Uitkomsten strategische dialoog recreatie
Bijlage
Nummer: 2009D33238, datum: 2009-06-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: âGenieten van buitenâ, recreatie (2009D33237)
Preview document (đ origineel)
Bijlage 1: Uitkomsten strategische dialoog recreatie Aanleiding Het huidige recreatiebeleid bestaat zoân 50 jaar en richt zich met name op het aanleggen van groen nabij verstedelijkte gebieden, waar tekorten zijn aan recreatiegroen. Het ministerie van LNV vraagt zich af of dit recreatiebeleid nog wel voldoet aan de vraag van de recreant in de 21e eeuw. Om deze vraag te beantwoorden, nam zij het initiatief tot een dialoog met de samenleving over dit onderwerp. Deze strategische dialoog recreatie is aangekondigd in de kabinetsreactie op het VROM-raad advies âGroeten uit Hollandâ. Doel dialoog Tijdens de dialoog ging LNV het gesprek aan met de samenleving over recreatie in Nederland. Gezamenlijk zijn kansen verkend. Dit dient als input voor de visie recreatiebeleid van LNV. Gevoerde gesprekken In de 2008 en 2009 heeft LNV een dialoog over het toekomstige recreatiebeleid gevoerd met verschillende personen en organisaties. Hiertoe heeft LNV aparte bijeenkomsten georganiseerd binnen en buiten LNV en heeft discussie gevoerd bij bestaande overleggen. Deelnemers waren vertegenwoordigers uit de sector (ondernemers, consumentenorganisaties), maatschappelijke organisaties (van gezondheidszorg tot natuurbescherming), wetenschappers, collega-departementen en andere overheden. De gesprekken zijn breed gestart vanuit opvattingen, kansen en de problematiek. Daarna zijn de gesprekken toegespitst op wenselijke toekomstbeelden en de te ondernemen acties voor zowel LNV, als de andere deelnemers aan het gesprek. In februari is in samenwerking met het NAi de themamaand Vrije Tijd georganiseerd in het kader van de manifestatie âMaak ons landâ. Uitkomsten De strategische dialoog heeft een rijke opbrengst aan inzichten, ideeĂ«n en beelden opgeleverd. Hieronder de twee hoofdconclusies voor LNV. A. Groen recreatiebeleid draagt bij aan meerdere doelen Alle gesprekspartners benadrukken de betekenis van recreatie voor gezondheid en welzijn (people), draagvlak voor natuur (planet) en werkgelegenheid, economische groei, vestigingsklimaat (profit) en kansen voor ruimtelijke kwaliteit. Recreatie is geen randactiviteit meer voor de zon- en feestdagen, maar een deel van de leefstijl. Daardoor speelt het op alle deelterreinen van de leefomgeving: in de stad, in de brede stadsrand, op het platteland en in natuurgebieden en zelfs in werkomgevingen zoals bedrijventerreinen. âDe traditionele legitimatie voor recreatiebeleid was welzijn, kilometerreductie en het in de luwte houden van kwetsbare natuurgebieden. Hier is nu bij gekomen: de impact van vrijetijdsbesteding op de ruimtelijke kwaliteit; de economische betekenis van de sector in termen van werkgelegenheid, groei en vestigingsklimaat; gezondheid en de toegenomen schaarste van ruimte voor vrije tijd.â (B. van der Tuuk, Grontmij) âWat je doet in je vrije tijd, bepaalt je identiteit. Net zoveel als je baan of je professionele bezigheden.â (J. Caalders, BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving) âTachtig procent van de kinderen komt niet meer in het bos. De vanzelfsprekendheid om buiten te zijn, is er niet meer. Voor een stabiele samenleving is dat wel nodig.â (N. Sangers, Staatsbosbeheer) De breedte van het onderwerp vrije tijd biedt veel kansen, bijvoorbeeld op het vlak van landschapsbeheer en ruimtelijke kwaliteit. Tegelijkertijd hangt ook alles met alles samen, waardoor het proces complexer wordt. âDe uitdaging is het verbinden van de fysieke omgeving met de mensen die er wonen en recreĂ«ren en de relatie te leggen met de identiteit van het gebiedâ. (D. Hurkmans, Boerderijuitje.nl) âPas op dat we niet verzeild raken in een discussie over verantwoordelijkheden en bestuursstructuren. Organiseer eigenaarschap, betrek boeren en buitenlui erbij en geef een gebied identiteit en een status.