[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [šŸ§‘mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag

Bijlage

Nummer: 2009D34071, datum: 2009-07-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verslag van het werkbezoek van de staatssecretaris van Justitie aan Zuid-Europa, mei 2009 (2009D34070)

Preview document (šŸ”— origineel)


VERSLAG AAN DE TWEEDE KAMER INZAKE HET WERKBEZOEK VAN DE
STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE AAN CYPRUS, GRIEKENLAND EN MALTA, MEI
2009.

Inleiding

Van 25 tot en met 29 mei 2009 heeft de Staatssecretaris van Justitie
Nebahat Albayrak een werkbezoek gebracht aan respectievelijk Cyprus,
Griekenland en Malta. Tijdens dit werkbezoek heeft zij zich met name op
de hoogte gesteld van de migratieproblematiek, waarmee genoemde
zuidelijke lidstaten zich geconfronteerd zien. Het bezoek was erop
gericht te bezien hoe in Europa de verschillen van inzicht ten aanzien
van de korte termijn maatregelen kunnen worden overbrugd, alsook om een
gemeenschappelijke visie te ontwikkelen ten aanzien oplossingen voor de
middellange en lange termijn. Het werkprogramma voorzag in elke lidstaat
in een drieslag waarbij de Staatssecretaris zich informeerde via
gesprekken met collega-bewindslieden en ambtenaren, door bezoeken aan
opvangcentra en detentiecentra en door overleggen met het
maatschappelijk middenveld.  Tijdens het werkbezoek werd de delegatie
ondersteund door de ambassade ter plaatse.

Cyprus

Onderhoud met Ministers Sylikotes en Charalambous.

In Nicosia heeft de Staatssecretaris overleg gevoerd met de Minister van
Binnenlandse Zaken, 

de heer Sylikotes, onder meer verantwoordelijk voor
migratie-aangelegenheden en met de Minister van Sociale Zaken en Sociale
Zekerheid, mevrouw Charalambous, onder meer verantwoordelijk voor de
financiƫle ondersteuning van asielzoekers. De Staatssecretaris heeft
het belang onderstreept dat, conform het Migratiepact, de Europese Unie
uiterlijk in 2012 een gemeenschappelijk Europees Asielsysteem heeft
gerealiseerd. Voorts lichtte zij het Nederlands standpunt toe waar het
opschorting van de Dublinverordening betreft en gaf terzake de
zetelkwestie van het Europees Asielondersteuningsbureau (EASO) aan, dat
dit bureau naar mening van Nederland in Ć©Ć©n van de landen van de
Quadrogroep kan worden gehuisvest. Voor wat betreft de EASO
onderstreepte de Staatssecretaris het belang dat Nederland hecht aan
kundig en ervaren personeel afkomstig uit lidstaten, welke beschikken
over ruime ervaring op het terrein van asiel (zoals Nederland). Het
(Nederlandse) initiatief inzake de Temporay Desk on Iraq (TDI), als
voorloper voor het EASO, zou voorts ook zeer gebaat zijn met een
detachering vanuit Cyprus. 

Van Cypriotische zijde werd aangegeven dat de asielproblematiek waar
Cyprus thans mee worstelt, relatief nieuw is voor Cyprus. Voorts werd
waardering uitgesproken voor de bestaande samenwerking tussen Cyprus en
Nederland op het terrein van de opvang van asielzoekers en illegale
migranten. Cyprus verwacht in 2009 haar achterstanden waar het
asielaanvragen betreft, te hebben weggewerkt, zodat eind 2009 binnen zes
maanden een beslissing op een asielverzoek kan volgen. Daarnaast heeft
Cyprus inmiddels de voorbereiding ter hand genomen van het Cypriotisch
voorzitterschap van de Europese Unie (tweede helft 2012), waarin naar
alle waarschijnlijkheid ook de tussenevaluatie van het Stockholm
Programma zal plaatsvinden. 

