[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [šŸ§‘mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Beleidsagenda Duurzame Voedselsystemen

Bijlage

Nummer: 2009D34956, datum: 2009-07-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Bijlage bij: Beleidsagenda Duurzame Voedselsystemen (2009D34955)

Preview document (šŸ”— origineel)


Geachte Voorzitter, 

Dit kabinet maakt zich sterk voor een duurzame ontwikkeling. Binnen de
Kabinetsbrede Aanpak Duurzame Ontwikkeling (KADO) zijn zes thema’s
benoemd waarop extra inzet wordt gepleegd. EƩn daarvan is het thema
ā€˜Biodiversiteit, Voedsel en Vlees’. 

Hierbij ontvangt u de in de KADO-voortgangsrapportage aangekondigde
beleidsagenda voor dit thema. De agenda is tevens onze reactie op de
bevindingen in de rapporten van Blonk en DRIFT die de minister van LNV u
op 30 oktober 2008 heeft toegestuurd (TK 30 196, nr. 42).

De positionering van de agenda

In de nota Duurzaam Voedsel beschrijft de minister van LNV de
uitdagingen voor de verduurzaming van ons voedsel en welk beleid in dat
licht zal worden gevoerd. Deze beleidsagenda is een specifiek onderdeel
van dat voedselbeleid. De agenda richt zich op een optimale Nederlandse
bijdrage aan de verduurzaming van het mondiale voedselsysteem, met een
focus op het eiwitvraagstuk als een van de centrale uitdagingen voor dat
systeem. Vanwege de urgentie en de complexiteit is dit vraagstuk tot
kabinetsprioriteit met een eigen beleidsagenda benoemd.

De agenda moet gezien worden als onderdeel van een breder pakket aan
activiteiten dat het kabinet onderneemt op het gebied van duurzame
voedselproductie en –consumptie. Naast de nota Duurzaam Voedsel kan
daarbij gedacht worden aan de Toekomstvisie Veehouderij en de
bijbehorende uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij, de kadervisie
Duurzame Plantaardig Productie (waaraan momenteel wordt gewerkt), het
convenant Marktontwikkeling Verduurzaming Dierlijke Producten, de
uitvoeringsagenda bij de nota Dierenwelzijn, de Nationale Agenda
Diergezondheid, de afspraken die in het kader van het convenant Schone
en Zuinige Agrosectoren zijn gemaakt, het beleidsprogramma
Biodiversiteit en de nota Landbouw, Rurale bedrijvigheid en
Voedselzekerheid van de minister van LNV en OS.

De uitdaging

In de nota Duurzaam Voedsel gaat de minister van LNV in op de
belangrijkste trends en ontwikkelingen rond het mondiale voedselsysteem.
EƩn van de belangrijkste trends is het veranderende voedselpatroon door
een combinatie van verstedelijking en een groei van bevolking en
welvaart. Vooral in ontwikkelende economieƫn, zoals China en India,
zien we een consumptieverschuiving van plantaardige eiwitten naar vlees,
zuivel en vis. Op zich is dit een goede ontwikkeling, die er
bijvoorbeeld toe leidt dat ondervoeding (eiwittekorten) worden opgelost.
Het probleem is dat het produceren van dierlijke producten extra input
van agrarische grondstoffen, energie en ruimte vraagt1. Bij ongewijzigd
beleid en bij gelijkblijvende consumptie van oude en nieuwe economieƫn
kan hierdoor de voedselzekerheid en de draagkracht van het mondiale
ecosysteem in gevaar komen. De voedselzekerheid van de armste groepen in
arme landen is daarbij het meest in het gedrang en verdient daarom
bijzondere aandacht. We hebben slechts ƩƩn aarde en haar bewoners
zullen zich moeten voeden met een palet van allerlei mogelijke producten
uit voedselketens die deel uitmaken van ƩƩn duurzaam mondiaal
voedselsysteem. De vraag is hoe we vanuit Nederland een optimale
bijdrage kunnen leveren aan een duurzaam mondiaal voedselsysteem met
negen miljard mensen rond 2050. Deze uitdaging staat centraal in het
kabinetsthema Biodiversiteit, Voedsel en Vlees en daarmee in deze
agenda. Daarbij wordt met name gekeken naar het eiwitvraagstuk. Het
kabinet acht dit vraagstuk dusdanig urgent dat het is benoemd tot
kabinetsprioriteit. 

