[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 zoekmachine] [wat is dit?]

Verslag

Bijlage

Nummer: 2009D37742, datum: 2009-08-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document, link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verslag van de informele JBZ-Raad, 16-17 juli 2009 (2009D37741)

Preview document (🔗 origineel)


Verslag van de informele bijeenkomst van de ministers van Justitie en
Binnenlandse Zaken, 16 en 17 juli 2009 te Stockholm – Zweden 

Onder het Zweedse voorzitterschap hebben de ministers van Justitie en
Binnenlandse Zaken gesproken over het Meerjarenbeleidskader 2010-2014
voor de Ruimte van Vrijheid, Veiligheid en Recht (Stockholm-programma),
dat dit najaar moet worden vastgesteld. Het voorzitterschap splitste de
discussie op in drie delen: 1) Veiligheid, 2) Asiel en Migratie, en 3)
Justitiële samenwerking.

Ad I.		Veiligheid; een Europa tot stand brengen dat bescherming biedt

Commissaris Barrot presenteerde de belangrijkste prioriteiten van de
Commissie voor het versterken van de interne veiligheid. In de eerste
plaats benadrukte hij het belang van betere samenwerking tussen
operationele diensten, in het bijzonder politiediensten, justitiële
autoriteiten en grensbeheer. Daarnaast wees de commissaris op de
middelen die nodig zijn voor daadwerkelijke samenwerking van
operationele diensten, en het belang van training van deze
professionals. Verder gaf hij een uiteenzetting over de bestrijding van
de belangrijkste dreigingen tegen de EU, te weten de strijd tegen de
georganiseerde misdaad, terrorismebestrijding, en het verstevigen van de
civiele responscapaciteit van de EU.

Minister Hirsch Ballin steunde in zijn interventie het initiatief van
het voorzitterschap om het tienjarige bestaan van Europol te vieren op 1
oktober dit jaar in Den Haag. Vertrouwen van de burgers in de
JBZ-samenwerking is essentieel. In dit verband vroeg hij aandacht voor
het initiatief van Nederland Frankrijk en Duitsland voor een systeem van
rechtsstaatmonitoring. Veiligheid en gegevensbescherming zijn geen
tegengestelden, maar zijden van dezelfde medaille. Mede namens Minister
Ter Horst zette Minister Hirsch Ballin op hoofdlijnen de Nederlandse
prioriteiten uiteen op het gebied van veiligheid. Nederland is
voorstander van een ‘all hazards approach’ en het ontwikkelen van
scenario’s op basis van risicobeoordeling. Voor de preventieve aanpak
van criminaliteit is daarnaast een multidisciplinaire aanpak
noodzakelijk. Voorts acht Nederland het van belang, dat het
informatiebeheerssysteem van de EU wordt uitgebreid met immigratie-,
douane- en justitiële informatie en regionale samenwerking mogelijk
wordt gemaakt. Ten slotte benadrukte Minister Hirsch Ballin de het
belang van het opnemen van een integrale JBZ-RELEX-strategie in het
Stockholm Programma.

Alle lidstaten steunden de prioriteiten die werden genoemd door de
Commissaris. Verder werden de volgende accenten gelegd:

- het is van belang dat de EU zich meer richt tot de burgers om uit te
leggen wat er op het gebied van veiligheid in de EU tot stand is
gebracht. Daartoe moet de EU een integrale interne veiligheidsstrategie
opstellen;

- om politiefunctionarissen beter met elkaar te laten samenwerken moet
een Erasmus programma, gericht op personele uitwisseling, worden
ontwikkeld en moet de EU een politie “code” ontwikkelen;

- het externe beleid op het gebied van JBZ moet een integraal onderdeel
van het Stockholm Programma worden;

- de samenwerking op het gebied van asiel en migratie moet worden
uitgebreid en gebaseerd zijn op solidariteit; 

- de EU moet een integrale multidisciplinaire aanpak ontwikkelen tegen
mensenhandel. De voorzitter kondigde aan hierover een conferentie te
organiseren; 

- voor het aanpakken van grensoverschrijdende criminaliteit moet de EU
een strategie ontwikkelen voor grensoverschrijdende
gegevensuitwisseling;

- de EU dient een model te ontwikkelen voor risicobeoordeling voor het
voorkomen en bestrijden van rampen;

- de bescherming van fundamentele rechten moet sterker worden verankerd
in de EU.

Commissaris Barrot dankte de vergadering voor de steun en gaf aan enkele
nieuwe ideeën verder te onderzoeken.

Voorzitter Minister Ask nodigde vertegenwoordigers van de lidstaten uit
om in september naar Stockholm te komen voor één-op-één gesprekken
met het voorzitterschap om de prioriteiten toe te lichten en door te
spreken.

