Voortgang van de missie in Afghanistan
Bijlage
Nummer: 2009D30506, datum: 2009-06-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.J.M. Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: E. van Middelkoop, minister van Defensie ()
- Mede ondertekenaar: A.G. Koenders, minister voor Ontwikkelingssamenwerking (Ooit PvdA kamerlid)
Bijlage bij: Voortgang van de missie in Afghanistan (2009D30503)
Preview document (š origineel)
Inleiding Op 13 maart 2009 heeft de Kamer de vorige brief over de stand van zaken met betrekking tot Afghanistan ontvangen (Tweede Kamer, vergaderjaar 2008-2009, 27 925, nr. 330). Deze brief gaat in op de ontwikkelingen in de laatste drie maanden op het gebied van opbouw, politieke en bestuurlijke ontwikkelingen en militaire zaken. Op maandag 6 april is de 20-jarige soldaat der eerste klasse Azdin Chadli gesneuveld door een raketbeschieting op Kamp Holland in Tarin Kowt. De regering is zich ten volle bewust van de grote betekenis die deze gebeurtenis heeft voor nabestaanden en de militairen van zijn eenheid en betuigt hierbij opnieuw haar diepgevoelde medeleven. Nog niet eerder viel een slachtoffer op het kamp zelf. De afgelopen periode zijn ook Nederlandse gewonden te betreuren geweest, veelal als gevolg van bermbommen. Ook dergelijke ongevallen hebben zowel fysiek als emotioneel buitengewoon grote invloed op betrokkenen, familie en vrienden. De inzet van alle militairen en civiele medewerkers, die binnen ĆØn buiten de verschillende bases en compounds in Uruzgan, Kandahar en Kabul hun werk doen in Afghanistan, dwingt veel respect af. Verschillende bewindspersonen bezochten de afgelopen maanden Afghanistan. De minister van LNV was mede namens de minister voor Ontwikkelingssamenwerking begin april in Afghanistan om samenwerking op het gebied van landbouw te bespreken. Van 20 tot 22 april bezocht de minister van Defensie de Nederlandse troepen in zowel Uruzgan, Kandahar, als in Kabul op het hoofdkwartier van ISAF. In Kabul had hij eveneens een ontmoeting met minister Wardak van Defensie. Op 6 en 7 mei jl. was de minister van Buitenlandse Zaken in Afghanistan, alwaar hij in Kabul met mensenrechtenorganisaties sprak. In Kandahar voerde hij overleg met vertegenwoordigers van ISAF. Hoofddoel van het bezoek was de opening van het regionale kantoor van de United Nations Assistance Mission in Afghanistan (UNAMA) in Uruzgan met de speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de heer Eide. De staatssecretaris van Defensie was op 27 en 28 mei jl. in Uruzgan, bij welke gelegenheid hij Camp Hadrian in Deh Rahwod en een nieuwe legerpost in de westelijke Deh Rafshan bezocht. Tenslotte bracht de Prins van Oranje medio april een bezoek aan Uruzgan en Kandahar, alwaar hij uitgebreid met militaire en civiele medewerkers en met non-gouvernementele organisaties sprak. De Prins, die eerder in 2004 en 2007 in Afghanistan was, bezocht Tarin Kowt, Chora en Deh Rawod. Hij werd op deze reis vergezeld door de Commandant der Strijdkrachten. De verkiezingen op 20 augustus vormen een belangrijke gebeurtenis in Afghanistan de komende maanden. Na controle door de onafhankelijke Klachtencommissie Verkiezingen zijn 41 van de 44 geregistreerde kandidaten voor het presidentschap verkiesbaar, waaronder president Karzai en enkele voormalige ministers. Voor de gelijktijdig te houden provinciale verkiezingen zijn 3.270 kandidaten verkiesbaar, waaronder 342 vrouwen. In Uruzgan staan voor de provinciale verkiezingen 26 kandidaten op de lijst, onder wie twee vrouwelijke. De Electoral Complaints Commission heeft op 9 juni jl. het vettingproces afgerond, waarna op 13 juni de Independent Election Commission de definitieve kandidatenlijst heeft vastgesteld. Het zorgen voor de veiligheid rondom het verkiezingsproces is in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de Afghaanse politie en het leger. UNDP en EUPOL zijn in dat kader deze maand begonnen met een programma om in totaal 35.000 Afghaanse politieagenten te trainen om het verkiezingsproces te begeleiden. De organisatie van de verkiezingen zelf is deze keer voor het eerst volledig onder verantwoordelijkheid van de Afghaanse overheid. ISAF speelt een ondersteunende rol, waarvoor er gedurende een beperkte periode behoefte is aan extra militaire capaciteit. In Uruzgan worden de huidige militaire bijdragen in samenhang met de tijdelijke Nederlandse en Australische ophogingen als voldoende gezien voor het vervullen van deze specifieke ondersteuning tijdens de verkiezingen. Verschillende ontwikkelingen zorgen ervoor dat in de komende periode rekening gehouden moet worden met een toename van het aantal geweldsincidenten in Afghanistan: de verkiezingen zijn mogelijk voor de Taliban een gelegenheid waarbij zij zullen trachten zich te laten gelden. Daarnaast kan de toename van het aantal Amerikaanse troepen in vooral het zuiden, het aantal gevechtscontacten doen toenemen en is de zomer traditioneel een periode van verhoogde Taliban-activiteit. Toch is het aantal geweldsincidenten in Uruzgan in de afgelopen periode gedaald, hoewel Taliban actief blijven in de provincie. Hierdoor kunnen de positieve ontwikkelingen die mede dankzij de Nederlandse inspanningen hebben kunnen plaatsvinden, zich consolideren, wat een duidelijke positieve invloed heeft op de ontwikkeling van de provincie, zowel in bestuurlijke als in economische zin. Er zijn steeds meer NGOās actief en de opening van het kantoor van UNAMA in Tarin Kowt wordt door hen zeer op prijs gesteld. Van duurzame stabiliteit is echter nog geen sprake. Belangrijke vooruitgang wordt geboekt bij de ontwikkeling van de Afghaanse politie in Uruzgan. Op 21 mei is het door Nederland gefinancierde Politie Trainingscentrum te Tarin Kowt officieel geopend. De eerste groep van 97 agenten heeft inmiddels met goed gevolg de achtweekse Focused District Development (FDD) training doorlopen. Voorbereidingen voor de volgende opleiding op het centrum zijn gaande en EUPOL en AustraliĆ« hebben hun interesse kenbaar gemaakt om op structurele wijze bij te dragen aan het PTC. De Nederlandse minister van Justitie heeftĀ onlangs gemeld bereid te zijnĀ het mogelijk te maken dat JustitiemedewerkersĀ gedetacheerd wordenĀ bij de Rule of Law eenheid van EUPOL Afghanistan. Zij zullen helpen de justitiĆ«le keten in Afghanistan te versterken. Internationaal Verenigde Naties Een van de meest in het oog springende en positieve beleidswijzigingen van de VS sinds het aantreden van de nieuwe regering betreft de nadruk die door de VS wordt gelegd op het versterken van de centrale rol van de VN in Afghanistan. Nog steeds kampt de speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal (SVSG) van de VN, Kai Eide, met een tekort aan personeel, zodat hij niet voldoende in staat is invulling te geven aan het mandaat van de Veiligheidsraad om de internationale coƶrdinatie rond Afghanistan te verbeteren. Nu het budget van UNAMA mede op voorspraak van Nederland eind vorig jaar in New York bijna is verdubbeld, begint verbetering in deze situatie te komen. Op cruciale dossiers als politie en civiel-militaire samenwerking is een duidelijke verbetering zichtbaar. Door een combinatie van factoren loopt de personele invulling van UNAMA echter nog achter op de behoefte. De personeelsbehoefte van UNAMA stijgt als gevolg van de sterk toenemende civiele en financiĆ«le inbreng, onder meer vanuit de VS, die de noodzaak van coƶrdinatie en de werklast daarvan voor UNAMA doen toenemen. Complexe recruteringsprocedures bij de VN, toenemende vraag vanuit verschillende instanties naar civiele expertise in Afghanistan en het feit dat de UNAMA veldkantoren relatief kwetsbaar zijn, maakt dat ook in de komende periode de versterking van UNAMA aandacht zal blijven vergen. De Veiligheidsraad zal 30 juni a.s. de situatie in Afghanistan en de rol van UNAMA bespreken, op basis van (nog te verschijnen) rapportage van UNAMA. Nederland heeft ter ondersteuning van het ministerie van Landbouw een landbouw-expert ter beschikking gesteld aan UNAMA. NAVO Vorige maand is bekend gemaakt dat de opperbevelhebber van ISAF, de Amerikaanse generaal McKiernan, op initiatief van de VS vervangen zou worden door luitenant-generaal McChrystal, die inmiddels is aangetreden. McChrystal was voorheen werkzaam als chef staf van Joint Chiefs en heeft van september 2003 