Voorts heeft de Staatssecretaris kennis genomen van de specifieke
problematiek op Cyprus  die het gevolg is van het de facto betreden van
de zgn. ā€˜Groene Lijnā€™. Cyprus is voorts uitgenodigd deel te nemen
aan het project ā€˜Particular Pressuresā€™ van General Directors
Immigration Services Conference (GDISC). GDISC is een netwerk van 33
directeuren van migratiediensten in Europa. De GDISC High Level Working
Group on Particular Pressures onderzoekt hoe lidstaten elkaar praktisch
kunnen ondersteunen in de asielwerkzaamheden in situaties waarin
bijzondere druk op het asielsysteem bestaat. Vertegenwoordigers van
migratiediensten uit Belgiƫ, Polen, Italiƫ, Verenigd Koninkrijk,
Tsjechiƫ, Finland en Zweden nemen aan de werkgroep deel onder
voorzitterschap van Nederland. De werkgroep heeft een dienstencatalogus
ontwikkeld waarin migratiediensten hun diensten zoals
hetĀ interviewenĀ van asielzoekers, het beslissen op
asielaanvragen,Ā documentenonderzoekĀ en aanvullende diensten zoals de
verrichting van taalanalyses en leeftijdsonderzoeken enĀ ondersteuning
bij het terugkeerprocesĀ aanbieden, die met een missie van een nationaal
ondersteuningsteam ter plaatse kan worden aangeboden aan lidstaten die
om hulp vragen. De hulpvragende migratiedienst kan aangeven aan welke
diensten behoefte bestaat.

Ā 

Onderhoud met UNHCR Cyprus

Tijdens het overleg van de Staatssecretaris met de
UNHCR-vertegenwoordigster te Cyprus, mevrouw Planas, bleek dat UNHCR
kritisch staat tegenover de wijze waarop Cyprus uitvoering geeft aan het
Vluchtelingenverdrag. Desgevraagd geeft de UNHCR aan dat op dit moment
met name moet worden geĆÆnvesteerd in een verbetering van de
coƶrdinatie binnen de vreemdelingenketen op Cyprus, invoering van een
digitaal vreemdelingenbehandelingssysteem, training van personeel en het
beschikken over betere informatie over landen van herkomst bij de
beoordeling van asielverzoeken. De Staatssecretaris geeft aan dat
Nederland Cyprus praktische ondersteuning op het terrein van asiel heeft
aangeboden. 

Bezoek Kofinou Reception Centre en centrum Vreemdelingenbewaring Nicosia

Tot slot heeft de Staatssecretaris een bezoek gebracht aan het Kofinou
Reception Centre en een (gesloten) centrum voor vreemdelingenbewaring te
Nicosia. Tijdens deze bezoeken heeft de Staatssecretaris van gedachten
gewisseld met bewoners van beide centra en het personeel. De bewoners
lijken hier sober doch humaan te worden opgevangen. Cyprus streeft er
naar binnen twee jaar een nieuw centrum voor vreemdelingenbewaring te
realiseren met een capaciteit van 300 plekken. Voorts werd en marge
overlegd met de heer Michael (voorzitter) en de heer Polykarpou
(oud-voorzitter), vertegenwoordigers de non-gouvernementele organisatie
Action for Equality Support Anti-Racism (KISA). Van de zijde van de
vertegenwoordigers werd naar voren gebracht dat Cyprus waar het de
integratie van vreemdelingen betreft, nog een lange weg te gaan heeft.