De ambitie

Het langetermijndoel van het kabinet is een dusdanige productie en
consumptie van voedsel dat dit bijdraagt aan mondiale welvaart en
voedselzekerheid en dat dit binnen de draagkracht van het ecosysteem van
de aarde blijft. Deze ambitie vereist niet alleen een duurzamere
productie, maar naar verwachting ook een transitie (verschuiving) in de
consumptie van dierlijke eiwitten naar duurzaam geproduceerde dierlijke
eiwitten en naar plantaardige eiwitten. 

Dit vraagstuk ligt genuanceerd en is zo fundamenteel verweven met het
huidige mondiale voedselsysteem dat oplossingen alleen zin hebben als ze
bezien worden in de brede context van een duurzamer voedselsysteem. De
urgentie van het vraagstuk vereist zowel een verdieping in de context
van het mondiale voedselsysteem als directe, concrete en zichtbare actie
gericht op verduurzaming van de eiwitproductie en -consumptie op
nationaal en internationaal niveau.

Met het oog hierop wil het kabinet in Nederland concrete innovaties in
de eiwitketen en een robuuste langetermijntransitie naar een duurzame
eiwitconsumptie op gang brengen die beide internationale uitstraling
hebben. 

1 Het gaat hier echter om een hele simpele beschrijving van een heel
complex en genuanceerd probleem. Voor een uitgebreidere beschrijving
verwijs ik naar de nota Duurzaam Voedsel.

Internationaal wil het kabinet de agenda in beweging krijgen; er worden
concrete initiatieven genomen en langetermijntrajecten in gang gezet. In
dit licht zal de beleidsagenda werken langs drie sporen:

1. analyse, visie en strategie (denken); 

2. dialoog (praten) en

3. verduurzaming (doen).

Het kabinet wil daarbij de ruimte die het Gemeenschappelijk
Landbouwbeleid (GLB) biedt optimaal benutten voor duurzame ambities en
innovatie. De hervorming van het GLB en het Europese visserijbeleid moet
ruimte bieden aan innovatief en duurzaam ondernemerschap. Nederland moet
koploper worden in het verkleinen van de ecologische voetafdruk bij de
productie en het zekerstellen van de belangen van arme landen.

Het interdepartementale programma Duurzame Voedselsystemen (LNV, VROM en
OS) zal zorgdragen voor de uitvoering van de beleidsagenda. Vanwege de
complexiteit en het fundamentele en mondiale karakter van de uitdaging
zal dit programma lopen van 2009 tot en met 2013. Het programma richt
zich zowel op systeemvragen als op concrete actie. 

Context en stand van zaken

Bij het opstellen van de beleidsagenda hebben wij rekening gehouden met
de tussentijdse resultaten uit de dialoog met ketenpartijen en
maatschappelijke organisaties, maar ook met beschikbare
onderzoeksresultaten, nationale en internationale sporen en activiteiten
die momenteel al lopen of in ontwikkeling zijn. 

De dialoog met stakeholders is in 2008 gestart en sindsdien zijn er
enkele bijeenkomsten geweest. De analyse van het vraagstuk wordt door de
betrokken partijen verder uitgediept. De partijen gaan zoeken naar een
gemeenschappelijke visie en mogelijke oplossingen. Tegelijkertijd zijn
partijen aan de slag met het verkennen van deeloplossingen en het
aangaan van samenwerkingsverbanden bij de uitvoering daarvan.

De beleidsagenda bevat korte- en langetermijnactiviteiten. Het is een
robuuste en open agenda die niet in beton is gegoten. Dat moet ook niet.


