Bijlage bij de Fiscale vereenvoudigingswet 2010 Modernisering AWR
Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale vereenvoudigingswet 2010)
Bijlage
Nummer: 2009D43321, datum: 2009-09-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.C. de Jager, staatssecretaris van Financiƫn (Ooit CDA kamerlid)
Bijlage bij: Memorie van toelichting (2009D43319)
Preview document (š origineel)
Bijlage bij de Fiscale vereenvoudigingswet 2010 Modernisering AWR Inleiding In het voorjaar van 2008 heb ik uw Kamer op de hoogte gebracht van mijn plannen om de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) te moderniseren. Een moderne AWR zoals ik die in grote lijnen voor ogen heb, kan ruimte bieden aan de behoeften die in de samenleving bestaan om efficiĆ«nt en doelgericht met de Belastingdienst te communiceren over de individuele fiscale belangen Ć©n kan beantwoorden aan de eisen die het sterk veranderde karakter van de processen bij de Belastingdienst (van een individuele behandeling naar massale geautomatiseerde processen) meebrengt. In deze bijlage geef ik mijn visie op heffen en innen in de toekomst. Bij het ontwikkelen van deze visie heeft een consultatieronde met klankbordgroepen plaatsgevonden: vertegenwoordigers van onder andere de advieswereld, wetenschap, rechterlijke macht, burgers en overheidsinstellingen. De behoeften van burgers en bedrijfsleven en de realiteit in de uitvoeringsprocessen van de Belastingdienst zijn anders dan vijftig jaar geleden toen de AWR werd ingevoerd. Thans worden veel werkzaamheden gedigitaliseerd en automatisch uitgevoerd. Voor de burgers en bedrijven betekent dit dat zij sneller zekerheid krijgen over hun positie, voor de Belastingdienst dat er meer tijd is voor intensief toezicht en dienstverlening. Wat is er zoal veranderd? De aanslag is thans vaak een gegevensuitdraai. De definitieve aanslag is vaak precies hetzelfde als de voorlopige. Een bezwaar is meestal geen ābezwaarā, maar slechts een verzoek om gegevens aan te passen, vergeten aftrekposten in aanmerking te nemen of misverstanden op te helderen. En een beschikking die volgens de wet een ābesluitā zou moeten bevatten, wordt vaak louter door āhet systeemā verzonden omdat de wet nu eenmaal een beschikking voorschrijft. Voor de samenleving is dit nodeloos formeel en onduidelijk en voor de Belastingdienst belastend en inefficiĆ«nt. Ook het aangifteproces is rijp voor een kritische blik. Via de aangifte vraagt de Belastingdienst gegevens waarover hij al op andere wijze kan beschikken. Het indienen van de aangifte kost burgers en bedrijven veel inspanning. Deze administratieve lasten kunnen aanmerkelijk worden verminderd als de beschikbare informatie wordt gedeeld en nog alleen informatie wordt gevraagd die niet anderszins kan worden verkregen. Denk hierbij aan een uitgebreidere versie van de vooraf ingevulde aangifte (VIA). Immers een belangrijk uitgangspunt is dat het burgers en bedrijven zo gemakkelijk mogelijk wordt gemaakt hun fiscale rechten te realiseren en verplichtingen te voldoen en dat zij recht hebben op vertrouwen van de overheid. Ik realiseer mij dat de hierna beschreven ideeĆ«n soms zeer ingrijpend zijn voor de werkprocessen van de Belastingdienst. Gelet op de uitkomsten van het McKinseyonderzoek kies ik voor een gefaseerde invoering. De vernieuwingen zullen stapsgewijs worden uitgewerkt en ingevoerd, waarbij het accent zal liggen op het terrein van de aanslagbelastingen, omdat daar de grootste voordelen voor burgers, bedrijven en Belastingdienst zijn te boeken. Deze stapsgewijze vernieuwingen zullen uiteraard vooralsnog passen binnen de aanbeveling van McKinsey dat projecten niet groter zijn dan ā¬ 10 miljoen en niet langer dan een jaar duren. Voor het jaar 2010 zet ik daartoe de eerste stappen in het kader van de Fiscale vereenvoudigingswet 2010. In het nieuwe proces van heffen en innen staat vertrouwen voorop. Zoals in het coalitieakkoord is vastgelegd, hecht dit kabinet er grote waarde aan dat de overheid zich opstelt als bondgenoot van de samenleving, dat zij betrouwbaar wil zijn en samen met burgers aan oplossingen werkt. De overheid, en niet in