Griekenland

Onderhoud met Griekse Raad voor de Vluchtelingen

Gedurende het overleg van de Staatssecretaris met de voorzitter van de
Raad van Bestuur van de Griekse Raad voor de Vluchtelingen (tevens
eerste vice-voorzitter van het Nationale MensenrechtencomitƩ), mevrouw
Argyropoulou werden van de zijde van de vice-voorzitter zorgen geuit
over de wijze waarop Griekenland uitvoering geeft aan het
Vluchtelingenverdrag. Zo is er in de optiek van de Griekse Raad een
gebrek aan tolken ten behoeve van asielinterviews, zijn er te weinig
opvangcentra, is er geen specifiek beleid voor kwetsbare groepen zoals
alleenstaande minderjarige vreemdelingen en kenmerkt de asielpraktijk
zich door lange procedures. De Staatssecretaris nam kennis van de
uiteenzetting en bracht het voorgenomen presidentiƫle decreet ter
sprake, krachtens welke het asielproces in Griekenland wordt
gedecentraliseerd. De Griekse Raad voor de Vluchtelingen geeft aan haar
zorgen over dit beoogde decreet aan de Griekse autoriteiten kenbaar te
hebben gemaakt en spreekt de hoop uit dat die zorgen worden
geadresseerd. De Staatssecretaris geeft aan zeer te hechten aan het
interstatelijk vertrouwensbeginsel, thans niet over tastbaar bewijs te
beschikken dat Griekenland zich schuldig zou maken aan bijvoorbeeld
refoulement en verzoekt de Raad om eventuele informatie over
terugzendingen met haar te delen. Afrondend geeft de Staatssecretaris de
Nederlandse positie weer waar het de opschorting van de
Dublinverordening betreft, het belang dat Nederland hecht aan de
vestiging van EASO in Ć©Ć©n van de Quadrolanden en de bezwaren die
Nederland heeft waar het verplichte intra-EU-relocatie van asielzoekers
en/ of vluchtelingen betreft.

Onderhoud met loco-burgemeesters Athene

Het overleg van de Staatssecretaris met resp. loco-burgemeester
Gelijkheid en Sociale Integratie, mevrouw Evert, en loco-burgemeester
Internationale Betrekkingen, mevrouw Daskalaki, wordt door eerstgenoemde
loco-burgemeester ingeleid met de constatering dat migratie voor
Griekenland in het algemeen en Athene in het bijzonder een betrekkelijk
nieuw fenomeen betreft. In Athene is thans 25% van de scholieren van
Albanese afkomst. In 2008 ontving de stad Athene (ongeveer 5 miljoen
inwoners) 67.000 verzoeken tot naturalisatie (= 1,3%). Naturalisatie tot
Grieks onderdaan is mogelijk, maar zeker niet eenvoudig. De
loco-burgemeesters signaleren een toenemende problematiek waar het
illegale migratie betreft. Het beroep van migranten op openbare
gaarkeukens neemt toe, alsook sociale spanningen en xenofobie. De
Staatssecretaris brengt de kennis en ervaring van Nederland op het
terrein van integratie onder de aandacht en schetst kort op hoofdlijnen
de migratie en integratiegeschiedenis van Nederland van de
achterliggende jaren. Naar aanleiding van de opmerking van Griekse zijde
dat Athene geen moskeeƫn kent, licht de Staatssecretaris kort de rol
toe van de Nederlandse overheid ten opzichte van islamitische
gebedshuizen en geeft aan dat in sommige gevallen de verblijfsvergunning
van een radicale imam is ingetrokken. Van de zijde van de
loco-burgemeesters wordt aangegeven graag, in nader contact met de stad
Rotterdam, te vernemen hoe islamitische geloofsbeleving op lokaal niveau
daar vorm krijgt en welke rol en verantwoordelijkheid de lokale overheid
daarbij heeft. De Nederlandse ambassade te Athene zal deze verdere
contacten tussen Athene en Rotterdam faciliteren.

Onderhouden met Ministers Valinakis, Pavlopoulos en Staatssecretarissen
Markoyannakis en Nakos

Gedurende de overleggen van de Staatssecretaris met respectievelijk de
Onderminister van Buitenlandse Zaken, de heer Valinakis
(verantwoordelijk voor Europese Zaken) en de Minister van Binnenlandse
Zaken, de heer Pavlopoulos, en de Staatssecretaris van Binnenlandse
Zaken (verantwoordelijk voor Openbare orde, asiel en grensbeheer), de
heer Markoyannakis en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken
(verantwoordelijk voor legale migratie), de heer Nakos, zijn de volgende
onderwerpen besproken.