Gezien de toenemende nationale en internationale dynamiek op dit thema,
zal er in de komende jaren zeker aanpassing en aanscherping van de
agenda plaatsvinden. Ook de samenwerking met ketenpartijen en
maatschappelijke organisaties zal in de komende jaren zijn invloed
hebben op de inhoud en uitvoering van de beleidsagenda.

Jaarlijks rapporteert het kabinet over de voortgang bij de uitvoering
van de agenda en over eventuele aanpassingen en aanscherpingen. Wij
sluiten daarbij aan op de jaarlijkse voortgangsrapportages van de
kabinetsbrede aanpak duurzame ontwikkeling en tussenrapportages van
aangrenzende trajecten.

De agenda 2009-2011

Om in 2013 de voorwaarden voor een transitie met een duidelijke
internationale uitstraling en een brede internationale coalitie gereed
te hebben, werkt het kabinet voor haar regeerperiode tot 2011 de
volgende agenda uit.

Spoor 1. Analyse, visie en strategie

Dit spoor richt zich op de verdieping van de verduurzamingopgave van het
mondiale voedselsysteem, met daarbij de nadruk op het eiwitvraagstuk.
Daarnaast richten wij ons in dit spoor op de vorming van visie, synergie
en strategie voor beleid vanuit Nederland. Wij gaan zoveel mogelijk
samenwerken met stakeholders in Nederland en daarbuiten
(maatschappelijke organisaties, ketenpartijen, internationale
organisaties, koploperlanden). Daarbij worden de volgende acties
ondernomen.

Het analyseren van het mondiale voedselsysteem. Daarbij wordt met name
gekeken naar het eiwitvraagstuk, de relatie met biodiversiteit en de
Nederlandse rol en positie daarbij. In dat kader worden ook scenario’s
ontwikkeld en besproken met stakeholders. Bij dit alles wordt
gebruikgemaakt van onder andere rapporten en activiteiten van
buitenlandse overheden, internationale organisaties als de FAO, het
IFPRI, de Wereldbank, de Europese Commissie, de G-8 en de OESO. 

De ontwikkeling van een breed gedragen langetermijnvisie en strategie op
de bijdrage vanuit Nederland (rijksoverheid en andere stakeholders) aan
een duurzaam mondiaal voedselsysteem, met focus op het eiwitvraagstuk en
de relatie met biodiversiteit. Daarbij kijken wij met interesse naar
initiatieven en resultaten die voortkomen uit de Task Force
Biodiversiteit en het Initiatief Duurzame Handel (IDH).

In dit verband wordt in samenwerking met stakeholders ook gekeken naar
de sterke punten in de eiwitketen die Nederland zou willen behouden en
ontwikkelen in een duurzaam mondiaal voedselsysteem met open
concurrentie. Daarbij wordt ook gekeken naar de positie van
ontwikkelingslanden. 

Tevens worden de sociaal-culturele aspecten rond het eten van vlees
nader geanalyseerd en verkend met het oog op mogelijke aanknopingspunten
voor dialoog en activiteiten gericht op het gedrag van consument en
voedselaanbieders.

Het stimuleren en stroomlijnen van nationale en internationale
initiatieven gericht het sluiten van kringlopen op diverse niveaus met
behulp van concepten en mechanismen die duurzaam, economisch
aantrekkelijk, handelspolitiek acceptabel en haalbaar zijn. Het gaat
hier onder meer om het uitvoeren en ondersteunen van onderzoek, het
ondersteunen van pilots, het inzetten van Nederlandse kennis van water,
landbouw en voedselproductie om initiatieven in ontwikkelingslanden te
versterken, het leggen van verbindingen met het Initiatief Duurzame
Handel en het benutten van de internationale posities van Nederland in
onder meer de Commission on Sustainable Development (CSD), de Wereldbank
en de EU om perspectiefvolle initiatieven elders te agenderen en te
stimuleren. 

Het zoeken naar mogelijkheden om regelgeving die efficiƫnter gebruik
van voedsel in de weg staat te wijzigen of af te schaffen. Daarbij kan
onder meer worden gedacht aan een veilig gebruik van alle diermeel.

