[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 zoekmachine] [wat is dit?]

Aangevulde agenda

Bijlage

Nummer: 2009D26687, datum: 2009-06-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document, link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Aangevulde geannoteerde agenda JBZ-Raad, 4 en 5 juni 2009 (2009D26686)

Preview document (🔗 origineel)


Aangevulde geannoteerde agenda voor de bijeenkomst van de Raad Justitie
en Binnenlandse Zaken, 4 en 5 juni 2009 te Luxemburg

Zoals gebruikelijk ontvangt u bij deze annotaties de laatst beschikbare
versie van een document dat betrekking heeft op het genoemde onderwerp.
Dit hoeft niet de documentversie te zijn die daadwerkelijk ter
bespreking aan de Raad zal voorliggen. Alleen als in het document zelf
expliciet in de aanhef staat dat het document gericht is aan de Raad,
betreft het een document dat in de Raad zal worden besproken.

Hetgeen is aangegeven over de openbaarheid van de onder de agendapunten
opgenomen documenten, geeft de stand van zaken weer van 27 mei 2009. Een
actuele weergave is te vinden in het documentregister van de Raad.

I	Raad

1. 	Goedkeuring van de voorlopige agenda

A-punten

2.	Goedkeuring van de lijst van A-punten

Vermoedelijk zullen onderstaande punten als A-punt worden geagendeerd.
De regering

kan instemmen met deze onderwerpen.

	

2a.  	Gewijzigd EU-actieplan inzake radicalisering en rekrutering 

	document		: niet beschikbaar

	rechtsgrondslag	: niet van toepassing

	instemmingsrecht	: niet van toepassing

	Onder het Franse voorzitterschap in 2008 zijn het Europese Actieplan
dat ziet op bestrijding van Radicalisering en Rekrutering en de daarbij
behorende strategie, nader bezien. Ten opzichte van de vorige versie van
het actieplan is er weinig veranderd. Belangrijkste wijzigingen
betreffen extra aandacht voor de Media Communicatie Strategie en het
actieplan is minder toegespitst op de islam. Het Franse voorzitterschap
heeft destijds zijn uiterste best gedaan om het actieplan ook toe te
snijden op het tegengaan van radicalisering in andere kringen.
Bijvoorbeeld: rechtsextremisme, dierenrechten-extremisme,
linksradicalisme, of nationalistisch getint extremisme. Op Nederlands
aandringen zal in de toekomst extra aandacht worden besteed aan
onderzoek naar het proces van deradicalisering en -indien mogelijk-
beleid om dit proces te versnellen.

De Anti-terrorisme Coördinator (CTC) heeft een zestal lidstaten bereid
gevonden om het voortouw te nemen bij de implementatie van het
actieplan. Nederland heeft de leiding als het gaat om het uitdragen van
een brede lokale aanpak.

	Aanvulling:

	document		: 9915/09 JAI 298 ENFOPOL 131 COTER 48  		    (NL)

	status document	: openbaar

	document		: 9915/09 JAI 298 ENFOPOL 131 COTER 48 		    

				  ADD 1 RESTREINT					    (EN)	status document	: niet openbaar

	Het betreft het document dat aan het Comité van Permanente
Vertegenwoordigers is voorgelegd en waarvan is kennisgenomen.

2b.  	Jaarverslag Europol 2008

	document		: 8131/09 EUROPOL 19				  (EN)

	status document	: openbaar

	rechtsgrondslag	: artikel 28, tiende lid, Europolovereenkomst

	instemmingsrecht	: niet van toepassing

	Europol hield zich in 2008 vooral bezig met drugshandel, mensenhandel
en -smokkel, fraude, euro- en productvervalsing, diefstal intellectuele
eigendom en witwassen. Het jaarverslag is vastgesteld door de Raad van
Bestuur van Europol tijdens de vergadering van 17 en 18 maart jl.

	

2c.	Ontwerp-conclusies van de Raad betreffende prioriteiten voor de EU
strategie voor de bestrijding van georganiseerde criminaliteit op basis
van het OCTA 2009

	documenten		: 8061/09 CRIMORG 47 RESTREINT			(EN)

				: 8301/2/09 CRIMORG 54 REV 2			(EN)

	status documenten	: niet openbaar

	rechtsgrondslag	: niet van toepassing

	instemmingsrecht	: niet van toepassing

Het OCTA is de EU-variant van het Nationaal Dreigingsbeeld en geeft een
overzicht van de bedreigingen die uitgaan van de georganiseerde
criminaliteit voor de lidstaten van de EU, waarbij gepoogd wordt om
toekomstige ontwikkelingen te schetsen. Het OCTA werd aangekondigd in
het Haags Programma en wordt opgesteld door Europol op grond van
bijdragen van de lidstaten. Het rapport dient als basis voor het
vaststellen van EU-prioriteiten voor de aanpak van georganiseerde
criminaliteit, waarover uiteindelijk de Raad een besluit neemt. Deze
prioriteiten dienen te leiden tot gemeenschappelijke werkzaamheden
tussen de lidstaten. Tevens vormen ze de basis voor de werkzaamheden van
Europol, Eurojust en de European Task Force Chiefs of Police (ETFCP). De
systematiek van het OCTA en het selecteren van prioriteiten vloeit voort
uit het beginsel van Intelligence “Led Policing” en sluit nauw aan
bij de Nederlandse systematiek van het Nationaal Dreigingsbeeld. 

In de Raadsconclusies zijn de volgende EU-prioriteiten voor 2009/2010
genoemd, te weten drugshandel, met name de handel via West-Afrika,
mensenhandel, fraude, corruptie en witwassen. EU-organen en de lidstaten
zullen over de voortgang op de EU prioriteiten dienen te rapporteren.
Wat betreft drugshandel, mensenhandel en witwassen komen deze
prioriteiten voor 2009/2010 overeen met de nationale speerpunten zoals
in 2008 vastgesteld.  De aanpak van fraude en corruptie zijn op
nationaal niveau onderdeel van het versterkingsprogramma
financieel-economische criminaliteit.  Een volgend OCTA verschijnt in
2011.

	Aanvulling:

	document		: 8301/3/09  CRIMORG 54  REV 3			(EN)

	status document	: niet openbaar

	Het betreft het laatste document dat aan het Comité van Permanente
Vertegenwoordigers is voorgelegd.

2d.	Ontwerp-Raadsconclusies met betrekking tot het jaarverslag van
Eurojust 

	(kalenderjaar 2008)

	document		: 7682/1/09 EUROJUST 16 COPEN 52 EJN 21 

				  CATS 24 REV 1				 	(EN)

	status document	: niet openbaar 

	rechtsgrondslag	: artikel 32, eerste lid, Raadsbesluit 2002/187/JBZ tot

				  oprichting van Eurojust

	instemmingsrecht	: niet van toepassing

 

	Conform artikel 32, eerste lid, van het Eurojustbesluit biedt het
College van Eurojust zijn jaarverslag aan de Raad aan. Het jaarverslag
heeft betrekking op 2008 en beschrijft de belangrijkste ontwikkelingen
rondom het aantal afgedane zaken, te weten het aantal aan Eurojust
aangeboden zaken (een stijging van 1085 zaken in 2007 naar 1193 in 2008,
ofwel 10% meer zaken), 132 coördinatievergaderingen (ter vergelijking,
91 in 2007), de belangrijkste categorieën zaken (drugshandel en
misdrijven tegen bezit of publieke goederen, waaronder fraude);
samenwerking met andere Europese instanties (Europol, EJN, OLAF) en
derde staten (samenwerkingsakkoorden met Zwitserland en FYROM), alsmede
de uitbouw van het beheer van de organisatie en de verdere
ontwikkelingen van technische voorzieningen (aansluiting op SIS II, case
management system en EPOC III). De in het jaarverslag beschreven
ontwikkelingen staan uiteraard al sterk in het teken van de
implementatie van het bij besluit van de Raad gewijzigde
Eurojustbesluit. De thans voorliggende conclusies, waarover nog op
ambtelijk niveau overleg gaande is, betreffen de belangrijkste punten in
het jaarverslag, daaronder begrepen de in 2008 bereikte resultaten, de
(uiteenlopende) mate waarin lidstaten gebruik maken van Eurojust, de
samenwerking met de hiervoor genoemde Europese instanties en die met
derde landen. 

	

2e.	Ontwerp-Raadsconclusies inzake een beter gebruik van het SIS en
SIRENE voor de bescherming van kinderen

	document		: 9148/09 JAI 236 SIRIS 61 ENFOPOL 93 FRONT 33 

				  JUSTCIV 107 COMIX 333  				    (NL)

	status document	: openbaar

	rechtsgrondslag	: niet van toepassing

	instemmingsrecht	: niet van toepassing

	De Raad verzoekt de lidstaten om in het bijzonder:

	-	vaker een beroep te doen op de samenwerking met SIS en SIRENE bij de
bescherming van kinderen, in het bijzonder wanneer het gaat om vermiste
minderjarigen;

	-	op nationaal niveau de nodige regelingen te treffen voor een betere
samenwerking tussen SIRENE en andere bevoegde nationale autoriteiten die
een rol spelen bij het opsporen van vermiste minderjarigen en bij de
zorg voor kinderen, met als doel een zo doeltreffend mogelijke
bescherming van kinderen tot stand te brengen; 

	

	Nederland kan zich volledig vinden in de ontwerp-conclusies van de Raad
over een beter gebruik van SIS en SIRENE voor de bescherming van
kinderen. Nederland geeft hoge prioriteit aan de opsporing van vermiste
minderjarigen. Alle vermiste minderjarigen worden opgenomen in het SIS.
Voor de beoordeling of sprake is van een werkelijke vermissing of een
ontvoering wordt via een vast protocol gewerkt. Afhankelijk van de
situatie/zaak worden naast signalering in het SIS uiteenlopende
instrumenten ingezet, die variëren van inschakeling van direct contact
met buitenlandse autoriteiten tot inschakelen van
allerteringinstrumenten als “AMBER alert” en de media (radio,
televisie, websites). 

2f.	Ontwerp-besluit van de Raad tot wijziging van Besluit 2002/956/JBZ 

	betreffende de  oprichting van een Europees Netwerk voor de bescherming
van prominenten

	document		: 9769/09 ENFOPOL 123				  (NL)

	status document	: openbaar

	rechtsgrondslag	: artikel  30, eerste lid onder a en c en artikel 34, 

  tweede lid, onder c, EU-Verdrag

	instemmingsrecht	: van toepassing, goedkeuring besluit

	Op 26 mei 2008 informeerde de Minister van Justitie uw Kamer per brief
dat hij eind februari 2008 en marge van de JBZ-Raad aan zijn Europese
ambtgenoten had voorgesteld tot afspraken te komen rond beveiliging van
bedreigde personen die deelnemen aan het publieke debat, zodat bij
reizen naar, dan wel verblijf in, een andere lidstaat en indien de
noodzaak daartoe bestaat, zorggedragen kan worden voor een zorgvuldige
overdracht van de beveiliging van die personen. 

