[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag Milieuraad

Bijlage

Nummer: 2009D35585, datum: 2009-07-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Bijlage bij: Verslag van de Milieuraad die plaatsvond op 25 juni 2009 (2009D35584)

Preview document (🔗 origineel)


Verslag Milieuraad 25 juni 2009 te Luxemburg

Op 25 juni vond de laatste Milieuraad onder Tsjechisch Voorzitterschap
plaats.

Voor de herziening van de Richtlijn inzake industriële emissies
(‘IPPC’) zette het  Voorzitterschap in op een politiek akkoord. Er
was nog een aantal belangrijke openstaande punten. Na een lange
discussie kon een acceptabel compromis worden bereikt. 

De klimaatonderhandelingen op weg naar Kopenhagen werden tijdens de
lunch besproken. Er heerste eensgezindheid over de noodzaak om een
akkoord te bereiken in Kopenhagen. Op korte termijn zal de dialoog met
derde landen gestructureerd moeten worden. Ook moet het concept van de
‘Low Carbon Development Strategies’ worden uitgewerkt.

Ook over het Groenboek Bioafval zijn Raadsconclusies aangenomen. De Raad
roept hierin onder andere de Commissie op om bij de effectbeoordeling
die nu gaande is rekening te houden met de proportionaliteit van de
kosten en administratieve lasten.

De Kaderrichtlijn Bodem was door het Voorzitterschap geagendeerd als een
voortgangsrapportage. Een groot deel van de lidstaten sprak zich uit ten
faveure van regelgeving voor bodembescherming. De rest van de landen was
om verschillende redenen geen voorstander. Ik heb in deze Raad nogmaals
herhaald dat Nederland om proportionaliteitsredenen niet akkoord kan
gaan met Europese regelgeving op dit gebied.

Daarnaast stond GGO’s als diversenpunt op de agenda. In navolging van
mijn stemverklaring afgelopen maart, is er op initiatief van Oostenrijk
een verklaring ingediend die door 12 andere landen, inclusief Nederland,
gesteund werd. Dit voorstel ontmoette brede steun tijdens de Raad. 

Met het oog op de tijd zijn tot slot slechts enkele van de overige
diversenpunten aan de orde gekomen. 

Herziening richtlijn IPPC

Mijn inzet was het bereiken van een politiek akkoord op een ambitieuze
richtlijnherziening waarmee we onze milieudoelen kunnen halen (bv.
emissieplafonds op grond van de NEC-richtlijn). Het belangrijkste
discussiepunt hierbij waren de minimumeisen voor grote
stookinstallaties. 

Het Voorzitterschap had een compromistekst opgesteld ter bespreking
tijdens de Raad. Lidstaten reageerden hier verschillend op. Een deel van
de Lidstaten pleitte opnieuw voor verdergaande uitzonderingen voor grote
stookinstallaties, een ander deel juist voor aanscherping van de eisen.
Ik heb in mijn interventie onder meer aangegeven dat ik verdergaande
uitzonderingen voor grote stookinstallaties niet acceptabel vind omwille
van de nationale luchtkwaliteitsdoelen en het level playing field voor
het bedrijfsleven.

In reactie stelde de Voorzitter enkele wijzigingen op de compromistekst
voor. Hierover is een gekwalificeerde meerderheid bereikt, en daarmee
een politiek akkoord in eerste lezing. Het Europees Parlement (EP) was
in eerste lezing geen voorstander voor uitzonderingen voor
stookinstallaties. Dit punt zal dus hoogstwaarschijnlijk door het EP in
tweede lezing weer worden ingebracht. 

