 35 EURODAC 17 CODEC 717 (EN) status document : niet openbaar Alle bovenstaande onderdelen van het ‘asielpakket’ zijn nog onderwerp van bespreking in de desbetreffende Raadswerkgroep. In de Raad zal niet over onderdelen van het pakket worden onderhandeld. Het Tsjechische voorzitterschap is voornemens de Raad te informeren over de stand van zaken bij de onderhandelingen. Daarbij zullen de door het Europees Parlement aangenomen voorstellen ten aanzien van het asielpakket worden betrokken. Naar verwachting zal na deze presentatie door het voorzitterschap in de Raad een discussie worden gevoerd op hoofdlijnen. 2. Voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende één enkele aanvraagprocedure voor een gecombineerde vergunning voor onderdanen van derde landen om op het grondgebied van een lidstaat te verblijven en te werken en betreffende een gemeenschappelijk pakket rechten voor werknemers uit derde landen die legaal in een lidstaat verblijven document : 9860/09 MIGR 59 SOC 328 (EN) status document : niet openbaar rechtsgrondslag : artikel 63, derde lid, onder a, EG-Verdrag instemmingsrecht : van toepassing, politiek akkoord Rondom de bijeenkomst van de Raad van 6 april jl. is uw Kamer geïnformeerd over de inhoud van de laatste fase van de onderhandelingen over de richtlijn ‘gecombineerde vergunning’. De discussie over de reikwijdte van deze richtlijn is nog niet helemaal uitgekristalliseerd. Het Tsjechische voorzitterschap heeft een compromistekst voorgelegd, waarin de werkingssfeer van de richtlijn wordt beperkt tot houders van een gecombineerde vergunning. Daarnaast stelt het voorzitterschap voor om drie jaar na het einde van de implementatietermijn de reikwijdte van artikel 12 met betrekking tot gelijke behandeling te evalueren. Nederland kan zich vinden in de compromistekst van het voorzitterschap. Praktisch gezien heeft de keuze voor een ruime of beperkte reikwijdte voor Nederland geen betekenis, omdat op de onderwerpen die in artikel 12 worden genoemd legaal verblijvende vreemdelingen in Nederland al het recht op gelijke behandeling hebben. Afhankelijk van de standpunten van de overige lidstaten over de door het voorzitterschap voorgestelde compromistekst zal tijdens deze bijeenkomst van de Raad een akkoord kunnen worden bereikt over deze richtlijn. Aanvulling: document : 10127/09 MIGR 64 SOC 359 (EN) status document : niet openbaar Het betreft het laatste document dat aan het Comité van Permanente Vertegenwoordigers is voorgelegd. 3. Ontwerp-Raadsconclusies inzake de oprichting van een informeel EU Netwerk van nationale rapporteurs of gelijkwaardige mechanismen ter bestrijding van mensenhandel document : 8723/3/09 CRIMORG 63 MIGR 43 ENFOPOL 86 REV 3 (EN) status document : niet openbaar rechtsgrondslag : niet van toepassing instemmingsrecht : niet van toepassing Deze ontwerp-conclusies van de Raad beogen de oprichting van een netwerk van nationaal rapporteurs mensenhandel of vergelijkbare mechanismen. Elke lidstaat wordt daartoe verzocht een nationaal rapporteur of vergelijkbaar mechanisme aan te wijzen om aan het netwerk deel te nemen. Naast de nationale rapporteurs kunnen EU-instellingen en agentschappen deelnemen aan het netwerk en kunnen internationale organisaties die zich bezig houden met mensenhandel worden uitgenodigd als toehoorders. Het netwerk dient vooral als forum om ervaringen en “best practices” uit te wisselen. Nederland steunt de oprichting van dit netwerk. Aanvulling: document : 8723/4/09 CRIMORG 63 MIGR 43 ENFOPOL 86 REV 4 (NL) status document : niet openbaar Het betreft het laatste document dat aan het Comité van Permanente Vertegenwoordigers is voorgelegd. Dit agendapunt zal als A-punt door de Raad worden afgehandeld. 4. Ontwerp-conclusies van de Raad over de versterking van de samenwerking tussen de EU-lidstaten bij de bestrijding en preventie van onwettige vormen van extremistische activiteiten document : 9890/09 ENFOPOL 130 (EN) status document : niet openbaar rechtsgrondslag : niet van toepassing instemmingsrecht : niet van toepassing Het Tsjechische Voorzitterschap heeft, mede vanwege de nationale situatie, aandacht gevraagd voor de verbetering van de samenwerking bij de bestrijding van rechtsextremisme, onder meer door verbeterde informatie-uitwisseling op het terrein van radicalisering en de radicalisering. Verschillende lidstaten, waaronder Nederland, hebben benadrukt dat rechtsextremisme slechts een van de verschillende verschijningsvormen van extremisme is en dat de bestrijding van andere vormen van (religieus of ideologisch gemotiveerd) extremisme evenzeer van belang is. Ook meent Nederland dat het van belang is dat naast optreden tegen extremisme in een vergevorderd stadium, juist ook veel aandacht moet worden besteed aan preventieve maatregelen. Aanvulling: Dit onderwerp is vervallen. 