[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag Voorjaarsvergadering IMF en Wereldbank 25 en 26 april 2009

Bijlage

Nummer: 2009D35115, datum: 2009-07-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Bijlage bij: Verslag van de vergaderingen van het International Monetary and Financial Committee (IMFC) en het Development Committee (DC), alsmede het verslag van het kiesgroepoverleg (2009D35111)

Preview document (šŸ”— origineel)


Verslag Voorjaarsvergadering IMF en Wereldbank 25 en 26 april 2009

1. Inleiding 

Op zaterdag 25 en zondag 26 april vond in Washington de
voorjaarsjaarvergadering van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en
de Wereldbank plaats. De belangrijkste gedeelten van de jaarvergadering
waren de bijeenkomst van het International Monetary and Financial
Committee (IMFC) op zaterdag en het Development Committee (DC) op
zondag. Voorafgaand hieraan vond op vrijdagmiddag het traditionele
overleg met de leden van de kiesgroep plaats. Ook kwam op
zaterdagochtend de G4 van ministers van Financiƫn en centrale bank
presidenten bijeen. 

2. International Monetary and Financial Committee

Het IMFC bestond uit drie delen. Tijdens de besloten ontbijtsessie stond
een pilot van de Early Warning Exercise (EWE) centraal. De plenaire
sessie bevatte presentaties over de economische financiƫle situatie.
Daarnaast werd de rol van het IMF in de crisis besproken. In de besloten
lunchsessie werd gesproken over de middelenuitbreiding van het IMF.

Surveillance

Het IMF presenteerde samen met de Financial Stability Board (FSB,
voorheen FSF) een pilot van de Early Warning Exercise (EWE). De
uitkomsten van de EWE zijn niet openbaar. Er was grote steun voor het
systeem van de EWEs, wel is er gesproken over hoe om te gaan met de
openbaring van de uitkomsten. Staatssecretaris De Jager heeft benadrukt
dat het belangrijk is dat er een follow-up komt van de aanbevelingen die
besloten liggen in de EWEs. Er moet gewerkt worden aan een peer pressure
systeem, waarbij landen op gezette tijden terug rapporteren over de
genomen maatregelen. 

	Naast deze sessie over de EWE, werd er een aantal andere opmerkingen
geplaatst over surveillance. De VS gaf aan een Financial Sector
Assessment Program (FSAP) te willen ondergaan. India benadrukte dat alle
systeemrelevante landen een FSAP moeten ondergaan en dat deze meer moet
worden geĆÆntegreerd in de Article IV. 

De financiƫle en economische situatie

Hoofdeconoom van het IMF Olivier Blanchard en directeur Monetair Beleid
en Kapitaalmarkten JosƩ Vinals presenteerden de huidige financiƫle en
economische situatie. Er waren wat positieve signalen van stabilisatie
waar te nemen op de financiƫle markten en monetair beleid leek effect
te hebben gehad. Echter, de financiƫle situatie blijft fragiel en
beleidsacties blijven nodig. Risicoā€™s die werden genoemd zijn de
bankbalansen, de afname van kapitaalstromen naar opkomende economieƫn
en de houdbaarheid van het budgettaire beleid. Benadrukt werd dat korte
termijn maatregelen moeten worden verankerd in een gezonde
middellange-termijnstrategie. 

Een grote zorg was de gezondheid van het financiƫle systeem en de feed
back van de reƫle economie op het financiƫle systeem. Vertrouwen bleek
vooral afhankelijk van wat er gebeurt in de advanced economies, herstel
van kapitaalstromen naar de opkomende economieƫn hangt hier van af.
Bovendien moet nagedacht worden over exit strategieƫn. 

	Verschillende landen, waaronder de VS, en ECB President Trichet
onderkenden de beschreven situatie door het IMF; er zijn wat tekenen van
herstel maar er is nog grote onzekerheid. Door de WTO werd de afname van
de wereldhandel benadrukt, veroorzaakt door een afname in de vraag en
het opdrogen van handelsfinanciering. Hierbij moet worden gewaakt voor
protectionistische maatregelen.

