Afschrift van brief aan dhr. Y. inzake regel- en wetgeving in Nederland ten aanzien van de rechten als vader
Bijlage
Nummer: 2009D38455, datum: 2009-08-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. Rouvoet, minister voor Jeugd en Gezin (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Bijlage bij: Afschrift van brief inzake regel- en wetgeving in Nederland ten aanzien van de rechten als vader (2009D38454)
Preview document (🔗 origineel)
Datum 3 juli 2009 Onderwerp Uw brief van 13 maart 2009 Geachte heer Y, Op 13 maart 2009 heeft u een brief gestuurd waarin u aandacht vraagt voor uw situatie als ongehuwde vader zonder gezag over uw dochter C. Op 2 juni 2009 hebt u mij in aanvulling daarop een tweede brief gestuurd. Allereerst bied ik u mijn verontschuldigingen aan omdat ik nu pas uw brieven kan beantwoorden. Een grote instoom van zaken en tijdelijk capaciteitsgebrek zijn daarvan de oorzaak. Ik heb uw brief met aandacht gelezen. U schrijft dat u zich zorgen maakt over uw dochtertje C., die woonachtig is bij haar moeder. U bent nooit getrouwd geweest met de moeder van uw dochter en heeft ook geen gezag over haar toegewezen gekregen. Sinds de geboorte van uw dochter heeft u er alles aan gedaan om C. te kunnen blijven zien, maar een jaar geleden is de omgang tussen u en uw dochter ineens opgeschort. Sindsdien bent u in een juridische strijd geraakt met betrekking tot de alimentatie en omgangsregeling. Verder is er een onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming gestart en een voorlopige omgangsregeling uitgesproken door de rechter. Nu het steeds slechter lijkt te gaan met uw dochtertje voelt u zich als ongehuwde vader zonder gezag machteloos en gediscrimineerd door de wet. U vraagt mij om hulp in uw zaak. Allereerst wil ik mijn waardering uitspreken over de wijze waarop u zich inzet voor het welzijn van uw dochter. Ik begrijp dat u zich zorgen over haar maakt en haar graag vaker zou willen zien. Helaas moet ik u meedelen dat ik u niet behulpzaam kan zijn. Als minister treed ik in beginsel niet in de behandeling van individuele zaken. Vaak betreft het namelijk aangelegenheden waarvoor andere personen en instanties een eigen verantwoordelijkheid dragen. Beslissingen omtrent het gezag over minderjarigen worden door de rechter genomen. De rechterlijke macht in Nederland is onafhankelijk. Dit houdt in dat ik als minister niet bevoegd ben invloed uit te oefenen op een gerechtelijke procedure of hierover een oordeel uit te spreken. Deze bevoegdheid komt alleen toe aan een hogere rechter. Door het tijdig instellen van hoger beroep kan opgekomen worden tegen een beslissing van de rechter. Ik acht het wel van belang dat brieven zoals de uwe mij bereiken, zodat ik op de hoogte raak van hetgeen er in de samenleving speelt en van de ideeën die er onder burgers leven. Dergelijke brieven kunnen een signaal vormen voor een algemeen bestaande problematiek en betrokken worden bij de vorming van beleid op een bepaald terrein. In het navolgende zal ik u enige algemene informatie geven. Ten eerste wil ik u er op wijzen dat artikel 1:253c BW u de mogelijkheid biedt om een verzoek bij de rechter in te dienen om u als vader gezamenlijk dan wel alleen met het gezag over uw dochter te belasten. Ook wanneer de moeder hiermee niet instemt wordt het verzoek van de vader ingewilligd indien dit in het belang van het kind wenselijk is. Daarnaast heeft de moeder van C. op grond van artikel 1:377b BW een zogenaamde informatie- en consultatieplicht ten opzichte van u over zaken die betrekking hebben op uw dochter. Voor de meest recente ontwikkelingen omtrent dit thema en de positie van ongehuwde vaders wil ik u graag verwijzen naar de website van de overheid. Ik besef dat dit wellicht niet het antwoord is waarop u heeft gehoopt maar meer dan het geven van deze informatie kan ik niet voor u doen. Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en ik wens u veel sterkte voor de toekomst toe. Hoogachtend, de Minister voor Jeugd en Gezin, namens deze, het hoofd van de afdeling Juridische en Internationale Zaken, B.J.Th. ter Heerdt Meer informatie over het wetsvoorstel kunt u vinden in Kamerstukken II 2004/05, 30145. U kunt deze stukken raadplegen via HYPERLINK "http://www.overheid.nl" www.overheid.nl -> officiële publicaties -> Kamerstukken Eerste en Tweede Kamer selecteren en het betreffende publicatienummer invullen. IF REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT = " " " " " REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT Test " Directie Justitieel Jeugdbeleid Datum 3 juli 2009 Ons kenmerk 135436/09/DJJ REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 2 van SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT 2 Directie Justitieel Jeugdbeleid Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.jeugdengezin.nl Contactpersoon Ons kenmerk 135436/09/DJJ Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen. IF SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT 2 > 1"Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 1 van SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT 2 " " " Pagina 1 van 2 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag R.M. Y DEN HAAG