5. JBZ–externe betrekkingen Ministeriële Trojka EU-VS (Praag 28 april); informatie over de resultaten van de bijeenkomst document : 9136/09 JAIEX 26 RELEX 383 USA 24 (EN) status document : niet openbaar rechtsgrondslag : niet van toepassing instemmingsrecht : niet van toepassing De voorzitter en de Commissie zullen verslag doen van de resultaten van de ministeriële Trojka op het terrein van Justitie en Binnenlandse Zaken tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten op 28 april jl. te Praag. Deze eerste bijeenkomst met vertegenwoordigers van de nieuwe Amerikaanse administratie had vooral een verkennend karakter. De EU en VS kwamen overeen dat de bestaande transatlantische JBZ-agenda herzien moet worden met het oog op nieuwe en verdergaande vormen van samenwerking. Tijdens het volgende ministeriële JBZ-overleg tussen de EU en de VS (in oktober) zal een gezamenlijk verklaring hierover worden aangenomen. Verder is door de EU en de VS bevestigd dat het werk van de High Level Contact Group (HLCG) over gegevensbescherming gecontinueerd wordt. De HLCG bereidt een roadmap voor die dient te leiden naar een transatlantische overeenkomst over gegevensbescherming. Deze voorbereiding beperkt op geen enkele wijze de ruimte van de Raad bij een toekomstige vaststelling van een onderhandelingsmandaat b) Partnerschaps Raad EU-Russische Federatie (Kaliningrad 14-15 mei 2009); informatie over de resultaten van de bijeenkomst document : niet beschikbaar rechtsgrondslag : niet van toepassing instemmingsrecht : niet van toepassing Op 14 en 15 mei jl. is te Kaliningrad de tiende vergadering van de Permanente Partnerschapsraad op het terrein van Justitie en Binnenlandse Zaken tussen de EU en de Russische Federatie gehouden. Op de agenda stonden de reguliere onderwerpen die betrekking hebben op de implementatie van de gemeenschappelijke ruimte voor vrijheid, veiligheid en recht. De voorzitter en de Commissie zullen verslag doen van dit (halfjaarlijkse) overleg. c) Ministeriële Trojka EU-Oekraïne document : niet beschikbaar rechtsgrondslag : niet van toepassing instemmingsrecht : niet van toepassing De voorzitter en de Commissie zullen informatie verstrekken over het (jaarlijks te houden) ministeriële overleg tussen de EU-Trojka en Oekraïne op 3 juni a.s. te Luxemburg. Het vorige overleg vond plaats te Kiev op 28 en 29 mei 2008. Een agenda is nog niet bekend. Naar verwachting zal ondermeer gesproken worden over de implementatie van de visa/readmissie overeenkomsten, asiel en migratie, grensmanagement, strijd tegen corruptie en georganiseerde criminaliteit alsmede over samenwerking met Europol en Eurojust. d) resultaten van de Conferentie "Building Migration Partnerships" (Praag 27- 28 april 2009) document : 9283/09 ASIM 41 RELEX 400 (EN) status document : openbaar rechtsgrondslag : niet van toepassing instemmingsrecht : niet van toepassing De Ministeriële Conferentie en de daar aangenomen verklaring creëren een raamwerk voor de samenwerking op het gebied van migratiebeheer (Global Approach to Migration) met de landen ten oosten en zuid-oosten van de Europese Unie. Het gaat hier om de volgende landen: Albanië, Armenië, Azerbeidzjan, Bosnië-Herzegowina, Kroatië. FYROM (Macedonië), Georgië, Kazachstan, Kosovo, Kirgizië, Moldavië, Montenegro, Servië, Tadzjikistan, Turkije, Turkmenistan, Oekraïne, Oezbekistan en de Russische Federatie. Met de verklaring wordt een kader geschapen voor samenwerking op een aantal concreet benoemde terreinen: voorkomen en bestrijden van illegale migratie; bevorderen van (vrijwillige) terugkeer, terug- en overname en duurzame herintegratie; legale migratie, met nadruk op arbeidsmigratie; integratie van legaal verblijvende migranten en migratie en ontwikkeling. Samenwerking vindt plaats op vrijwillige basis en heeft een facultatief karakter, dat wil zeggen dat lidstaten zelf bepalen of en op welke terreinen ze samenwerking vormgeven en of ze dit bilateraal doen of gezamenlijk met andere lidstaten. Nederland steunt de aangenomen verklaring. 6. SIS II document : 10006/09 CATS 51 SIRIS 71 SIS-TECH 50 COMIX 411 (EN) status document : niet openbaar rechtsgrondslag : niet van toepassing instemmingsrecht : niet van toepassing De voorzitter en de Commissie zullen de Raad informeren over de voortgang van het Schengen Informatiesysteem van de tweede generatie (SIS II). De planning is dat de Raad vervolgens een beslissing neemt over de voortgang van SIS: doorgaan met SIS II of kiezen voor het alternatieve scenario. Op dit moment wordt er gewerkt aan drie documenten: een rapport over SIS II, een rapport over het alternatieve scenario en een rapport waarin beide scenario's worden vergeleken. Het vergelijkingsrapport, op basis waarvan de Raad een keuze kan maken, is nog niet gereed. Er zal op 25 mei a.s. nog een extra bespreking in het Comité van Artikel 36 (CATS) over SIS II plaatsvinden. Nederland houdt vast aan SIS II, tenzij op basis van de vergelijking blijkt dat het alternatieve scenario het meest geschikt is. Aanvulling: document : 9787/09 CATS 49 JAI 332 SIRIS 66 COMIX 390 (EN) status document : niet openbaar