	Er bestonden hieromtrent al EU-afspraken over personen met een
officiële functie voor de staat. Het voorstel dat Nederland in de
tweede helft van 2008 aan de lidstaten heeft voorgelegd breidt dit uit
door personen zonder officieel ambt die vanwege hun bijdrage aan het
publieke debat persoonsbeveiliging van de overheid ontvangen en die
reizen naar andere lidstaten van de Unie, hieraan toe te voegen. Het
voorstel behelst een wijziging van het besluit 2002/956/JBZ tot
oprichting van een Europees netwerk voor de bescherming van prominenten.
Wanneer de wijziging wordt aangenomen, zullen lidstaten elkaar voortaan
over bezoeken van beveiligde personen informeren, met of zonder
officieel ambt. Hierbij wordt tevens informatie verstrekt over 

beveiligingsmaatregelen. Belangrijk uitgangspunt blijft dat iedere
lidstaat zelf verantwoordelijk is voor het beleid en de uitvoering van
beveiliging van bedreigde personen. 

	Het Europees Parlement heeft over de wijziging van het besluit uit 2002
een positief advies uitgebracht.

2g.	 Implementatie van artikel 102 A van de Uitvoeringsovereenkomst van
Schengen

 voor het jaar 2007; verslag aan het Europees Parlement

	document		: 16900/08 SIRIS 161 SCHENGEN 42 ENFOPOL 254	

				  COMIX 889 						  (NL)

	status document	: openbaar

	rechtsgrondslag	: artikel 102 A Uitvoeringsovereenkomst van Schengen
(SUO)

	instemmingsrecht	: niet van toepassing

	Artikel 102A van de Uitvoeringsovereenkomst van Schengen (SUO) geeft de
instanties die in de lidstaten verantwoordelijk zijn voor de registratie
van voertuigen toegang tot het SIS, met het doel om na te kunnen gaan of
de aan voor registratie aangeboden voertuigen als gestolen of vermist
geregistreerd staan. Het artikel voorziet er tevens in dat het Europees
Parlement jaarlijks door de Raad wordt geïnformeerd over de
implementatie en uitvoering van dit artikel van de SUO. Het rapport
dient statistisch materiaal te bevatten over het gebruik van de
toepassing van artikel 102A, de behaalde resultaten en een verklaring
over de bescherming van de gegevens. Er worden overigens alleen gegevens
over voertuigen opgenomen en geen persoonsgegevens. Negen landen
waaronder Nederland hebben artikel 102A geïmplementeerd. Omdat nog niet
alle landen artikel 102A hebben geïmplementeerd acht de Raad het nog te
vroeg om vergaande conclusies te trekken. Wel wordt het middel in het
algemeen gezien als een welkom instrument in de bestrijding van
georganiseerde voertuigdiefstal en illegale import. Het rapport beveelt
daarom aan dat alle Schengen lidstaten tot implementatie overgaan. De
regels met betrekking tot de bescherming van de gegevens zijn volgens de
voorschriften van de Uitvoeringsovereenkomst van Schengen uitgevoerd.

2h.	Verklaring van de Ministeriële Conferentie van Praag: een nieuwe
benadering 

	voor een veiliger Internet voor kinderen

	document	: 9557/09 ENFOPOL 107 AUDIO 21 TELECOM 98 JEUN 28

		  EDUC 85 CONSOM 105			 	 (EN)

	status document	: niet openbaar

	rechtsgrondslag	: niet van toepassing

	instemmingsrecht	: niet van toepassing

	Deze “Praagse verklaring” is het slotdocument van de door het
Tsjechische voorzitterschap op 20 april jl. in Praag georganiseerde
Ministeriële Conferentie over "Safer Internet for Children – Fighting
together against illegal content and conduct online". Deze conferentie
richtte zich in het bijzonder op politiesamenwerking en op het vermogen
van rechtshandhavingsdiensten om illegale “content” op het internet
te bestrijden (bijlage 1). Genoemd worden in dit verband de onderwerpen
cyberpesten, "grooming" en ander gedrag gericht op het seksuele misbruik
van kinderen.

	

	De verklaring richt zich op de aanpak van seksueel misbruik van
kinderen op internet en in het bijzonder op: 

	

	•	preventiegerichte voorlichting ter ondersteuning van het vermogen
van kinderen om zich te weer te stellen tegen internetcriminaliteit
gericht op seksueel misbruik (“empowerment”);

	•	instelling van nationale meldpunten en van een Europees meldpunt;

	•	het formeren van een Europese “Financial Coalition” tegen
seksueel misbruik van kinderen;

	•	samenwerking met de private sector gericht op het ontwikkelen van
technologie om deze vormen van internetcriminaliteit terug te dringen,
het doen uitvoeren van internetsurveillance en de introductie van
filters en het blokkeren van websites met illegale content;

	•	samenwerking tussen politiële en justitiële instanties van de
lidstaten (o.a. met Rusland, Oekraïne en de VS) in gezamenlijke
onderzoeken, waarbij in het bijzonder ook wordt gekeken naar het
faciliteren van grensoverschrijdende opsporing.

	

	Nederland is zeer positief over de voorgestelde aanpak ter bestrijding
van seksueel

	misbruik van kinderen op internet en kan deze verklaring ondersteunen.

	

2i.	Ontwerp-aanbeveling betreffende bestrijding van illegale motorraces

	document		: 9766/09 CRIMORG 76 ENFOPOL 122 TRANS 189 	    (EN)

	status document	: niet openbaar

	rechtsgrondslag	: niet van toepassing

	instemmingsrecht	: niet van toepassing

Het voorstel houdt voorstellen in voor de aanpak van illegale races
(auto’s en motoren) in de lidstaten van de Europese Unie. Veel
lidstaten hebben last van dit fenomeen. Deze illegale races strekken
zich meestal uit over meerdere lidstaten. Gezien het competitie-element
en het geld wat in dit circuit omgaat, leidt het rijgedrag van de
deelnemers vaak tot (stelselmatige) verkeersovertredingen en onveilige
situaties in het verkeer. Lidstaten kunnen elkaar beter informeren over
geplande races zodat desgewenst tijdig maatregelen genomen kunnen
worden. In de Raadsconclusies staan een aantal voorstellen tot
verbetering van praktische samenwerking, waaronder het opzetten van een
informele lijst met contactpunten. 

	

Aanvulling:

	document		: 10140/09 CRIMORG 81 ENFOPOL 142 TRANS 211  	    (EN)

	status document	: openbaar

	Het betreft het laatste document dat aan het Comité van Permanente
Vertegenwoordigers is voorgelegd.

2j.	Ontwerp-aanbeveling van de Raad inzake de verbetering van 
radiocommunicatie tussen operationele units in grensgebieden	

	document		: 9763/09 ENFOPOL 119 TELECOM 103 COMIX 389	    (NL)

	status document	: niet openbaar

	rechtsgrondslag	: niet van toepassing

	instemmingsrecht	: niet van toepassing

	Dit voorstel voor een aanbeveling van de Raad bevat een aantal
aanbevelingen om de radiocommunicatie voor rechtshandhavingsdiensten en
hulpdiensten in grensgebieden te verbeteren. De communicatie met en
tussen TETRA en TETRAPOL communicatie-systemen schiet tekort. In vorm
van deze aanbeveling van de Raad worden voorstellen gedaan teneinde de
communicatie te verbeteren. Een van de voorstellen is het oprichten van
een groep van deskundigen vanuit de lidstaten die rapporteert aan de
werkgroep Politiesamenwerking. 

	Aanvulling:

	document		: 10141/09 ENFOPOL 143 TELECOM 116 COMIX 421      (EN)

	status document	: openbaar

	Het betreft het laatste document dat aan het Comité van Permanente
Vertegenwoordigers is voorgelegd.

2k.	Raadsconclusies betreffende toenemende bewustwording over civiele

      bescherming	

	document		: 9976/09 PROCIV 77 JAI 302 COCON 15 RELEX 	   (EN)

	status document	: openbaar

	rechtsgrondslag	: niet van toepassing		  

	instemmingsrecht	: niet van toepassing

De ontwerp-Raadsconclusies over de bewustmaking op het gebied van
civiele bescherming bestaan uit drie onderdelen: 

1) publieksvoorlichting en educatie gericht op de bevolking van de EU,
over wat men moet doen vóór, tijdens en na een noodsituatie; 

2) bewustmaking omtrent maatregelen ter verbetering van de beveiliging
van reddingswerkers; 

3)opleiding van diplomatiek personeel op het gebied van civiele
bescherming. Onderdeel 1) sluit uitstekend aan op het BZK-project
¨Zelfredzaamheid van burgers bij rampen.” Naast publieksinformatie is
daarom op verzoek van Nederland het element zelfredzaamheid toegevoegd
aan de Raadsconclusies. Het betreft vooral uitwisseling van informatie,
expertise en best practices. Onderdeel 2) beveiliging van
reddingswerkers is door NL aangereikt en stoelt op het Nederlandse (BZK)
programma “Veilige publieke taak.” Doel van Nederland hiermee is
aandacht te genereren voor het onderwerp en in kaart te brengen in
hoeverre dit probleem speelt in andere EU-landen, waarna eventuele
afspraken op EU-niveau kunnen volgen. Onderdeel 3) betreft de
voorlichting en training van diplomaten inzake het Mechanisme Civiele
Bescherming, teneinde de samenwerking tussen ambassades en EU-missies op
dit gebied te verbeteren.

	

2l.	Implementatie van de Raadsconclusies over de samenwerking met de
westelijke 

	Balkanlanden betreffende de bestrijding van georganiseerde
criminaliteit en 

	terrorisme 

	document		: 9698/09 ENFOPOL 113				    (EN)

	status document	: openbaar

	rechtsgrondslag	: niet van toepassing

	instemmingsrecht	: niet van toepassing

	Vorig jaar zijn door de Raad conclusies aangenomen over de samenwerking
met de westelijke Balkan in de strijd tegen georganiseerde misdaad en
terrorisme. Nu ligt een tussenrapport van de
werkgroepterrorismebestrijding voor, met een overzicht van de
activiteiten die zijn ondernomen en met aanbevelingen. Deze laatste zien
op: 

	- verbetering van de slagkracht van de westelijke Balkan in de strijd
tegen terrorisme, vooral door opleidingen;

	- het opzetten van een informeel netwerk van “focal points”
gespecialiseerd in contra-terrorisme tussen de Balkan en in de EU;

	- verbetering van de gerechtelijke samenwerking tussen nationale
autoriteiten; en

	- verbetering van de samenwerking tussen Eurojust en Europol en tussen
Eurojust en de westelijke Balkan.