Het IMF en de crisis

De Managing Director (MD) benadrukte dat we niet overoptimistisch moeten
worden met betrekking tot de crisis en gefocust moeten blijven.
Beleidsacties blijven nodig en daarbij is vooral de snelheid waarmee
wordt gehandeld belangrijk. Het IMF gaf aan blij te zijn met de
uitbreiding van de middelen tot USD 500 miljard. Belangrijk is dat er
snel overeenstemming komt over deze uitbreiding en dat dit geld snel
beschikbaar komt. De door de G20 voorgestelde SDR-allocatie is een goede
manier om de liquiditeit te vergroten. Veel landen spraken hun lof uit
over hoe het IMF reageert op de crisis. 

Landen spraken hun steun uit voor de middelenuitbreiding. De Verenigde
Arabische Emiraten merkte daarbij op dat het ook mogelijk moet worden
door middel van obligaties bij te dragen en Braziliƫ gaf aan dat de
grootte van bijdragen van landen vertegenwoordiging in het IMF moeten
reflecteren. Het VK riep landen op om zo snel mogelijk de bilaterale
leningen beschikbaar te stellen. 

Tijdens het IMFC zijn er geen additionele toezeggingen gedaan door
landen om de USD 500 miljard bijeen te brengen. Het bleek dat er meer
duidelijkheid moest komen over de mogelijkheid tot uitgifte van
obligaties door het Fonds en het was voor sommige landen cruciaal hoe
het doorrollen van de bilaterale leningen in de New Arrangements to
Borrow (NAB) er uit komt te zien. Bovendien werd, zoals ook al
aangegeven door Braziliƫ, door de opkomende economieƫn deze bijdrage
in verband gebracht met vertegenwoordiging en maken zij een bijdrage van
hun kant afhankelijk van deze discussie. 

Naast steun voor de middelenuitbreiding was er brede steun voor het
nieuwe instrumentarium, zoals de al door een aantal landen gebruikte
Flexible Credit Line (FCL). De verhoging van de toegangslimieten voor de
Poverty Reduction and Growth Facility (PRGF) en het beschikbaar stellen
van specifieke extra middelen voor ontwikkelingslanden werden ook goed
ontvangen, met name door Braziliƫ, India en Gabon. 

In verband met de grotere rol van het IMF, was tijdens het AO d.d. 15
april toegezegd dat u op de hoogte zou worden gehouden over de
medewerking van onder andere de VS. Het blijkt dat de VS (bij monde van
President Obama) de versterkte rol van het IMF als een hoge prioriteit
ziet. De door de VS toegezegde USD 100 miljard is inmiddels goedgekeurd
door het congres. 

IMF governance

Initieel stond op de agenda van het IMFC het rapport van een commissie
van eminente personen onder leiding van de Zuid-Afrikaanse Minister van
Financiƫn Trevor Manuel. Dit rapport doet aanbevelingen op het gebied
van verschillende IMF governance issues. Dit rapport was echter op het
laatste moment van de agenda gehaald, omdat er vooral vanuit de
opkomende economieƫn grote bezwaren waren over de inhoud van het
rapport en het proces. Toch werd er het Ć©Ć©n en ander gezegd over
governance. De MD benadrukte dat het tijd is om te bewegen; het proces
van quotaherziening moet versneld worden. De vervroeging van de
quotaherziening naar 2011, zoals afgesproken in G20-verband, ontving
veel steun. Hierbij is in het communiquƩ vastgelegd dat de quotaformule
ook weer opnieuw bezien gaat worden. De VS gaf aan dat er grote
hervormingen op het gebied van stoelen en quota nodig zijn; kleine
veranderingen gaan niet werken. De Nordic-Baltic stoel en Belgiƫ gaven
aan dat ze substantiƫle bijdragen leveren aan het IMF en dit ook
gereflecteerd moet blijven in de vertegenwoordiging. Ook Nederland
benadrukte de link tussen bijdrage en vertegenwoordiging.

3. Development Committee

Op de agenda van het DC stonden de volgende onderwerpen: i) de gevolgen
van de mondiale economische crisis voor ontwikkelingslanden en de rol
van de internationale financiƫle instellingen (IFI's); en ii) update
inzake voice and participation. Tijdens de Bali Brunch bespraken de
ministers de voortgang betreffende de klimaatagenda. 