De voorzitter en de Commissie zullen de Raad informeren over de voortgang van het Schengen Informatiesysteem van de tweede generatie (SIS II). De afgelopen periode zijn drie rapporten opgesteld, één over SIS II, één over een alternatief scenario en een rapport waarin de twee scenario's zijn vergeleken. Uit laatstgenoemd rapport blijkt dat beide scenario's haalbaar zijn, maar dat het stoppen van SIS II extra kosten met zich meebrengt. De Raad zal een beslissing nemen over de voortgang van het SIS II project. In de ontwerp-Raadsconclusies wordt voorgesteld de ontwikkeling van SIS II te continueren en het alternatieve scenario op de achtergrond te houden als terugvaloptie, mocht de ontwikkeling van SIS II toch achterblijven. Nederland kan instemmen met de ontwerp-Raadsconclusies, waarin verschillende maatregelen en aanpassingen zijn opgenomen die nodig zijn om het SIS II project succesvol af te ronden en nieuwe complicaties te voorkomen. 7. Raadsconclusies over een EU- gecoördineerde aanpak met betrekking tot de opvang van ex-gedetineerden uit Guantánamo Bay document : niet beschikbaar rechtsgrondslag : niet van toepassing instemmingsrecht : niet van toepassing Tijdens deze bijeenkomst van de Raad zal de discussie over een mogelijke gecoördineerde benadering van dit thema in verband met het Schengen-acquis worden voortgezet. Tijdens de bijeenkomst van de Raad van 6 april jl. is vastgesteld dat de ontmanteling van Guantánamo een verantwoordelijkheid is van de VS en de beslissing tot overname van ex-gedetineerden een zaak is van nationale afweging voor iedere lidstaat afzonderlijk is. Echter een overname door de ene lidstaat heeft gevolgen voor de overige lidstaten. Indien lidstaten de keuze maken ex-gevangenen op te nemen, dienen zij ervoor te zorgen dat overname geen negatief effect heeft op de openbare orde en de nationale veiligheid. Ten slotte is geconcludeerd dat een systeem van informatie-uitwisseling opgezet dient te worden tussen de lidstaten over eventuele overnames van ex-gedetineerden. Het Comité van Permanente Vertegenwoordigers is gemandateerd om een voorstel voor een dergelijk mechanisme te doen. Het Comité van Permanente Vertegen-woordigers buigt zich nog over een mogelijk mechanisme. Uitkomsten van deze discussie zullen in de aanvullende geannoteerde agenda worden opgenomen. Aanvulling: document : 10094/09 JAI 314 COMIX 418 COTER 54 ENFOPOL 141 USA 36 ASIM 53 COHOM 117 COJUR 13 POLGEN 93 (EN) status document : niet openbaar In het Comité van Permanente Vertegenwoordigers is een opzet voor een mechanisme dat beoogt informatie uit te wisselen over mogelijk op te nemen ex-Guantánamo gevangenen door EU lidstaten of niet EU Schengenpartners, besproken. Het mechanisme, dat gebruik maakt van bestaande kanalen van informatie-uitwisseling, schrijft voor dat relevante informatie in twee fasen dient te worden uitgewisseld, namelijk 1) wanneer een lidstaat besluit een ex-gedetineerde op te nemen en 2) wanneer de ex-gedetineerde is toegelaten tot het grondgebied van een van de EU lidstaten. Tevens zullen tijdens deze bijeenkomst van de Raad ontwerp-conclusies voorliggen waarin de gecoördineerde aanpak van de EU met betrekking tot de mogelijke opname van ex-gedetineerden wordt uiteengezet. In deze conclusies van de Raad wordt nogmaals het belang benadrukt van een adequate informatie-uitwisseling tussen lidstaten onderling, zowel voorafgaand aan de beslissing tot opname van ex-gedetineerden als nadien. Lidstaten worden opgeroepen alleen die ex-gedetineerden die “cleared for release” zijn en niet kunnen terugkeren naar het land van herkomst en hebben aangegeven naar een specifieke lidstaat van de Unie of een Schengenland te willen worden overgedragen, toegang te verschaffen. Lidstaten of Schengenlanden die ex-gevangenen overnemen worden opgeroepen ook de zorgen met betrekking tot de openbare orde en de nationale veiligheid van de andere lidstaten mee te wegen bij hun besluiten. Bovendien vermelden de conclusies dat de betrokken Europese staten (zowel de ontvangende lidstaat als de andere) passende maatregelen kunnen treffen, indien daarvoor gegronde redenen bestaan ter bescherming van hun nationale veiligheid. Tenslotte dienen de lidstaten overgenomen ex-gedetineerden de noodzakelijke bijstand te verschaffen met het oog op hun integratie. Voor wat de voorliggende ontwerp-conclusies betreft, is het voor Nederland uitdrukkelijk van belang dat Schengenlanden de mogelijkheid moeten hebben om ex-gedetineerden die door andere Schengenlanden zijn opgenomen, de toegang tot het eigen land te kunnen ontzeggen, indien daarvoor bij dat land gegronde redenen bestaan. De essentie van dit punt is opgenomen in de voorliggende ontwerp-conclusies. Nederland kan derhalve instemmen met de ontwerp-conclusies van de Raad. 8. Voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling van een procedure voor de onderhandelingen over en de sluiting van overeenkomsten tussen lidstaten en derde landen en betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken, inzake ouderlijke verantwoordelijkheid en onderhoudsverplichtingen en betreffende het recht dat van toepassing is inzake onderhoudsverplichtingen documenten : 9879/09 JUSTCIV 128 + ADD 1 (EN) status document : niet openbaar rechtsgrondslag : artikel 61 onder c, artikel 65 en artikel 67, tweede en vijfde lid, EG-Verdrag instemmingsrecht : van toepassing, mogelijk politiek akkoord voorzien Het voorstel van de Commissie heeft tot doel een procedure vast te stellen waarmee de Gemeenschap kan beoordelen of er een voldoende communautair belang is voor het sluiten van bilaterale overeenkomsten met derde landen op in de overeenkomst specifiek te bepalen gebieden die verband houden met justitiële samenwerking in burgerlijke en handelszaken die onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap vallen en bij gebrek aan dat belang, de lidstaten kan machtigen om die overeenkomsten met derde landen te sluiten. Voorgesteld wordt om de procedure daarnaast open te stellen voor het sluiten van regionale overeenkomsten tussen een beperkt aantal lidstaten en derde landen. Niet eerder dan na verloop van acht jaar na het aannemen van de verordening dient deze geëvalueerd te worden. De geldigheid van de verordening eindigt drie jaar nadat de Europese Commissie het evaluatierapport heeft ontvangen. In het evaluatierapport kan worden aanbevolen de verordening te vervangen door een nieuwe. Nederland heeft op het gebied van internationaal privaatrecht geen traditie van bilaterale verdragen en zoekt tot nu toe bij voorkeur aansluiting bij multilaterale verdragen. Nederland staat echter open voor nieuwe ontwikkelingen als de relaties met derde landen daartoe aanleiding geven en heeft daarom geen bezwaren tegen de voorstellen. Naar verwachting zal er voor het instrument nog een nieuwe tekst komen naar aanleiding van het rapport van het Europees Parlement. Aanvulling: documenten : 10251/09 JUSTCIV 140 (EN) 10251/09 JUSTCIV 140 ADD 1 (EN) status documenten : niet openbaar Het betreft het document waarover in het Comité van Permanente Vertegenwoordigers overeenstemming is bereikt en dat aan de Raad zal worden voorgelegd. Nederland kan instemmen met de tekst zoals die thans voorligt. 9. Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een procedure voor de onderhandelingen over en de sluiting van overeenkomsten tussen lidstaten en derde landen en betreffende het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst en op niet- contractuele verbintenissen documenten : 9878/09 JUSTCIV 127 CODEC 723 (EN) 9093/09 JUSTCIV 99 CODEC 628 (NL) status documenten : niet openbaar rechtsgrondslag : artikel 61 onder c, artikel 65, artikel 67, tweede lid en artikel 251 EG-Verdrag instemmingsrecht : niet van toepassing Het doel van de verordening is een procedure vast te stellen waarmee de Gemeenschap kan beoordelen of er een voldoende communautair belang is voor het sluiten van bilaterale overeenkomsten met derde landen op in de overeenkomst specifiek te bepalen gebieden die verband houden met justitiële samenwerking in burgerlijke en handelszaken die onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap vallen en bij gebrek aan dat belang, de lidstaten kan machtigen om die overeenkomsten met derde landen te sluiten. In de tekst die aan de Raad wordt voorgelegd, wordt voorgesteld om de procedure daarnaast open te stellen voor het sluiten van regionale overeenkomsten tussen een beperkt aantal lidstaten en derde landen. Voorts wordt thans voorgesteld dat de verordening niet eerder dan na verloop van acht jaar na het aannemen ervan dient te worden geëvalueerd en dat de geldigheid van de verordening eindigt drie jaar nadat de Europese Commissie het evaluatierapport heeft ontvangen. In het evaluatierapport kan worden aanbevolen de verordening te vervangen door een nieuwe. Nederland heeft op het gebied van internationaal privaatrecht geen traditie van bilaterale verdragen en zoekt tot nu toe bij voorkeur aansluiting bij multilaterale verdragen. Nederland staat echter open voor nieuwe ontwikkelingen als de relaties met derde landen daartoe aanleiding geven en heeft daarom geen bezwaren tegen de voorstellen. Het Europees Parlement heeft op 7 mei 2009 het rapport van de rapporteur (Zwiefka) aangenomen. De verwachting is dat het voorzitterschap naar aanleiding hiervan nog voor de Raad met een iets aangepaste tekst zal komen. Nederland kan instemmen met het akkoord in eerste lezing. Aanvulling: document : 9338/09 CODEC 669 JUSTCIV 111 (EN) status document : openbaar Het betreft het laatste document met het akkoord in eerste lezing dat aan het Comité van Permanente Vertegenwoordigers is voorgelegd. 