	

2m.	Wijziging besluit van de Raad 2001/470/EG tot oprichting van een
Europees 

	Justitieel Netwerk (EJN) in burgerlijke en handelszaken

	document		: PE-CONS 3735/08 JUSTCIV 269 JURINFO 90 

				  CODEC 1904				   		 (NL)

	status document	: openbaar

	rechtsgrondslag	: artikel 61, onder c en d, artikel 66 en 

				  artikel 6, vijfde lid, tweede streepje EG-Verdrag

	instemmingsrecht	: niet van toepassing

	Het betreft de formele vaststelling van het besluit tot wijziging van
het besluit van de

Raad 2001/470/EG tot oprichting van het Europees Justitieel Netwerk
(EJN) in civiele en handelszaken waarover tijdens de bijeenkomst van de
Raad van 27 en 28 november 2008 politieke overeenstemming is bereikt.

	

2n.	Ontwerp-Raadsbesluit betreffende de ondertekening van een terug- en
overnameovereenkomst tussen de EU en Pakistan

	document		: 7510/09 MIGR 32 ASIE 9				    (NL)

	status document	: openbaar

	rechtsgrondslag	: artikel 63, derde lid onder b, juncto artikel 300,
EG-Verdrag

	instemmingsrecht	: niet van toepassing

Aan de Raad ligt het voorstel voor om de tekst van de terug- en
overname- overeenkomst tussen de Europese Unie en Pakistan te
ondertekenen. De onderhandelingen met Pakistan zijn afgerond en de tekst
is in september 2008 door de onderhandelaars geparafeerd. 

2o.	Ontwerp-Raadsbesluit tot machtiging van de Commissie op de
onderhandelingen met Kaapverdië te openen over de facilitatie van visa
voor kort verblijf

 	

	document		: 9843/09 VISA 160 COAFR 169 RESTREINT	    	   (EN)

	status document	: niet openbaar

	rechtsgrondslag	: artikel 62, derde lid onder b, juncto artikel 300,
EG-Verdrag

	instemmingsrecht	: niet van toepassing

Aan de Raad ligt het voorstel voor tot mandatering van de Europese
Commissie om onderhandelingen met Kaapverdië te voeren over een
visumfacilitatie-overeenkomst. Het voorgestelde besluit houdt
richtlijnen in die de Commissie in de onderhandelingen met Kaapverdië
zal volgen. Vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Visa Code
(nieuwe geconsolideerde EU-regelgeving op het gebied van visa kort
verblijf) zal de afgifte van visa voor Kaapverdianen worden
vereenvoudigd en gestroomlijnd. Visumaanvragen kunnen op deze wijze
sneller worden afgehandeld, er zal een vereenvoudiging worden toegepast
van de te overleggen documenten en ook de afgifte van meervoudige visa
zal eenvoudiger worden. Houders van diplomatieke en dienstpaspoorten van
Kaapverdië worden vrijgesteld van de visumplicht. 

Aanvulling:

document		: 10051/09 VISA 170 COAFR 179 RESTREINT 	    EN()

status document	: niet openbaar

Het betreft het laatste document dat aan het Comité van Permanente
Vertegenwoordigers is voorgelegd.

2p.	Ontwerp-conclusies van de Raad over de implementatie van het
EU-Drugs

	Actieplan voor 2009-2012 (sleutelindicatoren aanbodvermindering)

	document		: 9634/09 CORDROGUE 26				    (NL)

	status document	: openbaar

	rechtsgrondslag	: niet van toepassing

	instemmingsrecht	: niet van toepassing

	Actiepunt 67 uit het EU Drugsactieplan 2009-2012 roept op om
sleutelindicatoren te ontwikkelen met betrekking tot drugsgerelateerde
criminaliteit, illegale teelt, drugsmarkten en aanbodvermindering en een
strategie om gegevens daaromtrent te verzamelen. Uit de evaluatie van
het voorgaande EU-Drugsactieplan (2005-2008) was namelijk gebleken dat
het meten van de uitkomsten van aanbodverminderings- en
handhavingsactiviteiten ten aanzien van drugs bemoeilijkt werd door een
gebrek aan beschikbaarheid van gestandaardiseerde sleutelindicatoren op
deze terreinen. Voorliggende conclusies bevatten een stappenplan voor de
realisatie van het actiepunt. Uitgangspunt voor de ontwikkeling van
bedoelde indicatoren is dat zoveel mogelijk aangesloten dient te worden
bij nationale en Europese rapportagemechanismen en de daarvoor
beschikbare gegevens. Dit geldt ook voor de ontwikkeling van indicatoren
waarmee op Europees niveau nog niet veel ervaring is opgedaan en
waarover een aantal suggesties wordt gedaan. EMCDDA en Europol worden
opgeroepen om samen met de Europese Commissie te komen tot een
verbetering van de kwaliteit en vergelijkbaarheid van reeds bestaande
indicatoren. Hun wordt ook verzocht om, ten aanzien van indicatoren die
reeds in verschillende lidstaten, maar nog niet in de hele EU, worden
toegepast en de suggesties die worden gedaan, een analyse te maken van
de bruikbaarheid op Europees niveau en de haalbaarheid om ze tot
Europese indicatoren te ontwikkelen. De Commissie wordt opgeroepen om
alle bevindingen, conform actiepunt 67 in een “Staff Working Paper on
drugs-related data” te bundelen.

	Nederland onderschrijft het nut van de ontwikkeling van nieuwe en
tussen de lidstaten vergelijkbare indicatoren op het terrein van de
aanbodvermindering en handhaving, ook omdat goede indicatoren op het
vlak van de vraagvermindering reeds langer bestaan. 

	

2q.	Raadsconclusies over de follow-up van Zwitserland met betrekking tot
de Schengen-evaluaties die in 2008 zijn uitgevoerd 	

	document		: 8639/1/09 SCH-EVAL 59 COMIX 308 

				  CH 8 FL 6  RESTREINT				 (EN)	status document	: niet openbaar

	rechtsgrondslag	: niet van toepassing 

	instemmingsrecht	: niet van toepassing 

Na de toetreding tot Schengen van Zwitserland in december 2008, heeft
begin 2009 opnieuw een bezoek van de luchtgrenzen plaatsgevonden. Nadat
ook dit bezoek met een positief resultaat is afgerond, is Zwitserland
ook voor de luchtgrenzen toegetreden tot het Schengengebied. In de
conclusies van de Raad die nu voorleggen wordt dit uiteengezet en de
Raad wordt gevraagd hiervan kennis van te nemen. 

	

2r.	Interim verslag over de uitvoering van de nieuwe opzet van de
Schengen-evaluaties

	document		: 9432/09 SCH-EVAL 70 COMIX 356	  		  (EN)

	status document	: niet openbaar 

	rechtsgrondslag	: artikel 66, EG-Verdrag, artikel 30 en artikel 31,
EU-Verdrag

	instemmingsrecht	: niet van toepassing 

Het Tsjechische voorzitterschap presenteert een eerste interimrapport
over de ontwikkelingen van het nieuwe Schengenevaluatiemechanisme
gedurende de afgelopen 6 maanden, als gevolg van de Raadsconclusies van
18 en 19 december 2008. Nederland neemt kennis van de inhoud van het
interimrapport.

2s.	Ontwerp-conclusies van de Raad over het Europees Netwerk voor
Criminaliteitspreventie (ENCP)

	document		: 9410/2/09 CRIMORG 72 REV 2	                          (NL)

	status document	: niet openbaar 

	document		: 9397/09 CRIMORG 71				(EN)

	status document	: openbaar

	rechtsgrondslag	: niet van toepassing

	instemmingsrecht	: niet van toepassing

De ontwerp-conclusies van de Raad verwelkomen het jaarverslag van het
Europees Netwerk inzake criminaliteitspreventie (ENCP) over het jaar
2008 en onderschrijven de inhoud ervan. Zij onderstrepen het belang van
het ENCP als efficiënt instrument voor het bevorderen van “best
practices” op het gebied van criminaliteitspreventie in de Europese
Unie en de lidstaten. In dit verband wordt onder meer genoemd de
ontwikkeling van een ENCP-website waarbij lidstaten worden aangespoord
om actief materiaal inzake criminaliteitspreventie aan te dragen.

2t.	Follow-up van de resultaten van de informele bijeenkomst van de
JBZ-Raad van 15 en 16 januari jl. op het gebied van moderne
technologieën en veiligheid

	document	: 10143/09 JAI 324 CATS 55 ASIM 54 ENFOPOL 145 

		  CRIMORG 85             	       				(EN)

	status document	: openbaar

	rechtsgrondslag	: niet van toepassing

	instemmingsrecht	: niet van toepassing

Met dit document wil het voorzitterschap richting geven met betrekking
tot criteria/richtsnoeren voor nieuwe systemen voor
informatie-uitwisseling in de Europese Unie. De voorgestelde
criteria/richtsnoeren moeten verder worden ontwikkeld ten behoeve van
een strategie voor informatiebeheer in de EU, waaronder de balans tussen
gegevensbescherming, bewegingsvrijheid en veiligheid, het beheer,
technische criteria e.a. Nederland kan instemmen met het document en
onderstreept het belang dat voorstellen voor nieuwe systemen moeten
worden getoetst aan een aantal criteria voordat deze systemen worden
ontwikkeld. Er moet waar mogelijk gebruik worden gemaakt van bestaande
systemen. De criteria moeten passen in een Europese strategie voor
informatie-uitwisseling. Het ontwikkelen van een strategie en visie voor
informatie-uitwisseling in de EU heeft daarom prioriteit. Een
belangrijke basis voor verdere ontwikkeling van deze systemen zijn de
uitkomsten van een vragenlijst waarin de behoeften van de diensten voor
rechtshandhaving zijn geïnventariseerd, die als bijlage in het document
zijn opgenomen.

2u.	Besluit van de Raad tot machtiging van de Commissie om
onderhandelingen te openen over de sluiting van een overnameovereenkomst
tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kaapverdië

	document	: 6048/09 MIGR 8 COAFR 41 RESTREINT     	            (NL)

	status document	: niet openbaar 

	rechtsgrondslag	: artikel 62, derde lid onder b, juncto artikel 300,
EG-Verdrag

	instemmingsrecht	: niet van toepassing

	Aan de Raad ligt een voorstel voor tot machtiging van de Europese
Commissie om onderhandelingen met Kaapverdië te voeren over het sluiten
van een terug- en overnameovereenkomst. Het voorgestelde besluit houdt
richtlijnen in die de Commissie in de onderhandelingen met Kaapverdië
zal volgen. Nederland heeft geen bezwaren tegen de start van
onderhandelingen over een terug- en overnameovereenkomst.
Onderhandelingen hierover en over visumfacilitatie worden door de
Commissie voorgesteld in het kader van het Mobiliteitspartnerschap met
Kaapverdië, waaraan ook Nederland meedoet.