De gevolgen van de mondiale economische crisis voor ontwikkelingslanden
en de rol van de IFI's

De inleidende presentatie werd verzorgd door Justin Lin, Chief Economist
van de Wereldbank. Lin ging in op de noodzaak van internationale
coƶrdinatie van fiscale stimuluspakketten. Hij gaf aan dat de
onderbenutting van productiecapaciteit in het Westen ingezet kan worden
om Low Income Countries (LICs) te ondersteunen in
infrastructuurprogramma's, juist omdat deze het grootste
multiplier-effect hebben. Lin stelde dat LICs geen ruimte hebben om
fiscaal verruimend beleid te voeren en benadrukte in dit kader het
belang van ondersteuning van sociale vangnetten.

IMF MD Strauss-Kahn gaf aan dat het IMF de verwachtingen over de crisis
opnieuw naar beneden had bijgesteld, maar zag wel nog steeds
mogelijkheden voor herstel in 2010. Belangrijke randvoorwaarde daarbij
is het daadwerkelijk opschonen van de bancaire sector in de VS.

Wereldbank President Zoellick ging vervolgens kort in op de uitkomsten
van de G20 top in Londen. Hij gaf daarbij aan dat tijdens het DC 185
landen (indirect) zijn vertegenwoordigd en dat internationale consensus
van groot belang is voor de aanpak van de crisis. Zoellick stelde dat de
lessen van eerdere crises in Latijns Amerika en in Zuidoost Aziƫ, eind
jaren negentig, niet uit het oog moeten worden verloren. Zo zijn sociale
vangnetten en doelgericht (en daardoor efficiƫnt) beleid van groot
belang om de gevolgen voor de armsten te mitigeren. Zoellick herhaalde
het inmiddels bekende pakket aan maatregelen waar de Bank aan werkt,
waarbij hij met name verwees naar de verhoging van het leningenpakket
van IBRD tot USD 35 miljard per jaar, de fast-tracking van IDA-middelen,
de momenteel in zijn visie aantrekkelijke prijs van het
IBRD-leningenpakket, en de nieuwe faciliteiten, waaronder met name de
Vulnerability Financing Facility met o.a. het Rapid Social Response
Fund. IDA-15 is langzamer van start gegaan dan voorzien, mede door de
doorloop van IDA-14 leningen en de trage start van nieuwe projecten in
de pijplijn. Hier zal naar verwachting spoedig verbetering in komen. Bij
de Mid-Term Review van IDA-15 zal de mogelijkheid van vervroegde
aanvulling van middelen bekeken moeten worden. De reactie van de
Wereldbank op de crisis is er volgens Zoellick in eerste instantie op
gericht geweest haar beschikbare kapitaal zo effectief mogelijk in te
zetten om aan de verhoogde behoefte van haar klanten te voldoen. De Bank
houdt de vraag naar leningen scherp in de gaten ā€“ deze stijgt
overigens snel - en zal deze zomer een review doen van haar financiƫle
soliditeit en nagaan in hoeverre haar kapitaal toereikend is.

Tijdens de interventies van DC-leden werd vooral ingegaan op de gevolgen
van de crises op de armsten in ontwikkelingslanden. Geithner (VS)
hamerde op de noodzaak van internationaal gecoƶrdineerde fiscale
stimuluspakketten, sprak over een ā€˜great multilateral momentā€™ en gaf
aan dat de legitimiteit en effectiviteit van de IFI's vergroot diende te
worden. Op korte termijn moeten bestaande middelen effectief en
efficiƫnt ingezet worden en moet de Bank pragmatisch te werk gaan. Voor
de langere termijn legde Geithner de nadruk op innovatie en development
impact (zoals versterking van marktinstituties en verhoging van de
productiecapaciteit in ontwikkelingslanden) en focus op de armste
landen. Ook drong hij aan op een betere taakverdeling tussen de IFI's.
Tenslotte stelde Geithner dat de VS een substantiƫle aanpassing van de
governance structuur van de Wereldbank ondersteunt. Het VK ondersteunde
in brede zin het door Zoellick voorgestelde pakket en riep overheden op
aan hun toezeggingen te voldoen. India gaf aan dat IBRD haar leenvolume
zou moeten vergoten, en dat ook individuele landen meer zouden moeten
kunnen lenen. De toereikendheid van het kapitaal van de Bank zou dan ook
op korte termijn bekeken moeten worden. India ziet voor IBRD een rol als
ā€˜preferred creditorā€™, niet slechts ā€˜lender of last resortā€™. Ook
Argentiniƫ en Braziliƫ waren van mening dat de Bank op het gebied van
leningen meer zou moeten doen, en pleitten voor substantiƫle
hervormingen.