het minst de Belastingdienst, moet vertrouwen geven, ruimte laten, en mensen toerusten om hun verantwoordelijkheden te dragen. Een vermindering van ābestuurlijke drukteā waarover het coalitieakkoord spreekt, is mogelijk als toezicht zoveel mogelijk gebeurt vanuit vertrouwen. De Belastingdienst heeft daarmee in de uitvoeringspraktijk al een forse start gemaakt door met bedrijven en instellingen afspraken te maken in het kader van horizontaal toezicht. In de sfeer van de wetgeving kan als voorbeeld genoemd worden het afschaffen van de algemene verplichting van eerstedagsmelding. Ook maatregelen in de sfeer van het steeds meer vooraf invullen van gegevens op de aangifte, optimale voorlichting, individuele hulp bij lastige vragen en goede toegankelijkheid dragen bij en creĆ«ren de beoogde sfeer van samenwerking en gedeelde verantwoordelijkheid. Speerpunten in mijn visie op heffen en innen in de toekomst zijn verder: Belastingdienst en belastingplichtige delen informatie met elkaar om de belastingschuld te bepalen, waarbij eenmalige gegevensuitvraag en meervoudig gebruik van beschikbare informatie uitgangspunt zijn; geen onnodige beschikkingen, alleen formaliteiten als dat per se nodig is, bijvoorbeeld om burgers en bedrijven adequate rechtsbescherming en rechtszekerheid te bieden; hierbij hoort tevens dat het betalen van de belastingschuld uit de wet voortvloeit en niet meer via de aanslag hoeft te worden geformaliseerd; laagdrempelige communicatie, waarbij het gebruik van moderne communicatievormen zoals internet het uitgangspunt vormt; voor burgers en bedrijven worden periodiek de actueel te innen en uit te betalen bedragen bijgehouden, waarbij deze bedragen zoveel mogelijk automatisch met elkaar worden verrekend. Heffen en innen in de toekomst Informatie met elkaar delen Hoe ziet het nieuwe heffen en innen er dan op hoofdlijnen uit? Het begin is elkaar informeren over de noodzakelijke gegevens die van belang zijn om de belastingschuld te bepalen. Burgers of bedrijven geven de informatie die daarvoor noodzakelijk is. De Belastingdienst geeft richting burgers en bedrijven aan over welke informatie hij reeds beschikt. De Belastingdienst werkt daarbij steeds meer in de actualiteit. Streven is om belangrijke gebeurtenissen of momenten gedurende het jaar, zoals huwelijk, geboorte kind, grote investeringen, aankoop woning, enzovoort zo snel mogelijk te beoordelen op hun fiscale merites, zodat de betrokkene daarover snel zekerheid heeft. Bij een geschil kan dan direct bezwaar en beroep worden ingesteld. Na afloop van een jaar zal de Belastingdienst vragen naar gegevens die hij niet op andere wijze dan van de belastingplichtige zelf kan verkrijgen. De belastingplichtige moet die gegevens dan voor een vast tijdstip aanleveren. Daarin kunnen, afhankelijk van de doelgroep, verschillende gradaties zijn. Als er geen aanvullende gegevens van de belastingplichtige nodig zijn, hoeft hij bijvoorbeeld geen actie te ondernemen. Maar de belastingplichtige kan ook uit eigen beweging gegevens aanpassen of aanvullen. Zo kan hij bijvoorbeeld aftrekposten toevoegen. Zowel de belastingplichtige als de Belastingdienst kunnen gemakkelijk gegevens aanpassen, uitbreiden of herzien. Voor aanpassingen op initiatief van de belastingplichtige is geen bezwaarschrift of ander formeel stuk nodig. In beginsel verwerkt de Belastingdienst zulke wijzigingen vrijwel direct tenzij er aanleiding is voor nader onderzoek en contact. In dit laatste geval onderneemt de Belastingdienst daartoe actie. Onder bepaalde voorwaarden - te denken valt aan afspraken in het kader van horizontaal toezicht - kan de belastingplichtige aanpassingen straks zelfs real-time doorvoeren. Alleen formeel als per se nodig De belastingschuld vloeit voort uit de wet. Een aanslag of (bij voldoening of afdracht op aangifte) een aangifte is daarvoor niet nodig. Als ook de verplichting tot betalen voortaan voortvloeit uit de wet zijn de huidige aanslag en aangifte als formaliseringsdocumenten in feite minder relevant. Een rekenmodule achter de persoonlijke internetpagina (zie hierna bij persoonlijk domein) rekent dan op basis