Preview document (🔗 origineel)

---

Kabinetsstandpunt inzake beleidsdoorlichting artikel 11.2: Het
bevorderen van de kwaliteit van het management

Inleiding 

Voor de realisatie van het beleidsartikel 11.2: ‘het bevorderen van de
kwaliteit van het management’ bij het Rijk is in 1995 de Algemene
Bestuursdienst (ABD) ingesteld. Als verantwoordelijke voor de
totstandkoming en uitvoering van dit beleidsartikel is toen het Bureau
Algemene Bestuursdienst (BABD) als ondersteunend Management Development
(MD) bureau voor de top van de Rijksdienst opgericht.

Het MD-beleid richt zich op de verbinding van de organisatiedoelen van
de rijksoverheid met de selectie en de ontwikkeling van de integrale
leidinggevenden. Het Rijk is de afgelopen jaren in staat geweest om goed
gekwalificeerde personen op ambtelijke topposities te benoemen en
ontwikkelen. Hieraan is een belangrijke bijdrage geleverd door de ABD en
bureau ABD.

Het kabinet is van mening dat het MD beleid voortgezet dient te worden
in de toekomst. Door te investeren in de kwaliteit van het management
van het Rijk wordt een bijdrage geleverd aan de vernieuwing van de
rijksdienst en daarmee aan het verbeteren van het presterend vermogen,
zoals ook in het regeerakkoord wordt beoogd. Dit is essentieel voor een
overheid die zo ook op de lange termijn goed in staat is haar taken uit
te voeren ten behoeve van de maatschappij.

Evaluatie Bureau ABD eind 2006 

Eind 2006 is onder de departementsleiding, ABD managers en een aantal
externe stakeholders een onafhankelijk evaluatieonderzoek uitgevoerd.
Dit onderzoek richtte zich onder meer op de efficiëntie (is (B)ABD
bijvoorbeeld kostenefficiënt), de effectiviteit (in welke mate worden
de (B)ABD-doelen gerealiseerd) en de acceptatie bij relevante
‘stakeholders’ van Bureau ABD (legitimiteit bij bijvoorbeeld
politiek, departementsleiding en leden van de ABD).

Uit het onderzoek kwam naar voren dat ondervraagden de activiteiten van
Bureau ABD als voldoende professioneel en competent beoordelen. De ABD
managers blijven behoefte houden aan de diensten die Bureau ABD
aanbiedt, willen daar gebruik van maken en zijn bereid tijd aan hun
ontwikkeling te besteden. Wel is er behoefte bij zowel opdrachtgevers
als ABD managers aan een deels andere invulling en verbreding van
diensten. Dit is met name het geval bij de vacatureprocessen en het
geven van loopbaanadvies. 

De klantgerichtheid, betrokkenheid en communicatie door Bureau ABD wordt
positief gewaardeerd. Wel is belangrijk de verwachtingen te managen van
ABD managers over wat kan en wat niet kan. Men ziet graag meer
helderheid, een proactieve communicatie en verhoging van de
transparantie over mate van contact en mate van acties door Bureau ABD
richting ABD managers.

Ook komt uit de evaluatie bij opdrachtgevers naar voren dat men voor
Bureau ABD meer kracht en gezag mogelijk acht. Bureau ABD heeft hier al
stappen in gezet. Verdere uitbreiding hiervan is echter gewenst door
ondervraagden. Het doorontwikkelen van de jaarlijkse ABD- Schouw zou
hiervoor een mogelijke stap zijn. Daarnaast zou de samenhang tussen het
werk van Bureau ABD en de departementale MD activiteiten beter kunnen.

Over de doelmatigheid van de geleverde diensten van Bureau ABD wordt
positief geoordeeld in de zin dat het bureau effectief en efficiënt
werkt. 

Ook de bijdrage aan de persoonlijke ontwikkeling wordt door ABD managers
beoordeeld als voldoende. Wel wordt aangegeven dat de bijdrage aan het
beter presteren van ABD leden in hun functie voor verbetering vatbaar
is.

Tot slot is men tevreden over de bereikte innovaties en verbeteringen in
der loop de jaren, maar men ziet graag verdere innovaties. Management
development, en daarmee BABD, draagt wezenlijk bij aan veranderingen
binnen het Rijk. Opdrachtgevers menen dat management development een
sleutel is tot verandering van het Rijk en daartoe continue dient te
innoveren en evolueren.