Ad II.		Asiel en Migratie; een Europa in een geglobaliseerde wereld,
gebaseerd op verantwoordelijkheid en solidariteit

Voorzitter minister Billström verwees ter inleiding van de discussie
naar het Asiel- en Migratiepact dat onder het Franse voorzitterschap van
de Europese Unie in 2008 tot stand is gekomen en naar het werk dat
sindsdien is verricht. Aansluitend leidde minister Billström de
gedachtewisseling inzake het Stockholm Programma met de lidstaten,
Commissaris Barrot, directeur Laitinen van Frontex en directeur Kjaerum
van het “Fundamental Rights Agency”.

Staatssecretaris Albayrak memoreerde in haar interventie de vooruitgang
welke is bewerkstelligd sinds het Verdrag van Tampere (1999) en
onderstreepte het belang van de uitvoering van het Asiel- en
Migratiepact. Zij accentueerde vervolgens wat betreft asiel het belang
van de realisatie van een gemeenschappelijk Europees asielstelsel. Naast
de verdere harmonisatie van de regelgeving van de lidstaten is ook
harmonisatie van de uitvoeringspraktijken in de lidstaten via praktische
samenwerking van belang. Wat legale migratie betreft toonde
Staatssecretaris Albayrak zich voorstander van goede kaders voor
intra-EU mobiliteit, mede met gebruikmaking van de Europese Blauwe
Kaart. Waar het migratie en ontwikkeling betreft gaf zij aan te hechten
aan een Europese ethische code om braindrain vanuit de
ontwikkelingslanden tegen te gaan. Wat betreft terugkeer en illegale
migratie merkte zij op dat terugkeer als een belangrijk en noodzakelijk
sluitstuk moet worden gezien van een nationaal en Europees
toelatingsbeleid. De Europese Commissie zou meer mogelijkheden moeten
krijgen bij haar onderhandelingen over terug- en overname-overeenkomsten
met derde landen. Aansluitend accentueerde Staatssecretaris Albayrak de
noodzaak om het beleid van de Unie op het terrein van Justitie en
Binnenlandse Zaken uitdrukkelijk ook in verband te brengen met het
externe beleid van de Europese Unie.

Afrondend gaf Staatssecretaris Albayrak aan dat de belangen tussen
lidstaten in het Noorden en het Zuiden van de Europese Unie in elkaars
verlengde liggen. De illegale migrant in Malta kan immers in een later
stadium asielzoeker zijn in Nederland. Daarom is praktische samenwerking
tussen lidstaten geboden, onder andere via het toekomstige Europees
Ondersteuningsbureau voor asielzaken, via de “General Directors
Immigration Services Conference” en het grensagentschap Frontex.

Minister Hirsch Ballin brak tijdens zijn interventie een lans voor een
substantiële versterking van Frontex door het uitrusten van deze
organisatie met de benodigde instrumenten en middelen. Zo heeft Frontex
op dit moment geen formele bevoegdheid bepaalde incidenten te
onderzoeken, terwijl dit wel wenselijk is. Door een substantiële
versterking van Frontex en een betere samenwerking met andere
organisaties zoals Europol, zou Frontex beter in staat moeten zijn om de
lidstaten bij te staan in een adequate aanpak van de gemengde
migratiestromen, waarin problemen van illegale migratie, vluchtelingen,
mensenhandel en georganiseerde criminaliteit samenkomen. De minister
noemde in dit verband tot slot de samenwerking tussen de
douaneautoriteiten van de lidstaten als voorbeeld. 

De voorzitter vatte de discussie samen, waarbij de mededeling van de
Europese Commissie inzake een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht
ten dienste van de burger breed werd gesteund en waarbij het Asiel- en
Migratiepact als een belangrijke basis werd gekwalificeerd voor het
Stockholm Programma. Voor wat betreft het gemeenschappelijk Europees
migratiebeleid dient misbruik van de legale migratiekanalen te worden
bestreden, zonder afbreuk te doen aan de fundamentele rechten. Ten
aanzien van de samenwerking bij grensbeheer dient Frontex te worden
versterkt, dient meer te worden ingezet op terugkeer en moet de
samenwerking met derde landen worden geïntensiveerd.

Tussen de lidstaten bleek op het terrein van asiel een grote mate van
overeenstemming inzake het versterken van de onderlinge praktische
samenwerking. Het werd daarnaast van groot belang geacht dat
asielzoekers in de Europese Unie zoveel mogelijk op dezelfde manier
worden opgevangen en dat hun asielaanvraag volgens dezelfde criteria
wordt beoordeeld. Het voorzitterschap kondigde speciale aandacht aan
voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen.

Verder werd onderkend dat interne solidariteit moet worden betoond met
de lidstaten die onder ‘migratiedruk’ staan en externe solidariteit
met de derde landen. Daarnaast is een dialoog met deze derde landen
nodig over de relatie tussen migratie en ontwikkeling, bijvoorbeeld
inzake kennismigratie en circulaire migratie. 

Afrondend dankte de voorzitter iedere lidstaat voor de inbreng en
nodigde hij uit tot verder commentaar, tijdens de gesprekken met het
voorzitterschap in september in Stockholm of door middel van een
schriftelijke inbreng. 