10. Ontwerp-Raadsconclusies met betrekking tot instelling van een Gemeenschappelijk Referentiekader voor het Europees Contractenrecht document : 9741/09 JUSTCIV 120 CONSOM 111 (EN) status document: : niet openbaar rechtsgrondslag : niet van toepassing instemmingsrecht : niet van toepassing In december 2008 heeft een groep wetenschappers uit verschillende lidstaten een wetenschappelijk ontwerp voor een gemeenschappelijk referentiekader voor Europees contractenrecht aan de Europese Commissie aangeboden. Eerder tijdens de bijeenkomst van de Raad 17 en 18 april 2008, had de Raad al een voorlopig standpunt ingenomen over het doel, de inhoud, het toepassingsgebied en het bindend effect van een eventueel gemeenschappelijk referentiekader. In vervolg daarop heeft de Raad in november 2008 basisrichtlijnen gegeven ten aanzien van structuur, toepassingsgebied, respect voor diversiteit en de betrokkenheid van Raad, Europees Parlement en de Commissie bij het project. Het Tsjechische voorzitterschap stelt voor dat tijdens deze bijeenkomst van de Raad een standpunt wordt ingenomen ten aanzien van de fundamentele beginselen, definities en modelregels die in een Gemeenschappelijk Referentiekader zouden kunnen worden opgenomen. Bovendien wordt een standpunt voorgesteld ten aanzien van de relatie van het Gemeenschappelijk Referentiekader tot het voorstel voor een kaderrichtlijn consumentenrecht en ten aanzien van de vorm van een gemeenschappelijk referentiekader. Voorgesteld wordt om in ieder geval de beginselen van contractsvrijheid, contractuele zekerheid en goede trouw op te nemen. Het wordt nog te vroeg geacht om definities te noemen die in een Gemeenschappelijk Referentiekader zouden moeten worden opgenomen. Met betrekking tot de modelregels wordt gesteld dat de modelregels een algemeen karakter zouden moeten hebben zodat ze eenvoudig toepasbaar zijn op alle contractuele situaties. Niet uitgesloten is dat modelregels voor bijzondere contracten, die vallen onder het Gemeenschapsacquis, op een later moment ook worden opgenomen in een Gemeenschappelijk Referentiekader. Ten aanzien van de relatie tot het voorstel voor een kaderrichtlijn consumentenrecht wordt gesteld dat, om consistentie te bewerkstelligen, het wenselijk is dat bij het opstellen van een Gemeenschappelijk Referentiekader gelet wordt op de ontwikkelingen in de onderhandelingen over de voorgestelde kaderrichtlijn. Tenslotte wordt aangegeven dat de vorm van een Gemeenschappelijk Referentiekader het mogelijk moet maken om een niet-bindend instrument op te stellen met richtsnoeren die zullen dienen als een gemeenschappelijke inspiratiebron voor de Europese Gemeenschapswetgever. Nederland kan instemmen met het voorgestelde standpunt. 11. Europees e-Justice: Stand van zaken document : 9362/09 JURINFO 57 JAI 295 JUSTCIV 113 COPEN 89 (EN) status document: : niet openbaar rechtsgrondslag : niet van toepassing instemmingsrecht : niet van toepassing De Raad wordt gevraagd kennis te nemen van de voortgangsrapportage van de Raadswerkgroep e-Justice. In de voortgangsrapportage wordt met name ingegaan op de geboekte voortgang wat betreft de totstandkoming van het Europese e-Justice Portaal en grensoverschrijdende videoconferentie. Wat betreft videoconferentie wordt de Raad gevraagd om conclusies aan te nemen die bevestigen dat grens-overschrijdende videoconferentie moet worden bevorderd en gefaciliteerd. Tevens wordt de Raad verzocht om steun uit te spreken voor een handleiding en brochure voor grensoverschrijdende videoconferentie, alsmede kennis te nemen van verzamelde gegevens ten behoeve van videoconferentie. Wat betreft de totstandkoming van het Portaal wordt de Raad gevraagd de Raadswerkgroep e-Justice te verzoeken de werkzaamheden voort te zetten. Nederland kan hiermee instemmen en zal, waar mogelijk, een actieve bijdrage blijven leveren aan de gestelde prioriteiten op het terrein van Europees e-Justice. 12. Voorstel voor een richtlijn tot wijziging van richtlijn 2005/35/EG inzake scheepsverontreiniging en de invoering van sancties op inbreuken; Akkoord in eerste lezing met het Europees Parlement document : 9315/09 CODEC 654 DROIPEN 28 MAR 79 ENV 348 (EN) status document : openbaar rechtsgrondslag : artikel 80, tweede lid, EG-Verdrag instemmingsrecht : niet van toepassing De voorzitter zal de Raad informeren over het in eerste lezing bereikte akkoord over de ontwerprichtlijn tot wijziging van de richtlijn inzake verontreiniging vanaf schepen en invoering van sancties voor inbreuken (2005/35). De ontwerp-richtlijn voorziet richtlijn 2005/35 van een strafrechtelijk kader voor de bestrijding van scheepsverontreiniging. Aanvankelijk voorzag het Kaderbesluit 2005/667/JBZ tot versterking van het strafrechtelijke kader voor de bestrijding van verontreiniging vanaf schepen als aanvulling in dit kader. Dit kaderbesluit is bij uitspraak van het Hof van Justitie van 23 oktober 2007 vernietigd. Aanvulling: documenten : 9266/09 DROIPEN 27 MAR 78 ENV 344 CODEC 646 (EN) : 9266/09 DROIPEN 27 MAR 78 ENV 344 CODEC 646 ADD 1 REV 1 (NL) status documenten : niet openbaar Dit betreft het document met de definitieve compromistekst met het oog op een akkoord met het Europees Parlement in eerste lezing, dat aan het Comité van Permanente Vertegenwoordigers is voorgelegd. 