Nader rapport
Bijlage
Nummer: 2009D39951, datum: 2009-09-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.J.M. Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit CDA kamerlid)
Preview document (š origineel)
Afdeling Verdragen DJZ/VE-332/09 AAN DE KONINGIN Overeenkomst voor samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, ter bestrijding van fraude en andere illegale activiteiten die hun financiĆ«le belangen schaden; Luxemburg, 26 oktober 2004 (Trb. 2004, 332) ās-Gravenhage, 12 juni 2009 Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 13 maart 2009, nr. 09.000664 , machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 3 april 2009, nr. W06.09.0068/III, bied ik U hierbij aan. De Raad van State onderschrijft de goedkeuring van de Overeenkomst, maar vraagt aandacht voor de aanwijzing van centrale diensten die op grond van artikel 11, eerste lid, van de Overeenkomst als contactpunt dienen te fungeren voor verzoeken om administratieve bijstand. Gevolg gevend aan het advies van de Raad is de toelichting bij artikel 11 aangevuld met een passage die aangeeft dat de meeste binnenkomende verzoeken om administratieve bijstand, die betrekking hebben op autoriteiten of diensten van departementen, in de praktijk door het Douane Informatie Centrum (DIC) te Rotterdam aan die andere autoriteiten of diensten zullen worden doorgeleid. In het geval dat de Zwitserse autoriteiten om administratieve bijstand verzoeken, zal ad hoc moeten worden bepaald hoe kan worden gewaarborgd dat de gevraagde bijstand wordt verkregen. Ik moge U, mede namens de Staatssecretaris van FinanciĆ«n en de Minister van Justitie, verzoeken mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen de Overeenkomst vergezeld van de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De Minister van Buitenlandse Zaken,