Naar aanleiding van de resultaten en aanbevelingen uit het
evaluatieonderzoek heeft Bureau ABD haar strategie aangepast. Centraal
staat een intensieve samenwerking tussen Bureau ABD en de
departementen ten behoeve van management development op alle niveaus,
rijksbreed, toekomstgericht en met oog voor diversiteit. In het
programma Leerlijnen - 'van starter tot meester' - worden departementale
ontwikkelingsprogramma's rijksbreed ontsloten en wordt de aandacht voor
interdepartementale loopbaanstappen bevorderd. Lacunes in kennis en
vaardigheden bij het Rijk worden met nieuwe programma’s ondervangen.
Heldere selectiecriteria zullen richting geven aan talenten die voor
ABD-functies in aanmerking willen komen. Aanvullende activiteiten worden
ontplooid om culturele diversiteit en het aantal vrouwen in de top te
bevorderen.

De kracht en de expertise van de departementen worden in deze strategie
optimaal benut, Bureau ABD speelt een verbindende rol. In de individuele
begeleiding bij werving, selectie en ontwikkeling zal het bureau zich
sterker focussen op de strategische top van het Rijk.

Het kabinet en de ambtelijke leiding van de overheid staan achter de
strategie en zijn nauw betrokken bij de uitvoering hiervan. Eind 2008
heeft het overleg van secretarissen-generaal (SGO) op een aantal
cruciale onderdelen hiertoe voorzieningen getroffen. 

Beleidsdoorlichting Bureau ABD 2008

Om de huidige relevantie van MD-beleid te beoordelen is een
beleidsdoorlichting uitgevoerd. De ‘Beleidsdoorlichting van artikel
11.2: het bevorderen van de kwaliteit van het management’ is gebaseerd
op deze doorlichting en op het evaluatieonderzoek van Ebbinge & Company.

De volgende zaken springen bij de doorlichting in het oog: 

ABD-Interim levert sinds de oprichting in 2004 circa 18,5 miljoen euro
aan besparing op ten opzichte van de mogelijkheid dat deze opdrachten
via externe inhuur vervuld zouden zijn;

In de praktijk blijkt dat driekwart van de loopbaanstappen van
ABD-managers plaats vindt binnen hetzelfde vakgebied, inhoudelijke
beleidsveld en/of ministerie. Dit bevordert leer- en ontwikkelkansen en
tegelijkertijd waarborgt het de continuïteit van beleid, kennis en
kunde; 

Aandacht en tijdsbesteding door de ambtelijke én politieke top aan
talentontwikkeling is van groot belang voor succesvol management
development: deze is de afgelopen jaren toegenomen;

Rijksbrede samenwerking op MD-gebied heeft de afgelopen jaren vorm en
inhoud gekregen en draagt bij aan het binden en boeien van huidige en
toekomstige topkader managers en professionals, de juiste balans in
flexibilisering en kennisbehoud, ontkokering, diversiteit, vernieuwing
van het Rijk en politiek/ambtelijke samenwerking;

Op het gebied van genderdiversiteit is voor de Topmanagementgroep (TMG)
de beoogde 25% bereikt. Voor de gehele ABD-doelgroep bedraagt dit ultimo
2008, 20.2%. Dat is meer dan een verdubbeling ten opzichte van 2000;

Het aantal personen met een biculturele achtergrond in
managementposities bij het Rijk is nog steeds zeer beperkt. Het
realiseren van de kabinetsdoelstelling van 50 biculturelen op MT niveau
(het niveau onder de ABD) blijft ambitieus en vergt rijksbrede
intensivering van het beleid en uitvoering in de komende jaren.

Kabinetsstandpunt inzake beleidsdoorlichting artikel 11.2

Zowel binnen als buiten het Rijk onderkennen alle stakeholders
(ministers, SG’s, directeuren van ZBO’s en andere
samenwerkingspartners en wetenschappers) het belang van management
development. De stakeholders erkennen nut en noodzaak om MD activiteiten
op rijksniveau te beleggen bij een centraal bureau, ten einde de
kwaliteit van het management te bevorderen en te versterken. Men
voorziet dat management development en daarmee Bureau ABD, de komende
jaren een factor van betekenis is in het doorvoeren van veranderingen
binnen departementen en het verder aanpassen en bevorderen van de
kwaliteiten van managers binnen het Rijk. De legitimiteit wordt door
geen van de stakeholders en opdrachtgevers betwijfeld. Het kabinet is
het eens over nut en noodzaak van Bureau ABD.