13. Eindrapport van de vierde ronde wederzijdse evaluaties - praktische toepassing van het EAB document : niet beschikbaar rechtsgrondslag : niet van toepassing instemmingsrecht : niet van toepassing Het betreffende eindrapport wordt thans nog besproken in het Comité van Artikel 36 (CATS). In de aanvullende geannoteerde agenda zal uw Kamer hier nader over worden geïnformeerd. Aanvulling: document : 8302/4/09 CRIMORG 55 COPEN 68 EJN 24 EUROJUST 20 REV 4 (EN) status document : niet openbaar De evaluatie van de toepassing van het Europees Aanhoudingsbevel (EAB) in alle lidstaten is in het voorjaar van 2009 afgerond. Er zijn inmiddels 27 evaluatieverslagen beschikbaar op de website van de Europese Unie. In aansluiting daarop is in opdracht van het voorzitterschap een zogeheten eindverslag opgesteld. Die term is enigszins misleidend, omdat uit het rapport zelf, laatste bladzijde, blijkt dat de praktische toepassing van het EAB ook in de toekomst zal worden gevolgd. Het eindverslag bevat ook geen getrouwe samenvatting van de verslagen over individuele lidstaten. De aanbevelingen die erin zijn vermeld, zijn uiteenlopend van aard en gewicht. Naar het oordeel van de regering zijn er twee aanbevelingen van bijzonder belang, te weten de aanbeveling over proportionaliteit en de aanbeveling over correctie van SIS-signaleringen. De eerstgenoemde aanbeveling strekt ertoe om in EU-kader een proportionaliteitscriterium voor de uitvaardiging van een EAB te ontwikkelen. Daarbij, zo blijkt uit het eindverslag, wordt de Nederlandse wens om ook alternatieven voor een EAB te ontwikkelen, te weten het vereenvoudigen van het horen van verdachten, betrokken. Ik zal in de Raad aandringen op een prioritaire behandeling van deze aanbeveling. De aanbeveling over de correctie van SIS-signaleringen ten gevolge van rechterlijke uitspraken heeft Nederland krachtig ondersteund. Ik zal in de Raad het belang van deze aanbeveling nogmaals onderstrepen en geef daarmee tevens uitvoering aan de toezegging die in het antwoord van 20 mei 2009 op kamervragen van het lid De Wit van 20 maart 2009, nr. 2009ZO5223, over hetzelfde onderwerp, door de Staatssecretaris van Justitie is gedaan. 14. Voorstel tot wijziging van het kaderbesluit 2004/68/JBZ betreffende seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie en voorstel tot wijziging van kaderbesluit 2002/629/JBZ betreffende de bestrijding van mensenhandel -Stand van zaken document : niet beschikbaar rechtsgrondslag : artikel 29, 31, eerste lid, en artikel 34, tweede lid, onder b, EU-Verdrag artikel 29, artikel 31, onder e, en artikel 34, tweede lid, onder b, EU-Verdrag instemmingsrecht : in het algemeen van toepassing, thans enkel informatie over de stand van zaken De bespreking van deze nieuwe voorstellen van de Commissie heeft een aanvang genomen in de Raadswerkgroep materieel strafrecht. De voorstellen beogen het beschermingsniveau binnen de Europese Unie te brengen naar het niveau van de verdragen van de Raad van Europa op het terrein van de bescherming van kinderen tegen seksuele uitbuiting en de aanpak van mensenhandel. Op een aantal punten gaan de voorstellen van de Commissie echter verder, bijvoorbeeld terzake definities, sancties en rechtsmacht. De voorstellen die verder gaan, zullen de belangrijkste punten in de verdere onderhandelingen vormen. De voorstellen zijn door alle lidstaten positief ontvangen, ook door Nederland. De voorzitter zal tijdens deze bijeenkomst van de Raad verslag doen van de stand van zaken. Aanvulling: document : 9892/09 DROIPEN 33 MIGR 61 CRIMORG 79 (EN) status document : niet openbaar Het betreft een document met de stand van zaken van het overleg met betrekking tot genoemde kaderbesluiten. 15. Opleiding van rechters, aanklagers en juridische staf; informatie van het voorzitterschap document : niet beschikbaar rechtsgrondslag : niet van toepassing instemmingsrecht : niet van toepassing De voorzitter zal informatie geven over de implementatie van de resolutie van de Raad inzake de opleiding van rechters en juridisch personeel in de Europese Unie . Nederland heeft in het verleden reeds veel ontwikkeld op het terrein van opleidingen en de uitwisseling van rechters. Vanwege de implementatie van genoemde resolutie is in Nederland hiervoor opnieuw aandacht gevraagd wat onder meer heeft geleid tot uitbreiding van het opleidingsaanbod van het Nederlands opleidingsinstituut voor de rechterlijke macht (SSR) met betrekking tot het Europees recht. Nederland stelt ook met name belang in de ontwikkeling hiervan in de andere lidstaten. De voorzitter zal tevens mededeling doen over de resultaten van een Euro-Arabische conferentie inzake juridische trainingen die op 4 en 5 mei jl. in Amman heeft plaatsgevonden en waar is gesproken over de oprichting van een Euro-Arabisch netwerk voor juridische opleidingen. Nederland zal hieraan meewerken. 