[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde agenda

Bijlage

Nummer: 2009D27722, datum: 2009-06-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Geannoteerde agenda Transportraad 11 juni 2009 en een overzicht van de stand van zaken van EU-dossiers op het terrein van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. (2009D27721)

Preview document (šŸ”— origineel)


GEANNOTEERDE AGENDA TRANSPORTRAAD 11 JUNI 2009

Hieronder vindt u een samenvatting van de onderwerpen van de
Transportraad van 11 juni 2009. De volgende Transportraad zal
plaatsvinden onder Zweeds Voorzitterschap op 8-9 oktober 2009.

De Transportraad van 11 juni 2009 kent een korte agenda en zal slechts
een ochtend duren. 

Het Voorzitterschap streeft naar het aannemen van een mandaat voor de
Europese Commissie om onderhandelingen te starten met Georgiƫ over een
luchtvaartakkoord. Een dergelijk luchtvaartakkoord past binnen het
nabuurschapsbeleid van de Europese Unie. Over het mandaat lijkt
overeenstemming te bestaan. Ook Nederland kan akkoord gaan.

Over het voorstel voor een verordening tot wijziging van verordening
1321/2004 inzake de beheerstructuren van de Europese programmaā€™s voor
radionavigatie per satelliet zal een voortgangsrapportage worden
besproken. Dit voorstel is nog niet rijp voor besluitvorming.

Ook over het voorstel voor een richtlijn tot vaststelling van het kader
voor het toepassen van intelligente vervoerssystemen op het gebied van
wegvervoer zal geen besluit worden genomen, maar een
voortgangsrapportage worden besproken. 

Het Voorzitterschap streeft naar het aannemen van Raadsconclusies over
het Groenboek TEN-T. Uitgangspunt voor de Nederlandse inzet betreft de
Kabinetsreactie op het Groenboek TEN-T (TK-nummer 22 112 nr 843).

Een debat zal plaatsvinden over het voorstel voor een verordening inzake
passagiersrechten in het busvervoer. Ook dit voorstel is nog niet rijp
voor besluitvorming. Veel lidstaten, waaronder Nederland, hebben
problemen met de reikwijdte van dit voorstel. 

Tenslotte zal mogelijk het voorstel voor een verordening inzake een
Europees spoorwegnet voor een concurrerend goederenvervoer geagendeerd
staan. Het Voorzitterschap streeft naar het bereiken van een politiek
akkoord. Het voorstel is op moment van schrijven nog onderwerp van
bespreking. Het is nog niet zeker of een politiek akkoord haalbaar is,
alhoewel goede voortgang is geboekt bij de bespreking van het voorstel.



Luchtvaart

Onderhandelingsmandaat luchtvaartakkoord Georgiƫ

-	Aanname

Het Voorzitterschap streeft naar het aannemen van een mandaat voor de
Europese Commissie om onderhandelingen te starten met Georgiƫ over een
luchtvaartakkoord. Het doel van het voorstel is het creƫren van een
gemeenschappelijke markt, waarbij - naast het verkrijgen van vrije
markttoegang - naar convergentie met Europese regelgeving wordt
gestreefd. Een dergelijk luchtvaartakkoord past binnen het
nabuurschapsbeleid van de Europese Unie. In dit kader heeft de Raad
reeds een mandaat verschaft aan de Europese Commissie om
onderhandelingen met OekraĆÆne te starten over een luchtvaartakkoord. 

Stand van zaken

Over de verlening van het onderhandelingsmandaat lijkt overeenstemming
te bestaan.

Inzet Nederland

Nederland is akkoord met het verlenen van een mandaat aan de Europese
Commissie om de onderhandelingen te starten met Georgiƫ. Dit past
binnen het beleid om met buurlanden dergelijke brede luchtvaartakkoorden
af te sluiten.

Gevolgen voor Nederland

Het beoogde luchtvaartakkoord doet niets af aan de reeds verkregen
markttoegang op basis van de bilaterale luchtvaartovereenkomsten tussen
Nederland en Georgiƫ. De akkoorden zullen op bepaalde gebieden leiden
tot meer markttoegang naarmate de convergentie met Europese regelgeving
toeneemt. Momenteel opereert slechts Ć©Ć©n luchtvaartmaatschappij onder
de bilaterale luchtvaartovereenkomst tussen Nederland en Georgiƫ, te
weten Georgian Airlines. Een breed luchtvaartakkoord zou kunnen leiden
tot meer directe vluchten tussen Nederland en Georgiƫ.

