[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van de Raad Werkgelegenheid en Sociaal beleid WSBVC van 8 juni jl

Bijlage

Nummer: 2009D31000, datum: 2009-06-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Bijlage bij: Verslag van de Raad Werkgelegenheid en Sociaal beleid Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken van 8 juni 2009 (2009D30999)

Preview document (🔗 origineel)


Verslag van de Raad Werkgelegenheid en Sociaal beleid op 

8 juni 2009

De vergadering werd voorgezeten door de Tsjechische minister, de heer
Ć imerka. Aanwezig waren vertegenwoordigers van de EU Lidstaten. De
Europese Commissie werd vertegenwoordigd door Commissaris Vladimir
Ć pidla. De Nederlandse delegatie stond onder leiding van Minister
Donner.

Voorbereiding Europese Raad juni (werkontbijt en debat)

De Raad besprak de huidige financieel-economische crisis met het oog op
het vaststellen van de bijdrage van de Raad (onderdeel Werkgelegenheid
en Sociaal beleid) aan de Europese Raad die op 18 en 19 juni
plaatsheeft. In het debat dat zich grotendeels in een besloten setting
afspeelde belichtten veel delegaties de specifieke maatregelen in de
eigen lidstaat. Daarnaast lieten de delegaties zich uit over de recente
mededeling van de Commissie “A shared commitment for employment”
waarin de Europese Commissie nieuwe maatregelen bepleit ter beteugeling
van de crisis. Over het meest in het oog springende voorstel betreffende
het direct vrijmaken van €19 miljard ESF-budget dat lidstaten in
2009-2010 eventueel zonder cofinanciering kunnen inzetten, hielden de
meeste lidstaten zich op de vlakte. Een enkele lidstaat toonde zich zeer
kritisch. Anderzijds werd het voorstel omarmd door enkele van de hardst
door de crisis getroffen lidstaten. 

Minister Donner gaf aan dat de ontwikkeling van de
werkgelegenheidssituatie in Nederland in vergelijking met de meeste
andere EU-lidstaten nog meevalt maar dat het de vraag is hoe lang dit zo
zal blijven. Om de krimp van de economie en het verlies van banen goed
te maken, zal de economie na het inzetten van herstel “dubbel zo
hard” moeten groeien. Minister Donner sprak ook zijn zorg uit dat
korte termijn maatregelen  die nu worden genomen, een lange termijn
herstel in de weg kunnen staan. In verband hiermee gaf hij aan
tegenstander te zijn van het overeind houden van bedrijven die op de
middellange termijn niet levensvatbaar zijn. In plaats daarvan kunnen
lidstaten zich beter richten op het in stand houden van kwalificaties
van werknemers. 

Verder gaf Minister Donner aan de mededeling van de Commissie “A
shared commitment for employment” in grote lijnen te steunen maar
vroeg daarbij wel af of voor wat betreft het ESF de ingewikkelde
administratieve procedures niet juist het knelpunt vormen. Daarnaast
riep Minister Donner de Commisie op een actieve bijdrage te leveren aan
het monitoren en beteugelen van mogelijke risico’s (fricties tussen
lidstaten dan wel spanningen tussen bevolkingsgroepen).

Commissaris Spidla gaf aan verheugd te zijn dat veel lidstaten de
Commissie mededeling als “well- balanced” hebben aangemerkt. Hij
stelde dat het juist in een tijd van crisis belangrijk is extra in te
zetten op een activerende sociale zekerheid die als een “trampoline”
mensen doet terugveren naar de arbeidsmarkt. Hij verzocht de lidstaten
om in hun beleid extra aandacht te geven aan de thema’s jeugd en
demografie omdat waar nu tijdelijk een overschot is aan arbeid, dit na
economisch herstel al snel weer zal omslaan in juist
arbeidsmarkttekorten. Hij gaf aan daarbij tevens aandacht te schenken
aan “groene banen”. 

De Voorzitter concludeerde dat de crisis de EU over de volle breedte
raakt en dat nog zeer onzeker is wanneer en in welke mate economisch
herstel zal inzetten. Hij wees op de belangrijke rol van sociale
zekerheidsstelsels als automatische stabilisatoren waarmee het effect
van de crisis op de economie en de samenleving wordt verzacht. De
Voorzitter constateerde dat de maatregelen die de lidstaten nemen om de
crisis te beteugelen veel overeenkomsten vertonen en dat er uitgebreid
aandacht is voor het bevorderen van training en employability. Hij
stelde tevens vast dat er consensus bestaat over de opvatting dat korte
termijn crisismaatregelen in lijn moeten zijn met de structurele
hervormingen die nodig zijn om het hoofd te bieden aan lange termijn
uitdagingen en dan in het bijzonder de vergrijzing. 

In het verlengde van het debat concludeerde de Voorzitter de aanneming
van de twee voorliggende sets Raadsconclusies en goedkeuring van het
voorliggende advies van het Werkgelegenheidscomité.