tot augustus 2008 leiding gegeven aan speciale operaties in Irak. McChrystal wordt gezien als expert op het gebied van Counter Insurgency en heeft ervaring in complexe operaties en het trainen van lokale veiligheidstroepen. Commandant ISAF heeft als dubbelfunctie Commandant US Forces Afghanistan en is vanuit deze dubbelfunctie ook verantwoordelijk voor CSTC-A (Combined Security Transition Command ā Afghanistan), de Amerikaanse missie die verantwoordelijk is voor de training en opleiding van het Afghaanse leger en de Afghaanse politiemacht. Commandostructuur ISAF De VS heeft bij de NAVO voorgesteld om de structuur van het ISAF-hoofdkwartier te veranderen en een nieuw hoofdkwartier, als tussenlaag, te ontplooien. Op de bijeenkomst van ministers van Defensie van 12 juni jl. is hierover een principebesluit genomen. De nieuwe laag moet de schakel gaan vormen tussen het ISAF hoofdkwartier en de regionale commandoās. De belangrijkste redenen voor dit besluit zijn de toename in de activiteiten van COMISAF, het toegenomen aantal troepen in Afghanistan en de toevoeging van nieuwe taken zoals de NAVO-trainingsmissie. Dit alles zorgt ervoor dat commandant ISAF te zwaar wordt belast om zorg te dragen voor zowel de operationele aansturing van de missie als het uitzetten van de strategische lijnen. Op 12 juni is besloten deze twee taken binnen het huidige hoofdkwartier te splitsen. Er komt een strategisch hoofdkwartier onder COMISAF, met daaronder een operationeel hoofdkwartier, de NAVO-trainingsmissie en de Special Forces-operaties. Voor Nederland is het in de verdere uitwerking van de plannen belangrijk dat het nieuwe hoofdkwartier goed blijft samenwerken met UNAMA, zowel in Kabul als regionaal. NAVO Training Mission Afghanistan De NAVO-top in Straatsbrug besloot tot instelling van een NAVO-trainingsmissie in Afghanistan (NTM-A). De ontmoeting van NAVO ministers van Defensie heeft op 12 juni jl. besloten tot een geleidelijke invoering hiervan, opdat taken en middelen op elkaar blijven aansluiten en de missie beheersbaar blijft. De belangrijkste meerwaarde van de missie ligt vooral in een betere coƶrdinatie van de verschillende trainingsinspanningen van de VS, het trainingscommando Combined Security Transition Command-Afghanistan en van bilaterale initiatieven zoals de Police Mentoring Teams (PMTās) die verschillende landen al leveren. Nederland blijft ervoor waken dat de NAVO-inzet complementair is aan en gecoƶrdineerd wordt met bijdragen van andere spelers zoals EUPOL. De details van de commandostructuur zijn nog niet gefinaliseerd, maar inmiddels is wel duidelijk dat NTM-A verantwoordelijk zal worden voor de beleidsmatige kant van opleiding en training op nationaal en provinciaal niveau, en dat uitvoering op regionaal niveau zal worden aangestuurd. Op basis van de nadere uitwerking zal de Nederlandse regering bezien of zij de Nederlandse PMTās in de NTM-A-structuur kan inbedden. RC/South Voorafgaand aan de NAVO-ministeriĆ«le bijeenkomst in Brussel van 12 juni jl. overlegden de ministers van Defensie van Nederland, de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, AustraliĆ«, Canada, Denemarken, Estland en RoemeniĆ« op 10 en 11 juni informeel over de samenwerking in Zuid-Afghanistan, dat valt onder Regional Command South (RC/South). De ministers spraken vooral over mogelijkheden om de regionale aanpak in het Zuiden verder te versterken, onder andere met behulp van de opgerichte civiel-militaire cel op het hoofdkwartier in Kandahar. De ministers spraken voorts over de samenwerking met Pakistan en over de intensiveringen van de training van de Afghaanse veiligheidsorganisaties. Vooruitlopend op de NAVO-bijeenkomst gaf de Amerikaanse minister Gates alvast een toelichting op de wijzigingen in de ISAF commandostructuur. De nieuwe Australische minister van Defensie Faulkner wees op de aangekondigde forse toename van de Australische bijdrage. Hij meldde dat AustraliĆ«, gelet op de verantwoordelijkheden die het heeft in de nabije regio, niet de rol van lead nation in Uruzgan kan overnemen. Tijdens de NAVO-bijeenkomst herhaalde minister Faulkner zijn standpunt, en vroeg de NAVO een oplossing te zoeken voor de nodige ondersteuning in Uruzgan. Pakistan Met verwijzing naar Kamerbrief inzake de actuele situatie in Pakistan en de Nederlandse inzet ten aanzien van de EU-Pakistan top d.d. 17 juni a.s. in Brussel, kan op deze plaats volstaan worden met de constatering dat de humanitaire situatie in Pakistan als gevolg van de militaire acties in de Swat-vallei buitengewoon zorgwekkend blijft. De bomaanslag op het Pearl Continental Hotel in Peshawar van 10 juni jl maakt de hulpverlening extra moeilijk. Ook het gebrek aan snelheid bij de VN-organisaties om deze vluchtelingen te helpen baart zorgen. Om deze reden heeft Nederland ā¬ 1 miljoen ter beschikking gesteld aan het Internationale Rode Kruis, dat direct ter plekke hulp kan geven via zijn zusterorganisatie de Rode Halve Maan. Nederland draagt al ā¬ 1 miljoen bij via UNHCR. Positieve ontwikkeling is het feit dat de Pakistaanse regering onderkent dat ze iets moet doen aan de problemen. De bomaanslag in Peshawar onderstreept deze noodzaak. Dergelijke aanslagen lijken op dit moment de steun onder de bevolking voor de Taliban te verminderen. Een alomvattende strategie, die de militaire winst kan consolideren, de terugkeer van vluchtelingen kan faciliteren en de noodzakelijke wederopbouw van de getroffen gebieden kan realiseren, ontbreekt vooralsnog. Om de voedingsbodem voor de Taliban weg te nemen, zullen de Pakistaanse autoriteiten de noodzaak tot politieke en administratieve hervormingen onder ogen moeten gaan zien. Dergelijke hervormingen zullen ook onderwerp van gesprek vormen tijdens de EU-Pakistan top van 17 juni. De toenadering tussen Pakistan en Afghanistan werd onderstreept tussen het bezoek van president Karzai en president Zardari vorige maand aan Washington. Bij die gelegenheid is principe-overeenstemming tussen Pakistan en Afghanistan bereikt over een trade transit agreement tussen de twee landen. Ook de gezamenlijke topontmoeting in Teheran vorige maand past in dit beeld. Vluchtelingen Vanaf 1 april 2009 (het einde van de reguliere winterstop van de terugkeeroperatie onder leiding van UNHCR) zijn tot nu toe circa 30.000 Afghaanse vluchtelingen teruggekeerd uit Pakistan. Vanaf begin dit jaar zijn circa 1000 Afghanen teruggekeerd uit Iran. Daarnaast heeft Iran dit jaar meer dan 178.000 Afghanen uitgezet, die niet als vluchteling waren geregistreerd. Tot nu toe zijn er geen aanwijzingen dat de conflictsituatie in het noorden van Pakistan heeft geleid tot een grotere terugkeer van Afghanen uit dit deel van Pakistan. Wel is een groep van circa 20.000 Afghaanse vluchtelingen in Pakistan tegelijkertijd met de lokale bevolking ontheemd geraakt. UNHCR en andere humanitaire organisaties verlenen hulp aan ontheemden in Pakistan en aan teruggekeerde Afghaanse vluchtelingen en ontheemden in Afghanistan. Afghanistan Verkiezingen Volgens de Afghaanse grondwet liep het electorale mandaat van president Karzai op 21 mei jl. af. De onduidelijke juridische situatie die hierdoor zou ontstaan tot de verkiezingen van 20 augustus zorgde in de afgelopen maanden voor de nodige controverse. Op 28 maart maakte het Afghaanse Hooggerechtshof zijn advies bekend dat Karzai president moet blijven totdat de nieuwe president geĆÆnstalleerd is. Beide Kamers van het parlement hebben dit advies overgenomen. De internationale gemeenschap heeft met zorg gereageerd op de keuze van president Karzai om de controversiĆ«le Qasim Fahim als een van zijn twee running mates te kiezen. De etnisch Tadzjiekse Fahim heeft een slechte reputatie op het gebied van corruptie en heeft onder andere ten tijde van de mujahedeen in de jaren negentig aangetoond weinig respect te hebben voor de mensenrechten. Tijdens een toespraak van president Karzai in Washington D.C. verdedigde hij de keuze voor Fahim als een van zijn running mates, door vooral te wijzen op de verdiensten van Fahim in de strijd tegen de Sovjetbezetting en het terrorisme. De Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken heeft zich publiekelijk aangesloten bij de kritiek op de keuze van Karzai, zoals onder meer verwoord door speciale vertegenwoordiger Eide. Op 16 mei publiceerde de Onafhankelijke Verkiezingscommissie (IEC) de voorlopige kandidatenlijsten voor de presidentiĆ«le en provinciale verkiezingen. 