â (C. Van der Kamp, gemeente Midden-Delfland) De maatschappelijk breed gedragen urgentie voor recreatie ontbreekt bij beleidsmakers en politici. Onderstreep deze urgentie, die burgers en ondernemers wĂ©l ervaren, door koppeling aan bijv. gezondheid of ruimtelijke kwaliteit âRecreatie speelt een belangrijke rol bij het voorkomen en verkleinen van gezondheidsrisico's zoals overgewicht, depressie en diabetes . Deze gezondheidsproblemen zijn tevens speerpunten in het preventiebeleid van VWS. Recreatie kan hierin een substantiĂ«le rol vervullen.â (I. ter Laak, GGD Nederland) âUit onderzoek blijkt dat mensen in hun huishouding pas als laatste gaan bezuinigen op vakantie en vrijetijdsbesteding. Zij vinden vrije tijd en een groene leefomgeving heel belangrijk. Op de politiek-bestuurlijke agenda staan deze onderwerpen echter onderaan.â (H. Kromhout, ANWB) âKies een stip op de horizon. Organiseer bijvoorbeeld de meest groen-blauwe Olympische Spelen ooit. Kwaliteit van leven moet het uitgangspunt zijn.â (P. Eilander, gemeente Amsterdam) âNiet alleen LNV moet zich inspannen voor meer groen en groene vrijetijdsbesteding. Andere bestuurders moeten dit belang ook als vanzelfsprekend meenemen in hun beslissingen en afwegingen. Daarnaast is een integrale aanpak van gebiedsontwikkeling nodig qua beleidsafweging, maar kan de uitvoering zich richten op sectorale uitvoering. Dan komt de uitvoering op gang.â (N. Sangers, Staatsbosbeheer). B. Van aanbod- naar vraaggericht Het gedrag van de recreant en toerist beperkt zich niet tot het groene domein: begin bij de vraag naar vrijetijdsbesteding en niet bij het groene aanbod. Afhankelijk van tijd en motieven en het rode, groene of blauwe aanbod varieert de actieradius van de recreant of toerist van dichtbij huis tot heel Nederland. Vrije tijd is met het leven verweven. Elke dag heeft vrije tijd. Nederland is zoals een pretpark, alles zo dicht bij elkaar. Vrijetijdsbeleving dicht bij huis is belangrijk.â (R. Holmes, HISWA) âKlimaatverandering, de druk op de ruimte, het energievraagstuk, ze zijn van invloed op het recreatieaanbod. Aan de andere kant veranderen onze voorkeuren als recreant. Hoe manage je dat? Er is niet Ă©Ă©n partij verantwoordelijk. Gemeenten en provincie hebben een eigen rol, ook de sector is bereid haar verantwoordelijkheid te nemen. Een rijksbrede aanpak is een belangrijke stap om processen in gang te zetten.â (M. van der Tas, Stichting Recreatietoervaart Nederland / VROM-raad) Doordat we op beleidsniveau vanuit het aanbod (landschap, natuur, platteland, ondernemers, cultuur(historie)) invulling geven aan recreatie, wordt het belang ervan te vaak over het hoofd gezien en worden kansen gemist. âIs er voor vrije tijd wel vrije ruimte?â (J. Starkenburg, Stichting IJssellandschap) âRecreatie zou mee moeten liften met het advies van de commissie Veerman (Deltacommissie), anders worden kansen gemist. Hoe zouden we bijvoorbeeld met een recreatiebril naar het Markermeer kijken?â (M. van der Tas, Stichting Recreatietoervaart Nederland / VROM-raad) âDe uitkomst van een totaal ongecoördineerd en versnipperd recreatiebeleid van publieke en private partijen is dat innovatieve dingen gebeuren, die elders niet doordringen (âŠ).â (J. Lengkeek, Wageningen Universiteit) âCommerciĂ«le partijen kunnen wat betekenen als het gaat om de koppeling van recreatie met publieke doelen. Zo merkten wij dat kinderen niet meer zo makkelijk in contact komen met water. Met zeilschoolhouders in Zeeland zijn we daarom gestart met schoolzeilen, en energiemaatschappij Delta NV sponsort dit.