Ad III.  Justitiële samenwerking; een Europa van recht en
rechtvaardigheid voor de burger

Commissaris Barrot gaf de speerpunten weer op het terrein van de
justitiële samenwerking zoals opgenomen in de Mededeling.

Minister Hirsch Ballin benadrukte het belang van vertrouwen voor de
toekomstige JBZ-samenwerking. Versterking van het vertrouwen is
noodzakelijk voor wederzijdse erkenning, de hoeksteen van die
samenwerking. In dat kader wees de minister op het gezamenlijke
initiatief van Nederland, Frankrijk en Duitsland betreffende
rechtsstaatmonitoring. Dat additionele systeem van monitoring en
evaluatie moet zich op thematische wijze richten op aspecten van
nationale rechtssystemen en een ‘follow-up’ systeem bevatten
waardoor implementatie van aanbevelingen door lidstaten gewaarborgd is.
Minister Hirsch Ballin gaf daarnaast aan dat de bewijsverkrijging als
geheel via de weg van wederzijdse erkenning moet worden geregeld. Om
verdere consolidatie van het civiel recht te bewerkstelligen, dient er
volgens Nederland een uniforme regeling te komen over de wijze van
afschaffing van het exequatur voor vermogensrechtelijke beslissingen in
de bestaande procesrechtelijke instrumenten. Verder wees Minister Hirsch
Ballin op het belang om daadwerkelijk de mogelijkheden op het gebied van
ontneming binnen de EU beter te benutten. Specifieke aandacht werd
gevraagd voor ontneming van criminele opbrengsten buiten de EU. Tot slot
benadrukte Minister Hirsch Ballin het belang van een vergroting van
coherentie tussen EU intern en extern JBZ-beleid en van een bevordering
van de synergie tussen de verschillende onderdelen van het EU-externe
beleid. Volgens Nederland dient een nieuwe JBZ-RELEX-strategie integraal
onderdeel van het Stockholm Programma uit te maken. 

Er bleek steun bij de lidstaten en betrokken agentschappen te bestaan
voor de prioriteiten zoals verwoord in de Mededeling. In de interventies
van de lidstaten werd met name het belang van vertrouwensversterkende
maatregelen benadrukt. Zo gaf een groot aantal lidstaten aan voorstander
van een ambitieuzere benadering van de voorstellen van de Commissie met
betrekking tot de versterking van procedurele rechten, was er aandacht
voor gegevensbescherming en training. Verder werden de volgende accenten
gelegd:

- evaluatie kan een geschikte maatregel zijn om het vertrouwen te
versterken;

- om de toegang van de burger tot het recht te waarborgen, dient meer
gebruik te worden gemaakt van technologie (e-justice);

- binnen de EU dient invulling te worden gegeven aan de rechten van
slachtoffers;

- de nadruk moet niet automatisch liggen op wetgeving, maar op best
practices;

- harmonisatie van materieel strafrecht is wenselijk op het terrein van
de zware criminaliteit;

- wederzijdse erkenning op het gebied van het civiel recht dient te
worden uitgebreid naar andere terreinen, zoals beslissingen op het
terrein van het erfrecht;

- het is noodzakelijk het publiek beter en meer voor te lichten over
rechten van de mens.

Commissaris Barrot gaf aan blij te zijn met de brede steun voor de
Mededeling van de Commissie. Hij onderstreepte dat de burger centraal
moet staan in het nieuwe JBZ-meerjarenbeleids-programma. Hij merkte op
dat het van belang is, na te denken over de lange termijn, waarbij
gedacht moet worden aan het stapsgewijs invoeren van gemeenschappelijk
strafrechtelijk beleid. Wederzijdse erkenning kan niet zonder
toenadering van het materiaal en procedureel recht. Ten aanzien van
evaluatie merkte de commissaris op dat er verschillende lezingen zijn
van het begrip evaluatie. Enerzijds is er de evaluatie van individuele
maatregelen, via impactstudies. Anderzijds is een evaluatie van de
werking van de verschillende rechtsstelsels noodzakelijk, van
bijvoorbeeld de duur van de procedure en de toereikendheid van middelen.
Dit laatste kan via zogenoemde ‘peer reviews’, zoals bij Schengen
het geval is, die nuttig kunnen zijn voor elke lidstaat. Commissaris
Barrot sprak vervolgens zijn steun uit voor de Spaanse ideeën met
betrekking tot de bescherming van slachtoffers. Voorts gaf hij aan dat
het nodig is verder na te denken over het beheer van internet en de
bescherming van de rechten van de burger op internet. Tot slot vroeg
Commissaris Barrot meer aandacht voor de internationale dimensie. 

Voorzitter minister Ask stelde in haar slotwoord het belang van meer
vertrouwen centraal en noemde in dat verband opleidingen, netwerken en
evaluaties. Versterking van het vertrouwen is noodzakelijk omdat daarop
wederzijdse erkenning berust.

 PAGE   1 

 PAGE   1