Van Griekse zijde wordt kort ter inleiding de aard van de
migratieproblematiek geschetst waarmee Griekenland kampt. De
Staatssecretaris bevestigt de berichten die zij inzake illegale migratie
op regelmatige basis ook via haar collegae uit Zuid-Europa tijdens de
bijeenkomsten van de Ministers voor Justitie en Binnenlandse Zaken mocht
vernemen. Via dit bezoek aan Athene en morgen aan Samos, wil zij zich
persoonlijk op de hoogte stellen van de situatie en om zo te bezien hoe
in bilateraal en in EU-verband een oplossing voor de situatie dichterbij
kan worden gebracht. De Staatssecretaris beschouwt het migratievraagstuk
als een gedeeld probleem in Europa, waarbij door samenwerking een
adequaat Europees migratiemanagement dichterbij kan worden gebracht. 

De grensbewaking en de toegang tot bescherming in Zuid-Europa is een
regelmatig terugkerend punt van aandacht en zorg in Nederland, aldus de
Staatssecretaris. Nederland hecht als medebewoner van het Europese huis
aan het interstatelijk vertrouwensbeginsel en acht voorts (tijdelijke)
opschorting van de Dublinverordening zoals door de Europese Commissie is
voorgesteld, uiterst onwenselijk. De Staatssecretaris pleit, onder
verwijzing naar het position paper van Nederland inzake het Stockholm
programma, nadrukkelijk voor het instellen van een onafhankelijk
onderzoeksinstrument ten behoeve van Europese grensoperaties. Een
mogelijke plaats voor dit instrument zou wellicht de Frontexverordening
kunnen zijn.

Van Griekse zijde wordt aangegeven dat Turkije een sleutelspeler is waar
het illegale migratie betreft. De samenwerking met Turkije waar het de
bestrijding van illegale migratie betreft, verloopt helaas zeer
moeizaam. In reactie hierop memoreert de Staatssecretaris de betekenis
van de Global Approach waarmee de Europese Unie zijn externe beleid op
het terrein van migratie gestalte geeft. In relatie hiermee geeft de
Staatssecretaris aan dat wat Nederland betreft migratie een veel
pregnantere plek in het algemene externe beleid van de Europese Unie
dient te krijgen en verwijst in dit verband naar de inzet van Nederland
(en de Benelux) inzake het Stockholm Programma.

De Staatssecretaris accentueert het belang van bilaterale en Europese
samenwerking en attendeert op de Nederlandse expertise op asielterrein.
Het is van belang dat lidstaten voldoen aan de minimumstandaarden die in
Europa op het terrein van asiel zijn afgesproken. De Staatssecretaris
geeft aan dat Nederland bereid is met deze expertise Griekenland verder
te helpen en attendeert ook op de rol die GDISC in dit verband kan
spelen. Van Griekse zijde wordt aangegeven dit aanbod zeer te
appreciƫren en afgesproken wordt dat Nederland op korte termijn een
multidisciplinair team van experts uit de verschillende
uitvoeringsorganisaties naar Griekenland zendt om op operationeel niveau
te inventariseren wat de behoeften van Griekenland zijn. Op basis van de
resultaten van deze missie zal worden bezien hoe de verdere samenwerking
met Griekenland vorm kan worden gegeven. Afrondend wordt ook het belang
onderstreept van samenwerking met landen van transit en herkomst.