44 personen, waaronder twee vrouwen, hebben zich geregistreerd als presidentskandidaat. Er waren zeven vrouwelijke running mates. In de 34 provincies hebben zich 3.324 kandidaten geregistreerd voor de provinciale raadsverkiezingen, waaronder 342 vrouwen. Beide cijfers betekenen een toename sinds de vorige verkiezingen in 2005. Op 13 juni maakte de IEC de definitieve kandidatenlijsten bekend met 41 kandidaten: twee presidentskandidaten en een vice-presidentskandidaat voldeden niet aan de eisen van de Kieswet en zijn daarom niet verkiesbaar. Een presidentskandidaat had zijn kandidatuur ingetrokken. Voor de provinciale verkiezingen voldeden 54 kandidaten niet aan de Kieswet, waaronder twee kandidaten in Uruzgan. Het totale aantal verkiesbare provinciale kandidaten betreft derhalve 3270. Naast de logistieke en veiligheidsuitdagingen voor de verkiezingen, dient ook het politieke landschap in de gaten worden gehouden. Belangrijk aandachtspunt van de internationale gemeenschap hierbij is of tijdens de verkiezingscampagne en op de verkiezingsdag zelf alle kandidaten dezelfde kansen krijgen om effectief campagne te voeren. Er zijn aanwijzingen dat zittende kandidaten erop aansturen dat nieuwe kandidaten geen aandacht van en toegang tot de kiezer krijgen. Positief in dit verband is het feit dat de Onafhankelijke Mediacommissie, die toezicht moet houden op het naleven van de principes van persvrijheid tijdens de verkiezingen, inmiddels operationeel is geworden. De belangrijkste nationale Afghaanse organisatie voor verkiezingswaarneming, de Free and Fair Election Foundation of Afghanistan (FEFA), heeft aangekondigd waarnemers te willen sturen naar ongeveer tweederde van de stembureaus. FEFA rekent op 7.600 waarnemers, waarbij geprobeerd wordt om ook een evenredige deelname van vrouwelijke waarnemers te bereiken. Ook de Afghaanse Onafhankelijke Mensenrechtencommissie AIHRC zal samen met UNAMA tijdens de verkiezingscampagnes en op de verkiezingsdag zelf de gang van zaken monitoren. De EU zal een waarnemingsmissie naar Afghanistan sturen om de verkiezingen te monitoren. De details over de inrichting van de missie worden bekend gemaakt na afloop van een verkennende missie die zich onder andere op de vraag concentreert welke beperkingen de veiligheidssituatie de missie zal opleggen. Een beperktere OVSE-missie zal nauw met de EU-missie samenwerken. Tevens wordt een honderdtal internationale waarnemers verwacht van non-gouvernementele organisaties, waaronder het Asian Network for Free Elections (ANFREL). Veiligheid Naar verwachting zal in de komende maanden het aantal geweldsincidenten ā zoals gebruikelijk in de zomerperiode ā toenemen. Deze trend zal waarschijnlijk worden versterkt door de komst van extra Amerikaanse troepen en de mogelijkheid dat de Taliban de verkiezingen zien als moment om zich extra te manifesteren. Door de extra Amerikaanse troepen is de ISAF-missie als geheel beter in staat om een meer structurele presentie te waarborgen en in gebieden te komen waar eerder geen coalitietroepen kwamen. Ook daardoor kunnen vijandelijkheden toenemen. Ook is het mogelijk dat Talibanstrijders zich gaan verplaatsen naar gebieden waar ze zelf niet eerder actief waren. Er blijven grote regionale verschillen: bijna driekwart van de geweldsincidenten komt voor in slechts 10 procent van de districten. Het noorden en westen van het land blijven relatief rustig, het zuiden het meest instabiel. De situatie in Kaboel en omgeving is veranderlijk. Hoewel de veiligheid in de hoofdstad over het geheel genomen in de hoofdstad redelijk is, kiezen opstandelingen vaak juist voor Kaboel voor spectaculaire aanslagen met een voor hun doeleinden grote PR-waarde. Dit doet de perceptie van onveiligheid onder de bevolking uiteraard groeien. De pilot van de Afghan Public Protection Force (APPF) vindt op dit moment plaats in de provincie Wardak. Het initiatief wordt gehouden onder verantwoordelijkheid van de Afghaanse overheid en is gericht op het verbeteren van lokale veiligheid ter ondersteuning van de ANP. De beoordeling van de resultaten zal in nauw overleg met lokale leiders plaatsvinden, nadat het programma in alle districten van de provincie Wardak is uitgerold, waarschijnlijk rond de verkiezingen. Uiteindelijk zou in de gehele provincie Wardak een ongeveer 1.200 man sterke APPF operationeel moeten worden. Nederland staat kritisch tegenover het project aangezien het van mening is dat uiteindelijk alle aandacht gericht moet zijn op verbetering van de reguliere Afghaanse politie. Burgerslachtoffers Zoals bekend eist de strijd in Afghanistan helaas ook slachtoffers onder de burgerbevolking. Het aantal burgerslachtoffers is vooral in het Zuiden het afgelopen jaar gestegen. Het overgrote deel van de stijging van het aantal burgerslachtoffers kan worden toegerekend aan de opstandelingen. Echter, ook bij acties van ISAF komen helaas soms burgers om het leven. ISAF spant zich maximaal in om het aantal burgerslachtoffers tot een minimum te beperken. De commandant van ISAF heeft meerdere malen de richtlijnen voor het gebruik van geweld aangescherpt. Mochten er toch burgerslachtoffers zijn gevallen, dan wordt in de meeste gevallen de nabestaanden een schadeloosstelling aangeboden. Deze schadeloosstelling is overigens een nationale verantwoordelijkheid en wordt door ieder land dat in ISAF actief is zelfstandig uitgevoerd. Ook de nieuwe commandant, luitenant-generaal McChrystal, heeft het belang van het voorkomen van burgerslachtoffers onderstreept. Bovendien werd tijdens de bijeenkomst van de NAVO op 12 juni jl. door vele aanwezigen, waaronder VN-vertegenwoordiger Eide en de Amerikaanse minister van Defensie Gates, de vermindering van het aantal burgerslachtoffers aan de orde gesteld. Het belang van onverminderde aandacht hiervoor wordt breed onderkend. Drugs De papaverteelt en drugshandel blijven een bron van zorg, zoals ook naar voren gebracht in de motie van de leden Haverkamp (CDA en Voordewind (CU) naar aanleiding van het algemeen overleg in de Kamer van 14 april jl. Vooral in het Zuiden van Afghanistan is dit het geval, met als uitschieter (in negatieve zin) de provincie Helmand. Ook in Uruzgan blijft het drugsprobleem omvangrijk. Lokale krijgsheren en corrupte overheidsfunctionarissen verdienen vaak een deel van hun inkomen in de drugshandel. Zo voedt de drugshandel de corruptie en maken corrupte overheidsfunctionarissen de productie en verplaatsing van drugs mogelijk door niet op te treden. Het doorbreken van deze vicieuze cirkel is alleen mogelijk door een geĆÆntegreerde aanpak over een langere periode. De papaverteelt zal zich ook komend jaar concentreren in het Zuiden van Afghanistan, vooral in gebieden waar ISAF en de Afghaanse overheid weinig aanwezig zijn. Door droogte, de gedaalde opiumprijzen en de hoge voedselprijzen gedurende het afgelopen jaar zal de papaverteelt naar verwachting dalen. Drugsbestrijding is in de eerste plaats een verantwoordelijkheid van de Afghaanse overheid, net als andere vormen van criminaliteitsbestrijding. ISAF ondersteunt de Afghaanse overheid bij het bestrijden van de productie en handel in drugs. Papavereradicatie roept vaak weerstand op. Daarom wordt de Poppy Eradication Force van de Afghaanse overheid regelmatig bij haar optreden extra beveiligd door Afghaanse militairen en door ISAF. De papavereradicatie loopt momenteel achter bij de verwachtingen. In de provincie Uruzgan wordt een aanpak gevolgd waarbij interdictie, papavereradicatie en alternatieve bestaansmiddelen elkaar ondersteunen. De Poppy Eradication Force is in Uruzgan overigens niet actief. De eradicatie wordt daar, op zeer beperkte schaal, door de Afghaanse politie uitgevoerd (zie ook hieronder). In Uruzgan blijft Nederland steun verlenen aan het gebruik van alternatieve gewassen, bijvoorbeeld via het saffraan-project en de distributie van zaden en fruitbomen. Vanwege de nog steeds gebrekkige capaciteit van de Afghaanse overheid om dit probleem in zijn volle omvang het hoofd te bieden, besloten de NAVO ministers van Defensie vorig jaar in Boedapest dat ISAF meer aandacht zou gaan besteden aan de ondersteuning van de Afghaanse autoriteiten bij drugsbestrijding. Tijdens de ministeriĆ«le NAVO-bijeenkomst van 12 