Braziliƫ stelde verder dat de wereld gevrijwaard dient te worden van de
oude economische dogma's die zo lang overheerst hebben. Braziliƫ
hekelde het feit dat er voor sommige landen (in casu de VS) in het
verleden geen grenzen leken te zijn aan kapitaalschepping. Voor hen
bestond er geen debt sustainability framework, zolang anderen bereid
waren hun schulden te financieren.

Japan hamerde op de noodzaak van een kapitaalverhoging voor de
Wereldbank, want ā€˜there is no good meal without riceā€™. Japan
ondersteunde het anticyclische opereren van de Wereldbank en
onderstreepte de noodzaak de mondiale onevenwichtigheden aan te pakken.
Kaberuka (President van de African Development Bank) gaf aan dat Afrika
het afgelopen decennium hard gewerkt heeft om tot beter macro-economisch
beleid te komen, maar dat helaas door de crisis de groeicijfers in amper
een jaar tijd gehalveerd zijn.

Minister Koenders sprak waardering uit over de eerste response van de
Wereldbank in reactie op de crisis en over de inspanningen ten aanzien
van Middle Income Countries (MICs), maar zei zich zorgen te maken over
de benodigde leverage voor LICs. De Wereldbank moet met voorstellen
komen om ook op langere termijn effectief te kunnen blijven opereren.
Het instrumentarium van de Wereldbank moet de komende jaren ook
kwalitatief verbeterd worden, met meer oog voor de noden van fragiele
staten, de klimaatagenda en de inpassing in de Accra-agenda, waarbij de
nodige overlap in het eigen instrumentarium vermeden moet worden.
Minister Koenders gaf aan dat de Bank over voldoende middelen moet
kunnen beschikken en ondersteunde in dit kader een review van haar
financiƫle soliditeit en toereikendheid van kapitaal. 

Voice & representation

Zoellick ging ook in op wat naar zijn mening belangrijke vragen in de
discussie over de voice and participation agenda moeten zijn. Het gaat
daarbij onder andere over criteria en mechanismen voor de herziening van
aandelenverhoudingen. Andere belangrijke elementen zijn het betrekken
van IDA en IFC in de discussie en de stoelen in de Raad van
Bewindvoerders. 

Na afronding van de eerste fase van hervormingen tijdens de
Jaarvergadering 2008, met onder meer een extra stoel voor een derde
Afrikaanse bewindvoerder en verdubbeling van het aantal basisstemmen,
gaat nu de (lastiger) tweede fase van hervormingen van start, waarbij
het vooral over de stemverhoudingen zal gaan. Om het proces hierover in
goede banen te leiden, stelde minister Koenders voor dat er vanuit de
hoofdsteden duidelijk richting aan de discussie over de benodigde
hervormingen gegeven moet worden aan de Raad van Bewindvoerders. Zijn
concrete voorstel betrof het bijeen roepen van een bijeenkomst van DC
Deputies, op uitnodiging van Carstens, de Mexicaanse voorzitter van het
DC. Dit voorstel werd allereerst door het VK gesteund, later gevolgd
door meerdere leden van het DC, waaronder de VS en Braziliƫ. Carstens
zegde toe spoedig een bijeenkomst van DC Deputies bijeen te roepen, die
concrete aanbevelingen moet formuleren in aanloop naar de
Jaarvergadering in oktober 2009. Een eerste bijeenkomst heeft eind juni
plaatsgevonden. Het proces van hervormingen zal tijdens de
Voorjaarsvergadering 2010 afgerond moeten zijn, conform de aanbeveling
van de G20 in Londen.