Voor wat betreft de zetelkwestie inzake EASO merkt de Staatssecretaris
op dat Nederland meent dat het EASO in Ć©Ć©n van de Quadro-landen kan
worden gehuisvest, waarbij het EASO kan rekenen op personeel afkomstig
uit lidstaten welke reeds een ruime ervaring hebben op asielterrein. De
Staatssecretaris geeft in deze context voorts aan dat detachering door
Griekenland bij TDI als zeer waardevol wordt beschouwd en ook in het
belang van Griekenland zelf is. TDI wordt immers gezien als voorloper
voor de EASO. 

Voorts memoreert de Staatssecretaris de groep asielzoekers welke
Nederland op grond van de Dublinverordening de komende periode gefaseerd
gaat terugzenden naar Griekenland en refereert aan de goede afspraken
die hierover met de Griekse autoriteiten zijn gemaakt.

De Staatssecretaris brengt het Griekse streven ter sprake voor wat
betreft verplichte intra EU-relocatie en begrijpt dat dit op de korte
termijn wellicht enig soelaas lijkt te bieden, maar dat hiervan een
enorme aantrekkingskracht uit zal gaan en hiermee Griekenland en de
andere zuidelijke lidstaten feitelijk de zgn. port of entries van Europa
worden voor stromen illegale migranten.

Van Griekse zijde wordt de 3e bijeenkomst van het Wereldforum voor
Migratie en Ontwikkeling in november 2009 te Athene ter bespreking
opgebracht. De Minister geeft aan dat door ruim 35 bewindslieden is
deelgenomen aan de tweede bijeenkomst in Manilla in 2008 en nodigt de
Staatssecretaris uit in november 2009 naar Athene te komen. Mogelijk dat
er tijdens het Wereldforum nog een ā€˜Minister-only-meetingā€™ wordt
georganiseerd, aldus de Minister. In antwoord hierop geeft de
Staatssecretaris aan haar deelname te overwegen en dringt er bij haar
gesprekspartner op aan tijdens de bijeenkomst in Athene aan te sturen op
praktische oplossingen ten behoeve van de praktische problemen waarmee
de VN-lidstaten kampen en onderstreept het belang te komen tot een
actieve inhoudelijke dialoog in plaats van verklaringen welke vooraf in
de verschillende hoofdsteden zijn opgesteld.

Onderhoud met de prefect van Samos

De prefect van Samos, de heer Karlas, onderstreept ter inleiding zijn
waardering voor het feit dat de Staatssecretaris zich persoonlijk op de
hoogte komt stellen voor wat betreft de lokale migratieproblematiek te
Samos. De prefect merkt op dat de situatie op Samos waar het de
problematiek inzake illegale migratie betreft, nijpend is en dat het
einde van de acceptatiegraad onder de bewoners van het eiland in zicht
lijkt te komen. Als voorbeeld haalt de prefect het (enige) ziekenhuis op
Samos aan, dat geoutilleerd is voor de 35.000 inwoners van het eiland,
maar dit heeft in 2008 10.000 extra bezoeken te verwerken gehad van de
illegale migranten. Het merendeel van de migranten bereikt Samos via
Turkije, dit land lijkt haar verantwoordelijkheid in het probleem waar
Samos mee worstelt, echter niet serieus te adresseren. De prefect geeft
aan dat de Europese Unie Griekenland terzijde moet staan op politiek,
institutioneel en financieel terrein waar het illegale migratie betreft.
Het merendeel van de migranten op Samos komt naar Europa met het oogmerk
om werk te zoeken en dient hoegenaamd geen asielverzoek in. De
Staatssecretaris pleit voor een totaalaanpak van het migratievraagstuk,
waarbij op de korte termijn meer moet worden ingezet op effectievere
grensbewaking via operaties van het grensagentschap Frontex, alsook op
de realisatie van kortere en snellere asielprocedures. Aansluitend
informeert de Staatssecretaris hoe de terugkeer van migranten wordt
opgepakt en wijst er op dat vrijwillige terugkeer in Nederland van de
grond begint te komen. Van belang is het om de migrant in kwestie te
overtuigen dat er geen perspectief is op legaal verblijf. Wat gedwongen
terugkeer betreft dient vooral ook in Europees verband te worden
opgetrokken.

