Geannoteerde agenda
Bijlage
Nummer: 2009D32457, datum: 2009-06-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Geannoteerde agenda Begrotingsraad 10 juli 2009 (2009D32456)
Preview document (🔗 origineel)
Geannoteerde agenda Begrotingsraad 10 juli 2009 Op 10 juli 2009 zal de Begrotingsraad bijeen komen voor de eerste lezing van het Commissievoorstel (Voorontwerp) voor de EU-begroting 2010. De agenda van de Raad is als volgt: 1. Voorbereiding en conciliatie met het Europees Parlement en 2. Vaststelling ontwerpbegroting 2010 door de Raad. Besluitvorming over de jaarlijkse begroting geschiedt via gekwalificeerde meerderheid. Het vervolgtraject is als volgt: in oktober zal het Europees Parlement (EP) zijn eerste lezing houden, waarna een tweede lezing van de Raad en conciliatie met het EP plaatsvindt op 19 november. Vervolgens zal het EP zijn tweede lezing houden en de uiteindelijke EU-begroting voor 2010 vaststellen, binnen de kaders die tijdens de conciliatie worden afgesproken. 1. Voorbereiding en conciliatie met het Europees Parlement De Raad zal zoals gebruikelijk een delegatie van het EP ontvangen voor de aanvang van zijn eerste lezing. Doel van deze conciliatie is eventuele geschilpunten tussen Raad en EP op voorhand op te lossen. Onderwerpen die tijdens deze conciliatie waarschijnlijk aan de orde komen zijn structuurfondsbetalingen, uitgaven voor extern beleid en administratieve uitgaven. Naar verwachting zullen enkele gemeenschappelijke verklaringen worden afgesproken, zoals een verklaring over het verhogen van betalingskredieten wanneer tijdens het jaar blijkt dat deze onvoldoende zijn, en een verklaring over rekrutering van staf uit nieuwe lidstaten. 2. Nederlandse inzet Nederland blijft voorstander van behoedzaam en realistisch ramen. Nationale budgetten staan als gevolg van de financiële en economische crisis onder zware druk. Extra EU-uitgaven gaan ten koste van nationale begrotingsmiddelen, en zouden daarom zoveel mogelijk beperkt moeten worden tot zaken waar Europese financiering toegevoegde waarde heeft. Handhaving van de financiële perspectieven (FPs) blijft voor Nederland voorop staan. De begroting voor 2010 dient binnen de FP-plafonds voor 2010 te blijven, met meer marge in de diverse uitgavencategorieën om tijdens het jaar onvoorziene uitgaven op te kunnen vangen. Voor het creëren van meer marge geeft Nederland de voorkeur aan de ‘kaasschaafmethode’ (korten van meerdere programma’s), naast besparingen op agentschappen en op administratieve uitgaven. Het creëren van meer marge in de EU-begroting 2010 is ook nodig om de tweede helft van het economisch herstelpakket te kunnen financieren. De eerste helft van dit, op 19-20 maart door de Europese Raad overeengekomen, pakket van € 5 miljard voor energieprojecten, breedband en GLB-uitdagingen wordt in 2009 gefinancierd. Voor de tweede helft moet nog financiering worden gevonden; dit dient te geschieden zonder ophoging van het jaarlijkse totaalplafond van de FPs. Samen met gelijkgezinde landen, zoals het VK, Duitsland en de Scandinavische lidstaten, zal Nederland gedurende dit begrotingsproces constructief zoeken naar financieringsmogelijkheden. 3. Commissievoorstel (voorontwerp) EU-begroting 2010 In het voorontwerp van de begroting voor 2010 wordt door de Commissie een stijging voorgesteld voor vastleggingskredieten van € 133 miljard (begin 2009) naar € 138 miljard in 2010 (bedragen exclusief globaliseringsfonds en noodhulpreserve). De resterende marge onder de FPs bedraagt in het Commissievoorstel € 1,75 miljard. Als % van het EU-BNI bedragen de vastleggingen 1,18% van het EU-BNI; dit relatief hoge percentage wordt vooral veroorzaakt door de forse daling van het EU-BNI als gevolg van de economische crisis. De hoofdlijnen van het Commissievoorstel per uitgavencategorie zijn als volgt (zie tabel in bijlage): Concurrentiekracht (categorie 1a): De uitgaven stijgen met € 1 miljard, vergeleken met het begin van 2009, naar € 12,3 miljard. Voor de meerjarenprogramma’s in deze categorie was deze stijging al voorzien. Er is € 7,5 miljard bestemd voor Onderzoek en Ontwikkeling. De overige middelen worden ondermeer gebruikt voor onderwijs, trans-Europese netwerken, het MKB en Galileo. Voor agentschappen in deze categorie is een iets lager bedrag voorzien dan in 2009. Naar aanleiding van de financiële crisis zullen extra middelen beschikbaar worden gesteld voor de toezichtcomités op financiële instellingen. Structuur/Cohesiefondsen (categorie 1b): De vastleggingen (€ 49,4 miljard) voor structuur- en cohesiefondsen liggen vast per jaar, voor de periode t/m 2013. Wel is er jaarlijks een discussie over de omvang van de betalingen. Landbouw, visserij en milieu (categorie 2): De Commissie heeft een stijging voorgesteld van € 3 miljard ten opzichte van 2009, naar € 59 miljard in 2010. Deze stijging wordt vooral veroorzaakt door aanzienlijk lagere inkomsten voor de begroting (assigned revenues) vergeleken met 2009, gecombineerd met een uitgavenstijging door ondermeer infasering van nieuwe lidstaten, suikerhervorming, de problemen in de zuivelsector en modulatie. JBZ / vrijheid, veiligheid en recht (categorie 3a): De uitgaven stijgen met circa € 115 miljoen ten opzichte van 2009, naar bijna € 1 miljard in 2010. De stijging komt vooral omdat Europol vanaf 2010 via de EU-begroting zal worden gefinancierd; voorheen gebeurde dat intergouvernementeel. Ook zijn extra middelen voorzien voor Eurojust, wegens uitbreiding met nieuwe taken, en treedt het Europees Asiel Ondersteuningsbureau in werking. Burgerschap (categorie 3b): De uitgaven blijven constant op € 0,65 miljard in 2010. Aan deze categorie, waaronder ook jeugd, cultuur en gezondheid vallen, wordt veel waarde gehecht door het EP. Het uiteindelijke bedrag voor 2010 zal daardoor waarschijnlijk iets hoger worden. Extern beleid (categorie 4): Hiervoor is een bedrag van € 7,7 miljard voorgesteld door de Commissie. Het bedrag in 2009 was iets hoger, maar dat werd veroorzaakt door het Landbouwfonds voor Ontwikkelingslanden dat in 2008 is opgericht (€ 1 miljard voor 2008-2010) naar aanleiding van de hoge voedselprijzen. De Commissie zal later in het begrotingsproces aanvullende voorstellen indienen voor bijvoorbeeld de Palestijnse Gebieden, Kosovo, Georgië en wellicht ook voor Cuba, Pakistan en Afghanistan. Het uiteindelijke bedrag voor 2010 zal dus waarschijnlijk hoger uitkomen. Administratie (categorie 5): De uitgaven stijgen met ruim € 200 miljoen (2%) naar € 7,9 miljard in 2010. Oorzaken zijn snel stijgende pensioenkosten (pensioenen worden uit de lopende begroting betaald), inflatiecorrectie van salarissen en stijgende stafomvang van sommige instellingen, waardoor ook de huisvestingskosten stijgen. Zowel de Commissie als de Raad zullen echter dezelfde stafomvang houden in 2010 als in 2009. De uitgaven in deze categorie stijgen minder hard dan de begroting als geheel, en de marge onder de FPs is in deze categorie het grootste. De Commissie stelt een stijging van betalingen voor van € 116 miljard in 2009 naar € 122 miljard in 2010. Deze stijging komt vooral omdat het betalingsniveau in 2009 eenmalig laag was (reeds voorzien in de FPs). Het betalingsniveau bepaalt wat de lidstaten aan de EU moeten afdragen. In het Commissievoorstel is de financiering van de tweede helft van het herstelpakket nog niet meegenomen; er moet nog € 2 miljard gevonden worden voor energieprojecten en € 0,4 miljard voor breedband en GLB-uitdagingen. De meeste lidstaten willen wachten met deze discussie tot het najaar van 2009, omdat de Commissie dan preciezere landbouwramingen zal presenteren. Een ander aandachtspunt zijn de eventuele financiële gevolgen van de Commissiemededeling over werkgelegenheid, waarin de Commissie voorstelt om de betalingen voor het Europees Sociaal Fonds te versnellen. Omdat in het voorontwerp voor de begroting alleen zaken worden opgenomen waarover een Raadsbesluit bestaat, hetgeen hier niet het geval is (er is ook nog geen concreet Commissievoorstel verschenen), is dit punt niet opgenomen in het voorontwerp. Bijlage: Commissievoorstel voor voorontwerp EU-begroting 2010 Bedragen in miljoenen euro Begroting 2009 (na herstelpakket) Voorontwerp 2010 Financiële Perspectieven 2010 Marge (FPs minus voorontwerp) 1a concurrentiekracht 13.275 inclusief 2 mld energie 12.269 (exclusief 2 mld voor energie) 12.388 119 1b Structuur/cohesie 48.427 49.382 49.394 12 2 landbouw en natuur 56.721 inclusief 0,6 mld breedband/GLB uitdagingen 59.004 (exclusief 0,4 mld voor breedband / GLB uitdagingen) 60.113 1.109 3a vrijheid, veiligheid en recht 864 980 1.025 45 3b burgerschap 651 649 668 19 4 extern beleid 7859 inclusief voedselfonds 7672 7.893 221 5 administratieve uitgaven 7695 7858 8.008 230 6 compensatie Bulgarije en Roemenië 209 0 0 Totaal vastleggingen 135.714 137.814 139.489 1.754 Betalingskredieten 116.172 122.322 134.155 Toelichting bij de tabel: In de cijfers voor 2009 is de financiering van de eerste helft van het herstelpakket (in totaal € 5 miljard voor energie, breedband en GLB-uitdagingen in 2009-2010) reeds opgenomen. De Commissie heeft de tweede helft van dit pakket echter nog niet in het voorontwerp voor 2010 verwerkt. De bedragen in deze tabel zijn exclusief het globaliseringsfonds (€ 500 miljoen per jaar, categorie 1a) en exclusief de noodhulpreserve (€ 248 miljoen in 2010, categorie 4). De Commissie telt deze reserves wel mee in haar eigen cijfers; dan komen de vastleggingen uit op € 138,6 miljard. In de marge van categorie 5 is een bedrag van € 80 miljoen meegeteld van personeelsbijdragen aan de pensioenregeling.