Een belangrijk element van het uiteindelijke compromis is dat er
Europa-breed strengere eisen worden gesteld aan milieuvergunningen.
Grote bedrijven en intensieve veehouderijen mogen steeds minder
milieuvervuiling veroorzaken. Daarmee komen milieudoelen binnen bereik.
Een ander belangrijk element is het ongewijzigd vaststellen van het
ontzwavelingspercentage op 96% voor stookinstallaties die lokaal
gewonnen brandstoffen, zoals steenkool en bruinkool, gebruiken. Een
verlaging zou grote gevolgen hebben voor het milieu, aangezien dit
ruimte zou bieden voor de meest vervuilende installaties in de EU om hun
uitstoot niet te verminderen. In ruil moest wel een overgangstermijn tot
2020 worden geaccepteerd in plaats van 2019 voor het zogenaamde
Transitional National Plan. Via dit plan mogen oudere installaties
geleidelijk hun emissies verminderen. Hoewel dit een vertraging
betekent, blijven de doelen voor 2020 binnen bereik. Belangrijk punt
voor Nederland is verder dat emissiehandel als kosteneffectief
instrument is erkend in de richtlijn.

Kopenhagen

Tijdens de lunch hebben we gesproken over de stand van de
‘Kopenhagen-onderhandelingen’. Dit leverde geen nieuwe
gezichtspunten op. Wel was er overeenstemming over het feit dat er bij
COP 15 een akkoord moet worden bereikt, en dat er in dit kader drie
prioriteiten zijn. De reducties van industrielanden moeten worden
bevorderd. Voorts dient bereikt te worden dat opkomende landen bijdragen
aan de klimaatafspraken. Ook is het van belang dat er genoeg financiële
middelen beschikbaar zijn voor technologieoverdracht en
emissiereductiedoelen. Er is niet gesproken over een andere inzet voor
financiering van het tegengaan van ontbossing. Deze blijft dus gelijk
aan de inzet gemeld in de Brief aan de Tweede Kamer van 17 november
2008. 

De dialoog met derde landen moet gestructureerd worden. Het Zweeds
Voorzitterschap zal hier aandacht aan besteden. Ik heb mijn steun
uitgesproken voor dit voornemen. Verder heb ik onder andere ingebracht
dat het concept van de low carbon development strategies moet worden
uitgewerkt. Ook heb ik het belang van afspraken over emissies van
scheep- en luchtvaart in het kader van een klimaatakkoord onderstreept.

Biodiversiteit en Invasieve Soorten

Het Voorzitterschap had Raadsconclusies voorbereid inzake Biodiversiteit
en Invasieve Soorten. Lidstaten en de Commissie waren eensgezind over
het belang van aandacht voor deze problematiek. Ook werd teleurstelling
uitgesproken over het feit dat de hoofddoelstelling van het
biodiversiteitsactieplan voor 2010 niet zal worden gehaald. Maar ook de
erkenning dat er extra inspanningen zullen moeten worden geleverd om de
doelstelling binnen bereik te brengen. Er moeten met name acties worden
ondernomen op het gebied van invasieve soorten.

Groenboek Bioafval

Met het Groenboek Bioafval wordt een bijdrage geleverd aan de lopende
discussie over Bioafval. De Commissie hoopt dit jaar met resultaten te
kunnen komen van de effectbeoordeling. Ik heb 

de Commissie uitgenodigd om breder onderzoek te doen naar het in de
Raadsconclusies  voorgestelde kwaliteitssysteem voor compost. Daarbij
heb ik benadrukt dat er veel aandacht moet zijn voor de balans tussen
enerzijds de administratieve lasten en anderzijds de milieuwinst. Een
tekstvoorstel van deze strekking is opgenomen in de Raadsconclusies die
zijn aangenomen door de Raad.

Kaderrichtlijn Bodem

Het Tsjechisch Voorzitterschap heeft in aanloop naar deze Milieuraad
getracht een politiek akkoord te bewerkstelligen op een Europese
Kaderrichtlijn Bodem. Uiteindelijk is een voortgangsrapportage
geagendeerd. Tijdens de Raad hebben tien lidstaten hun steun voor een
Europese Bodemrichtlijn betuigd. Ik heb me namens Nederland tegenstander
verklaard van deze Bodemrichtlijn. Daarbij heb ik benadrukt dat deze
bezwaren zien op de instrumentkeuze (richtlijn), maar dat we het doel
wel onderschrijven. Als alternatief heb ik een Europese Bodemstrategie
met een doeltreffend actieprogramma geopperd. Ook enkele andere
lidstaten hebben zich tegen een Europese richtlijn uitgesproken, met
name vanwege de hoge kosten en administratieve lasten.

