[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Aan bewindspersoon - Brief commissie Rijksuitgaven over voorgestelde begrotingswijzigingen BZK en Financiën

Bijlage

Nummer: 2009D35050, datum: 2009-07-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Bijlage bij: Aan bewindspersoon - nieuwe indeling herstructurering begroting Financiën (2009D34817)

Preview document (🔗 origineel)






De minister van Financiën

De heer W. Bos

Postbus 20015

2500 EA	DEN HAAG



i.a.a. de minister van BZK





Plaats en Datum	Den Haag,	6 juli 2009

Betreft	Voorgestelde begrotingswijzigingen BZK en Financiën

Ons kenmerk	09-RU-B-012

Uw kenmerk

	Uw brief van

	In afschrift aan

	Bijlagen

	

Geachte	heer Bos,



Op 30 juni 2009 heeft de commissie voor de Rijksuitgaven van u een brief
ontvangen met een nadere toelichting op de voornemens om de begrotingen
van BZK en Financiën te wijzigen, waarbij afgeweken wordt van het
VBTB-principe dat apparaatskosten toegerekend dienen te worden aan
beleidsartikelen. 

De commissie voor de Rijksuitgaven is van mening dat het uitgangspunt
voor de Rijksbegroting dient te blijven dat apparaatskosten zoveel
mogelijk integraal worden toegerekend aan doelen van beleid. De
commissie is echter bereid om -onder nadere voorwaarden- te bezien of in
bepaalde gevallen een andere begrotingsindeling meerwaarde kan hebben. 

Deze voorwaarden sluiten overigens in grote mate aan bij de voorstellen
die u zelf doet in uw brief, namelijk:

een afwijkende begrotingsindeling ten aanzien van apparaatskosten blijft
uitzondering in plaats van regel;

een afwijkende begrotingsstructuur wordt vooraf besproken met de
Algemene Rekenkamer en wordt -ruim van tevoren- ter instemming
voorgelegd aan de desbetreffende vaste commissie;

door middel van een aparte tabel inclusief toelichting, wordt inzicht
gegeven in welke mate de apparaatsuitgaven zijn toe te rekenen aan
beleid en drukken op de verschillende beleidsartikelen van de begroting;


wanneer een minister de keuze maakt voor centrale, input-georiënteerde
verwerking van apparaatsuitgaven in de begroting, dan impliceert dit ook
dat voor de Kamer in de begroting nadere informatie wordt geleverd over
deze inputgegevens.

Wat dit laatste punt betreft verzoekt de commissie voor de Rijksuitgaven
de minister om in de Rijksbegroting 2010 de niet-beleidsartikelen waarop
apparaatsuitgaven staan geboekt zoveel mogelijk uniform weer te geven en
te voorzien van de door de Kamer gewenste input-informatie. De invulling
hiervan is in de bijlage bij deze brief geconcretiseerd. Vanuit de
gedachte van uniformering geldt dit wat de commissie voor de
Rijksuitgaven betreft niet alleen voor de begrotingen waarvoor
voorstellen zijn ontvangen (BZK en Financiën), maar ook voor andere
begrotingen die een niet-beleidsartikel kennen waarop apparaatsuitgaven
worden verantwoord (zoals bijvoorbeeld VROM en Justitie).

Tot slot is de commissie voor de Rijksuitgaven met u van mening dat het
goed is om deze thematiek ook te betrekken in de evaluatie ‘Experiment
verbetering verantwoording en begroting’. 

De commissie voor de Rijksuitgaven ziet de begroting 2010 met
belangstelling tegemoet en zal, gezien het voorgaande, de vaste
commissie in overweging geven extra aandacht te besteden aan de wijze
waarop aan de in deze brief geschetste voorwaarden is voldaan. De Kamer
behoudt zich daarbij vanzelfsprekend het recht voor om de wijzigingen in
de indeling van de begrotingen BZK en Financiën terug te draaien indien
zij van oordeel is dat hiermee geen recht wordt gedaan aan haar
informatiebehoefte of het budgetrecht.

Hoogachtend,

Ch. B. Aptroot





voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven





BIJLAGE

De commissie voor de Rijksuitgaven zou vanaf de begroting 2010 de in de
brief genoemde voorwaarde voor de vormgeving van niet-beleidsartikelen
waarop apparaatsuitgaven worden begroot en verantwoord, als volgt
uitgewerkt willen zien:

een uniforme structuur voor deze niet-beleidsartikelen en een
consequente toerekening;

uitsplitsing van externe inhuur binnen het apparaatsartikel;

presenteren van enkele vaste ramingskengetallen.

ad a). Vaste artikelstructuur en consequente toerekening

Bij apparaatskosten dient tenminste onderscheid gemaakt te worden in
personele uitgaven enerzijds en materiële uitgaven anderzijds. In de
huidige centrale artikelen met apparaatsuitgaven (bijvoorbeeld het
niet-beleidsartikel 91 op zowel de begroting van VROM als Justitie)
worden uitsluitend de totale apparaatskosten weergegeven, zonder dat
daarbij onderscheid gemaakt wordt tussen materieel en personeel. De
commissie voor de Rijksuitgaven vindt het in de rede liggen om
rijksbreed voor dit type niet-beleidsartikelen een vaste structuur te
hanteren:

Niet-beleidsartikel Personeel

Regulier personeel

Overige personele uitgaven

Materiële uitgaven ten behoeve van personele inhuur 

Overige materiële uitgaven

Indien er niet sprake is van een centraal beleidartikel waarop alle
apparaatskosten worden verantwoord, maar van een combinatie (zoals bij
de begroting Financiën waar de kosten van de Generale Thesaurie
centraal worden verantwoord en andere apparaatskosten wel worden
toegerekend), dan dient de toerekening consequent te worden toegepast.
In het voorbeeld van de Generale Thesaurie is het ongewenst dat delen
van de apparaatskosten van de Generale Thesaurie ook op beleidsartikelen
worden verantwoord.

ad b.) Inzicht in kosten externen

De kosten van externen op centrale apparaatartikelen (onderdeel 02 in de
hiervoor geschetste vaste artikelindeling) dienen nader te worden
uitgesplitst. Dit conform de categorieën, zoals eerder door de minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de Kamer zijn gemeld
(in haar brief van 3 november 2008) naar aanleiding van motie
Schinkelshoek, te weten: interim-management; organisatie- en
formatieadvies; beleidsadvies; communicatieadvies; juridisch advies;
advisering opdrachtgevers automatisering; accountancy, financiën en
administratieve organisatie; uitzendkrachten.

ad c.) verplichte ramingsindicatoren centrale personeelsartikel

Wanneer de keuze gemaakt wordt voor een niet-beleidsartikel met
apparaatskosten, dienen daarbij de volgende indicatoren in de begroting
opgenomen te worden:

Begrotingssterkte in Fte 

Gemiddelde prijs per Fte

Externe inhuur in Fte (cf. punt b.)

Indien van toepassing, dit zowel voor het geheel van de begroting als
uitgesplitst per directoraat-generaal.

  



  DocProperty "Dienst"  DCO Sociaal & Financieel 



Betreft	Voorgestelde begrotingswijzigingen BZK en Financiën

Kenmerk	09-RU-B-012



	Vervolg Brief

	Bladzijde	  PAGE  2 



  



DCO Sociaal & Financieel





Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Plein 2

Den Haag

Postbus 20018

2500 EA Den Haag

Tel:	070 – 318 2015

Fax:





E-mail:

	www.tweedekamer.nl