Inhoudelijk is op de beoogde hervormingen niet diepgaand ingegaan, al
gaf o.a. China wel aan te streven naar pariteit in de stemverhoudingen
tussen ontwikkelde en ontwikkelingslanden. Anderen (o.a. Japan) wezen op
de relatie met een mogelijke kapitaalverhoging. Frankrijk, Noorwegen
('no taxation without representation') e.a. wezen op het belang om in
het bepalen van de stemgewichten ook rekening te houden met de bijdragen
aan de Wereldbank Groep, o.a. aan IDA. Belgiƫ stelde de handen niet te
willen binden aan een specifiek tijdsschema, maar stond daar vrijwel
alleen in.

De Voorjaarsvergadering liet vooral brede steun zien voor de eerder in
G20-kader genomen besluiten m.b.t. de rol van de IFI's. Ook werd
besloten tot een review van de financiƫle soliditeit van de Wereldbank
Groep, met daarbij aandacht voor de toereikendheid van kapitaal (voor
IBRD en IFC) en concessionele middelen (voor IDA), zodat dit tijdens de
Jaarvergadering besproken kan worden. De komende periode breekt de
lastige fase aan van discussie, en later besluitvorming over een
mogelijke kapitaalverhoging voor IBRD en IFC, mogelijke vervroeging van
IDA-16 en hervorming van de stemverhoudingen. Het is de vraag of het
strakke tijdsschema, dat over dat laatste onderwerp is afgesproken,
daadwerkelijk ook gehaald gaat worden. Ook is onzeker of aandeelhouders
respectievelijk donoren bereid en in staat zullen zijn om financieel
(fors) bij te dragen aan een mogelijke kapitaalverhoging en/of een
ambitieuze IDA-16 middelenaanvulling.

Bali Brunch

Tijdens de Bali Brunch onderstreepte Zoellick in zijn presentatie dat
financiering en ontwikkeling een zeer grote rol zullen spelen tijdens de
onderhandelingen in Kopenhagen in december, zeker zoveel als
klimaatbeleid zelf. Ministers van Financiƫn en
Ontwikkelingssamenwerking zouden dan ook nauw betrokken moeten zijn.
Zoellick pleitte ook voor een response op de financiƫle crisis voor
ontwikkelingslanden die klimaatacties stimuleren of faciliteren.

Yvo de Boer gaf aan dat er vier voorwaarden zijn voor een succesvolle
uitkomst van Kopenhagen. Zo zullen geĆÆndustrialiseerde landen een
bindende doelstelling op zich moeten nemen en zullen ontwikkelingslanden
via nationale strategieƫn passende actie moeten ondernemen. Verder
moeten er volgens De Boer internationaal nieuwe en additionele middelen
beschikbaar komen. De koolstofmarkt is verder een belangrijke bron van
financiering. Ministers van Financiƫn zullen voor Kopenhagen
duidelijkheid moeten verschaffen over de financiering van klimaatbeleid.
Tenslotte is het essentieel alle beschikbare bronnen van financiering
zĆ³ te managen, dat deze effectief en efficiĆ«nt ingezet kunnen worden.
Volgens De Boer moet er een middenweg worden gezocht tussen nieuwe en
bestaande fondsen. Een optie is hierbij o.a. klimaatbeleid te
financieren onder de Conventie, maar via de bestaande instituties. China
onderstreepte in haar interventie het belang van science and technology
transfer. Zo moet een monopoliepositie van partijen op het gebied van
duurzame technologie niet mogelijk zijn en moeten overheden de juiste
prikkels verschaffen voor R&D op het gebied van duurzame technologie.
Noorwegen en Mexico lichtten hun voorstellen toe voor mogelijke
financieringsvormen.