16. Diversen - Conferentie over erfrecht en testamenten in Europees kader (20- 21 april 2009, Praag); informatie van het voorzitterschap document : niet beschikbaar rechtsgrondslag : niet van toepassing instemmingsrecht : niet van toepassing De voorzitter zal mededeling doen van de resultaten van de conferentie over erfrecht en testamenten die 20 en 21 april jl. in Praag heeft plaatsgevonden. De onderwerpen die aan de orde kwamen betroffen onder meer de vrijheid van de rechtskeuze van de testateur en erfrechtelijke uitgangspunten in “common law” landen. De Commissie heeft de indiening van het aangekondigde voorstel voor een verordening op het gebied van het erfrecht uitgesteld. Aanvulling: Aangemeld zijn nog de volgende punten: - Visum liberalisatie in de westelijke Balkanlanden (informatie van de Commissie); - Financiële crisis (follow-up van de bijeenkomst van de Raad van 6 april jl.) (informatie van de voorzitter); - Vrijhandelsakkoord tussen de EG en de lidstaten en de Republiek van - Zuid-Korea (informatie van de voorzitter); - “Beyond Winning,”het project van het “Alternative Dispute Resolution” (ADR) Centrum, Rome (informatie van Slovenië); - Sloveens voorzitterschap van het Comité van Ministers van de Raad van Europa (12 mei-19 november 2009) (informatie van Slovenië). Aanvulling: 17. Illegale immigratie in de Mediterrane landen document : niet beschikbaar rechtsgrondslag : niet van toepassing instemmingsrecht : niet van toepassing Het onderwerp illegale migratie in de Middellandse Zee-regio is op verzoek van de Quadro-groep (Cyprus, Griekenland, Italië, Malta) op de agenda van de Raad gezet. Deze landen willen weer een discussie voeren over de migratieproblematiek in de Middellandse Zee-regio en de Europese aanpak hiervan. De Quadro-groep ziet graag dat de overige lidstaten solidariteit betrachten, bijvoorbeeld middels een lastenverdelingsmechanisme via intra-EU relocatie van asielzoekers/vluchtelingen. Nederland deelt de zorgen van de zuidelijke lidstaten waar het de situatie aan de zuidgrenzen betreft. De bestrijding van illegale migratie in de mediterrane regio en Noord-Afrika en de bescherming van mensen die dat nodig hebben, verdienen extra aandacht van de Europese Unie. Ook andere migratieroutes naar de Europese Unie, bijvoorbeeld via de Oostelijke EU-grenzen (o.a. Turkije) en de Balkan behoeven aandacht. Nederland hecht er belang aan dat EU-lidstaten samenwerken met landen van herkomst en transit bij de bestrijding van illegale immigratie. Dit sluit ook aan bij de alomvattende aanpak ('global approach') die EU lidstaten beogen bij het beheer van migratiestromen. Indien een lidstaat in dit kader bilaterale afspraken heeft gemaakt met transitlanden, wordt dit in beginsel door Nederland ondersteund, mits de afspraken en de uitvoering hiervan passen binnen de internationale en Europese regelgeving. Dit betekent dat elke lidstaat, betrokken bij operaties in de internationale wateren of operaties voor de kust van vertreklanden, de verplichting heeft zich te houden aan het non-refoulement-beginsel, voortvloeiend uit het Verdrag van Genève van 1951. Nederland gaat er op grond van het Gemeenschapsrecht en het interstatelijke vertrouwensbeginsel vanuit, dat lidstaten de internationale verplichtingen, waaronder dat van non-refoulement, naleven. Voor wat betreft een lastenverdelingsmechanisme voor op zee onderschepte migranten, is het standpunt van Nederland dat er eerst een geharmoniseerd Europees asielsysteem moet zijn voordat er eventueel gesproken kan worden over lastenverdeling in de zin van het verdelen van asielzoekers/vluchtelingen. 18. Rapport over de uitvoering van de strategie en het actieplan inzake terrorismebestrijding documenten : 9715/09 JAI 280 ECOFIN 357 TRANS 187 RELEX 441 ECO 73 PESC 620 COTER 44 ENFOPOL 132 COSDP 439 PROCIV 70 ENER 176 ATO 48 DATAPROTECT 37 TELECOM 101 (EN) : 9715/09 JAI 280 ECOFIN 357 TRANS 187 RELEX 441 ECO 73 PESC 620 COTER 44 ENFOPOL 132 COSDP 439 PROCIV 70 ENER 176 ATO 48 DATAPROTECT 37 TELECOM 101 ADD 1 (EN) status documenten : niet openbaar rechtsgrondslag : niet van toepassing instemmingsrecht : niet van toepassing Elk half jaar komt de Europese Contra-Terrorisme Coördinator (de heer De Kerchove) op verzoek van de Europese Raad met een overzicht van de activiteiten die de afgelopen periode zijn ondernomen. De CTC beschrijft hierin wat is ondernomen op het terrein van de “vier pilaren” van de Europese CT-strategie: preventie, protectie, respons en vervolging. In de bijlage is opgenomen wat de stand van zaken is ten aanzien van de ratificatie van de juridische instrumenten die afgelopen jaren in Europees kader op CT-terrein zijn overeengekomen. Nederland kan instemmen met dit verslag. 