Het nagaan of er meer sturende maatregelen mogelijk en wenselijk zijn
die effectief een duurzaamheidsprong en een transitie in de eiwitketen
kunnen bevorderen.

Het actief deelnemen aan een internationaal kennisnetwerk en een
internationale kennisagenda voor verduurzaming van het mondiale
voedselsysteem en in het bijzonder de rol van eiwitten daarin.
Vooruitlopend hierop laat het kabinet alvast de volgende
onderzoeksvragen uitwerken: 

Welke grondstoffen, technologieƫn en agrofoodketens zijn het meest
kansrijk voor de productie van vleesvervangers en hoogwaardige eiwitten
in Nederland? Naast plantaardige eiwitten wordt hierbij aandacht besteed
aan nieuwe eiwitbronnen, zoals algen, insecten en ook kweekvlees.

Welke strategieƫn voor de vermarkting van alternatieve of nieuwe
eiwitproducten zijn kansrijk en welke knelpunten of belemmeringen zijn
er?

Hoe kan een voor consumenten en ketenpartijen praktisch hanteerbaar
systeem er uitzien, inclusief duurzaamheidindicatoren voor voedselketens
van duurzame eiwitten? Kunnen bestaande initiatieven op dit gebied
daarvoor benut worden en zo ja, kunnen ze gebundeld worden? Hoe kunnen
de belangen van arme landen daarbij verzekerd worden?

Welke transitiemethoden zijn toepasbaar om een verandering naar duurzame
productie en consumptie van eiwitten te bewerkstelligen?

Welke potentie hebben eiwitproducten die ontstaan bij de productie van
energie en biobasedproducten voor humane of dierlijke consumptie?

Spoor 2. dialoog 

Focus van de dialoog is een optimale Nederlandse bijdrage aan de
verduurzaming van het mondiale voedselsysteem, met speciale aandacht
voor het eiwitvraagstuk als een van de kernuitdagingen in dat licht. De
dialoog vindt plaats op diverse niveaus en in diverse vormen en dient
meer doelen: bewustwording, opinievorming, het opdoen van nieuwe ideeƫn
en input voor verdere agendering. De dialoog vindt plaats met burgers,
ketenpartijen en maatschappelijke organisaties in Nederland, maar ook
met internationale partners. Concreet gaat het om de volgende
activiteiten:

De dialoog met ketenpartijen en maatschappelijke organisaties die in
2008 is gestart, wordt voortgezet. De tussenresultaten van deze dialoog
zijn benut bij het opstellen van deze agenda. De dialoogpartijen gaan
zich in de komende periode richten op de uitwerking van afzonderlijke
onderdelen. Op onderdelen resulteert dat in gezamenlijke implementatie.
Daarmee heeft de dialoog een broedkamer- en vliegwielfunctie. Het
kabinet faciliteert deze dialoog en bewaakt de voortgang en output. Waar
dit opportuun is, worden ideeƫn en activiteiten die voortkomen uit de
dialoog gekoppeld aan lopende trajecten, bijvoorbeeld op het gebied van
biodiversiteit en verduurzaming van veehouderij en visserij. Specifiek
onderdeel van deze dialoog betreft een rondetafel over duurzame ketens
en diversificatie van eiwitproducten.

Daarnaast wordt een open dialoog met burgers gevoerd. Deze dialoog moet
het inzicht bij burgers versterken in de duurzaamheidopgaven voor het
mondiale voedselsysteem en hun handelingsperspectieven daarbij. Hierbij
komen ook dilemma’s aan de orde, zoals:

dierenwelzijn versus landgebruik, emissies en milieu;

voedselveiligheid versus duurzaamheid en

individuele vrijheid versus collectief belang. 

Ook op het internationale niveau worden dialoogactiviteiten
geĆÆnitieerd. Op dit moment worden de mogelijkheden bekeken om met
internationale partners conferenties te organiseren, deze te sponsoren
en/of hieraan actief deel te nemen. Ook wordt het ambassadenetwerk
ingezet met de daarin werkzame landbouw-, voedsel-, milieu- en
ontwikkelingsexperts.