juni jl. heeft SACEUR over de eerste ervaringen met de nieuwe richtlijnen voor drugsbestrijding gerapporteerd. Uit deze rapportage blijkt dat de richtlijnen voldoende mogelijkheid bieden om de drugshandel waarvan de opbrengst ten goede komt aan de opstandelingen, te bestrijden. Bovendien blijken er veel extra aanwijzingen te zijn gevonden dat de opstandelingen inderdaad in belangrijke mate door de drugshandel wordt gefinancierd. Nederland blijft voorstander van de intensivering van de inspanningen op het gebied van interdictie, waartoe de NAVO minister van Defensie vorig jaar in Boedapest besloten. Nederland verwelkomt dan ook het rapport van SACEUR, waarin wordt gemeld dat de huidige richtlijnen voldoende ruimte bieden hier als ISAF aan bij te dragen. Het toepasselijke internationale recht, met name het beginsel van onderscheid tussen militaire doelen en civiele objecten uit het humanitair oorlogsrecht, is hierbij uiteraard relevant. Naast interdictie blijven alternatieve bestaansmogelijkheden, versterking van de Afghaanse politie en justitie en voorlichting van groot belang. Nederland blijft daarom ook aan deze aspecten van de drugsproblematiek prioritaire aandacht besteden en is ervan overtuigd dat drugsbestrijding alleen kans van slagen heeft als een evenwichtige benadering wordt gekozen: alternatieven moeten worden geboden voor de landbouwbevolking en vooral de handelaren moeten worden aangepakt. Eradicatie in isolement is geen oplossing voor het drugsprobleem. In Uruzgan is het oogstseizoen inmiddels bijna voorbij en kan de balans van de Governor Led Eradication (GLE) 2009 worden opgemaakt. Evenals vorig jaar is er een ambitieus en veelomvattend provinciaal eradicatieplan opgesteld en goedgekeurd door het provinciale leiderschap. Doel was het eradiceren van 2600 hectare papavervelden, waarvan de helft op vrijwillige basis zou moeten geschieden. Aan het einde van 2008 heeft de overheid een campagne gevoerd om het planten van papaverzaden tegen te gaan (de zgn. pre-planting campaign). De onvrijwillige eradicatie is vanwege plannings- en capaciteitsproblemen pas laat van start gegaan. Uiteindelijk heeft de ANP gedurende een aantal weken geĆ«radiceerd, aangestuurd door het ministerie voor Counternarcotics (MCN), vooral rondom Tarin Kowt en in Deh Rahwod. De UNODC (United Nations Office on Drugs and Crime) komt na verificatie met behulp van satellietbeelden tot 70 hectare die dit jaar zijn geĆ«radiceerd (vergelijk 113 ha in 2008; 204 in 2007). De rest van het jaar zal een begin worden gemaakt met de voorbereidingen voor het opstellen van eradicatieplannen voor volgend jaar. Het Counter Narcotics Advisory Team heeft aangegeven voor volgend jaar meer aandacht te geven aan alternatieve gewassen. De TFU heeft in 2009 tot nu toe in totaal 77 kilo opium en ongeveer 50 m3 cannabis in beslag genomen. Deze in beslag genomen narcotica zijn aangetroffen in combinatie met Taliban-gerelateerde goederen. Door de Afghaanse autoriteiten is eind maart een hoeveelheid van 222 kilo opium vernietigd, die overigens in 2008 al in beslag was genomen. Een operatie van ISAF-militairen in samenwerking met Afghaanse veiligheidstroepen in Marjah in de provincie Helmand leverde onlangs de grootste hoeveelheid drugs en wapens op die ooit in Zuid-Afghanistan in beslag is genomen. In totaal werd 15 ton opium gevonden, 11 kilogram heroĆÆne, 7 ton papaverzaad en 44 ton chemicaliĆ«n om heroĆÆne te produceren. Daarnaast werden wapens en munitie aangetroffen, en materiaal om ongeveer 1.800Ā IEDās te produceren. Daarbij werden meerdere arrestaties verricht. Met dergelijke vangsten wordt de financiering van de Taliban verstoord, terwijl tegelijkertijd wordt voorkomen dat de IEDās slachtoffers maken. Leger en politie De internationale gemeenschap ondersteunt de Afghaanse regering bij het uitbreiden van het Afghaanse leger (ANA) naar een omvang van 134.000 manschappen en bij het versterken en professionaliseren van de Afghaanse politie (ANP). Eerder heeft Nederland daartoe ā¬ 10 miljoen bijgedragen aan een trustfund van de NAVO voor de financiering van de uitbreiding van het Afghaanse leger. Daarnaast draagt Nederland jaarlijks gemiddeld ā¬ 10 miljoen bij aan het Law and Order Trust Fund for Afghanistan (LOTFA), waaruit de politiesalarissen worden betaald. Op deze manier tracht Nederland ook met financiĆ«le middelen te stimuleren dat de hoofdverantwoordelijkheid voor het garanderen van veiligheid zo snel mogelijk kan worden overgedragen aan de Afghaanse veiligheidsdiensten zelf. De rol van de internationale militaire aanwezigheid zal zodoende steeds meer verschuiven naar ondersteuning en training. Ook de extra Amerikaanse troepen die momenteel worden ontplooid, zullen de training en ondersteuning van Afghaanse veiligheidsstructuren tot een van hun hoofdtaken rekenen. In april stemde de Joint Coordination and Monitoring Board (JCMB) in met een uitbreiding van de Afghaanse politie van in totaal 10.000 personen. Hoewel de details nog worden uitgewerkt, zou dit voor Uruzgan een uitbreiding met enkele honderden agenten betekenen. Het is de bedoeling dat het merendeel van deze agenten nog voor de presidentiĆ«le verkiezingen inzetbaar zullen zijn. Daartoe zullen zij een verkort opleidingstraject doorlopen en in een later stadium alsnog een vervolgopleiding krijgen. Op de internationale gemeenschap zal een beroep worden gedaan om deze politie-uitbreiding te financieren. EUPOL Afghanistan is in de afgelopen periode gegroeid tot 231 internationale medewerkers. Hoewel de missie gestaag groeit, is het tempo nog onvoldoende om de ambities waar te maken. Nederland heeft inmiddels de bijdrage aan de missie verhoogd tot 13 personen: zes personen van de Nederlandse politie; vier van de Koninklijke marechaussee en drie extern geworven experts. De Nederlandse minister van Justitie heeft gemeld in beginsel bereid te zijn het mogelijk te maken dat medewerkers van het ministerie van Justitie gedetacheerd worden bij de Rule of Law eenheid van EUPOL Afghanistan. Zij zullen helpen de justitiĆ«le keten in Afghanistan te versterken. EUPOL en UNDP werken in de aanloop naar de verkiezingen samen op het gebied van politietraining: deze maand is een ambitieus trainingsprogramma van start gegaan om de politie voor te bereiden op het beveiligen en begeleiden van het verkiezingsproces. Begin juni is in Kaboel de training afgerond van een eerste groep officieren die op hun beurt in regionale opleidingscentra hun kennis zullen overdragen aan de politieagenten in de provincies. In totaal zullen via dit programma 35.000 agenten worden voorbereid op de verkiezingen. Belangrijk oogmerk is om het functioneren van de agenten zichtbaar te verbeteren, zodat kiezers er vertrouwen in hebben dat het uitbrengen van een stem veilig is. Ontwikkeling, landbouw Nederland levert dit jaar een bijdrage van ā¬ 25 miljoen aan het Afghanistan Reconstruction Trust Fund (ARTF). Dit is de laatste tranche van de ā¬ 100 miljoen die Nederland tijdens de Londen-conferentie in 2006 committeerde. Ook in de periode 2010-2013 zal Nederland ā¬ 25 miljoen per jaar bijdragen, zoals toegezegd tijdens de Parijs-conferentie in 2008. Een belangrijk deel van de investeringen van ARTF gaat naar dorpsontwikkeling, onderwijs en microcrediet. Sinds de Afghanistan conferentie in Den Haag en het aantreden van een nieuwe, dynamische Afghaanse minister, is de internationale aandacht voor de landbouwsector toegenomen. Deze zeer welkome interesse brengt, samen met de door de VS aangekondigde extra middelen en de lopende, bilateraal gesteunde activiteiten op het terrein van landbouwontwikkeling, echter ook coƶrdinatieproblemen aan Afghaanse zijde met zich mee. Om dit het hoofd te bieden heeft het Afghaanse ministerie van Landbouw, Irrigatie en Veeteelt (MAIL) een Agriculture Taskforce opgericht waar alle donoren in de sector aan deelnemen. Daarnaast is een National Agricultural Development Framework (NADF) gepresenteerd, dat een kader moet bieden waarbinnen de activiteiten van donoren kunnen worden ontplooid. Naast het stimuleren van de productiviteit en vermarkting in de landbouwsector is het NADF vooral gericht op de noodzakelijke hervorming van het management van MAIL, capaciteitsontwikkeling en ondersteuning bij de coƶrdinatie en implementatie van de ontwikkelingsprogrammaās op zowel