2v.	Ontwerp-gewijzigde overeenkomst voor de samenwerking tussen Eurojust
en Europol

	

	document	: 10019/09 CATS 52 EUROJUST 29 EUROPOL 30       (EN)

	status document	: openbaar

	rechtsgrondslag	: artikel 27, derde lid, besluit van de Raad van 28
februari 2002 	  betreffende de oprichting van Eurojust teneinde de
strijd

			  tegen ernstige	vormen van criminaliteit te versterken

		  (2002/187/JBZ) en artikel 22, eerste en tweede lid, 

                                                     Raadsbesluit
Europol (2009/371/JBZ)

	instemmingsrecht	: niet van toepassing

		

De herziene samenwerkingsovereenkomst tussen Eurojust en Europol
vervangt de huidige uit 2004. De JBZ-Raad van 5-6 juni 2008 heeft
Europol en Eurojust gevraagd de bestaande samenwerkingsovereenkomst aan
te passen, met name met het oog op betere onderlinge uitwisseling van de
informatie die nodig is voor het vervullen van hun taken, dit met
inachtneming van de respectievelijke juridische kaders. De opinie van
het Gemeenschappelijk Controle Orgaan van Europol (GCO) en die van het
GCO voor Eurojust zijn betrokken bij het huidige document. De herziene
samenwerkings-overeenkomst zal in werking treden op het moment dat het
Europol Raadsbesluit op 

1 januari 2010 in werking treedt. De wijzigingen ten opzichte van de
huidige samenwerkingsovereenkomst hebben betrekking op het verbreden van
de mogelijkheden voor Eurojust om Europol te verzoeken overeenkomstig
het juridische kader van Europol een analytisch werkbestand (AWF) te
openen. Daarnaast zijn bepalingen geformuleerd met betrekking tot het
meedelen van Europol aan Eurojust over de resultaten van een AWF en de
medewerking van Eurojust aan een dergelijk AWF. Tevens zijn bepalingen
opgenomen over het verstrekken van informatie door Eurojust aan Europol
ten behoeve van de AWF’s bij Europol en andere informatie die nodig is
om de taken van Europol uit te voeren. Zowel het College van Eurojust
als de Raad van Bestuur van Europol hebben de herziene
samenwerkingsovereenkomst goedgekeurd. Nederland kan instemmen met deze
herziening. 

B-punten

1.	Eerste pakket asiel

	

A.	Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad

	voor de vaststelling van criteria en mechanismen om te bepalen welke
lidstaat

	verantwoordelijk is voor het in behandeling nemen van een asielverzoek

	ingediend in een van de lidstaten onderdanen van derde landen
(herziening)

	- Oriëntatiedebat over bepaalde thema's

	documenten		: 16929/08 ASILE 26 CODEC 1758			(NL)

				: 16929/08 ASILE 26 CODEC 1758 ADD 3		(NL) 

	status documenten	: openbaar

	document		: 8707/09 ASILE 25 CODEC 539			(EN)

	status document	: niet openbaar				

	rechtsgrondslag	: artikel 63, eerste lid onder a, EG-Verdrag		
instemmingsrecht	: niet van toepassing

Het voorstel betreft een herziening van Verordening (EG) nr. 343/2003
tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke
lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek
dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt
ingediend (de “Dublin-verordening”). De Europese Commissie stelt
voor op diverse onderdelen de Dublin-verordening aan te passen. Thans is
het agendapunt nog onderwerp van bespreking in de betreffende
Raadswerkgroep. In de aanvullende geannoteerde agenda zal uw Kamer nader
worden geïnformeerd.

Aanvulling:

Zie onder  E.	

B.	Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad
met

	betrekking tot het EURODAC-systeem voor de vergelijking van
vingerafdrukken 

	- Oriëntatiedebat over specifieke onderwerpen

	documenten		: 16934/08 EURODAC 7 CODEC 1763			(NL)

				: 16934/08 EURODAC 7 CODEC 1763	ADD 3		(NL)

	status documenten	: openbaar

	document		: 9581/09 EURODAC 16 CODEC 696			(EN)

	status document	: niet openbaar				

	rechtsgrondslag	: artikel 63, eerste lid onder a, EG-Verdrag		  

	instemmingsrecht	: niet van toepassing

Dit voorstel is een herziening van Verordening (EG) nr. 2725/2000/EG van
11 december 2000 betreffende de instelling van Eurodac (de
“Eurodac-verordening”). De Commissie stelt voor op diverse
onderdelen de Eurodac-Verordening aan te passen. Thans is het agendapunt
nog onderwerp van bespreking in het kader van de Raadswerkgroep. Het
Tsjechische voorzitterschap is voornemens de Raad te informeren over de
stand van zaken bij de onderhandelingen. In de aanvullende geannoteerde
agenda zal uw Kamer nader worden geïnformeerd.

Aanvulling:

Zie onder E.

C.	Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad
inzake

	vaststelling van gemeenschappelijke normen voor de opvang van
asielzoekers

	document		: 9744/09 ASILE 34					(EN)

	status document	: niet openbaar				

	rechtsgrondslag	: artikel 63, eerste lid onder b, EG-Verdrag		
instemmingsrecht	: niet van toepassing

Dit voorstel betreft een herziening van Richtlijn 2003/9/EG tot
vaststelling van minimumnormen voor de opvang van asielzoekers in de
lidstaten (de “opvangrichtlijn”). De Commissie stelt voor op diverse
onderdelen de opvangrichtlijn aan te passen. Thans is het agendapunt nog
onderwerp van bespreking op het niveau van de Raadswerkgroep. Het
Tsjechische voorzitterschap is voornemens de Raad te informeren over de
stand van zaken bij de onderhandelingen. In de aanvullende geannoteerde
agenda zal uw Kamer hierover nader worden geïnformeerd.

	

Aanvulling:

Zie onder E.

D.	Voorstel voor een verordening inzake de oprichting van een Europees
Asiel

	Ondersteuningsbureau (EASO)

	document		: 8389/09 ASILE 22 CODEC 497 			(EN)

	status document	: niet openbaar				

	rechtsgrondslag	: artikel 63, eerste en tweede lid en artikel 66,
EG-Verdrag

	instemmingsrecht	: niet van toepassing

Dit voorstel voorziet in de oprichting van een Europees
Ondersteuningsbureau voor asielzaken (European Asylum Support Office,
EASO), in de vorm van een regelgevend agentschap. Thans is het
agendapunt nog onderwerp van bespreking in de betreffende
Raadswerkgroep. Het Tsjechische voorzitterschap is voornemens de Raad te
informeren over de stand van zaken bij de onderhandelingen. In de
aanvullende geannoteerde agenda zal uw Kamer nader worden geïnformeerd.

Aanvulling:

Zie onder  E.

	

E.	Voorstel voor een besluit  van het Europees Parlement en de Raad tot
wijziging van Besluit no. 573/2007/EG voor de instelling van een
Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013; stand van zaken

	document		: 6702/09 ASILE 6 CADREFIN 7 CODEC 213		(NL)

	status document	: openbaar

	rechtsgrondslag	: artikel 63, tweede lid, onder b, EG-Verdrag

	instemmingsrecht	: niet van toepassing

Dit voorstel heeft als doel de beschikking tot instelling van het
Europees Vluchtelingenfonds (EVF) te wijzigen, rekening houdend met de
oprichting en inwerkingstelling van het Europees ondersteuningsbureau
voor asielzaken, dat sommige activiteiten die tot dusver door het EVF
werden gefinancierd zal overnemen. Thans is het agendapunt nog onderwerp
van bespreking in de betreffende Raadswerkgroep. Het Tsjechische
voorzitterschap is voornemens de Raad te informeren over de stand van
zaken bij de onderhandelingen. In de aanvullende geannoteerde agenda zal
uw Kamer nader worden geïnformeerd.

	Aanvulling:

	document		: 9786/09 ASILE 35 EURODAC 17 CODEC 717  	(EN)

	status document	: niet openbaar

	Alle bovenstaande onderdelen van het ‘asielpakket’ zijn nog
onderwerp van bespreking in de desbetreffende Raadswerkgroep. In de Raad
zal niet over onderdelen van het pakket worden onderhandeld. Het
Tsjechische voorzitterschap is voornemens de Raad te informeren over de
stand van zaken bij de onderhandelingen. Daarbij zullen de door het
Europees Parlement aangenomen voorstellen ten aanzien van het
asielpakket worden betrokken. Naar verwachting zal na deze presentatie
door het voorzitterschap in de Raad een discussie worden gevoerd op
hoofdlijnen.

 

2. 	Voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende één enkele
aanvraagprocedure voor een gecombineerde vergunning voor onderdanen van

derde landen om op het grondgebied van een lidstaat te verblijven en te
werken en betreffende een gemeenschappelijk pakket rechten voor
werknemers uit derde landen die legaal in een lidstaat verblijven 

 

	document		: 9860/09 MIGR 59 SOC 328 				(EN)

	status document	: niet openbaar				

	rechtsgrondslag	: artikel 63, derde lid, onder a, EG-Verdrag		  

	instemmingsrecht	: van toepassing, politiek akkoord

Rondom de bijeenkomst van de Raad van 6 april jl. is uw Kamer
geïnformeerd over de inhoud van de laatste fase van de onderhandelingen
over de richtlijn ‘gecombineerde vergunning’. De discussie over de
reikwijdte van deze richtlijn is nog niet helemaal uitgekristalliseerd.
Het Tsjechische voorzitterschap heeft een compromistekst voorgelegd,
waarin de werkingssfeer van de richtlijn wordt beperkt tot houders van
een gecombineerde vergunning. Daarnaast stelt het voorzitterschap voor
om drie jaar na het einde van de implementatietermijn de reikwijdte van
artikel 12 met betrekking tot gelijke behandeling te evalueren.

Nederland kan zich vinden in de compromistekst van het voorzitterschap.
Praktisch gezien heeft de keuze voor een ruime of beperkte reikwijdte
voor Nederland geen betekenis, omdat op de onderwerpen die in artikel 12
worden genoemd legaal verblijvende vreemdelingen in Nederland al het
recht op gelijke behandeling hebben. Afhankelijk van de standpunten van
de overige lidstaten over de door het voorzitterschap voorgestelde
compromistekst zal tijdens deze bijeenkomst van de Raad een akkoord
kunnen worden bereikt over deze richtlijn. 

	Aanvulling:

	document		: 10127/09 MIGR 64 SOC 359 			  	  (EN)

	status document	: niet openbaar

	Het betreft het laatste document dat aan het Comité van Permanente
Vertegenwoordigers is voorgelegd.