Zweden gaf aan het Bodemdossier tijdens haar Voorzitterschap niet op te
gaan pakken vanwege een tekort aan politieke steun. Maar het ligt wel in
de verwachting dat Ă©Ă©n van de daaropvolgende Voorzitterschappen het
onderwerp weer zal agenderen. 

Diversenpunten

De volgende diversenpunten zijn aan de orde gekomen.

- GGO’s

Oostenrijk heeft een verklaring inzake GGO’s ingebracht (zie bijlage),
die zij in samenwerking met twaalf andere landen, inclusief Nederland,
had opgesteld. Deze verklaring borduurt voort op de conclusies van de
Milieuraad tijdens het Franse Voorzitterschap, waarin meer armslag voor
socio-economische overwegingen inzake de teelt van GGO’s wordt
gecreëerd. Tijdens de Milieuraad in maart jl. heb ik vervolgens via een
stemverklaring de Commissie opgeroepen om op korte termijn met
voorstellen te komen voor aanpassing van de GGO-regelgeving. Door middel
van deze aanpassingen zouden lidstaten zelf moeten kunnen beslissen over
het al dan niet toelaten van de teelt van GGO’s op eigen grondgebied.
Bovendien moet de sociaal-economische dimensie bij de afweging kunnen
worden betrokken. 

In de verklaring van Oostenrijk die deze Milieuraad voorlag, wordt de
Commissie opgeroepen om via een aanpassing van de EU-regelgeving
zelfbeschikking inzake de teelt van GGO’s mogelijk te maken. Er werd
veel steun geuit voor deze oproep, ook door enkele landen die de
verklaring niet ondertekend hadden. Ik heb me aangesloten bij de
verklaring, en tevens tijdens de Raad uitdrukkelijk steun uitgesproken.

- Markttoelating Illegaal Hout

Een kort van tevoren door het Voorzitterschap geagendeerd onderwerp over
de stand van zaken. Er werd door diverse lidstaten opgeroepen tot
Europese regelgeving op dit gebied.

- CO2-opslag (CCS)

Korte presentatie van de Commissie over de door haar uitgebrachte
mededeling. Deze gaat over financiering van een samenwerking tussen de
EU en China voor een CCS-project.

- ‘Wilderness’ Conferentie

Het Voorzitterschap gaf een terugkoppeling over de door haar
georganiseerde conferentie. Een van de uitkomsten is dat de wildernis in
de hele EU moet worden beschermd. Hier is een gedifferentieerde aanpak
voor nodig.

- Combinatietoxiteit van chemicaliën

Denemarken kondigde aan om de schadelijke effecten van een combinatie
van toxische stoffen dit najaar op de agenda van de Milieuraad te willen
zetten, en hoopt dat er aan het eind van dit jaar maatregelen getroffen
kunnen worden op dit vlak.

Onderstaande informatieve diversenpunten waren door het Voorzitterschap
op de agenda gezet. Het gaat om bijeenkomsten die tijdens Tsjechisch
Voorzitterschap hebben plaatsgevonden, maar zijn tijdens de Milieuraad
niet meer behandeld:

- Tweede Internationale Conferentie inzake Chemicaliën Management
(ICCM2);

- COP 4 van de Stockholm Conventie;

- Uitkomst van de 17e zitting van de Commissie voor Duurzame
Ontwikkeling (UN CSD 17);

- Congres inzake ‘Shared Environmental Information System (SEIS) en
‘Single Information Space in Europe for the Environment (SISE);

- VN-ECE ‘Environment for Europe’ programma;

- Seminar inzake het verdrag van Aarhus;

- ‘Strategic Perspectives for the future of EU Environment Policy’.