Bezoek aan Centrum vreemdelingenbewaring, politie en kustwacht te Samos

Tot slot heeft de Staatssecretaris een bezoek gebracht aan het
(gesloten) centrum voor vreemdelingenbewaring te Samos. Tijdens dit
bezoek heeft de Staatssecretaris van gedachten gewisseld met bewoners en
personeel van het centrum. De commandant van de Kustwacht, de heer
Kordonouris, en de commandant van de Zeehavenpolitie, de heer Partsafas,
gestationeerd te Samos, geven aan dat de problematiek inzake de illegale
migratie sinds 2006 is verdubbeld. In 2006 onderschepte de Kustwacht te
Samos 1.500 illegale migranten, in 2007 4.000 en in 2008 9.500. Voor de
gehele zeegrens tussen Griekenland en Turkije ligt het aantal op bijna
150.000 illegale migranten in 2008. De Kustwacht is inmiddels full time
enkel met deze problematiek bezig. Eventuele asielverzoeken worden in
Athene beoordeeld door het Ministerie van Binnenlandse Zaken.
Desgevraagd antwoordt de commandant van de Kustwacht op de vraag van de
Staatssecretaris dat de samenwerking met Frontex goed verloopt. De
commandant van de politie geeft aan dat het tarief voor een (illegale)
overtocht van Turkije naar Samos per boot thans ongeveer ā‚¬ 500
bedraagt. In 2008 zijn er door de Zeehavenpolitie 62 mensensmokkelaars
aangehouden, het merendeel van Turkse nationaliteit. Doorgaans wordt 8
tot 10 jaar gevangenisstraf opgelegd alsook een boete van  ā‚¬ 100.000.

Malta

Onderhoud met Ministers Mifsud Bonnici en Borg

Gedurende de overleggen van de Staatssecretaris met de Minister van
Binnenlandse Zaken en Justitie, de heer Mifsud Bonnici en Minister van
Buitenlandse Zaken, tevens de vice-premier, de heer Borg, werd van de
zijde van Malta de 35 door Nederland van Malta overgenomen vluchtelingen
in herinnering gebracht. De Staatssecretaris haalt de actuele
problematiek in Zuid-Europa aan waar het illegale migratie betreft en
stelt dat, wat Nederland betreft, eventuele hervestiging vanuit Libiƫ
per definitie gecombineerd dient te worden met een versterking en
uitbouw van de rol en de capaciteit van de UNHCR aldaar. De UNHCR dient
nadrukkelijk te worden betrokken, de mensenrechten zijn wat Nederland
betreft uitgangspunt en er dient een adequate infrastructuur dient te
worden gerealiseerd ten behoeve van de behandeling van asielverzoeken.
Libiƫ dient voorts haar territoriale wateren te controleren. Van
ministerszijde wordt instemming betuigd met het voorstel van de
Staatssecretaris om in Europees verband een instrument te creƫren om
onafhankelijk onderzoek in te kunnen stellen naar Frontexoperaties.

De Staatssecretaris informeert hoe Malta verder kan worden ondersteund
en attendeert in dit verband op TDI, alsook het project Particular
Pressures van GDISC. Voorts schetst zij het standpunt van Nederland waar
het de zetelkwestie van EASO betreft, en de noodzaak om EASO te
equiperen met kundig en ervaren medewerkers. Van verplichte
intra-EU-relokatie verwacht Nederland, aldus de Staatssecretaris, in
tegenstelling tot Malta geen heil en houdt voorts een pleidooi om
migratie nadrukkelijker en frequenter onderdeel te laten uitmaken van
het externe beleid van de Europese Unie, alsook voor een Europees
Hervestigingsbeleid. 