3.	Ontwerp-Raadsconclusies inzake de oprichting van een informeel EU
Netwerk van nationale rapporteurs of gelijkwaardige mechanismen ter
bestrijding van mensenhandel

	document		: 8723/3/09  CRIMORG 63 MIGR 43 ENFOPOL 86 

				  REV 3							  (EN)

 	status document	: niet openbaar				

	rechtsgrondslag	: niet van toepassing			  

	instemmingsrecht	: niet van toepassing

	Deze ontwerp-conclusies van de Raad beogen de oprichting van een
netwerk van nationaal rapporteurs mensenhandel of vergelijkbare
mechanismen. Elke lidstaat wordt daartoe verzocht een nationaal
rapporteur of vergelijkbaar mechanisme aan te wijzen om aan het netwerk
deel te nemen. Naast de nationale rapporteurs kunnen EU-instellingen en
agentschappen deelnemen aan het netwerk en kunnen internationale
organisaties die zich bezig houden met mensenhandel worden uitgenodigd
als toehoorders. Het netwerk dient vooral als forum om ervaringen en
“best practices” uit te wisselen. Nederland steunt de oprichting van
dit netwerk. 

	Aanvulling:

	document		: 8723/4/09 CRIMORG 63 MIGR 43 ENFOPOL 86 

									     REV 4         (NL)

	status document	: niet openbaar

	Het betreft het laatste document dat aan het Comité van Permanente
Vertegenwoordigers is voorgelegd.

Dit agendapunt zal als A-punt door de Raad worden afgehandeld.

4.	Ontwerp-conclusies van de Raad over de versterking van de
samenwerking

	tussen de EU-lidstaten bij de bestrijding en preventie van onwettige
vormen van

	extremistische activiteiten

	document		: 9890/09 ENFOPOL 130				(EN)

	status document	: niet openbaar				

	rechtsgrondslag	: niet van toepassing			  

	instemmingsrecht	: niet van toepassing

Het Tsjechische Voorzitterschap heeft, mede vanwege de nationale
situatie, aandacht gevraagd voor de verbetering van de samenwerking bij
de bestrijding van rechtsextremisme, onder meer door verbeterde
informatie-uitwisseling op het terrein van radicalisering en de
radicalisering. Verschillende lidstaten, waaronder Nederland, hebben
benadrukt dat rechtsextremisme slechts een van de verschillende
verschijningsvormen van extremisme is en dat de bestrijding van andere
vormen van (religieus of ideologisch gemotiveerd) extremisme evenzeer
van belang is. Ook meent Nederland dat het van belang is dat naast
optreden tegen extremisme in een vergevorderd stadium, juist ook veel
aandacht moet worden besteed aan preventieve maatregelen. 

	Aanvulling:

	Dit onderwerp is vervallen.

	

5.	JBZ–externe betrekkingen

Ministeriële Trojka EU-VS (Praag 28 april); informatie over de
resultaten van

	      de bijeenkomst

	document		: 9136/09 JAIEX 26 RELEX 383 USA 24		(EN)

	status document	: niet openbaar				

	rechtsgrondslag	: niet van toepassing			  

	instemmingsrecht	: niet van toepassing

De voorzitter en de Commissie zullen verslag doen van de resultaten van
de ministeriële Trojka op het terrein van Justitie en Binnenlandse
Zaken tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten op 28 april jl. te
Praag. Deze eerste bijeenkomst met vertegenwoordigers van de nieuwe
Amerikaanse administratie had vooral een verkennend karakter. De EU en
VS kwamen overeen dat de bestaande transatlantische JBZ-agenda herzien
moet worden met het oog op nieuwe en verdergaande vormen van
samenwerking. Tijdens het volgende ministeriële JBZ-overleg tussen de
EU en de VS (in oktober) zal een gezamenlijk verklaring hierover worden
aangenomen. Verder is door de EU en de VS bevestigd dat het werk van de
High Level Contact Group (HLCG) over gegevensbescherming gecontinueerd
wordt. De HLCG bereidt een roadmap voor die dient te leiden naar een
transatlantische overeenkomst over gegevensbescherming. Deze
voorbereiding beperkt op geen enkele wijze de ruimte van de Raad bij een
toekomstige vaststelling van een onderhandelingsmandaat

	

	b) Partnerschaps Raad EU-Russische Federatie (Kaliningrad 14-15 mei
2009);

	informatie over de resultaten van de bijeenkomst

	document		: niet beschikbaar					

	rechtsgrondslag	: niet van toepassing			  

	instemmingsrecht	: niet van toepassing

Op 14 en 15 mei jl. is te Kaliningrad de tiende vergadering van de
Permanente Partnerschapsraad op het terrein van Justitie en Binnenlandse
Zaken tussen de EU en de Russische Federatie gehouden. Op de agenda
stonden de reguliere onderwerpen die betrekking hebben op de
implementatie van de gemeenschappelijke ruimte voor vrijheid, veiligheid
en recht. De voorzitter en de Commissie zullen verslag doen van dit
(halfjaarlijkse) overleg.

	

	

	

c) Ministeriële Trojka EU-Oekraïne

	document		: niet beschikbaar					

	rechtsgrondslag	: niet van toepassing			  

	instemmingsrecht	: niet van toepassing

De voorzitter en de Commissie zullen informatie verstrekken over het
(jaarlijks te houden) ministeriële overleg tussen de EU-Trojka en
Oekraïne op 3 juni a.s. te Luxemburg. Het vorige overleg vond plaats te
Kiev op 28 en 29 mei 2008. Een agenda is nog niet bekend. Naar
verwachting zal ondermeer gesproken worden over de implementatie van de
visa/readmissie overeenkomsten, asiel en migratie, grensmanagement,
strijd tegen corruptie en georganiseerde criminaliteit alsmede over
samenwerking met Europol en Eurojust.

	

d) resultaten van de Conferentie "Building Migration Partnerships"
(Praag 27- 28 april 2009)

	document		: 9283/09 ASIM 41 RELEX 400				(EN)

	status document	: openbaar				

	rechtsgrondslag	: niet van toepassing			  

	instemmingsrecht	: niet van toepassing

De Ministeriële Conferentie en de daar aangenomen verklaring creëren
een raamwerk voor de samenwerking op het gebied van migratiebeheer
(Global Approach to Migration) met de landen ten oosten en zuid-oosten
van de Europese Unie. Het gaat hier om de volgende landen: Albanië,
Armenië, Azerbeidzjan, Bosnië-Herzegowina, Kroatië. FYROM
(Macedonië), Georgië, Kazachstan, Kosovo, Kirgizië, Moldavië,
Montenegro, Servië, Tadzjikistan, Turkije, Turkmenistan, Oekraïne,
Oezbekistan en de Russische Federatie. Met de verklaring wordt een kader
geschapen voor samenwerking op een aantal concreet benoemde terreinen:
voorkomen en bestrijden van illegale migratie; bevorderen van
(vrijwillige) terugkeer, terug- en overname en duurzame herintegratie;
legale migratie, met nadruk op arbeidsmigratie; integratie van legaal
verblijvende migranten en migratie en ontwikkeling. 

Samenwerking vindt plaats op vrijwillige basis en heeft een facultatief
karakter, dat wil zeggen dat lidstaten zelf bepalen of en op welke
terreinen ze samenwerking vormgeven en of ze dit bilateraal doen of
gezamenlijk met andere lidstaten. Nederland steunt de aangenomen
verklaring. 

	

6.	SIS II

	document		: 10006/09 CATS 51 SIRIS 71 SIS-TECH 50 COMIX 411 (EN)

	status document	: niet openbaar				

	rechtsgrondslag	: niet van toepassing			  

	instemmingsrecht	: niet van toepassing

	De voorzitter en de Commissie zullen de Raad informeren over de
voortgang van het Schengen Informatiesysteem van de tweede generatie
(SIS II). De planning is dat de Raad vervolgens een beslissing neemt
over de voortgang van SIS: doorgaan met SIS II of kiezen voor het
alternatieve scenario. Op dit moment wordt er gewerkt aan drie
documenten: een rapport over SIS II, een rapport over
het alternatieve scenario en een rapport waarin beide scenario's worden
vergeleken. Het vergelijkingsrapport, op basis waarvan de Raad een keuze
kan maken, is nog niet gereed. Er zal op 25 mei a.s. nog een extra
bespreking in het Comité van Artikel 36 (CATS) over SIS II
plaatsvinden. Nederland houdt vast aan SIS II, tenzij op basis van de
vergelijking blijkt dat het alternatieve scenario het meest geschikt is.

	

Aanvulling:

	document		: 9787/09 CATS 49 JAI 332 SIRIS 66 COMIX 390	  (EN)

	status document	: niet openbaar

	De voorzitter en de Commissie zullen de Raad informeren over de
voortgang van het Schengen Informatiesysteem van de tweede generatie
(SIS II). De afgelopen periode zijn drie rapporten opgesteld, één over
SIS II, één over een alternatief scenario en een rapport waarin de
twee scenario's zijn vergeleken. Uit laatstgenoemd rapport blijkt dat
beide scenario's haalbaar zijn, maar dat het stoppen van SIS II extra
kosten met zich meebrengt. De Raad zal een beslissing nemen over de
voortgang van het SIS II project. In de ontwerp-Raadsconclusies wordt
voorgesteld de ontwikkeling van SIS II te continueren en het
alternatieve scenario op de achtergrond te houden als terugvaloptie,
mocht de ontwikkeling van SIS II toch achterblijven. Nederland kan
instemmen met de ontwerp-Raadsconclusies, waarin verschillende
maatregelen en aanpassingen zijn opgenomen die nodig zijn om het SIS II
project succesvol af te ronden en nieuwe complicaties te voorkomen. 

 

	

7.	Raadsconclusies over een EU- gecoördineerde aanpak met betrekking
tot de opvang van ex-gedetineerden uit Guantánamo Bay

	document		: niet beschikbaar

rechtsgrondslag	: niet van toepassing 

instemmingsrecht	: niet van toepassing

Tijdens deze bijeenkomst van de Raad zal de discussie over een mogelijke
gecoördineerde benadering van dit thema in verband met het
Schengen-acquis worden voortgezet. Tijdens de bijeenkomst van de Raad
van 6 april jl. is vastgesteld dat de ontmanteling van Guantánamo een
verantwoordelijkheid is van de VS en de beslissing tot overname van
ex-gedetineerden een zaak is van nationale afweging voor iedere lidstaat
afzonderlijk is. Echter een overname door de ene lidstaat heeft gevolgen
voor de overige lidstaten. Indien lidstaten de keuze maken ex-gevangenen
op te nemen, dienen zij ervoor te zorgen dat overname geen negatief
effect heeft op de openbare orde en de nationale veiligheid. Ten slotte
is geconcludeerd dat een systeem van informatie-uitwisseling opgezet
dient te worden tussen de lidstaten over eventuele overnames van
ex-gedetineerden. Het Comité van Permanente Vertegenwoordigers is
gemandateerd om een voorstel voor een dergelijk mechanisme te doen. Het
Comité van Permanente Vertegen-woordigers  buigt zich nog over een
mogelijk mechanisme. Uitkomsten van deze discussie zullen in de
aanvullende geannoteerde agenda worden opgenomen. 