centraal als decentraal niveau. Naast financiĆ«le steun, ondersteunt Nederland de ontwikkeling van de landbouwsector ook met de detachering bij MAIL (via UNAMA) van een Nederlandse deskundige landgebruik en waterbeheer. Nederland treedt op als lead donor bij het programma voor landbouwonderwijs en voorlichting. Op 4 april jl. ondertekende minister Verburg van LNV, mede namens minister Koenders, een memorandum of understanding met de Afghaanse ministers van Onderwijs en Landbouw. Hierbij zal tevens nauw samengewerkt worden met het ministerie van Rurale Ontwikkeling (MRRD). Onderdeel hiervan is een National Agriculture Education Centre (NAEC) in Kabul voor lerarenopleidingen, curriculumontwikkeling en toegepast onderzoek. Het nationale programma zal voorzien in zeven regionale opleidingscentra, ingedeeld naar agro-ecologische zones en 34 provinciale landbouwscholen. Mensenrechten De zorgen die Nederland heeft ten aanzien van mensenrechten in Afghanistan werden bevestigd tijdens de reguliere periodieke review in mei jl. van Afghanistan in de VN Mensenrechtenraad. De internationale gemeenschap blijft, o.a. in EU-kader aandacht vragen voor het gratieverzoek voor de wegens blasfemie veroordeelde journalist Sayed Parvez Kambakhsh. De zogenaamde shia-wetgeving is na protesten binnen en buiten Afghanistan door de president opgeschort. De wet is teruggestuurd naar het ministerie van Justitie ter toetsing op verenigbaarheid met de Afghaanse grondwet en internationale verdragen waar Afghanistan partij bij is, en voor overleg met maatschappelijke groeperingen. Nederland blijft bezorgd over geweld tegen vrouwen en meisjes en beperking van de vrijheid van meningsuiting in Afghanistan. Eerder dit jaar vroeg ook de VN Hoge Commissaris voor de Rechten van de Mens, Navi Pillay, hier aandacht voor. De cultuur van straffeloosheid in Afghanistan en de uitvoering van de doodstraf blijven grote obstakels voor vooruitgang op dit gebied. Nederland zet zich in EU-verband in om aandacht aan de mensrechtensituatie te blijven schenken en ondersteunt de totstandkoming van een EU-mensenrechtenstrategie voor Afghanistan. Nederland zet zich er voor in dat de prioriteiten in deze strategie aansluiten bij de zorgpunten en aanbevelingen van Hoge Commissaris Pillay. Op initiatief van Nederland, Zweden, Noorwegen en Finland is een onafhankelijk onderzoek uitgevoerd naar de implementatie van VN resolutie 1325 binnen Provincial Reconstruction Teams (PRTās). Ook andere bondgenoten zoals Denemarken en ItaliĆ« hebben medewerking verleend aan de studie. Belangrijkste conclusies van het onderzoek zijn het belang van een geĆÆntegreerde strategische aanpak, training van commandanten inzake gender en beschikbaarheid van specifieke gender-expertise. Voor een uitgebreid overzicht van de stand van zaken met betrekking tot de positie van vrouwen en kinderen in Afghanistan gelieerd aan de Nederlandse inzet wordt u verwezen naar de recente Kamerbrief d.d. 10 april jl. (Tweede Kamer, vergaderjaar 2008-2009, 27 925, nr. 338). Humanitaire situatie De afgelopen maanden hebben zich vooral in het noorden en in het westen van Afghanistan overstromingen en landverschuivingen voorgedaan. Hierdoor zijn tientallen Afghanen omgekomen en zijn naar schatting 18.000 Afghaanse families getroffen. Zij hebben hun huis verloren of ondervonden schade aan huizen, landbouwgronden en infrastructuur. Op 17 april 2009 vond bovendien een aardbeving plaats in de provincie Nangarhar in het oosten van Afghanistan. Door de aardbeving zijn ten minste 22 Afghanen omgekomen en hebben circa 650 families hun huis verloren. De humanitaire hulp na de overstromingen en de aardbeving wordt gecoƶrdineerd door het VN Office for the Coordination of Humanitarian Affairs (OCHA) en de Afghaanse autoriteiten, in samenwerking met NGOās en andere VN-organisaties. Ook wordt hulp verleend door de Afghaanse Rode Halve Maan vereniging. OCHA is sinds begin dit jaar met een kantoor in Afghanistan vertegenwoordigd. Nederland heeft ā¬ 0,5 miljoen bijgedragen ter ondersteuning van het OCHA-kantoor en daarmee ter versterking van de humanitaire coƶrdinatie in Afghanistan. Daarnaast heeft Nederland dit jaar bijdragen verleend aan WFP, UNHCR en UNICEF (zoals in de Kamerbrief van 13 maart 2009 genoemd) die deze organisaties ook kunnen aanwenden voor hulp aan slachtoffers van de aardbeving en van overstromingen in Afghanistan. De zuidelijke regio Veiligheid Na een stijging van het totale aantal incidenten tegen ISAF en de Afghaanse overheid in de zuidelijke regio in het afgelopen jaar zal de komende periode naar verwachting nog geen kentering in dit beeld te zien zijn. Door de komst van de extra Amerikaanse militairen is ISAF in staat om in een groter gebied intensiever op te treden. Hierdoor zal het aantal incidenten in de komende periode naar verwachting eerst toenemen. GeĆÆmproviseerde explosieven en zelfmoordaanslagen blijven slachtoffers maken onder vooral Afghaanse veiligheidsdiensten en de bevolking, maar ook ISAF-troepen hebben hiermee te kampen. Indirecte beschietingen op ISAF-locaties, vooral door 107 mm raketten, maken weliswaar niet veel slachtoffers ā de omgekomen Nederlandse militair Chadli was in dit opzicht een trieste uitzondering ā maar doen het gevoel van onveiligheid toenemen. Acties gericht tegen Afghaans overheidspersoneel om de zeker voor het zuiden zo essentiĆ«le opbouw van het bestuur te belemmeren, duren voort en zijn vaak gericht tegen hoge overheidsfunctionarissen in Zuid-Afghanistan. Nog steeds is Kandahar stad in dat opzicht uiterst instabiel en zijn afpersing en intimidatie van de bevolking aan de orde van dag. EUPOL Nederland en EUPOL zullen een Technical Arrangement sluiten, waarbij Nederland de EUPOL functionarissen op Kandahar Airfield logistiek ondersteunt. Naar verwachting zal deze overeenkomst in juni worden getekend, waarna de werkzaamheden van EUPOL op Kandahar Airfield van start kunnen gaan. Eind juni zal de eerste Nederlandse EUPOL medewerker van de Koninklijke marechaussee op Kandahar Airfield arriveren. Amerikaanse troepenuitbreiding De troepenuitbreiding van de VS in het zuiden van Afghanistan zal de komende twee maanden worden voltooid, nog voor de verkiezingen van 20 augustus. De troepen zullen onder het commando van ISAF vallen (onder de Nederlandse generaal De Kruif, die momenteel commandant van Regional Command South is). Het gaat daarbij om 8.000 mariniers ter versterking van de ISAF-presentie en een Combat Aviation Brigade. Deze laatste bestaat uit ruim honderd gevechts- en transporthelikopters, verspreid over vier locaties in de zuidelijke regio. Tenslotte zal een Brigade Combat Team van in totaal ongeveer 4.000 militairen worden ontplooid, samen met 4.000 personen ondersteunend personeel. Naast veiligheidstaken zullen de nieuwe eenheden zich bezighouden met het trainen en begeleiden van het Afghaanse leger (Operational Mentoring and Liaison Teams, OMLTās), de Afghaanse politie en de Afghaanse grenspolitie (Police Mentoring Teams, PMTās). Civiel-militaire samenwerking in Regional Command South De door de VS aangekondigde intensivering op civiel gebied, zowel bij de ambassade in Kaboel als in de provincies waar Amerikaanse troepen actief zijn en in provincies waar nog geen PRT is gevestigd, bedraagt ongeveer 400 personen. Ongeveer 100 daarvan zullen in het Zuiden worden ingezet. Een juiste verhouding en coƶrdinatie tussen militaire en civiele middelen is bij een forse toename van het aantal troepen zeer belangrijk. Daarbij dient de balans tussen de inspanningen van UNAMA en die van de VS te worden bewaakt. Uiteindelijk zullen de civiele inspanningen van de VS zoveel mogelijk in dienst moeten staan van het versterken van de coƶrdinerende rol van UNAMA. Nederland heeft sinds begin deze maand een civiele expert in de civ-mil cell van Regional Command South ontplooid. Uruzgan Veiligheid De afgelopen maanden is het optreden van de Taliban voornamelijk asymmetrisch gebleven, hetgeen ook voor andere delen van Zuid-Afghanistan geldt. Binnen de Afghan Development Zones (ADZās) wordt direct gevechtscontact met ISAF ontweken. Een aantal lokale Talibancommandanten is in de afgelopen maanden omgekomen of gearresteerd. Dit heeft tot gevolg gehad dat diverse Talibangroepen in delen van Uruzgan in de afgelopen maanden minder goed in staat zijn