Onderhoud met de National Refugee Commissioner en de adjunct-directeur
Organisation for Integration and Welfare of Asylum Seekers

In het onderhoud van de Staatssecretaris met de heer Friggieri (National
Refugee Commissioner) en mevrouw Borde ( adjunct-directeur Organisation
for Integration and Welfare of Asylum Seekers) licht de Commissaris kort
de rol van zijn functie en onafhankelijke instituut toe. Dit instituut
is verantwoordelijk voor de behandeling van asielverzoeken te Malta in
eerste aanleg. De Commissaris heeft het aantal aanvragen jaarlijks zien
verdubbelen, maar heeft de hoor- en besliscapaciteit van zijn
asielapparaat navenant uitgebreid, als gevolg waarvan er geen
beslisachterstanden zijn, waar het de asielverzoeken in eerste aanleg
betreft. Als prioriteiten benoemt de Commissaris het krachtig gestalte
geven van de terugkeer van afgewezen asielzoekers, alsook de integratie
van vluchtelingen en subsidiair beschermden in de samenleving van Malta.

De adjunct-directeur spreekt haar waardering uit voor de samenwerking
met het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) en de in dit verband
mede dankzij Nederland bereikte resultaten en verbeteringen, waar het de
opvang van asielzoekers en illegale migranten op Malta betreft. De
Staatssecretaris bekrachtigt het belang van operationele, praktische
samenwerking tussen de lidstaten en ziet onderhavige samenwerking met
Malta graag gecontinueerd.

Onderhoud met diverse migranten-, asiel- en vluchtelingenorganisaties

In het overleg van de Staatssecretaris met vertegenwoordigers van
respectievelijk de UNHCR te Malta, de heer Hossein Kheradmand, de
Emigrants Commission, frater Vella, Peace Laboratory, frater Mintoff,
Suret il-Bniedem, de heer Gatt, Jesuit Refugee Service, frater Cassar en
mevrouw Camilleri, licht zij haar werkbezoek aan de regio toe en merkt
op dat zij heeft vastgesteld dat Malta in korte tijd veel heeft weten te
bereiken waar het de uitvoering van het Vluchtelingenverdrag betreft.
Aansluitend ontwikkelt het gesprek zich richting de toegankelijkheid van
bescherming, waarbij de Staatssecretaris het belang onderstreept dat
alle lidstaten van de Europese Unie hun bescherming inrichten conform de
minimumstandaarden zoals afgesproken in de verschillende
asielrichtlijnen. Van de zijde van de migranten-, asiel- en
vluchtelingenorganisaties werden gezinshereniging en hervestiging als
prioriteiten op het terrein van asiel voor Malta aangemerkt. In reactie
hierop licht de Staatssecretaris het Nederlands standpunt toe waar het
intra-EU-relocatie betreft. 

Bezoek aan het Lyster Barracks Detention Centre en Hal Far Tent Village

Tot slot heeft de Staatssecretaris een bezoek gebracht aan het
(gesloten) Lyster Barracks Detention Centre en het opvangcentrum Hal Far
Tent Village. Tijdens dit bezoek heeft de Staatssecretaris van gedachten
gewisseld met bewoners en personeel van beide centra. 

Samenvatting

Resumerend kan worden opgemerkt dat waar Nederland in de jaren ā€˜90
werd geconfronteerd met een hoge asielinstroom waarop een antwoord moest
worden gevonden, dit thans anno 2009 voor de bezochte landen het geval
is. De problematiek van grootschalige (illegale) migratie en asiel is
een relatief nieuw fenomeen voor Cyprus, Griekenland en Malta en veel
aspecten die tijdens dit werkbezoek expliciet of impliciet aan de orde
kwamen, doen denken aan de situatie in Nederland begin jaren 90. Echter
de buitengrenzen van Cyprus, Griekenland en Malta situeren met het
Verdrag van Schengen in zekere zin direct aan Nederland. Het probleem
van Cyprus, Griekenland en Malta (Zuid-Europa) is daarmee een probleem
van Nederland (Noord-Europa). De illegale migrant in Athene kan een dag
reizen later, de asielzoeker zijn die zich meldt bij een aanmeldcentrum
in Nederland. 