	Aanvulling:

	document		: 10094/09 JAI 314 COMIX 418 COTER 54 ENFOPOL 141

				  USA 36 ASIM 53 COHOM 117 COJUR 13 POLGEN 93  (EN)

	status document	: niet openbaar

In het Comité van Permanente Vertegenwoordigers is een opzet voor een
mechanisme dat beoogt informatie uit te wisselen over mogelijk op te
nemen ex-Guantánamo gevangenen door EU lidstaten of niet EU
Schengenpartners, besproken. Het mechanisme, dat gebruik maakt van
bestaande kanalen van informatie-uitwisseling, schrijft voor dat
relevante informatie in twee fasen dient te worden uitgewisseld,
namelijk 1) wanneer een lidstaat besluit een ex-gedetineerde op te nemen
en 2) wanneer de ex-gedetineerde is toegelaten tot het grondgebied van
een van de EU lidstaten. 

Tevens zullen tijdens deze bijeenkomst van de Raad ontwerp-conclusies
voorliggen waarin de gecoördineerde aanpak van de EU met betrekking tot
de mogelijke opname van ex-gedetineerden wordt uiteengezet. In deze
conclusies van de Raad wordt nogmaals het belang benadrukt van een
adequate informatie-uitwisseling tussen lidstaten onderling, zowel
voorafgaand aan de beslissing tot opname van ex-gedetineerden als
nadien. Lidstaten worden opgeroepen alleen die ex-gedetineerden die
“cleared for release” zijn en niet kunnen terugkeren naar het land
van herkomst en hebben aangegeven naar een specifieke lidstaat van de
Unie of een Schengenland te willen worden overgedragen, toegang te
verschaffen. Lidstaten of Schengenlanden die ex-gevangenen overnemen
worden opgeroepen ook de zorgen met betrekking tot de openbare orde en
de nationale veiligheid van de andere lidstaten mee te wegen bij hun
besluiten. Bovendien vermelden de conclusies dat de betrokken Europese
staten (zowel de ontvangende lidstaat als de andere) passende
maatregelen kunnen treffen, indien daarvoor gegronde redenen bestaan ter
bescherming van hun nationale veiligheid. Tenslotte dienen de lidstaten
overgenomen ex-gedetineerden de noodzakelijke bijstand te verschaffen
met het oog op hun integratie. 

Voor wat de voorliggende ontwerp-conclusies betreft, is het voor
Nederland  uitdrukkelijk van belang dat Schengenlanden de mogelijkheid
moeten hebben om 

ex-gedetineerden die door andere Schengenlanden zijn opgenomen, de
toegang tot het eigen land te kunnen ontzeggen, indien daarvoor bij dat
land gegronde redenen bestaan. De essentie van dit punt is opgenomen in
de voorliggende ontwerp-conclusies. Nederland kan derhalve instemmen met
de ontwerp-conclusies van de Raad.

8. 	Voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling van een

	procedure voor de onderhandelingen over en de sluiting van
overeenkomsten

	tussen lidstaten en derde landen en betreffende de rechterlijke
bevoegdheid, de

	erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken,
inzake

	ouderlijke verantwoordelijkheid en onderhoudsverplichtingen en
betreffende het

	recht dat van toepassing is inzake onderhoudsverplichtingen 

	documenten		: 9879/09 JUSTCIV 128 + ADD 1			(EN)

	status document	: niet openbaar

	rechtsgrondslag	: artikel 61 onder c, artikel 65 en artikel 67, tweede
en vijfde 

		  lid, EG-Verdrag			  

	instemmingsrecht	: van toepassing, mogelijk politiek akkoord voorzien

Het voorstel van de Commissie heeft tot doel een procedure vast te
stellen waarmee de Gemeenschap kan beoordelen of er een voldoende
communautair belang is voor het sluiten van bilaterale overeenkomsten
met derde landen op in de overeenkomst specifiek te bepalen gebieden die
verband houden met justitiële samenwerking in burgerlijke en
handelszaken die onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap
vallen en bij gebrek aan dat belang, de lidstaten kan machtigen om die
overeenkomsten met derde landen te sluiten. Voorgesteld wordt om de
procedure daarnaast open te stellen voor het sluiten van regionale
overeenkomsten tussen een beperkt aantal lidstaten en derde landen. Niet
eerder dan na verloop van acht jaar na het aannemen van de verordening
dient deze geëvalueerd te worden. De geldigheid van de verordening
eindigt drie jaar nadat de Europese Commissie het evaluatierapport heeft
ontvangen. In het evaluatierapport kan worden aanbevolen de verordening
te vervangen door een nieuwe. 

Nederland heeft op het gebied van internationaal privaatrecht geen
traditie van bilaterale verdragen en zoekt tot nu toe bij voorkeur
aansluiting bij multilaterale verdragen. Nederland staat echter open
voor nieuwe ontwikkelingen als de relaties met derde landen daartoe
aanleiding geven en heeft daarom geen bezwaren tegen de voorstellen.

Naar verwachting zal er voor het instrument nog een nieuwe tekst komen
naar aanleiding van het rapport van het Europees Parlement. 

	

	Aanvulling:

	documenten		: 10251/09 JUSTCIV 140				(EN)

				  10251/09 JUSTCIV 140 ADD 1			(EN)

	status documenten	: niet openbaar

Het betreft het document waarover in het Comité van Permanente
Vertegenwoordigers overeenstemming is bereikt en dat aan de Raad zal
worden voorgelegd. Nederland kan instemmen met de tekst zoals die thans
voorligt.

9.	Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de

	Raad tot vaststelling van een procedure voor de onderhandelingen over
en de

	sluiting van overeenkomsten tussen lidstaten en derde landen en
betreffende

	het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst en
op niet-

	contractuele verbintenissen 

	documenten	: 9878/09 JUSTCIV 127 CODEC 723 			(EN)

		  9093/09 JUSTCIV 99 CODEC 628			(NL)

	status documenten	: niet openbaar

	rechtsgrondslag	: artikel 61 onder c, artikel 65, artikel 67, tweede
lid en 

				  artikel 251 EG-Verdrag

	instemmingsrecht	: niet van toepassing

Het doel van de verordening is een procedure vast te stellen waarmee de
Gemeenschap kan beoordelen of er een voldoende communautair belang is
voor het sluiten van bilaterale overeenkomsten met derde landen op in de
overeenkomst specifiek te bepalen gebieden die verband houden met
justitiële samenwerking in burgerlijke en handelszaken die onder de
exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap vallen en bij gebrek aan dat
belang, de lidstaten kan machtigen om die overeenkomsten met derde
landen te sluiten. In de tekst die aan de Raad wordt voorgelegd, wordt
voorgesteld om de procedure daarnaast open te stellen voor het sluiten
van regionale overeenkomsten tussen een beperkt aantal lidstaten en
derde landen. Voorts wordt thans voorgesteld dat de verordening niet
eerder dan na verloop van acht jaar na het aannemen ervan dient te
worden geëvalueerd en dat de geldigheid van de verordening eindigt drie
jaar nadat de Europese Commissie het evaluatierapport heeft ontvangen.
In het evaluatierapport kan worden aanbevolen de verordening te
vervangen door een nieuwe. 

Nederland heeft op het gebied van internationaal privaatrecht geen
traditie van bilaterale verdragen en zoekt tot nu toe bij voorkeur
aansluiting bij multilaterale verdragen. Nederland staat echter open
voor nieuwe ontwikkelingen als de relaties met derde landen daartoe
aanleiding geven en heeft daarom geen bezwaren tegen de voorstellen.

Het Europees Parlement heeft op 7 mei 2009 het rapport van de rapporteur
(Zwiefka) aangenomen. De verwachting is dat het voorzitterschap naar
aanleiding hiervan nog voor de Raad met een iets aangepaste tekst zal
komen. 

Nederland kan instemmen met het akkoord in eerste lezing.

	Aanvulling:

	document		: 9338/09 CODEC 669 JUSTCIV 111			(EN)

	status document	: openbaar

Het betreft het laatste document met het akkoord in eerste lezing dat
aan het Comité van Permanente Vertegenwoordigers is voorgelegd. 	

10.	Ontwerp-Raadsconclusies met betrekking tot instelling van een
Gemeenschappelijk Referentiekader voor het Europees Contractenrecht

	document		: 9741/09 JUSTCIV 120 CONSOM 111 			(EN)

	status document: 	: niet openbaar		

	rechtsgrondslag	: niet van toepassing 

	instemmingsrecht	: niet van toepassing

In december 2008 heeft een groep wetenschappers uit verschillende
lidstaten een wetenschappelijk ontwerp voor een gemeenschappelijk
referentiekader voor Europees contractenrecht aan de Europese Commissie
aangeboden. Eerder tijdens de bijeenkomst van de Raad 17 en 18 april
2008, had de Raad al een voorlopig standpunt ingenomen over het doel, de
inhoud, het toepassingsgebied en het bindend effect van een eventueel
gemeenschappelijk referentiekader. In vervolg daarop heeft de Raad in
november 2008 basisrichtlijnen gegeven ten aanzien van structuur,
toepassingsgebied, respect voor diversiteit en de betrokkenheid van
Raad, Europees Parlement en de Commissie bij het project. 

Het Tsjechische voorzitterschap stelt voor dat tijdens deze bijeenkomst
van de Raad een standpunt wordt ingenomen ten aanzien van de
fundamentele beginselen, definities en modelregels die in een
Gemeenschappelijk Referentiekader zouden kunnen worden opgenomen.
Bovendien wordt een standpunt voorgesteld ten aanzien van de relatie van
het Gemeenschappelijk Referentiekader tot het voorstel voor een
kaderrichtlijn consumentenrecht en ten aanzien van de vorm van een
gemeenschappelijk referentiekader. Voorgesteld wordt om in ieder geval
de beginselen van contractsvrijheid, contractuele zekerheid en goede
trouw op te nemen. Het wordt nog te vroeg geacht om definities te noemen
die in een Gemeenschappelijk Referentiekader zouden moeten worden
opgenomen. Met betrekking tot de modelregels wordt gesteld dat de
modelregels een algemeen karakter zouden moeten hebben zodat ze
eenvoudig toepasbaar zijn op alle contractuele situaties. Niet
uitgesloten is dat modelregels voor bijzondere contracten, die vallen
onder het Gemeenschapsacquis, op een later moment ook worden opgenomen
in een Gemeenschappelijk Referentiekader. Ten aanzien van de relatie tot
het voorstel voor een kaderrichtlijn consumentenrecht wordt gesteld dat,
om consistentie te bewerkstelligen, het wenselijk is dat bij het
opstellen van een Gemeenschappelijk Referentiekader gelet wordt op de
ontwikkelingen in de onderhandelingen over de voorgestelde
kaderrichtlijn. Tenslotte wordt aangegeven dat de vorm van een
Gemeenschappelijk Referentiekader het mogelijk moet maken om een
niet-bindend instrument op te stellen met richtsnoeren die zullen dienen
als een gemeenschappelijke inspiratiebron voor de Europese
Gemeenschapswetgever.