19. Uitvoering van de terrorismebestrijdingsstrategie van de EU document : 9717/09 JAI 281 ECOFIN 358 TRANS 188 RELEX 442 ECO 74 PESC 621 COTER 45 ENFOPOL 133 COSDP 440 PROCIV 71 ENER 177 ATO 49 DATAPROTECT 38 TELECOM 102 (EN) status document : niet openbaar rechtsgrondslag : niet van toepassing instemmingsrecht : niet van toepassing Dit discussiedocument van de Europese Contra-Terrorisme Coördinator, de heer De Kerchove, is enerzijds bedoeld om te bezien welke vooruitgang is geboekt op het terrein van terrorismebestrijding sinds de Europese Raad van 19 en 20 juni 2008 en bevat anderzijds de prioriteiten voor de aankomende periode, zoals de CTC die ziet. Dit document omvat vele ideeën en aanbevelingen van verschillende aard en wordt voor een eerste discussie voorgelegd aan de Raad. Voor een gedegen beoordeling en discussie van hun merites is echter meer tijd nodig. Een nauwgezette behandeling volgt de komende maanden in de relevante werk- en stuurgroepen op Europees niveau. Nederland is van mening dat dit document als een goede basis kan dienen voor verdere discussie en toekomstige besluitvorming. 20. Richtsnoeren over de toepassing van Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake het recht van burgers van de Unie en hun familieleden van vrij verkeer en verblijf op het gebied van de lidstaten document : niet beschikbaar rechtsgrondslag : niet van toepassing instemmingsrecht : niet van toepassing De Europese Commissie bereidt in samenwerking met de lidstaten richtsnoeren voor interpretatie van Richtlijn 2004/38/EG voor naar aanleiding van het eind vorig jaar verschenen verslag waarin een overzicht werd gegeven van de manier waarop Richtlijn 2004/38/EG is omgezet in nationaal recht en tegen welke problemen lidstaten oplopen bij de praktische toepassing van de richtlijn. De Commissie is voornemens in de Raad verslag te doen van de voortgang van de besprekingen van deze richtsnoeren die waarschijnlijk in juli a.s. zullen worden vervat in een mededeling. Gemengd Comité 1. SIS II; stand van zaken en conclusies van de Raad document : 10006/09 CATS 51 SIRIS 71 SIS-TECH 50 COMIX 411 (EN) status document : niet openbaar rechtsgrondslag : niet van toepassing instemmingsrecht : niet van toepassing Zie onder agendapunt B 6. Aanvulling: Zie onder agendapunt B 6. 2. VIS; stand van zaken document : 9938/09 VISA 162 COMIX 399 (EN) status document : niet openbaar rechtsgrondslag : niet van toepassing instemmingsrecht : niet van toepassing De VIS-verordening regelt de opslag en het gebruik van de gegevens, waaronder biometrische kenmerken (gelaatscan en vingerafdrukken) van visumaanvragers. Nu er een politiek akkoord is over de ontwerp-verordening welke biometrie-afname (en samenwerkingsvormen/’outsourcing’) regelt, is de weg vrij om het VIS daadwerkelijk te implementeren en biometrische gegevens van visumaanvragers af te nemen en op te slaan. De start van de uitrol is voorzien vanaf eind 2009. Voor het coördineren van activiteiten welke met deze uitrol gepaard gaan is een groep ‘Vrienden van het VIS’ (Friends of VIS, FoVIS) opgericht onder het Franse EU-voorzitterschap. Tijdens de vierde bijeenkomst van FoVIS die op 27 april heeft plaatsgevonden, is een overzicht gegeven van de technische voorbereidingen door de lidstaten. Raadsconclusies over een EU gecoördineerde aanpak met betrekking tot de opvang van ex-gedetineerden uit Guantánamo Bay Zie onder agendapunt B 7 Aanvulling: Zie onder agendapunt B 7. 4. Diversen Er zijn geen onderwerpen onder dit agendapunt aangemeld. http://www.consilium.europa.eu/cms3_fo/showPage.asp?id=549&lang=nl&mode =g Dit document wordt ter vertrouwelijke kennisneming aan de Kamer voorgelegd. Dit document wordt ter vertrouwelijke kennisneming aan de Kamer voorgelegd. Tweede Kamer, vergaderjaar 2008–2009, 29 911, nr. 17. Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, 29 911, nr. 10. Besluit van de Raad van 16 december 2008. 23 490 nr. 503 PB L 333 d.d. 10 december 2002. Document 10931/08, bijeenkomst van de Raad d.d. 8 juli 2008. Zie voor de geannoteerde agenda, de aangevulde geannoteerde agenda en het verslag van deze bijeenkomst van de Raad, 23 490 nrs. 532, 533 en 536. Dit document wordt ter vertrouwelijke kennisneming aan de Kamer voorgelegd. Dit document wordt ter vertrouwelijke kennisneming aan de Kamer voorgelegd. Dit document wordt ter vertrouwelijke kennisneming aan de Kamer voorgelegd. Dit document wordt ter vertrouwelijke kennisneming aan de Kamer voorgelegd. Zie de (aanvullende) geannoteerde agenda en het verslag van deze bijeenkomst van de Raad, 23 490 nrs. 502, 504 en 509. Zie voor de geannoteerde agenda, de aangevulde geannoteerde agenda en het verslag van deze bijeenkomst van de Raad, 23 490 nrs. 549, 551 en 554. Zie voor de geannoteerde agenda, de aangevulde geannoteerde agenda en het verslag van deze bijeenkomst van de Raad, 23 4890, nrs. 549, 551 en 554. Zie voor de geannoteerde agenda, de aangevulde geannoteerde agenda en het verslag van deze bijeenkomst van de Raad, 23 490 nrs.497, 498 en 501. COM (2008) 614 final, 14183/08 CONSOM 140 JUSTCIV 220 CODEC 1315. Zie voor geannoteerde agenda, de aangevulde geannoteerde agenda en het verslag van deze bijeenkomst van de Raad, 23 490 nrs. 522, 525 en 530. PAGE PAGE 1