â (R. Holmes, HISWA) Private partijen en andere overheden staan dichter bij de vraag van de consument dan het Rijk. De vraag is divers en verandert steeds. De vraag van de recreant en toerist, is hetgeen private en publieke aanbieders van recreatie bindt. De sector is niet subsidiegedreven, maar ontvangt wel graag beleidsmatige ruimte. Ruimte in de zin van flexibiliteit in de als knellend ervaren regelgeving (bijv. Natura 2000), maar ook in de zin dat de minister van LNV aangeeft waarvoor zĂj kiest: waar wil ze stimuleren en waar niet, waar ligt voor haar de passie? Bij private en publieke partijen heerst een positieve energie. De balans tussen een mooi landschap en ruimte voor recreatief ondernemersschap staat hoog in het vaandel. âIn 2020 zie ik graag een sector die samen met maatschappelijke partners innovatief bezig is, die de markt goed kent en goed bedient. Nieuwe markten aanboort. Op basis van regionale beeldverhalen bieden ondernemers producten waar de recreant op zit te wachten.â (M. Maassen, RECRON) âIk zie recreatieondernemers nu en in 2020 nog meer als producent van ruimtelijke kwaliteitâ (H. Hillebrand, InnovatieNetwerk, tegenwoordig werkzaam bij Habitura) âMaatschappelijk verantwoord ondernemen betekent óók ondernemen met de omgevingâ (G. Berkelmans, De Groene Kamer) De aanleg van groen en groene verbindingen is, met name in de Randstad, hard nodig. Voor de realisatie ervan is ook inzet vanuit het Rijk nodig. De sector wil hierin graag ruimte om te ondernemen met oog voor het landschap. âEr moeten gebieden aangewezen worden, anders komt het moeilijk van de grond. In Midden-Delfland hadden wij een eigen reconstructiewet met de stok achter de deur van onteigening. Amper hoeven te gebruiken, maar het helpt wel. De reconstructiecommissie kon tegen de stedelijke druk op.â (C. Van der Kamp, gemeente Midden-Delfland) âEen bufferzone is geen ligweide. Als een bredere invulling mogelijk is, met ruimte voor commerciĂ«le voorzieningen, zijn er ook mogelijkheden vanuit de ondernemers. Maak het ondernemers mogelijk om aan de vraag te voldoenâ (J. Thönissen, RECRON) âHet liefste zie ik een multifunctionele agrariĂ«r die zân recreatieve neventak direct in z`n portemonnee voelt, doordat een recreant deelneemt aan die dingen die er op de boerderij gebeuren.â (J. Ham, ver. Meerboeren Haarlemmermeer) âEen commerciĂ«le insteek is voor een deel een randvoorwaarde.â (J. Thönissen, RECRON) Steeds geven de gesprekspartners aan dat recreatie een gedeelde verantwoordelijkheid is. Bij een vraaggerichte benadering van het onderwerp wordt de onderlinge samenhang duidelijk. Andere overheden en de sector nemen hierin graag hun verantwoordelijkheid. Zij zouden vanuit het Rijk graag een gezamenlijke, rijksbrede, inspirerende (en daarmee sturende) visie zien. De minister van LNV kan volgens sommigen hiervoor dan coördinerend bewindspersoon zijn. âTegenwoordig is regelgeving zo ingewikkeld, zijn er zo veel claims op de ruimte en zijn de verschillende belangen zo goed georganiseerd, dat het voor de overheid steeds moeilijker wordt om zijn publieke taken uit te voeren. Vooral voor recreatie is het belangrijk dat de belangen van de ander gebruikt worden om de eigen doelstellingen te bevorderen. Natuur en recreatie zijn wat dat betreft al een heel eind op de goede weg. Als je de koek groter maakt, valt er meer te verdelen.â (P. Makken, ANWB) âHet gaat om kennen en gekend worden. Gebiedsontwikkeling heeft meer te maken met samenwerking dan met regelgeving. Samen optrekken, dan blijkt er veel meer mogelijkâ (R. van der Zijl, Taskforce Multifunctionele Landbouw) âAansluiten bij de âvraag van de recreantâ is ook een valkuil. Soms moet je ook aanbodgericht beginnen, vanuit het groen. Als je er dan ondernemers bij betrekt, weet je dat het vanzelf meer vraaggericht wordt ingevuld.â (D. Hurkmans, Boerderijuitje.nl) âHet onderscheid tussen recreatie en toerisme is niet logisch meer. De markt speelt daar al op in met integrerende begrippen als âleisureâ. Op rijksniveau verdient het dan ook aanbeveling om een duidelijke verbinding te maken tussen recreatiebeleid (voortouw LNV) en toerismebeleid (voortouw EZ). Het Rijk heeft hierbinnen een eigen rol in bijvoorbeeld het vertalen EU-beleid.â (L. Meuleman, RMNO) âHet Rijk moet niet proberen beter te doen wat de provincies al doen.â (H. van Waveren, provincie Zeeland). PAGE PAGE 3