	Nederland kan instemmen met het voorgestelde standpunt.

11.       Europees e-Justice: Stand van zaken

document		: 9362/09 JURINFO 57 JAI 295 JUSTCIV 113 COPEN 89  (EN)

status document: 	: niet openbaar		

rechtsgrondslag	: niet van toepassing 

	instemmingsrecht	: niet van toepassing

	De Raad wordt gevraagd kennis te nemen van de voortgangsrapportage van
de 

	Raadswerkgroep e-Justice. In de voortgangsrapportage wordt met name
ingegaan op de geboekte voortgang wat betreft de totstandkoming van het
Europese e-Justice Portaal en grensoverschrijdende videoconferentie. Wat
betreft videoconferentie wordt de Raad gevraagd om conclusies aan te
nemen die bevestigen dat grens-overschrijdende videoconferentie moet
worden bevorderd en gefaciliteerd. Tevens wordt de Raad verzocht om
steun uit te spreken voor een handleiding en brochure voor
grensoverschrijdende videoconferentie, alsmede kennis te nemen van
verzamelde gegevens ten behoeve van videoconferentie. Wat betreft de
totstandkoming van het Portaal wordt de Raad gevraagd de Raadswerkgroep
e-Justice te verzoeken de werkzaamheden voort te zetten. Nederland kan
hiermee instemmen en zal, waar mogelijk, een actieve bijdrage blijven
leveren aan de gestelde prioriteiten op het terrein van Europees
e-Justice.

	

12.	Voorstel voor een richtlijn tot wijziging van richtlijn 2005/35/EG
inzake scheepsverontreiniging en de invoering van sancties op inbreuken;
Akkoord in eerste lezing met het Europees Parlement

	document		: 9315/09 CODEC 654 DROIPEN 28 MAR 79 ENV 348	 (EN)

	status document	: openbaar		

	rechtsgrondslag	: artikel 80, tweede lid, EG-Verdrag			  

	instemmingsrecht	: niet van toepassing

De voorzitter zal de Raad informeren over het in eerste lezing bereikte
akkoord over de ontwerprichtlijn tot wijziging van de richtlijn inzake
verontreiniging vanaf schepen en invoering van sancties voor inbreuken
(2005/35). De ontwerp-richtlijn voorziet richtlijn 2005/35 van een
strafrechtelijk kader voor de bestrijding van scheepsverontreiniging.
Aanvankelijk voorzag het Kaderbesluit 2005/667/JBZ tot versterking van
het strafrechtelijke kader voor de bestrijding van verontreiniging vanaf
schepen als aanvulling in dit kader. Dit kaderbesluit is bij uitspraak
van het Hof van Justitie van 23 oktober 2007 vernietigd.

	Aanvulling:

	documenten		: 9266/09 DROIPEN 27 MAR 78 ENV 344 CODEC 646    (EN)

				: 9266/09 DROIPEN 27 MAR 78 ENV 344 CODEC 646 				 	  ADD 1 REV 1			
		  (NL)

	status documenten	: niet openbaar

	Dit betreft het document met de definitieve compromistekst met het oog
op een akkoord met het Europees Parlement in eerste lezing, dat aan het
Comité van Permanente Vertegenwoordigers is voorgelegd.

13.	Eindrapport van de vierde ronde wederzijdse evaluaties  

	- praktische toepassing van het EAB	

	

	document		: niet beschikbaar					

	rechtsgrondslag	: niet van toepassing			  

	instemmingsrecht	: niet van toepassing

	Het betreffende eindrapport wordt thans nog besproken in het Comité
van Artikel 36 (CATS). In de aanvullende geannoteerde agenda zal uw
Kamer hier nader over worden geïnformeerd.

	Aanvulling:

	document		: 8302/4/09 CRIMORG 55 COPEN 68 EJN 24 

				  EUROJUST 20 REV 4					(EN)

	status document	: niet openbaar 

	De evaluatie van de toepassing van het Europees Aanhoudingsbevel (EAB)
in alle lidstaten is in het voorjaar van 2009 afgerond. Er zijn
inmiddels 27 evaluatieverslagen beschikbaar op de website van de
Europese Unie. In aansluiting daarop is in opdracht van het
voorzitterschap een zogeheten eindverslag opgesteld. Die term is
enigszins misleidend, omdat uit het rapport zelf, laatste bladzijde,
blijkt dat de praktische toepassing van het EAB ook in de toekomst zal
worden gevolgd. Het eindverslag bevat ook geen getrouwe samenvatting van
de verslagen over individuele lidstaten. De aanbevelingen die erin zijn
vermeld, zijn uiteenlopend van aard en gewicht. Naar het oordeel van de
regering zijn er twee aanbevelingen van bijzonder belang, te weten de
aanbeveling over proportionaliteit en de aanbeveling over correctie van
SIS-signaleringen. De eerstgenoemde aanbeveling strekt ertoe om in
EU-kader een proportionaliteitscriterium voor de uitvaardiging van een
EAB te ontwikkelen. Daarbij, zo blijkt uit het eindverslag, wordt de
Nederlandse wens om ook alternatieven voor een EAB te ontwikkelen, te
weten het vereenvoudigen van het horen van verdachten, betrokken. Ik zal
in de Raad aandringen op een prioritaire behandeling van deze
aanbeveling. De aanbeveling over de correctie van SIS-signaleringen ten
gevolge van rechterlijke uitspraken heeft Nederland krachtig
ondersteund. Ik zal in de

Raad het belang van deze aanbeveling nogmaals onderstrepen en geef
daarmee tevens uitvoering aan de toezegging die in het antwoord van 20
mei 2009 op kamervragen van het lid De Wit van 20 maart 2009, nr.
2009ZO5223, over hetzelfde onderwerp, door de Staatssecretaris van
Justitie is gedaan. 

14. 	Voorstel tot wijziging van het kaderbesluit 2004/68/JBZ betreffende
seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie en voorstel tot
wijziging van kaderbesluit 2002/629/JBZ betreffende de bestrijding van
mensenhandel

	-Stand van zaken

	document		: niet beschikbaar

	rechtsgrondslag	: artikel 29, 31, eerste lid, en artikel 34, tweede
lid, onder b, 

				  EU-Verdrag

				  artikel 29, artikel 31, onder e, en artikel 34, tweede lid, 

				  onder b, EU-Verdrag	

	instemmingsrecht	: in het algemeen van toepassing, thans enkel
informatie

				  over de stand van zaken

	De bespreking van deze nieuwe voorstellen van de Commissie heeft een
aanvang genomen in de Raadswerkgroep materieel strafrecht. De
voorstellen beogen het beschermingsniveau binnen de Europese Unie te
brengen naar het niveau van de verdragen van de Raad van Europa op het
terrein van de bescherming van kinderen tegen seksuele uitbuiting en de
aanpak van mensenhandel. Op een aantal punten gaan de voorstellen van de
Commissie echter verder, bijvoorbeeld terzake definities, sancties en
rechtsmacht. De voorstellen die verder gaan, zullen de belangrijkste
punten in de verdere onderhandelingen vormen. De voorstellen zijn door
alle lidstaten positief ontvangen, ook door Nederland. De voorzitter zal
tijdens deze bijeenkomst van de Raad verslag doen van de stand van
zaken.   

	Aanvulling:

	document		: 9892/09 DROIPEN 33 MIGR 61 CRIMORG 79 	    (EN) 	status
document	: niet openbaar

	Het betreft een document met de stand van zaken van het overleg met
betrekking tot

genoemde kaderbesluiten.

15.	Opleiding van rechters, aanklagers en juridische staf; informatie
van het voorzitterschap

	

	document		: niet beschikbaar					

	rechtsgrondslag	: niet van toepassing			  

	instemmingsrecht	: niet van toepassing

De voorzitter zal informatie geven over de implementatie van de
resolutie van de Raad inzake de opleiding van rechters en juridisch
personeel in de Europese Unie .

Nederland heeft in het verleden reeds veel ontwikkeld op het terrein van
opleidingen en de uitwisseling van rechters. Vanwege de implementatie
van genoemde resolutie is in Nederland hiervoor opnieuw aandacht
gevraagd wat onder meer heeft geleid tot uitbreiding van het
opleidingsaanbod van het Nederlands opleidingsinstituut voor de
rechterlijke macht (SSR) met betrekking tot het Europees recht.
Nederland stelt ook met name belang in de ontwikkeling hiervan in de
andere lidstaten. 

De voorzitter zal tevens mededeling doen over de resultaten van een
Euro-Arabische conferentie inzake juridische trainingen die op 4 en 5
mei jl. in Amman heeft plaatsgevonden en waar is gesproken over de
oprichting van een Euro-Arabisch netwerk voor juridische opleidingen.
Nederland zal hieraan meewerken.

16.	Diversen

- Conferentie over erfrecht en testamenten in Europees kader (20- 21
april 2009, Praag); informatie van het voorzitterschap

	document		: niet beschikbaar						rechtsgrondslag	: niet van toepassing
		  

	instemmingsrecht	: niet van toepassing

De voorzitter zal mededeling doen van de resultaten van de conferentie
over erfrecht en testamenten die 20 en 21 april jl. in Praag heeft
plaatsgevonden. De onderwerpen die aan de orde kwamen betroffen onder
meer de vrijheid van de rechtskeuze van de testateur en erfrechtelijke
uitgangspunten in “common law” landen. De Commissie heeft de
indiening van het aangekondigde voorstel voor een verordening op het
gebied van het erfrecht uitgesteld. 

Aanvulling:

Aangemeld zijn nog de volgende punten:

- Visum liberalisatie in de westelijke Balkanlanden

(informatie van de Commissie);

- Financiële crisis (follow-up van de bijeenkomst van de Raad van 6
april jl.)

(informatie van de voorzitter);

- Vrijhandelsakkoord tussen de EG en de lidstaten en de Republiek van 

- Zuid-Korea (informatie van de voorzitter);

- “Beyond Winning,”het project van het “Alternative Dispute
Resolution” (ADR) Centrum, Rome (informatie van Slovenië);

	- Sloveens voorzitterschap van het Comité van Ministers van de Raad
van Europa

(12 mei-19 november 2009)

            (informatie van Slovenië).