Spoor 3. verduurzamen

Met de activiteiten onder dit spoor richten wij ons op het verduurzamen
van de dierlijke eiwitketen, op verbreding van het aanbod, op het
stimuleren van bewuster consumeren en op het beĆÆnvloeden van de
internationale agenda. In dit verband wil het kabinet voorlopers
ondersteunen en ruimte bieden aan nichespelers. Concreet gaat het om de
volgende activiteiten.

Productieketen

Het onderzoeken van en het effectief inspelen op de kritieke
consumenten- en marktfactoren die (mede)bepalend zijn voor een
succesvolle verbreding van aanbod en vraag. 

Het analyseren, stimuleren en faciliteren van haalbare concepten voor
marktintroductie van duurzame eiwitproducten en het wegnemen van
eventuele belemmeringen in regelgeving. 

Het stimuleren van ketenpartijen en maatschappelijke organisaties tot
gezamenlijke initiatieven gericht op samenwerking en regie door de
gehele keten, een eerlijke verdeling van kosten en baten in de keten en
de ontwikkeling van methoden voor internaliseren van maatschappelijke
kosten voor bijvoorbeeld afwenteling op milieu en natuur.

Het stimuleren van productie en consumptie van vleesvervangers en
duurzame dierlijke- en plantaardige producten. Dit geldt ook voor
producten van algen en insecten. Daarbij worden meetbare afspraken
gemaakt die voortbouwen op het convenant Marktontwikkeling Verduurzaming
Dierlijke Producten van 19 mei jl.

Het in het kader van het programma Innovaties Eiwit Ketens (PIEK, 6 mln.
euro) onderzoeken en stimuleren van de ontwikkeling en het op de markt
brengen van nieuwe eiwitproducten. In dat licht wordt onder meer een
eiwitkenniscentrum ingesteld. Het programma kent drie pijlers:

wetenschappelijk kennisontwikkeling en toegepast onderzoek;

stimuleren innovaties in productontwikkeling en marktintroductie, onder
meer via de zogenaamde Small Business Innovation Research
(SBIR)-regeling en

ketenkennis en -organisatie.

Het maken van afspraken met ketenpartijen over duurzame eiwitten in
duurzame catering. Het bedrijfsrestaurant van het ministerie van LNV
wordt hierbij als proeftuin gebruikt. 

Het medio 2009 inzetten van een SBIR-regeling voor eiwitten ter waarde
van 2 miljoen euro. 

Het maken van afspraken met ketenpartijen (producenten, retail,
horecacatering) over vermindering van verlies en verspilling in de
eiwitketen en het wegnemen van juridische barriĆØres die
voedselverspilling kunnen veroorzaken.

Het optimaal benutten van het samen met ketenvoortrekkers op te richten
platform voor de verduurzaming van voedsel ter vergroting van het aanbod
van marktgerichte duurzamere eiwitproducten. 

Het bevorderen van innovaties en samenwerking in de visketen gericht op
verduurzaming. De keten kan hiervoor gebruikmaken van stimuleringsgelden
uit het Europese Visserijfonds. 

Het samen met bedrijven en andere partijen ontwikkelen van concrete
projecten die moeten leiden tot 20% milieuwinst in de planperiode van
het tweede Landelijk Afvalbeheerplan (LAP) (dat wil zeggen binnen vijf
jaar). Organisch afval is ƩƩn van de zeven prioritaire stromen. De
nadruk komt hierbij te liggen op het tegengaan van voedselverspilling,
met name vlees en zuivel. 

Consument en samenleving

Richting consument en samenleving gaan we een actief beleid voeren om
kennis en bewustwording te vergroten. Wij respecteren daarbij de
keuzevrijheid van de burger en gaan niet voorschrijven wat mensen moeten
eten. Het kabinet wil wel de consument in staat stellen een bewuste
keuze te maken en hem daartoe in samenwerking met ketenpartijen en
maatschappelijke organisaties verleiden. Inspirerende maatschappelijke
initiatieven in dit kader worden toegejuicht. Concreet worden de
volgende activiteiten ondernomen. 