Horizontale en intermodale vraagstukken

Voorstel voor een verordening tot wijziging van verordening 1321/2004
inzake de beheerstructuren van de Europese programmaā€™s voor
radionavigatie per satelliet

	-	Voortgangsrapportage

Tijdens de Transportraad zal een voortgangsrapportage worden besproken
over het voorstel voor een verordening tot wijziging van verordening
1321/2004 inzake de beheerstructuren van de Europese programmaā€™s voor
radionavigatie per satelliet. Het voorstel heeft tot doel verordening
1321/2004 inzake de beheerstructuren van de Europese programmaā€™s voor
radionavigatie per satelliet (tevens oprichtingsverordening Europese
GNSS-toezichtsautoriteit, hierna: 

GSA) te wijzigen. Door de komst van de verordening 683/2008 over de
voortzetting van de uitvoering van de Europese programmaā€™s van
radionavigatie per satelliet, is wijziging van verordening 1321/2004
noodzakelijk. 

In het wijzigingsvoorstel wordt, conform verordening 683/2008, bevestigd
dat het eigendom van de GNSS-systemen in handen is van de Europese
Gemeenschap en dat voor de bouwfase van het Galileo-systeem een aantal
taken van de GSA naar de Europese Commissie zijn overgeheveld. Het gaat
hierbij met name om taken op het gebied van de management van de bouw
van het systeem (inclusief veiligheid). De GSA behoudt taken op het
gebied van accreditatie, het beheer van het veiligheidscentrum en de
commercialisatie van het systeem. Teneinde haar rol als programmamanager
te kunnen uitvoeren, wordt voorgesteld dat de Europese Commissie meer
richting kan geven aan het handelen van de GSA. Tevens wil de Europese
Commissie meer zeggenschap in het bestuur van de GSA.

Stand van zaken

Tijdens de Transportraad zal een voortgangsrapportage worden besproken.
Het voorstel is niet rijp voor besluitvorming. 

Inzet Nederland

Nederland acht het wenselijk dat de nieuwe taakverdeling tussen de
Europese Commissie en de GSA in Europese wetgeving wordt neergelegd en
daarmee dat de verordening 1321/2004 wordt aangepast. Met het besluit
over verordening 683/2008 is Nederland akkoord gegaan met het neerleggen
van de programmaverantwoordelijkheid bij de Europese Commissie.
Enerzijds beschouwt Nederland een gepaste versterking van de rol van de
Europese Commissie binnen de GSA als een logisch uitvloeisel van haar
verantwoordelijkheid als programmamanager, zoals neergelegd in
verordening 683/2008. Hiermee kan worden voorkomen dat besluiten die
essentieel zijn voor de uitvoering van de taken van de GSA, niet tijdig
worden genomen. In het verleden is gebleken dat enkele lidstaten een
patstelling kunnen veroorzaken en daarmee voor vertraging kunnen zorgen
in de besluitvorming. Anderzijds hecht Nederland wel aan een goede
balans tussen de toegenomen zeggenschap van de Europese Commissie en de
rol van de lidstaten in de Raad van Bestuur van de GSA op het gebied van
de (commerciƫle) toekomst van de exploitatie van het systeem en inzake
de accreditatie-activiteiten. De voorstellen van de Commissie schieten
op dit punt hun doel voorbij. Nederland dringt bij de onderhandelingen
dan ook aan op een aanpassing van de betreffende bepalingen in de
verordening.

Gevolgen voor Nederland

De verordening heeft geen directe gevolgen voor Nederland. Nederland is
kandidaat voor de zetel van de GSA (in Noordwijk).

Voorstel voor een richtlijn tot vaststelling van het kader voor het
toepassen van intelligente vervoerssystemen op het gebied van wegvervoer
en voor interfaces met andere vervoerswijzen

Voortgangsrapportage

Tijdens de Transportraad zal een voortgangsrapportage worden besproken
over het voorstel voor een richtlijn tot vaststelling van het kader voor
het toepassen van intelligente vervoerssystemen op het gebied van
wegvervoer en voor interfaces met andere vervoerswijzen. Het voorstel
heeft tot doel een nieuwe impuls te geven aan de invoering en het
gebruik van ITS-systemen in het wegverkeer. ITS staat voor de
ontwikkeling en toepassing van informatie- en communicatietechnologieƫn
in de transportsector. Voorbeelden van ITS-toepassingen in het
wegverkeer zijn: routenavigatiesystemen, ā€˜tracking en tracingā€™ van
goederen, ā€˜real timeā€™ verkeers- en reisinformatie,
verkeersmanagementsystemen en geavanceerde bestuurdershulpsystemen
(zoals eCall). 

Het voorstel voor een richtlijn bevat onder meer bepalingen over:  

Een coƶrdinatieplicht voor de lidstaten. 

Het door de Europese Commissie opstellen van ITS-specificaties, met name
op het gebied van het optimaal gebruik van weg-, verkeers- en
reisgegevens, veiligheid op en van wegen en de integratie van het
voertuig in de transportinfrastructuur. 