Aanvulling:

17.	Illegale immigratie in de Mediterrane landen

	

	document		: niet beschikbaar

rechtsgrondslag	: niet van toepassing			  

instemmingsrecht	: niet van toepassing

Het onderwerp illegale migratie in de Middellandse Zee-regio is op
verzoek van de Quadro-groep (Cyprus, Griekenland, Italië, Malta) op de
agenda van de Raad gezet. Deze landen willen weer een discussie voeren
over de migratieproblematiek in de Middellandse Zee-regio en de Europese
aanpak hiervan. De Quadro-groep ziet graag dat de overige lidstaten
solidariteit betrachten, bijvoorbeeld middels een
lastenverdelingsmechanisme via intra-EU relocatie van
asielzoekers/vluchtelingen. 

Nederland deelt de zorgen van de zuidelijke lidstaten waar het de
situatie aan de zuidgrenzen betreft. De bestrijding van illegale
migratie in de mediterrane regio en Noord-Afrika en de bescherming van
mensen die dat nodig hebben, verdienen extra aandacht van de Europese
Unie. Ook andere migratieroutes naar de Europese Unie, bijvoorbeeld via
de Oostelijke EU-grenzen (o.a. Turkije) en de Balkan behoeven aandacht.

Nederland hecht er belang aan dat EU-lidstaten samenwerken met landen
van herkomst en transit bij de bestrijding van illegale immigratie. Dit
sluit ook aan bij de alomvattende aanpak ('global approach') die EU
lidstaten beogen bij het beheer van migratiestromen. Indien een lidstaat
in dit kader bilaterale afspraken heeft gemaakt met transitlanden, wordt
dit in beginsel door Nederland ondersteund, mits de afspraken en de
uitvoering hiervan passen binnen de internationale en Europese
regelgeving. Dit betekent dat elke lidstaat, betrokken bij operaties in
de internationale wateren of operaties voor de kust van vertreklanden,
de verplichting heeft zich te houden aan het non-refoulement-beginsel,
voortvloeiend uit het Verdrag van Genève van 1951. Nederland gaat er op
grond van het Gemeenschapsrecht en het interstatelijke
vertrouwensbeginsel vanuit, dat lidstaten de internationale
verplichtingen, waaronder dat van non-refoulement, naleven. Voor wat
betreft een lastenverdelingsmechanisme voor op zee onderschepte
migranten, is het standpunt van Nederland dat er eerst een
geharmoniseerd Europees asielsysteem moet zijn voordat er eventueel
gesproken kan 

worden over lastenverdeling in de zin van het verdelen van
asielzoekers/vluchtelingen. 

18.     	Rapport over de uitvoering van de strategie en het actieplan
inzake

   	terrorismebestrijding

            

 	documenten		: 9715/09 JAI 280 ECOFIN 357 TRANS 187 RELEX 441 

				  ECO 73 PESC 620 COTER 44 ENFOPOL 132 

				  COSDP 439 PROCIV 70 ENER 176 ATO 48   

				  DATAPROTECT 37 TELECOM 101 		             (EN)				: 9715/09 JAI
280 ECOFIN 357 TRANS 187 RELEX 441 

				  ECO 73 PESC 620 COTER 44 ENFOPOL 132 

				  COSDP 439 PROCIV 70 ENER 176 ATO 48   

				  DATAPROTECT 37 TELECOM 101 ADD 1 	             (EN)

          	status documenten	: niet openbaar

rechtsgrondslag	: niet van toepassing			  

instemmingsrecht	: niet van toepassing

Elk half jaar komt de Europese Contra-Terrorisme Coördinator (de heer
De Kerchove) op verzoek van de Europese Raad met een overzicht van de
activiteiten die de afgelopen periode zijn ondernomen. De CTC beschrijft
hierin wat is ondernomen op het terrein van de “vier pilaren” van de
Europese CT-strategie: preventie, protectie, respons en vervolging. In
de bijlage is opgenomen wat de stand van zaken is ten aanzien van de
ratificatie van de juridische instrumenten die afgelopen jaren in
Europees kader op CT-terrein zijn overeengekomen. Nederland kan
instemmen met dit verslag. 

19.	Uitvoering van de terrorismebestrijdingsstrategie van de EU

	document		: 9717/09 JAI 281 ECOFIN 358 TRANS 188 RELEX 

  442 ECO 74 PESC 621 COTER 45 ENFOPOL 133 

  COSDP 440 PROCIV 71 ENER 177 ATO 49 

  DATAPROTECT  38 TELECOM 102  		                (EN)     

	status document	: niet openbaar

rechtsgrondslag	: niet van toepassing			  

instemmingsrecht	: niet van toepassing

Dit discussiedocument van de Europese Contra-Terrorisme Coördinator, de
heer De Kerchove, is enerzijds bedoeld om te bezien welke vooruitgang is
geboekt op het terrein van terrorismebestrijding sinds de Europese Raad
van 19 en 20 juni 2008 en bevat anderzijds de prioriteiten voor de
aankomende periode, zoals de CTC die ziet. Dit document omvat vele
ideeën en aanbevelingen van verschillende aard en wordt voor een eerste
discussie voorgelegd aan de Raad. Voor een gedegen beoordeling en
discussie van hun merites is echter meer tijd nodig. Een nauwgezette
behandeling volgt de komende maanden in de relevante werk- en
stuurgroepen op Europees niveau. Nederland is van mening dat dit
document als een goede basis kan dienen voor verdere discussie en
toekomstige besluitvorming.

20.	Richtsnoeren over de toepassing van Richtlijn 2004/38/EG van het
Europees Parlement en de Raad inzake het recht van burgers van de Unie
en hun familieleden van vrij verkeer en verblijf op het gebied van de
lidstaten 

	document		: niet beschikbaar                 

rechtsgrondslag	: niet van toepassing			  

instemmingsrecht	: niet van toepassing

De Europese Commissie bereidt in samenwerking met de lidstaten
richtsnoeren voor interpretatie van Richtlijn 2004/38/EG voor naar
aanleiding van het eind vorig jaar verschenen verslag waarin een
overzicht werd gegeven van de manier waarop Richtlijn 2004/38/EG is
omgezet in nationaal recht en tegen welke problemen lidstaten oplopen
bij de praktische toepassing van de richtlijn. De Commissie is
voornemens in de Raad verslag te doen van de voortgang van de
besprekingen van deze richtsnoeren die waarschijnlijk in juli a.s.
zullen worden vervat in een mededeling. 

Gemengd Comité

1.	SIS II; stand van zaken en conclusies van de Raad

			

	document		: 10006/09 CATS 51 SIRIS 71 SIS-TECH 50 COMIX 411  (EN)

	status document	: niet openbaar	

	rechtsgrondslag	: niet van toepassing

	instemmingsrecht	: niet van toepassing

	Zie onder agendapunt B 6.

	Aanvulling:

	Zie onder agendapunt B 6.

2.	VIS; stand van zaken

	document		: 9938/09 VISA 162 COMIX 399				  (EN)

	status document	: niet openbaar				

	rechtsgrondslag	: niet van toepassing			  

	instemmingsrecht	: niet van toepassing

De VIS-verordening regelt de opslag en het gebruik van de gegevens,
waaronder biometrische kenmerken (gelaatscan en vingerafdrukken) van
visumaanvragers. Nu er een politiek akkoord is over de
ontwerp-verordening welke biometrie-afname (en
samenwerkingsvormen/’outsourcing’) regelt, is de weg vrij om het VIS
daadwerkelijk te implementeren en biometrische gegevens van
visumaanvragers af te nemen en op te slaan. De start van de uitrol is
voorzien vanaf eind 2009. Voor het coördineren van activiteiten welke
met deze uitrol gepaard gaan is een groep ‘Vrienden van het VIS’
(Friends of VIS, FoVIS) opgericht onder het Franse EU-voorzitterschap.
Tijdens de vierde bijeenkomst van FoVIS die op 27 april heeft
plaatsgevonden, is een overzicht gegeven van de technische
voorbereidingen door de lidstaten.

 

Raadsconclusies over een EU gecoördineerde aanpak met betrekking tot de
opvang van ex-gedetineerden uit Guantánamo Bay

Zie onder agendapunt B 7

	Aanvulling:

	Zie onder agendapunt B 7.

4.         Diversen

	Er zijn geen onderwerpen onder dit agendapunt aangemeld.

		

 http://www.consilium.europa.eu/cms3_fo/showPage.asp?id=549&lang=nl&mode
=g

 Dit document wordt ter vertrouwelijke kennisneming aan de Kamer
voorgelegd.

 Dit document wordt ter vertrouwelijke kennisneming aan de Kamer
voorgelegd.

 Tweede Kamer, vergaderjaar 2008–2009, 29 911, nr. 17.

 Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, 29 911, nr. 10.

 Besluit van de Raad van 16 december 2008.

 23 490 nr. 503

 PB L 333 d.d. 10 december 2002.

 Document 10931/08, bijeenkomst van de Raad d.d. 8 juli 2008.

 Zie voor de geannoteerde agenda, de aangevulde geannoteerde agenda en
het verslag van deze bijeenkomst van de Raad, 23 490 nrs. 532, 533 en
536.

 Dit document wordt ter vertrouwelijke kennisneming aan de Kamer
voorgelegd.

 Dit document wordt ter vertrouwelijke kennisneming aan de Kamer
voorgelegd.

 Dit document wordt ter vertrouwelijke kennisneming aan de Kamer
voorgelegd.

 Dit document wordt ter vertrouwelijke kennisneming aan de Kamer
voorgelegd.

 Zie de (aanvullende) geannoteerde agenda en het verslag van deze
bijeenkomst van de

  Raad, 23 490 nrs. 502, 504 en 509.

 Zie voor de geannoteerde agenda, de aangevulde geannoteerde agenda en
het verslag van deze bijeenkomst van de Raad, 23 490 nrs. 549, 551 en
554.

 Zie voor de geannoteerde agenda, de aangevulde geannoteerde agenda en
het verslag van deze bijeenkomst van de Raad, 23 4890, nrs. 549, 551 en
554.

 Zie voor de geannoteerde agenda, de aangevulde geannoteerde agenda en
het verslag van

   deze bijeenkomst van de Raad, 23 490 nrs.497, 498 en 501.

 COM (2008) 614 final, 14183/08 CONSOM 140 JUSTCIV 220 CODEC 1315.

 Zie voor geannoteerde agenda, de aangevulde geannoteerde agenda en het
verslag

   van deze bijeenkomst van de Raad, 23 490 nrs. 522, 525 en 530.

 PAGE    

 PAGE   1