Het voortzetten van de campagne Kies Bewust van het Voedingscentrum met
daarin bijzondere aandacht voor de duurzaamheidsaspecten van de
productie en consumptie van dierlijke eiwitten. Hierbij wordt uitgegaan
van een doelgroepenbeleid. Een concreet voorbeeld hiervan is de
herkenning van duurzame vis.

Het voor de Nederlandse burger duidelijk maken hoe hij kan bijdragen aan
een duurzamer voedselsysteem via de consumptie van duurzame
eiwitproducten. Transparantie over de duurzaamheidaspecten van
eiwitproducten staat daarbij centraal. De inzet is dat de consument kan
beschikken over objectieve (integrale) informatie over duurzaamheid en
voedsel. Daarbij wordt aangehaakt op de lopende duurzaamheidinitiatieven
op dit vlak, zoals de Klimaatweegschaal van Voedingscentrum (VCN). Zo
wordt er een voedseldatabank geĆÆntroduceerd en wordt de voorlichting
gericht op doelgroepen geĆÆntensiveerd (onder meer via de websites van
het VCN en Milieu Centraal, via schoolprogramma’s etc.). Ook worden er
communicatiesporen opgezet over vermindering van voedselverspilling door
de consument met behulp van (overheids)campagnes en schoolprogramma’s
gericht op voedsel. 

Het stimuleren en ondersteunen van maatschappelijke initiatieven rond
het promoten van een duurzamer voedselsysteem en de rol van eiwitten
daarin. 

Het initiĆ«ren en ondersteunen van programma’s die de consument actief
en creatief helpen om lekker, gezond en duurzaam te variƫren, met
bijzondere aandacht voor eiwitten. 

In 2009 wordt de Waardenpas geĆÆntroduceerd. Deze pas moet het voor
consumenten makkelijk maken om een verantwoorde keuze te maken bij hun
aankopen.

Internationaal

Wij zullen, waar mogelijk vanuit een brede coalitie met maatschappelijke
organisaties en ketenpartijen, concrete initiatieven agenderen op
Europees en mondiaal niveau. Deze initiatieven moeten bijdragen aan een
duurzaam mondiaal voedselsysteem en in het bijzonder de rol van eiwitten
daarin. Met koploperlanden worden coalities aangegaan. 

Aandachtspunt is dat een duurzaam mondiaal voedselsysteem bij diverse
internationale organisaties en in diverse landen een topprioriteit is,
maar veelal vanuit verschillende aanvliegroutes (eiwit, klimaat,
energie, biodiversiteit, voedselzekerheid, etc.). Deze diversiteit aan
beelden en belangen zullen slim benut moeten worden. Concreet worden de
volgende activiteiten ondernomen.

Het benutten van de follow-up van het voorzitterschap van de CSD voor
het agenderen en stimuleren van internationale initiatieven voor een
duurzamer mondiaal voedselsysteem.

Het met de FAO, de voedsel- en landbouworganisatie van de VN, verkennen
van mogelijkheden om duurzame eiwitten sterker in te bedden in de
internationale beleidsontwikkeling en op te pakken via concrete
projecten en activiteiten, zoals internationale bijeenkomsten. Daartoe
wordt onder meer de follow-up van het rapport ā€œLivestockĀ“s Long
Shadowā€ benut. De sporen van verduurzamen, vervangen en het sluiten
van kringlopen staan daarbij centraal.

Het samen met bedrijven en maatschappelijke organisaties zorgen voor
versterking en verbreding van het draagvlak van de Soja Ronde Tafel
(Round Table for Responsible Soy (RTRS)). De RTRS is een
multistakeholderproces van internationale maatschappelijke organisaties
en bedrijven gericht op de verduurzaming van de mondiale bulkstroom
(mainstream) aan sojaproducten dat door Nederland mede mogelijk wordt
gemaakt (financiƫle bijdrage en inzet van onderzoekscapaciteit) en
beleidsmatig ondersteund. Met de deelnemers aan de stakeholdersdialoog
(bedrijven en maatschappelijke organisaties) wordt bekeken hoe via
bilaterale contacten de deelname aan de RTRS vergroot kan worden. Er
wordt vooral ingezet op vergroting van betrokkenheid van partijen uit
Aziƫ en Zuid-Amerika. 