geweest om hun activiteiten te coƶrdineren. Mede dankzij die ontwikkeling is de Taskforce Uruzgan (TFU) de afgelopen periode in staat geweest het gebied waarover controle wordt uitgeoefend, aanzienlijk te vergroten. Nu de zomer is begonnen, zullen de activiteiten van de Taliban naar verwachting weer toenemen. Wel kunnen Afghanen in toenemende mate zelf aan de veiligheid bijdragen. Om de ontwikkeling op het gebied van veiligheid en economische vooruitgang binnen de huidige ADZās verder gestalte te kunnen geven, richt de TFU zich met name op het verbinden van de drie bevolkingscentra in Tarin Kowt, Deh Rawod en Chora, en het verder consolideren van de situatie binnen de ADZās. Als onderdeel van deze aanpak zijn in de afgelopen periode diverse operaties en ontwikkelingsprojecten uitgevoerd of gestart. Zo is op 2 mei jl. het project gestart om de weg van Tarin Kowt naar Chora te asfalteren. De lokale autoriteiten zijn momenteel bezig de diverse belangen van de bevolkingsgroepen uit de gebieden waar deze weg doorheen loopt te adresseren. Op 29 maart is met de ondertekening van het Uruzgan Security Plan een belangrijke mijlpaal bereikt. Dit veiligheidsplan is door de Afghaanse veiligheidsdiensten, provinciale autoriteiten en de TFU gezamenlijk ontwikkeld en onderstreept de toenemende rol van de Afghaanse autoriteiten op veiligheidsgebied. De veiligheidsdiensten hebben in het plan een verbeterde onderlinge samenwerking en rolverdeling afgesproken. Hierbij zal de Afghaanse politie zich richten op de lokale gemeenschappen. Het Afghaanse leger zal voornamelijk de veiligheid in de minder bevolkte buitengebieden voor zijn rekening nemen. Het Afghaanse National Directorate of Security zal beide veiligheidsdiensten van de noodzakelijke informatie voorzien. Operatie Mani Ghar (Deh Rafshan) Volgend op de operatie Thura Ghar begin dit jaar werd in mei een grote operatie uitgevoerd in de westelijke Deh Rafshan, operatie Mani Ghar II. Het doel van deze operatie was om de westelijke Deh Rafshan veilig te stellen, zodat de ADZās van Tarin Kowt en Chora op elkaar worden aangesloten. Bovendien zijn vanuit het gebied meerdere malen raketaanvallen op Kamp Holland uitgevoerd. Voorafgaand aan en volgend op de operatie is er regelmatig contact geweest met invloedrijke lokale leiders uit het gebied. Na enige weken van voorbereiding en continue aanwezigheid van coalitietroepen en Afghaanse veiligheidsdiensten begon op 14 mei de grootschalige operatie, die vervolgens succesvol en met een minimum aan tegenstand is verlopen. De bevolking bleek open te staan voor de komst van het Afghaanse leger en de TFU. Tijdens de operatie zijn tientallen wapenopslagplaatsen gevonden. Aan het einde van de operatie is een tijdelijke legerpost voor de TFU en het Afghaanse leger ingericht. Van hieruit worden nu dagelijks patrouilles in het gebied uitgevoerd. De legerpost zal op termijn worden vervangen door een patrouillebasis voor het Afghaanse leger. Bovendien is ook permanente presentie van de Afghaanse politie voorzien. De operatie is door ISAF gezamenlijk met het Afghaanse leger gepland en uitgevoerd. De operatie maakte duidelijk dat de ANA steeds beter in staat is om complexe operaties zelf te plannen en uit te voeren. Ook bij de planning van deze operatie is voorzien in de bouw van een legerpost voor ISAF en het Afghaanse leger in het gebied. Opbouw Hoewel de uitdagingen vanwege de veiligheid nog steeds bestaan zijn de mogelijkheden voor civiele spelers om in Uruzgan te werken verder toegenomen. In de perceptie van de bevolking van Tarin Kowt komt de opbouw nu goed van de grond en is de houding jegens buitenstaanders radicaal veranderd, zo blijkt uit rapportages van buitenlandse journalisten. In maart werd televisie geĆÆntroduceerd in Tarin Kowt en werd de Afghanistan Conferentie in Den Haag rechtstreeks uitgezonden. Voor een compleet overzicht van de ontwikkelingen van de afgelopen maanden, zie bijlage 1. De afgelopen maanden zijn ook in de Baluchi-vallei en de westelijke Deh Rafshan de eerste ontwikkelingsactiviteiten opgestart. Zo voert WFP in samenwerking met Afghaanse NGOās in het kader van een breder āFood for Workā-programma een project uit waarbij ongeveer 2.000 mensen ook in deze gebieden worden ingezet voor o.a. het schoonmaken van de traditionele irrigatiekanalen. De FAO heeft in samenwerking met Afghaanse partners tarwezaad en kunstmest verspreid in alle districten van de provincie. Het Duitse GTZ, het Nederlandse bedrijf GSE en een aantal NGOās hebben samen Ć©Ć©n miljoen verbeterde variĆ«teiten van fruitbomen onder de boeren van vier districten verdeeld. Een door Nederland gefinancierde Afghaanse gezondheidsorganisatie heeft twaalf gezondheidswerkers opgeleid, die nu werkzaam zijn in tien verschillende dorpen in de Deh Rafshan en de Baluchi-vallei. Zij leveren basisgezondheidszorg (eerste lijnszorg, behandeling van malaria en diarree, family planning). Voor ernstige gezondheidsproblemen kunnen bewoners van het gebied terecht in het recentelijk geopende gezondheidscentrum in Sorg Morghab, in de oostelijke Deh Rafshan. Ook heeft deze organisatie in samenwerking met WHO een poliovaccinatieprogramma uitgevoerd in dit gebied. Een Afghaanse NGO heeft met Nederlands geld in twaalf dorpen projecten uitgevoerd, voornamelijk op het gebied van watervoorziening (waterpompen) en rivieroeverbescherming. De meeste van de projecten zijn inmiddels voltooid. Voorts heeft GTZ in opdracht van de Nederlandse overheid enkele kleinere projecten in de Deh Rafshan en in het zuiden van de Baluchi-vallei geĆÆdentificeerd om basisvoorzieningen te verbeteren (waterreservoirs door middel van dammen, irrigatiekanalen, waterpompen, kleine infrastructuur). De komende tijd zullen vooral in het noorden en zuiden van de Baluchi-vallei nieuwe projecten worden opgestart in overleg met de lokale gemeenschappen. In de gebieden waar de Afghaanse overheid en ISAF al langere tijd aanwezig zijn, is steeds meer duurzame ontwikkeling mogelijk. De Werkgroep Economische Wederopbouw Afghanistan (WEWA, een samenwerkingsverband van Nederlandse bedrijven) heeft dit voorjaar de mogelijkheden onderzocht voor het versterken van waardeketens in de landbouw in Uruzgan. Vooral in de amandelketen, en op langere termijn de ketens voor komijn en koriander, lijken er kansen te liggen voor Nederlandse bedrijven om in samenwerking met Afghaanse bedrijven waarde toe te voegen in de provincie en producten te exporteren in de regio of naar Europa. Eventuele initiatieven vanuit het bedrijfsleven kunnen gefinancierd worden uit het Fonds Economische Opbouw Uruzgan. Daarnaast is eind maart een beschikking afgegeven aan het Dutch Consortium for Uruzgan (DCU, bestaande uit vijf Nederlandse NGOās) ten behoeve van een scala aan ontwikkelingsactiviteiten in zes sectoren voor de periode tot maart 2013: civil society en institutionele versterking, gezondheidszorg, onderwijs, sociale ontwikkeling, rurale ontwikkeling en diergezondheid en dierlijke productie. Een andere indicator van economische vooruitgang is opening op 7 mei jl. van een vestiging van de Kabul Bank in Tarin Kowt, in het bijzijn van minister Verhagen, de gouverneur van Uruzgan en de algemeen directeur van de bank. De opening van dit bankfiliaal is een indicatie dat de bank economisch potentieel ziet en de veiligheidssituatie niet als hindernis voor economische activiteiten inschat. De bank zal onder meer, zoals in alle andere Afghaanse provincies, in Uruzgan de uitbetaling van politiesalarissen gaan verzorgen. Politie Op 21 mei is het door Nederland gefinancierde Politie Trainingscentrum (PTC) te Tarin Kowt officieel geopend door de plaatsvervangend minister van Binnenlandse Zaken Haidar Basir en de Nederlandse ambassadeur. Ook EUPOL en het Amerikaanse Combined Security Transition Command Afghanistan (CSTC-A) waren op hoog niveau vertegenwoordigd. Bij deze gelegenheid werden de certificaten uitgedeeld aan 97 agenten van het district Chora en uit de provincie Helmand die zojuist in het PTC de acht-weekse Focused District Development (FDD) training met goed gevolg hadden doorlopen. Deze trainingen worden gegeven door Afghaanse trainers die in goede samenwerking worden bijgestaan een aangestuurd door de VS, EUPOL en AustraliĆ«. De agenten uit Chora zijn inmiddels teruggekeerd naar hun thuisdistrict en aan het werk