Lissabonstrategie post 2010 (lunchdebat)

Delegaties bespraken in besloten setting de toekomst van de
Lissabonstrategie die formeel in 2010 afloopt. Tijdens het debat
pleitten de meeste lidstaten enkel voor het wijzigen van accenten: geen
van de delegaties pleitte voor een radicaal andere opzet of beëindiging
van de strategie. Wel bleek dat een aantal lidstaten de sociale
component van de strategie zwaarder wil aanzetten terwijl een aantal
andere lidstaten (waaronder Nederland) juist de focus op groei en
werkgelegenheid wil vasthouden. Overigens bestond consensus dat gegeven
de toegenomen mate van heterogeniteit in de EU een ‘one size fits
all’ benadering niet kan werken.

Minister Donner riep op tot een gestroomlijnd proces, met een focus op
groei en werkgelegenheid en een beperkt aantal hoofddoelen. Dit mede om
het proces richting de burgers makkelijker te kunnen communiceren.
Tevens werd gesuggereerd een splitsing te maken tussen het politieke
proces betreffende evaluatie en voortgang en het proces van
beleidsleren.

Richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid (politiek akkoord)

De Raad ging zonder discussie akkoord, waarop de Voorzitter politiek
akkoord vaststelde.

Coördinatie sociale zekerheid/ uitbreiding derdelanders (politiek
akkoord)

Het voorliggende voorstel is bedoeld ter vervanging van Verordening (EG)
nr 859/2003 die de bepalingen van de huidige
socialezekerheidsverordening nr. 1408/71 uitbreidt tot onderdanen van
derde landen. Hiermee wordt verzekerd dat voor onderdanen van derde
landen, die legaal in een lidstaat verblijven en die een relatie hebben
met een tweede lidstaat, dezelfde coördinatieregels gelden als voor
Europese burgers. Het begrip “legaal verblijf”wordt niet
gedefinieerd in het voorstel, maar wordt bepaald door de nationale
wetgeving van een lidstaat.

Evenmin als bij de coördinatie Verordeningen ten aanzien van EU-burgers
het geval is, kent het voorstel aan onderdanen van derde
landen geen sociale zekerheidsrechten toe. Het betreft uitsluitend
coördinatie van stelsels. De lidstaten bepalen zelf onder welke
voorwaarden onderdanen van derde landen toegang hebben tot hun sociale
zekerheidsstelsels.

Verordening 859/2003 bevat een bijlage  die vermeldt dat de Duitse en
Oostenrijkse gezinsbijslagen volgens de wetgeving van deze landen alleen
toegankelijk zijn voor onderdanen van derdelanders die over
een permanente verblijfsvergunning beschikken. Duitsland en Oostenrijk
willen deze bijlage ook toevoegen aan het nieuwe voorstel dat in de
plaats zal komen van de huidige Verordening. De Europese Commissie heeft
de bijlage in haar wijzigingsvoorstel niet laten terugkomen omdat zij
meent dat deze in strijd is met het gemeenschapsrecht. Uit discussie in
de Raad over deze kwestie bleek dat dit voorstel nog niet rijp was voor
besluitvorming. Minister Donner heeft gepleit voor een horizontale
oplossing in de Verordening, zodat –indien gewenst- ook andere
lidstaten gebruik kunnen maken van de bepaling die nu alleen voor
Duitsland en Oostenrijk geldt. Dit standpunt kreeg de nodige steun maar
stuitte ook op kritiek. De Voorzitter concludeerde dat het dossier zal
worden overgedragen aan het volgende Voorzitterschap. 

Herziening zwangerschapsrichtlijn (voortgangsverslag)

Zowel de Voorzitter als Commissaris Spidla benadrukten het belang van
deze richtlijn in het kader van het verenigen van werk- en gezinsleven.
Gelet op het aantal uitstaande punten zoals de lengte van het
zwangerschapsverlof en de hoogte van de uitkering is het niet klaar voor
besluitvorming. 

Commissisaris Spidla gaf in zijn interventie aan dat er bij de
behandeling van de richtlijn zwangerschaps- en bevallingsverlof rekening
moet worden gehouden met andere bestaande verlofregelingen voor
gezinnen, met name ouderschapsverlof. Ook noemde hij het belang van een
hoog beschermingsniveau. Commissaris Spidla sprak de hoop uit dat de
Raad onder Zweeds Voorzitterschap een akkoord zou kunnen bereiken en
bevestigde dat de Europese Commissie nog voor de zomer met een
richtlijnvoorstel voor ouderschapverlof zal komen. Dit voorstel zal mede
zijn gebaseerd op het akkoord dat de sociale partners naar verwachting
op 18 juni zullen tekenen.

