[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Bijlage

Bijlage

Nummer: 2009D27957, datum: 2009-06-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verslag van een schriftelijk overleg inzake een meer uniform partnerbegrip en leefvormneutraliteit in het belastingstelsel (modernisering successiewetgeving) (2009D27956)

Preview document (🔗 origineel)


Overzicht van regelingen in de Wet IB 2001 die alleen gelden voor
partners

Hierna is een overzicht opgenomen van de belangrijkste regelingen in de
Wet IB 2001 die gelden voor partners. Voor ongehuwd samenwonenden gelden
deze op dit moment alleen als zij kiezen voor partnerschap. Met de
invoering van een basispartnerbegrip, aangevuld met verplicht
partnerschap op basis van objectieve criteria gaan deze regels ook
gelden voor ongehuwd samenwonenden die tot nu toe niet kiezen voor
partnerschap. Voor ongehuwd samenwonenden die nu kiezen voor
partnerschap en na de wijzigingen niet meer als partner worden
aangemerkt, zijn de onderstaande regelingen niet langer van toepassing.

Vrije toerekening bepaalde inkomensbestanddelen, bestanddelen van de
rendementsgrondslag en vrijstellingen in box 3.

In de winstsfeer: onder bepaalde voorwaarden is bij staking
doorschuiving van de oudedagsreserve naar de partner mogelijk, de
meewerkaftrek kan onder bepaalde voorwaarden worden toegepast ingeval
van een meewerkende partner en een vergoeding van minder dan € 5000
voor arbeid aan de partner is niet aftrekbaar en onbelast.

Eigen woning: in dit kader geldt onder meer dat slechts één
hoofdverblijf van partners in aanmerking genomen. 

Aanmerkelijkbelangregeling: voor de vraag of sprake is van een
aanmerkelijk belang, telt het bezit van de partner mee, bij vervreemding
aan de partner vindt geen verliesneming plaats.

Box 3: hiervoor geldt onder andere een regeling waardoor een bedrag van
twee keer schuldendrempel bij partners buiten beschouwing blijft, een
regeling om twee keer kindertoeslag voor hetzelfde kind te voorkomen en
een uitsluiting van de regeling voor durfkapitaal van geldleningen aan
de partner van de belastingplichtige.

Persoonsgebonden aftrek: onder meer samentelling van de aftrekposten en
berekening van de drempels voor de giftenaftrek en specifieke zorgkosten
op basis van het gezamenlijke inkomen. 

De belastingplichtige die meer dan zes maanden een fiscaal partner heeft
die meer verdient, kan in aanmerking komen voor een verhoging van het
maximum van de gecombineerde heffingskorting, hetgeen ertoe leidt dat
die verhoging aan hem wordt uitbetaald.

Overzicht van regelingen in de Wet IB 2001 die gelden voor partners èn
andere samenwoners

Om te voorkomen dat bepaalde regelingen in de Wet IB 2001 voor ongehuwd
samenwonenden alleen gelden als zij kiezen voor partnerschap, is in een
aantal bepalingen opgenomen dat de regeling niet alleen geldt voor
partners maar ook voor andere ongehuwd samenwonenden. Voor de toepassing
van deze regelingen verandert er in de meeste gevallen niets. Deze waren
immers ook al van toepassing voor ongehuwd samenwonenden die niet kozen
voor partnerschap. Alleen voor ongehuwd samenwonenden die op grond van
de objectieve criteria niet meer als partner kwalificeren, kan de
wijziging gevolgen hebben. Deze gevolgen worden nog nader onderzocht.
Het gaat hierbij om de volgende regelingen. 

Beperking afschrijving gebouwen in de winstsfeer. Op grond van deze
regeling gelden bepalingen voor verbonden personen.

Terbeschikkingstellingsregeling: Deze regeling geldt tevens bij het ter
beschikking stellen van vermogensbestanddelen aan een onderneming of
werkzaamheid van een verbonden persoon òf aan een vennootschap waarin
een verbonden persoon een aanmerkelijk belang heeft. 

Eigen woning: een aantal antimisbruikbepalingen geldt ook voor personen
met wie de belastingplichtige duurzaam een gezamenlijke huishouding
voert (met betrekking tot de bijleenregeling en rente van een schuld aan
een dergelijke persoon).

De inkomensafhankelijke combinatiekorting geldt voor de
belastingplichtige die geen partner heeft of voor de partner met het
laagste inkomen uit tegenwoordige arbeid. Voor de inkomensafhankelijke
combinatiekorting worden bepaalde verbonden personen ook als partner
aangemerkt. 

De (aanvullende) alleenstaande ouderkorting geldt alleen als de
belastingplichtige meer dan zes maanden geen partner heeft en een
huishouding voert met geen ander dan kinderen die aan het begin van het
kalenderjaar jonger zijn dan 27 jaar. 

BIJLAGE