Wederzijdse erkenning van typegoedkeuring van ITS apparatuur en
ā€“software. 

Bescherming van persoonsgegevens tegen misbruik. 

Het oprichten van een ITS-comitƩ voor de lidstaten en een ITS advisory
group voor de private sector.

Een rapportageplicht voor de lidstaten. 

De Transportraad van 30 maart j.l. heeft reeds Raadsconclusies
aangenomen over het - samen met de richtlijn uitgebrachte - actieplan
ITS. Tijdens de informele Transportraad van 29 april j.l. is in brede
zin over ITS in het wegverkeer gesproken.  

Stand van zaken

Het voorstel is nog niet rijp voor besluitvorming. Tijdens de
Transportraad zal dan ook een voortgangsrapportage worden besproken.
Veel lidstaten, waaronder Nederland, zijn van mening dat de Europese
Commissie met dit voorstel te veel bevoegdheden krijgt. In de
Raadswerkgroep wordt momenteel bezien op welke wijze de richtlijn op dit
punt zou kunnen worden aangepast. 

Inzet Nederland

ITS kan een aanzienlijke bijdrage kan leveren aan de bevordering van een
schoner, veiliger en efficiƫnter gebruik van het wegennet. Voor een
succesvolle implementatie van ITS-toepassingen is de Europese dimensie
onmisbaar. Zowel voor het behalen van schaalvoordelen voor fabrikanten
als het garanderen van interoperabiliteit voor de consumenten zijn
verdere afspraken op Europees niveau nodig. Tevens kan door 

goede Europese samenwerking veel van elkaar worden geleerd. De
gemeenschappelijke agendering en uitwerking van de onderwerpen in
Europees verband heeft dan ook belangrijke meerwaarde ten opzichte van
het nationaal uitwerken.

Nederland is echter, samen met veel andere lidstaten, van mening dat de
Europese Commissie met deze richtlijn te veel bevoegdheden krijgt. De
nadere invulling van de richtlijn zou in de benadering van de Europese
Commissie vooral via comitologie moeten gebeuren. De stevige rol die de
Europese Commissie hiermee aan zichzelf toebedeelt doet geen recht aan
de belangen en de rol die verschillende partijen, zowel (nationale)
overheden als marktpartijen, hebben bij de succesvolle totstandkoming
van ITS toepassingen. Nederland is van mening dat de richtlijn op dit
punt dient te worden aangepast en dat overregulering dient te worden
voorkomen. 

Gevolgen voor Nederland

De succesvolle implementatie van ITS kan een aanzienlijke bijdrage kan
leveren aan de bevordering van een schoner, veiliger en efficiƫnter
gebruik van het wegennet. 

Groenboek Trans-Europees transportnetwerk (TEN-T)

Raadsconclusies

Het Voorzitterschap streeft naar het aannemen van Raadsconclusies over
het Groenboek TEN-T. Op 4 februari j.l. heeft de Europese Commissie het
Groenboek TEN-T: ā€˜Een beleidsevaluatie: op weg naar een beter
geĆÆntegreerd trans-Europees transportnetwerk ten dienste van het
gemeenschappelijke vervoersbeleidā€™, gepresenteerd. 

In de Raadsconclusies wordt het Groenboek verwelkomd. Grote
beleidsmatige discussiepunten, zoals de vraag hoe het toekomstige TEN-T
er uit zou moeten zien, worden vooralsnog vermeden. De Commissie wordt
uitgenodigd voor eind 2010 een voorstel tot wijziging van de TEN-T
richtsnoeren in te dienen.

Stand van zaken

Over de Raadsconclusies lijkt in grote lijnen overeenstemming te
bestaan. 

Inzet Nederland

Uitgangspunt voor de Nederlandse inzet betreft de Kabinetsreactie op het
Groenboek TEN-T (TK-nummer 22 112 nr 843). Nederland kan in beginsel
instemmen met de Raadsconclusies. 

Gevolgen voor Nederland

De Raadsconclusies en het Groenboek zelf hebben geen gevolgen voor
Nederland. De na 2010 geplande aanpassing van de TEN-T richtsnoeren met
daarin o.a. een voorstel voor de vorm van het toekomstige netwerk hebben
direct gevolgen voor de kansen op subsidie voor Nederlandse projecten en
ā€“ door middel van financiering van 

projecten in andere EU lidstaten - voor de doorstroming van het
transport vanuit de Nederlandse mainports.