4. G4 ministers en centrale bank presidenten

Voorafgaand aan het IMFC vond er een G4-bijeenkomst plaats tussen de
ministers van Financiƫn en de centrale bankdirecteuren van Nederland,
Belgiƫ, Zweden en Zwitserland. De Belgische minister van Financiƫn
Reynders zat de vergadering voor. De reactie van het Fonds op de crisis
en de hervormingen binnen het Fonds werden besproken, waarbij de focus
lag op de behoefte aan additionele middelen, de volgende quotaherziening
en IMF governance. De veranderingen in het raamwerk voor surveillance
werden gesteund en het belang van een follow-up mechanisme werd
benadrukt. De vier landen gaven aan bereid te zijn de toegezegde
bilaterale bijdrage te leveren die uiteindelijk zal worden doorgerold in
de New Arrangements to Borrow (NAB), waarbij een uitbreiding van de NAB
gezien wordt als de beste manier om het Fonds van additionele middelen
te voorzien. Hoewel werd onderkend dat een quotaherziening niet de
eerste prioriteit is van het IMF, werd een vervroeging van de volgende
quotaherziening naar 2011 gesteund. Ministers en centrale
bankdirecteuren benadrukten dat op het gebied van governance complexe
issues spelen, die met alle voorzichtigheid moeten worden benaderd. 

5. Kiesgroepoverleg

Tijdens het reguliere kiesgroepoverleg en marge van de
voorjaarsvergadering gaven de bewindvoerders Bakker en Treffers een
update over de agenda van respectievelijk IMF en Wereldbank. Vervolgens
werden de schriftelijke interventies van de kiesgroep in het IMFC en het
DC vastgesteld. 

6. SDR als reserve valuta

Tijdens het IMFC werd door geen van de landen een rol van SDRs als
reservevaluta opgebracht. Tijdens het AO d.d. 15 april 2009 is echter
toegezegd u hierover nader te informeren, onder andere als reactie op
het VN commissie rapport van Nobelprijswinnaar in de economie Stiglitz.

In algemene zin zou diversificatie van reservevaluta in de wereld
positief zijn. De huidige situatie waarin Ć©Ć©n valuta (de dollar)
veruit de belangrijkste reservevaluta is kent namelijk een aantal
nadelen, bijvoorbeeld de grote invloed van het Amerikaanse binnenlandse
beleid op de liquiditeit in de wereld. Het is echter niet eenvoudig tot
een alternatieve benadering te komen. Een belangrijke reden hiervoor is
dat een munt niet wordt aangewezen als reservevaluta, maar dat een munt
(of mandje munten zoals de SDR) daartoe moet uitgroeien. Met andere
woorden, het zijn de partijen die reserves willen aanhouden die bepalen
of een munt een reservevaluta wordt of niet. Het IMF kan hier overigens
een positieve rol in spelen. De aantrekkelijkheid van een munt als
reservevaluta wordt onder andere bepaald door de omvang en mate van
ontwikkeling van de financiƫle markt in deze valuta en het vertrouwen
in de waardevastheid van deze munt.

In het rapport van de VN commissie onder leiding van Stiglitz wordt
terecht gesteld dat aan een systeem met meerdere belangrijke
reservevaluta ook haken en ogen zitten, omdat deze reservevalutaā€™s
alsnog beĆÆnvloed worden door het binnenlandse beleid van het uitgevende
land. Aan de andere kant zijn er wel een aantal voordelen ten opzichte
van Ć©Ć©n reservevaluta. Zo maken meerdere belangrijke reservevaluta het
minder makkelijk voor Ć©Ć©n land om goedkoop schulden te financieren en
zo de tekorten buitensporig te laten oplopen. Tevens heeft men de
mogelijkheid om in geval van overdreven expansief monetair beleid van
een overheid die de reservevaluta uitgeeft, tegoeden aan te houden in de
andere valuta. Het nader onderzoeken van de mogelijkheden van een nieuw
globaal reservesysteem kwam ook aan de orde tijdens de VN conferentie
over de crisis en de gevolgen voor ontwikkelingslanden, eind juni in New
York.

Het is duidelijk dat het monetaire stelsel niet optimaal functioneert.
Zowel verbreding van het aantal reservevaluta als de uitwerking van een
sterkere rol van SDRs zijn echter geen panacee. Duidelijk is dat er een
sterke wens is tot een betere mondiale monetaire architectuur, hetgeen
nog het nodige denkwerk behoeft.  

 naast Nederland bestaande uit Armeniƫ, Bosniƫ-Herzegovina, Bulgarije,
Cyprus, Georgiƫ, Israƫl, Kroatiƫ, Macedoniƫ, Moldaviƫ, Montenegro,
OekraĆÆne en RoemeniĆ«

 naast Nederland bestaande uit Belgiƫ, Zweden en Zwitserland

 PAGE   7 

 PAGE   8