Aan de andere kant verschilt de aard van de problematiek in Cyprus,
Griekenland en Malta. Cyprus heeft haar ā€˜Groene Lijnā€™. Griekenland
heeft een zeer moeilijk te bewaken buitengrens met vele eilanden en
lijkt op maar zeer beperkte medewerking te kunnen rekenen van buurland
Turkije. Malta en Cyprus daarentegen zijn eilanden, als gevolg waarvan
illegale migranten niet of nauwelijks verder kunnen reizen waardoor de
migratiedruk ter plekke tot grote hoogte is gestegen.

Turkije lijkt in Zuid-Oost-Europa een sleutelrol te vervullen waar het
de bestrijding van illegale migratie betreft. Dit blijkt alleen al uit
het feit dat volgens de Zeehavenpolitie te Samos het merendeel van de 62
in 2008 aangehouden mensensmokkelaars de Turkse nationaliteit bezit.
Voor wat betreft de bilaterale en Unie-samenwerking met Turkije op het
terrein van migratie lijken nog grote en belangrijke slagen te kunnen
worden gemaakt. 

Mede op basis van de inzichten welke zijn opgedaan tijdens dit
werkbezoek, worden ten aanzien van de Europese Migratieagenda de
volgende prioriteiten onderscheiden:

de noodzaak tot het verlenen van assistentie aan transitlanden,
waaronder zowel begrepen capaciteitsopbouw inzake grensbewaking als
inzake asielbescherming, onder gelijktijdige versterking van de rol van
UNHCR;

het verder op orde brengen van de operationele sterkte van Frontex  - en
investeren in een goede registratie van zowel aangetroffen illegale
immigranten als asielzoekers; voorts in Europees verband investeren in
de grensbewaking in de oostelijke en zuidelijke lidstaten zonder daarbij
overigens de formele verantwoordelijkheid over te nemen; deze lidstaten
kunnen het echter niet alleen oplossen; 

belangrijke voorwaarde voor het verlenen van assistentie is dat de
lidstaten de huidige middelen, zoals beroep op de solidariteitsfondsen
optimaal benutten en dat er een goed functionerend
incidentenonderzoeksmechanisme wordt ingericht om eventuele
incidentmeldingen adequaat te kunnen onderzoeken;

er dienen duidelijke richtlijnen te worden opgesteld voor de
verantwoordelijkheidsverdeling tijdens search and rescue (SAR) inclusief
de internationale verplichting inzake non-refoulement;

voorts dient de Europese Commissie meer armslag te krijgen bij de
onderhandeling van readmissie-akkoorden met transitlanden en landen van
herkomst en dat daarbij ook onder meer handel en
ontwikkelingssamenwerking moeten worden betrokken; 

tot slot dienen aan de buitengrenzen voorts snelle, efficiƫnte en
zorgvuldige asielprocedures te worden ingericht onder
verantwoordelijkheid van de betreffende lidstaten. 

Voor de korte termijn betekenen deze prioriteiten dat investeren door de
EU en individuele lidstaten zoals NL, in praktische assistentie,
capaciteits- en expertiseopbouw zowel ten aanzien van de inrichting van
asielprocedures en opvanglokaties, van grensbewaking als van het
daadwerkelijk realiseren van terugkeer onder verantwoordelijkheid van de
betreffende lidstaten, opdat afhankelijk van de voortgang die daarbij
wordt gemaakt op de middellange termijn onder voorwaarden (zoals een
gemeenschappelijk Europees Asielsysteem) kan worden gesproken over meer
verplichte intra-EU-relocatie en een Europees hervestigingsbeleid vanuit
de regio en de landen van transit.

 TK 23490 nr. 557 Kabinetsstandpunt Stockholm Programma. 

 PAGE    

 PAGE   1