Vervoer over land

Voorstel tot een verordening inzake passagiersrechten busvervoer

Voortgangsrapportage / debat

Tijdens de Transportraad zal geen besluit worden genomen over het
voorstel voor een verordening inzake passagiersrechten in het
busvervoer. Wel zal tijdens de Raad een voortgangsrapportage voorliggen
en een debat plaatsvinden over de reikwijdte van het voorstel. Het
voorstel heeft tot doel de rechten van autobus- en touringcarpassagiers
vast te stellen. Het voorstel bevat bepalingen op het gebied van de
aansprakelijkheid bij overlijden of letsel van passagiers en bij verlies
of beschadiging van hun bagage. Ook de bijstand van personen met
beperkte mobiliteit, verplichtingen voor autobus- en
touringcarexploitanten bij annulering of vertraging van een reis,
informatieplicht en klachtenbehandeling zijn opgenomen in het voorstel. 

Stand van zaken

Het voorstel is nog niet rijp voor besluitvorming. Op de Transportraad
zal daarom een voortgangsrapportage voorliggen en een debat
plaatsvinden. Veel lidstaten, waaronder Nederland, hebben problemen met
de reikwijdte van het voorstel. 

Inzet Nederland

Nederland is in algemene zin groot voorstander van het versterken van de
rechten van passagiers in het vervoer. Wel is Nederland kritisch op de
reikwijdte van het voorstel. Nederland is van mening dat het voorstel
zich zou moeten beperken tot het internationale busvervoer, dat een mate
van regulering behoeft waarin de lidstaten afzonderlijk niet kunnen
voorzien. Verdere aandachtspunten voor Nederland betreffen het voorkomen
van onnodige administratieve lasten en heldere afstemming met andere
internationale en Europese regelgeving op het gebied van personenvervoer
en het terrein van gelijke behandeling van mensen met een beperkte
mobiliteit. 

Gevolgen voor Nederland

De gevolgen voor Nederland zullen afhangen van de uiteindelijke
reikwijdte van de verordening. 

Eventueel: voorstel tot een verordening inzake een Europees spoorwegnet

voor een concurrerend goederenvervoer

Politiek akkoord

Mogelijk zal tijdens de Transportraad het voorstel tot een verordening
inzake een Europees spoorwegnet voor een concurrerend goederenvervoer
geagendeerd staan. Het Voorzitterschap streeft naar het bereiken van een
politiek akkoord. Het voorstel heeft tot doel het ondersteunen van
internationaal goederenvervoer per 

spoor. In het voorliggende voorstel voor een verordening wordt een
aantal maatregelen voorgesteld om de samenwerking van de lidstaten,
infrastructuurbeheerders en toezichthouders te verbeteren op gebied van
o.a. investeringsplanning, terminalplanning, groot onderhoud,
capaciteitsmanagement en verkeersleiding. Tevens wordt voorgesteld dat
lidstaten - binnen het TEN-T netwerk - spoorcorridors vaststellen en de
uitvoering daarvan neerleggen bij zogenaamde governance bodies van de
infrastructuurbeheerders.

Stand van zaken

Het voorstel is op moment van schrijven nog onderwerp van bespreking.
Het is nog niet zeker of een politiek akkoord haalbaar is, alhoewel
goede voortgang is geboekt bij de bespreking van het voorstel. De
bepalingen over capaciteitsmanagement zijn in overeenstemming gebracht
met het huidige regelgevende kader. Dit was voor Nederland een
belangrijk punt. Tevens zijn bepalingen opgenomen ten aanzien van het
versterken van de one-stop-shop voor het aanvragen van internationale
treinpaden, het reserveren van treinpaden en de samenwerking tussen
lidstaten en infrastructuurbeheerders over het capaciteitsmanagement.
Mede op aandringen van Nederland zullen de lidstaten een centrale rol te
spelen bij de ontwikkeling van de spoorcorridors. 

Inzet Nederland

Nederland staat positief ten opzichte van het ontwikkelen van
spoorcorridors ter bevordering van het goederenvervoer per spoor.
Nederland heeft hiermee reeds positieve ervaring opgedaan in het kader
van de corridorontwikkeling Rotterdam-Genua en Rotterdam-Lyon. Ook werkt
Nederland op bilaterale basis samen met Tsjechiƫ en Polen. Het creƫren
van een goede institutionele structuur voor de samenwerking tussen
landen en infrastructuurbeheerders staat daarbij voorop. Deze
samenwerking dient met name een coƶrdinatiemechanisme te zijn tussen
partijen en geen supranationale structuur. 

Gevolgen voor Nederland

Voor de bevoegdheidsverdeling ten aanzien van het capaciteitsbeheer
worden geen grote wijzigingen voorzien. Wel zal als gevolg van dit
voorstel de transparantie op dit gebied verder worden vergroot en de
internationale samenwerking worden versterkt.

Voor Nederland is het verder van belang dat de reeds gestarte
initiatieven goed passen binnen de Europees te definiƫren corridors en
dat in Europees kader wordt gewerkt aan samenhang tussen de
verschillende initiatieven voor spoorcorridors. 

 Global Navigation Satellite Systems

 PAGE    

 PAGE   7