gegaan op de politieposten. Hierbij worden zij begeleid door een van de vijf Nederlandse Police Mentoring Teams (PMTās). Voorbereidingen voor de volgende opleiding op het centrum zijn gaande en EUPOL en AustraliĆ« hebben hun interesse kenbaar gemaakt om op structurele wijze bij te dragen aan het PTC. Met de Afghaanse autoriteiten wordt overlegd over de aanstelling van een vaste Afghaanse staf voor het PTC. Uiteindelijk zal het centrum uiteraard door Afghanistan zelf moeten worden beheerd en gebruikt. De investeringen die Nederland heeft gepleegd in het afgelopen jaar in de opbouw en professionalisering van de Afghaanse politie beginnen concrete resultaten af te werpen. Sinds maart dit jaar zijn ook de laatste twee van in totaal vijf Nederlandse PMTās actief die de Afghaanse politie-eenheden begeleiden die het FDD-trainingsprogramma hebben doorlopen. Deze teams opereren in Tarin Kowt, Chora en Deh Rawod en staan de lokale politie bij in de dagelijkse bezigheden. Op 4 juni is ten zuiden van Deh Rawod het tweede Police Substation geopend dat met Nederlandse financiering is gebouwd. Met deze politieposten kan de ANP zich beter beschermen en wordt toegewerkt naar meer community policing door de politie. Twee andere Police Substations zijn in aanbouw en volgende zijn voorzien in Chora, de Mirabad-vallei en de westelijke Deh Rafshan, waar onlangs operatie Mani Ghar II is uitgevoerd. De bouw van het nieuwe operationele coƶrdinatie centrum voor de Afghaanse veiligheidstroepen (OCC-P) wordt nog deze maand voltooid. Het OCC-P zal een belangrijke taak moeten gaan vervullen in de voorbereidingen en beveiliging van de Afghaanse verkiezingen op 20 augustus. Als onderdeel van de door de Australische premier Rudd aangekondigde intensivering van de Australische inspanningen in Afghanistan, zal een extra tiental politiemensen worden uitgezonden naar Afghanistan. Zij zullen deels worden ingezet in Uruzgan waar zij onder andere zullen bijdragen aan de werkzaamheden van het PTC. Leger De kwaliteit van het Afghaanse leger blijft vooruit gaan. Grote operaties worden samen met de TFU gepland en uitgevoerd, zoals de hiervoor genoemde operatie Mani Ghar II. Kleinere operaties worden inmiddels door het Afghaanse leger zelfstandig ter hand genomen. Ook de uitbreiding van de capaciteit gaat gestaag door. Inmiddels wordt ook het Garnizoenskandak gevuld. Met de voorziene komst van het derde infanteriekandak wordt de capaciteit van het Afghaanse leger in Uruzgan aanmerkelijk uitgebreid. Het kandak is in de derde week van juni gereed met de basisopleiding en zal aanvullend nog een maand een vuurwapenopleiding volgen. Een Nederlands OMLT zal dit derde kandak gaan begeleiden. Ontwikkelingen in de Nederlandse militaire bijdrage De Nederlandse bijdrage aan het ISAF-hoofdkwartier in Kaboel zal de komende periode tijdelijk hoger zijn. Het NAVO hoofdkwartier wordt gevuld volgens een roulatieschema en conform planning is het 1e Duits-Nederlandse Legerkorps aan de beurt. Nederland levert hier voor de duur van 6 maanden ongeveer 60 militairen voor. Bovendien leidt het besluit van de ministers van Defensie van de NAVO om de AWACS in Afghanistan in te zetten tot de uitzending van enkele Nederlandse militairen. Naar verwachting gaat het om gemiddeld vijf militairen. De inzet van de Sperwer in Uruzgan heeft een grote meerwaarde voor de Nederlandse militairen. De inzet van de Sperwer was voorzien tot 1 maart. Zoals onder meer gemeld in de brief van 12 januari 2008 (Kamerstuk 30 806 nr. 8) zal Defensie daarna civiele Unmanned Aerial Vehicle (UAV)-capaciteit inhuren bij de firma Aeronautics. Geconstateerd is dat voor de UAVās een afzonderlijke landingsbaan moet worden aangelegd. Het is niet mogelijk gebleken om de inzet van de Sperwer te verlengen tot de komst van Aeronautics. In de tussenliggende periode wordt voor luchtgrondwaarnemingscapaciteit teruggevallen op bondgenoten. Het materieel is begin juni gearriveerd in Tarin Kowt, waarna de firma Aeronautics de nodige voorbereidingen kon treffen voor inzet van de UAV. Het systeem zal begin juli operationeel zijn. Operationele behoeften en internationale partners Op 29 april jl. heeft AustraliĆ« aangekondigd het komende jaar zijn troepen in vooral Uruzgan te willen uitbreiden. Bij deze uitbreiding staan twee aanvullende Operational Mentoring and Liaison Teams (OMLTās) voor de begeleiding van het Afghaanse leger centraal. Bovendien wordt de bestaande Mentoring and Reconstruction Taskforce (MRTF) met ruim 70 militairen uitgebreid en wordt een ondersteuningsteam voor onderhoud van infrastructuur van ruim 40 militairen ontplooid. Daarnaast is er sprake van een tijdelijke ontplooiing van acht maanden van een Combat Team van ongeveer 120 militairen voor de periode rond de Afghaanse verkiezingen en de periode daarna. In totaal groeit de Australische bijdrage met ruim 400 militairen tot ongeveer 1.500, waarvan zoān 280 tijdelijk. In april is een begin gemaakt met de ontplooiing van een Amerikaanse helikoptereenheid in Uruzgan, bestaande uit circa 600 militairen en meer dan 20 helikopters. Het vliegveld van Tarin Kowt wordt mede hiervoor verbeterd en zal in de toekomst dankzij Nederlandse financiering ook voor civiel medegebruik geschikt zijn. De helikoptereenheid krijgt een regionale taak. Deze extra capaciteit zal mede ten goede komen aan de operationele armslag van de TFU. Door alle extra bijdragen zal Kamp Holland aanzienlijk uitbreiden. Met zowel AustraliĆ« als de Verenigde Staten wordt overlegd over de synchronisatie van de Australische, Amerikaanse en Nederlandse plannen in Uruzgan. Het zwaartepunt van de synchronisatie ligt op de infrastructurele beleggingen op de militaire basis op Tarin Kowt door de toename van het aantal troepen en de beperkte ruimte en voorzieningen. Daarnaast worden afspraken gemaakt over de beveiliging van de basis, de luchtverkeersleiding en de algemene logistieke ondersteuning. Op termijn zal dit leiden tot een multinationaal bestuur van de basis. Ondertussen verloopt de integratie en samenwerking met de Australische, Franse, Slowaakse en Singaporese eenheden goed. De eenheden leveren waardevolle bijdragen aan het gezamenlijke optreden in Uruzgan. TsjechiĆ« heeft naar volle tevredenheid ruim negen maanden bijgedragen aan de bewaking van kamp Hadrian in Deh Rawod en heeft op 26 maart 2009 de taak aan Slowakije overgedragen. Annex 2 geeft een overzicht van de internationale partners in Uruzgan. Annex 1: Stand van zaken wederopbouw en ontwikkeling Infrastructuur: vliegmogelijkheden naar Uruzgan De toegang tot de provincie zal aanzienlijk verbeteren in de nabije toekomst. Op 31 mei 2009 is een overeenkomst getekend met de Afghaanse luchtvaartmaatschappij KamAir. KamAir zal driemaal per week vluchten tussen Kabul en Tarin Kowt uitvoeren. Medewerkers van NGOās, ambtenaren en ondernemers zullen hiervan profijt hebben. Onderwijs Het aantal accelerated learning classes in Uruzgan is in de rapportageperiode uitgebreid van 70 naar 130. In deze onderwijsvorm gaat het om informeel onderwijs op huislocaties voor kinderen die buiten het formele onderwijs zijn gevallen. Aan het accelerated learning programme nemen in totaal 3671 leerlingen deel, waarvan 956 meisjes en 2715 jongens. In het kader van het EQUIP I-programma zullen in Uruzgan in totaal 78 scholen worden gebouwd; vijftien scholen zijn inmiddels klaar. Het ministerie van Onderwijs is voornemens het aantal te bouwen scholen verder uit te breiden. Er zijn momenteel 1.481 leraren en 45 leraressen werkzaam in Uruzgan. In totaal zijn er nu 200 lespakketten gebracht naar 15 scholen in het district Tarin Kowt en in totaal 5 scholen in het district Chora. Groepen voor kinderbescherming werden opgezet en hun vertegenwoordigers getraind via maandelijkse bijeenkomsten. 