Gelijke behandeling buiten arbeid (voortgangsverslag)

Commissaris Spidla bedankte het Voorzitterschap voor de werkzaamheden
met betrekking tot dit dossier. Hij wees de delegaties op het advies dat
het Europees Parlement op grond van artikel 13 Eg Verdrag inmiddels had
aangenomen en meende dat het er nu op aankwam dat de delegaties in de
Raad nader tot elkaar zou komen.

Gelijke kansen voor vrouwen en mannen: actief en waardig ouder worden
(raadsconclusies)

De Voorzitter stelde dat vergrijzing en actief en waardig ouder worden
belangrijke uitdagingen zijn en blijven voor de lidstaten en de Europese
Unie. Hij wees erop dat obstakels bij het combineren van werk en zorg
belangrijke consequenties kunnen hebben voor de wijze waarop mensen in
een latere levensfase hun leven kunnen leiden.

Commissaris Spidla stelde dat het ouder worden mannen en vrouwen op
verschillende manieren beĂŻnvloed. Hij voegde eraan toe dat het werken
aan gelijke kansen op onverminderde aandacht kan rekenen van de Europese
Commissie.

De Voorzitter concludeerde dat de Raadsconclusies ongewijzigd kunnen
worden vastgesteld.

Integratie van de Roma (raadsconclusies)

De Voorzitter, minister voor Mensenrechten Kocab, gaf aan dat de
Raadsconclusies op zijn plaats waren daar het extremisme ten opzichte
van de Roma toeneemt. Ook in een periode van crisis blijft het
belangrijk voldoende aandacht te besteden aan de positie van deze
bevolkingsgroep. Bij de Raadsconclusies zijn een aantal basisprincipes
gevoegd voor het bevorderen van sociale insluiting van de Roma. Deze
principes zijn besproken op de eerste vergadering van het GeĂŻntegreerde
Europese Platform voor Insluiting van de Roma in april j.l. in
Tsjechië.

Commissaris Spidla gaf aan groot belang te hechten aan de conclusies. De
Roma in Europa staan nog steeds erg onder druk en worden bedreigd met
sociale uitsluiting. Hij vergeleek het extremisme ten opzichte van de
Roma met het anti-semitisme. Commissaris Spidla gaf aan verheugd te zijn
over het functioneren van het Platform. 

De Voorzitter concludeerde dat de Raadsconclusies ongewijzigd kunnen
worden vastgesteld. 

Gelijke behandeling van zelfstandig werkzame mannen en vrouwen
(voortgangsverslag)

De Raad nam nota van het voortgangsverslag. Minister Donner merkte op
dat de vraag betreffende de correctheid van de rechtsbasis van
onderliggend richtlijnvoorstel met voorrang zou moeten worden beantwoord
omdat dit vruchtbare onderhandelingen over het voorstel in de weg staat.


Diversen

a) VN Verdrag gehandicapten

Commissaris Spidla riep de delegaties op om in te zetten op een snelle
ratificatie van het VN Verdrag en (voor zover van toepassing) het
optioneel protocol.

b) Vrij verkeer van werknemers/ derde fase

De Voorzitter verwelkomde de besluiten van enkele lidstaten om de
overgangsmaatregelen ten aanzien van het vrij verkeer van de EU-8
werknemers op te heffen. 

Commissaris Spidla lichtte vervolgens de verzoeken van Duitsland,
Oostenrijk en Verenigd Koninkrijk toe die zich voor de deadline van 1
mei 2009 hebben beroepen op “ernstige verstoring van de arbeidsmarkt
of de dreiging daarvan)”. Dit betekent dat Duitsland en Oostenrijk de
beperkende voorwaarde van een werkvergunning continueren en dat het VK
nu een ex-post registratieregime hanteert waarbij een
tewerkstellingsvergunning van een EU- 8 werknemer binnen 30 dagen na
aanvang van de werkzaamheden dient te worden geregistreerd. 

Hoewel Commissaris Spidla meende dat er rechtvaardigingen voor de
verzoeken kunnen worden aangewezen, riep hij deze landen op de grenzen
zo spoedig mogelijk te openen, bij voorkeur voor 1 mei 2011, de datum
waarop volgens de toetredingsverdragen alle beperkingen uiterlijk moeten
zijn opgeheven. 

c) Conferenties van het Voorzitterschap

De Voorzitter gaf een korte terugkoppeling van de vermelde conferenties.

d) Werkprogramma inkomend Voorzitterschap

De Zweedse delegatie verstrekte de nodige informatie. Zweden beoogt
tijdens de Informele Raad op 8 en 9 juli de crisismaatregelen en de
Lissabonstrategie te bespreken. Het accent zal hierbij liggen op het
verder uitwisselen van ervaringen met crisismaatregelen. 

Tevens zal Zweden een conferentie organiseren over inclusie op de
arbeidsmarkt waarbij zal worden ingegaan op het bestrijden en voorkomen
van lange termijn werkloosheid. Zweden zal in het verlengde van de
Raadsconclusies een conferentie organiseren over het gezond en waardig
ouder worden.