Het ondersteunen van het RTRS-proces door middel van uitvoeren van
onderzoek, opzet van voorbeeldprojecten, programma’s gericht op kleine
boeren, de ontwikkeling en implementatie van een certificeringsysteem en
de uitwerking van een mechanisme om de zgn. High Conservation Value
Areas (HCVA’s) in de teeltgebieden te beschermen.

Het extra inzetten op de ontwikkeling van kennis die bijdraagt aan
verduurzaming en efficiƫntieverbetering van productie in die delen van
de wereld waar de vraag sterk toeneemt. Hierbij wordt aangesloten op de
uitvoeringsagenda van de nota Landbouw, Rurale bedrijvigheid en
Voedselzekerheid en bij het Initiatief Duurzame Handel (IDH), dat zich
richt op sectorale verduurzaming van ketens. Daarbij wordt ingezet op
innovaties die leiden tot verduurzaming en efficiƫntieverbetering van
de productie van voedsel, in het bijzonder eiwitten, maar bijvoorbeeld
ook op het gebied van water en mineralen.

Het verkennen van samenwerkingsverbanden met koploperlanden (onder meer
onze Noordwest-Europese partners) en andere interessante partners. De
rijksoverheid, ketenpartijen en maatschappelijke organisaties gaan in
het kader van de stakeholdersdialoog elk vanuit hun eigen rol bijdragen
aan deze coalitievorming. Inzet is om vanuit een zo breed mogelijke
nationale coalitie internationaal voor de dag te komen. Daarmee kan het
vraagstuk effectiever internationaal worden geagendeerd en kunnen vanuit
een breed front concrete initiatieven worden ondernomen.

Het agenderen van duurzame consumptie binnen de EU. Hierbij wordt
ingezet op:

Europese voorlichting en publiekscampagnes c.q. EU-budget ter
ondersteuning van dergelijke campagnes en

Verdere uitwerking van het EU-actieplan Duurzame Consumptie en Productie
en Duurzaam Industriebeleid (COM (2008) 397) op het gebied van voedsel.
(bijvoorbeeld het ontwikkelen van EU-criteria voor duurzaam voedsel en,
indien mogelijk en wenselijk, de aanpassing van bepaalde
richtlijnen/verordeningen op dat vlak).

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN

VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, 

RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER,

dr. J.M. Cramer

DE MINISTER VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING,

drs. A.G. Koenders

 



VERTROUWELIJK	Pagina   PAGE   \* MERGEFORMAT  2  van   NUMPAGES   \*
MERGEFORMAT  10 



 



> Retouradres Postbus 20401 2500 EK  DEN HAAG

 

De Voorzitter van de Tweede Kamer 

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA  DEN HAAG

 

 

 

 

 



Directie Voedselkwaliteit en Diergezondheid

Programma Duurzame Voedselsystemen



Datum

30 juni 2009

Onze referentie

VD 09.991/JDL



Pagina	  PAGE   \* MERGEFORMAT  9 	van	  NUMPAGES   \* MERGEFORMAT  9 



 



Directie Voedselkwaliteit en Diergezondheid

Programma Duurzame Voedselsystemen

 

Prins Clauslaan 8

Postbus 20401

2500 EK  DEN HAAG

www.minlnv.nl

Contactpersoon

Jan de Leeuw

Beleidsmedewerker

 

T	070 3785704

F	070 3786177

 

 

Onze referentie

VD 09.991/JDL









	

Datum	30 juni 2009

Betreft	Beleidsagenda Duurzame Voedselsystemen









 







Pagina	  PAGE   \* MERGEFORMAT  1 	van	  NUMPAGES   \* MERGEFORMAT  9