48 radioprogrammaās werden geproduceerd door 180 kinderen van 7 scholen in Uruzgan en uitgezonden in Tarin Kowt (elk programma tweemaal per week). In het kader van een beurzenprogramma van EQUIP (opleiding van nieuwe leerkrachten voor Uruzgan en omringende provincies in India) staat een eerste groep studenten uit de zuidelijke provincies op het punt naar India te vertrekken, de tweede groep begint deze zomer met de voorbereidingen. Gezondheidszorg Het meerjarig nationale overheidsprogramma op het gebied van gezondheidszorg begint vruchten af te werpen. In totaal hebben 195 community health workers, waaronder 48 vrouwen een volledige opleiding afgerond. In mei zijn er basisgezondheidscentra in Sarab (Chora) en in Dizak (Deh Rawod) geopend. Begin juni is ook een nieuw basisgezondheidscentrum in het Deh Rafshan-gebied in Urzugan geopend. Er zijn nu zeven van deze centra in Uruzgan. Daarnaast zijn er vier grotere poliklinieken (Ć©Ć©n per district) en een provinciaal ziekenhuis. Omdat reistijden lang zijn in Uruzgan, zijn mensen voor de eerstelijnshulp aangewezen op medische hulpposten, waarvan er inmiddels ongeveer 150 door de hele provincie actief zijn. Vorige maand studeerde een nieuwe lichting van twaalf gezondheidsmedewerkers af, die inmiddels de hulppost in de Deh Rafshan geopend hebben. Zij leveren basisgezondheidszorg (eerste lijnszorg, behandeling van malaria en diarree, family planning). Voor ernstigere gezondheidsproblemen kunnen bewoners van het gebied terecht in het recent geopende gezondheidscentrum in Sorg Morghab, in de oostelijke Deh Rafshan. Ook heeft deze organisatie in samenwerking met WHO een polio-eradicatieprogramma uitgevoerd in dit gebied. In totaal zijn vijf vrouwen tot vroedvrouw opgeleid, daarvan werken er nu vier voor AHDS in Uruzgan. Zeven vrouwen worden nu nog opgeleid en studeren in 2010 af. Tevens worden 12 lokale vroedvrouwen in Tarin Kowt opgeleid tot wijkverplegers. Het project op het gebied van gezondheidsvoorlichting is nu afgerond. In totaal werden 160 dorpsgemeenschapwerkers en 60 religieuze leiders in Uruzgan opgeleid om voorlichtingsprogrammaās op het terrein van gezondheid en hygiĆ«ne uit te voeren. Tot slot is een project op het gebied van steun aan geestelijke gezondheid in afronding. D.m.v. dit project zijn ondermeer trainingen gegeven, klinieken van onderwijsmateriaal voorzien en psychotropische medicijnen gedistribueerd naar alle gezondheidscentra in de provincie. Rurale ontwikkeling MRRD Sinds medio 2006 voert het ministerie voor Rurale Rehabilitatie en Ontwikkeling (MRRD) drie programmaās uit in de provincie Uruzgan. Resultaten: In totaal zijn nu 69 projecten afgerond (23 onder de eerste, inmiddels afgeronde, activiteit, 46 onder de tweede fase). Vier projecten zijn nog in uitvoering. Deze projecten richten zich op duurzame rurale ontwikkeling en capaciteitsopbouw van het provinciale bestuur. Na instemming van Nederland bestaat de mogelijkheid om een derde fase te financieren waaronder o.a. additioneel 42 projecten van start kunnen gaan. MRRD gaf aan dat nagenoeg alle fondsen zijn gecommitteerd, voorts zijn er plannen voor een brug over de Helmand rivier. Het National Solidarity Programme (NSP) heeft 34 projecten in Uruzgan op het gebied van met name kleinschalige water en sanitatie. Het National Rural Access Programme (NRAP) bouwt 5 wegen, waarvan 1 voltooid (8,6 km), 1 vrijwel voltooid (9,5 km; eind juni 2009), 2 gravelwegen (eind juni 2009) en 1 halverwege (1,5 km lang; medio augustus 2009). GSE Het tuinbouwbedrijf GSE (Growing Sales Exchange) beheert een aantal projecten in Uruzgan dat met name is gericht op het gebied van saffraanteelt en fruitteelt. Resultaten: Zoals reeds in de brief van 13 maart jl. is vermeld is bij 281 boeren van Tarin Kowt, Chora en Deh Rawod gedurende twee seizoenen saffraan geplant. De eerste oogst van het saffraan dat in 2007/2008 werd geplant betrof in eerste instantie 41,5 kg. Door recente aankopen van achtergehouden saffraan is het totaal gekomen op bijna 50 kg, totale inkomen voor de boeren komt daarmee op ā¬ 115.000. Eind augustus 2008 werd opnieuw saffraan geplant (130 ton saffraanbollen) en de eerste oogst wordt eind 2009 verwacht. Fruitteelt In het seizoen 2008/2009 heeft zijn in totaal 750.000 fruitbomen in het kader van rehabilitatie van boomgaarden en natuurbehoud lokaal gekocht en gedistribueerd. De aanplant door lokale NGOās van fruitbomen is afgerond. In totaal zijn er 80.580 fruitbomen in de periode 2006-2008 geplant. Daarnaast is in deze periode aan in totaal 3400 boerengezinnen zaad en kunstmest ter beschikking gesteld. FAO Zoals in de vorige stand van zakenbrief reeds is vermeld is aan 20.000 gezinnen in de provincie Uruzgan veredeld graanzaad en kunstmest t.b.v. het landbouwseizoen 2008/2009 gedistribueerd en voorlichting gegeven over verbeterde landbouwtechnieken. Het graanzaadproject is eind 2008 deels afgerond. In het najaar van 2008 is gecertificeerd en hoogwaardig tarwezaad (914 ton) en kunstmest (twee soorten: elk 924 ton) onder ongeveer 20.000 families (ongeveer de helft van de bevolking van Uruzgan) verspreid over alle districten van Uruzgan. Monitoring en evaluatie vinden momenteel plaats, mede met het oog op plannen voor een vervolgprogramma. GTZ GTZ legt contact met gemeenschappen rond de Deh Rafshan-vallei om economische ontwikkeling te stimuleren. Een team van acht buitenlandse deskundigen en 22 Afghanen is van start gegaan om met de lokale bevolking alternatieve economische ontwikkelingsmogelijkheden te identificeren. Bijkantoren werden geopend in de districten Chora en Deh Rawod. Een voormalig landbouw onderzoeksstation in het district Tarin Kowt van het ministerie van Landbouw wordt opnieuw in gebruik genomen en voor training gebruikt. 4 water reservoirs t.b.v. irrigatie werden aangelegd (voltooid) en voor 18 nieuwe reservoirs worden de dammen gebouwd. 3 projecten voor micro-waterkracht werden aangelegd. Gender Integratie in gezondheidszorg De opleiding vam 12 vroedvrouwen (zie hierboven). Hierdoor is het aantal vrouwen dat in het provinciaal ziekenhuis van Tarin Kowt bevalt toegenomen. Na de opleiding zullen de vroedvrouwen thuisbevallingen verzorgen. Het aantal zwangere vrouwen dat tenminste Ć©Ć©n bezoek voor de bevalling ontvangt is gestegen van 45% (aug 2006) tot 71% (febr 2009); het aantal zwangere vrouwen dat tenminste twee tetanus vaccinaties ontvangt is in dezelfde periode verdubbeld van 29% naar 62%; het percentage kinderen onder 11 maanden dat de volledige DPTH vaccinatie (3 doses) ontvangt is gestegen van 25% naar 78%. Het aantal gekwalificeerde vroedvrouwen is gestegen van 2 naar 11 en het aantal vrouwelijke dorps gezondheidswerkers met een volledige opleiding is tussen aug. 2006 en feb. 2009 gestegen van 11 naar 48. Integratie in het onderwijs In het beurzenprogramma voor studenten uit Uruzgan om een opleiding tot leerkracht te volgen in India zijn ook vrouwen geselecteerd. De selectie gaat door in samenwerking met lokale NGOās. Ruim 950 meisjes nemen deel aan de accelerated learning classes die in Uruzgan werden opgezet met Nederlandse financiering Economische activiteiten gericht op vrouwen Aan 550 weduwen en arme vrouwen werden kuikens en groentezaad ter beschikking gesteld door GSE. In het FAO programma voor kwetsbare boerengezinnen zijn activiteiten opgenomen om met name voor vrouwen de situatie te verbeteren. GTZ heeft 250 naaimachines gedistribueerd voor vrouwen in het gebied van Surgh Murghab bij de Baluchi pas. WOCCU Het programma van WOCCU verloopt voorspoedig. Er zijn reeds 555 kredieten verstrekt, met een totaal van 280.500 USD; de coƶperatie telt inmiddels 1.446 leden (456 in Deh Rawod, 990 in Tarin Kowt). Annex 2: Internationale partners AustraliĆ« heeft een Mentoring Reconstruction Task Force (MRTF) ontplooid in Uruzgan. Deze eenheid bestaat uit een OMLT-, een beveiligings- en een genie-eenheid. Tevens levert AustraliĆ« vijf maal een chirurgisch team (elk team 2 maanden) voor het Role-2 ziekenhuis op Tarin Kowt. Het vierde chirurgische team ontplooit in augustus 2009 en het vijfde team is voorzien in februari 2010. Bovendien steunt AustraliĆ« de staf van de Task Force Uruzgan met een vijftal officieren, waarvan twee civiele politieofficieren met specialisatie op het gebied van Counter Narcotics. Slowakije zet momenteel 100 militairen in voor kampbewaking in Tarin Kowt en Deh Rawod, 2 militairen voor de staf van het PRT en vijf militairen voor het OMLT voor het Combat Service Support Kandak. Frankrijk levert een OMLT met een geĆÆntegreerde beveiligingseenheid. Deze bijdrage omvat ongeveer 70 militairen en opereert vanuit Deh Rawod. Singapore levert medische staf ten behoeve van het role 2 ziekenhuis op Kamp Holland. De bijdrage zal in ieder geval tot eind maart 2010 duren. Momenteel wordt met Singapore overlegd over een eventuele additionele bijdrage. PAGE 22 PAGE 1