Geannoteerde agenda
Bijlage
Nummer: 2009D32728, datum: 2009-06-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Geannoteerde agenda Informele Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken van 8 en 9 juli 2009 (2009D32727)
Preview document (🔗 origineel)
Geannoteerde agenda Informele Raad voor Werkgelegenheid en Sociaal Beleid d.d. 8 en 9 juli Op 8 en 9 juli vindt in Jönköping (Zweden) een Informele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid plaats. Het Zweedse voorzitterschap heeft als thema “inclusieve arbeidsmarkten middels actief arbeidsmarkt beleid en actief sociaal zekerheidsbeleid” gekozen. Het voorzitterschap zal ten behoeve van de discussie een achtergrondnota opstellen. Deze is tot op heden niet beschikbaar. Nederland zal zich bij haar inbreng in de discussie baseren op de uitgangspunten van het kabinetsbeleid die relevant zijn bij de reactie op de crisis. De aandacht voor inclusieve arbeidsmarkten op Europees niveau sluit nauw aan bij de koers van het Nederlandse kabinet. Deelname aan het arbeidsproces stelt mensen in staat in hun eigen inkomen te voorzien, waarbij tevens kan worden geconstateerd dat betaald werk de meest effectieve en duurzame manier is om armoede te bestrijden. Daarnaast is het door vergrijzing en ontgroening noodzakelijk dat mensen deelnemen aan het arbeidsproces. Het stimuleren van een grotere deelname van alle bevolkingsgroepen, inclusief degenen die het verst van de arbeidsmarkt af staan, had en heeft daarom voor het Nederlandse kabinet hoge prioriteit. Gelet op de huidige economische situatie, is een evenwichtige beleidsmix nodig om tot inclusieve arbeidsmarkten te komen. Hierbij is van belang te constateren dat Nederland er (zeker in vergelijking met veel andere landen) door de structurele hervormingen van de afgelopen jaren relatief goed voorstaat. Voor het te voeren arbeidsmarktbeleid in de huidige economische situatie zijn voor Nederland een viertal aandachtspunten van belang. Nederland zal de Informele Raad gebruiken om deze punten onder de aandacht van de andere Lidstaten en de Europese Commissie te brengen. Arbeidsparticipatie blijven bevorderen De structurele demografische ontwikkelingen in onze samenleving (vergrijzing en ontgroening) worden door de huidige, tijdelijke economische crisis niet aangetast. Voor de langere termijn blijft participatiebevorderend beleid dan ook van groot belang. Zo zijn aanbodbeperkende maatregelen (zoals bijvoorbeeld VUT-achtige regelingen) op een later moment vaak ook lastig terug te draaien. Zeker als het gaat om oudere werknemers is de gerealiseerde cultuuromslag – participatie en langer doorwerken – veel te kostbaar om nu op het spel te zetten. Behoud van werkgelegenheid en dynamiek De economische crisis heeft als gevolg dat de werkgelegenheid in een aantal sectoren – met name bij de productie van kapitaalgoederen en exporterende bedrijven – snel terugloopt. In belangrijke mate is dat een ontwikkeling die al veel langer gaande is. Al decennialang verdwijnt er werkgelegenheid in sommige sectoren terwijl andere sectoren een groei van de werkgelegenheid hebben gekend (zogenaamde tertiairisering van de economie). Dit proces wordt door de crisis versneld en zal zich naar verwachting ook in de toekomst voortzetten. Het beschermen van werkgelegenheid in krimpsectoren (bijvoorbeeld door grootschalige staatssteun) is economisch gezien geen efficiënte en mede daardoor in ieder geval op termijn geen houdbare strategie. Dat het beschermen van werkgelegenheid in krimpsectoren structureel geen oplossing biedt, laat onverlet dat het tijdelijk ondersteunen van bedrijven die met vraaguitval te maken hebben (door bijvoorbeeld het bieden van de mogelijkheid van deeltijd-WW), kan helpen voorkomen dat bedrijven omvallen die wel een duidelijk toekomstperspectief hebben. Vakkrachten kunnen dan worden behouden, in ieder geval tot het moment dat een bedrijf zekerheid over de noodzaak van personeelsreductie. Juist om die reden moet de ondersteuning tijdelijk zijn. Als er voor een bedrijf geen sprake is van een relatief snel herstel van de omzet, dan verliest behoud van werkgelegenheid zijn betekenis. Het accent moet in een dergelijke situatie verschuiven van het behouden van vakkrachten naar begeleiding van werknemers naar een andere baan. Bestaande uitgangspunten in het re-integratiebeleid handhaven Werkzoekenden hebben baat bij mobiliteit op de arbeidsmarkt. Ook in een periode van laagconjunctuur zijn er vacatures en baanopeningen. Dit verhindert niet dat er mensen werkloos worden, maar het beperkt wel het risico op langdurige uitkeringsafhankelijkheid. De huidige crisis vermindert niet de noodzaak voor selectief en vraaggericht re-integratiebeleid. Daarbij is van belang dat re-integratie maatwerk is en een goede diagnose vooraf en selectiviteit geboden blijven om de effectiviteit van de inspanningen te waarborgen. Tevens kan sterker worden ingezet op bemiddeling van mensen naar sectoren waar nog behoefte is aan personeel. Blijvende aandacht voor kwetsbare groepen Het doel blijft ook nu om kwetsbare groepen zoveel mogelijk te stimuleren betaald werk te verrichten c.q. de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen. Tegelijkertijd leert de ervaring dat deze personen het moeilijker hebben naarmate de arbeidsmarkt ruimer is en er sprake is van meer concurrentie om de beschikbare banen. Extra aandacht is dan nodig. Dat kan in sommige gevallen door het bestaande instrumentarium (beter) te benutten. In andere gevallen zal wellicht naar nieuwe opties moeten worden gezocht. Uitgangspunt blijft dat de maatregelen die het kabinet reeds heeft genomen om de arbeidsmarktpositie van kwetsbare groepen te verbeteren onverkort van belang blijven.