van de ingevoerde gegevens de belastingschuld uit en geeft aan hoe en wanneer deze moet worden betaald. Deze informatie biedt aldus een weergave van de uit de wet voortvloeiende verplichtingen. Dit kunnen verplichtingen zijn op basis van geschatte gegevens, zoals nu bij de voorlopige aanslag het geval is. Later worden deze gegevens vervangen door de definitieve. Formele handelingen en momenten, zoals het toezenden van een beschikking of het verstrijken van een termijn, moeten niet 'standaard' zijn, maar een wezenlijk doel dienen. Zij moeten bijvoorbeeld de basis vormen voor een bezwaar- of beroepsprocedure of rechtszekerheid bieden. Er wordt dus geen afbreuk gedaan aan rechtsbescherming of rechtszekerheid. Als de Belastingdienst en de belastingplichtige er niet uitkomen, bij een geschil, moet de weg naar bezwaar en beroep open liggen. Daarvoor zijn dan formele stukken nodig. Hetzelfde geldt als de Belastingdienst wil optreden tegen misbruik en oneigenlijk gebruik of tegen mensen die het niet zo nauw nemen met hun informatie- en betalingsverplichtingen. Maar zolang zulke problemen er niet zijn, kunnen heffing en inning geruisloos verlopen, de informatie op soepele en informele wijze met elkaar worden gedeeld en zal de Belastingdienst het accent leggen op duidelijkheid en dienstbaarheid. Veruit de meeste burgers en bedrijven voldoen gewoon jaar in jaar uit aan hun verplichtingen. Hetzelfde geldt voor adviseurs en inhoudings- en afdrachtplichtigen, die in de afgelopen decennia steeds professioneler zijn geworden en vaak onberispelijk werk afleveren ten behoeve van de overheid. Zij hebben recht op gemak en vertrouwen en dus ook op een stelsel dat daarop gebaseerd is. Hierbij past een meer gelijkwaardige positie tussen overheid en burger. Deze dient in de wet tot uitdrukking te komen, zoals door gelijke mogelijkheden van aanpassing en aanvulling van gegevens in een zogenaamde herzieningsperiode van bijvoorbeeld anderhalf jaar na afloop van het aanslagbelastingjaar voor zowel de burger als de Belastingdienst. Persoonlijk domein Het persoonlijk domein op internet (de persoonlijke internetpagina) is op termijn de bron voor de actuele fiscale stand van zaken en vormt in feite het hart van het heffing- en inningsysteem. De individuele gegevens waarover de Belastingdienst beschikt, worden in dit persoonlijk domein van de belastingplichtige gestructureerd gepresenteerd en zijn op ieder moment te raadplegen door actuele online-overzichten. Zo gaat het bij de inkomstenbelasting om gegevens over het inkomen en de bijbehorende belasting. Hetzelfde kan gaan gelden voor gegevens over andere belastingen en over toeslagen. Hiermee wordt een persoonlijk overzicht van rechten en verplichtingen van de belastingplichtige gepresenteerd. Ook wordt via het persoonlijk domein zichtbaar welke informatie nog van de belastingplichtige wordt verlangd. Het persoonlijk domein is er voor iedereen. Ook voor degenen die nu geen aangifte inkomstenbelasting en geen toeslag ontvangen. Voor die laatsten betekent dat overigens niet dat zij meer verplichtingen krijgen opgelegd. De Belastingdienst vergaart alle informatie over deze belastingplichtigen bij derden. Wel beschikt ook deze groep burgers straks digitaal over alle fiscale informatie en kunnen zij zien of zij bijvoorbeeld recht hebben op een teruggave of op toeslagen. Dit zal het niet-gebruik van toeslagen en het mislopen van belastingteruggaven doen verminderen. Daarnaast kunnen zij uit eigen beweging bepaalde aftrekposten invullen en beoordelen of dit leidt tot een teruggaaf. De Belastingdienst heeft al een aanvang gemaakt met het persoonlijk domein op internet. Zo kunnen ondernemers op de website van de Belastingdienst al gebruik maken van een persoonlijk domein en de VIA is ook een vorm van persoonlijk domein. Ik wil graag doorgaan op de ingeslagen weg die een succes is en daarop voortbouwen. Saldobenadering Bij inzicht in de actuele positie van rechten en verplichtingen past ook een saldobenadering. De Belastingdienst maakt in het persoonlijk domein van de belanghebbende een overzicht bekend waarin diens financiĆ«le rechten en plichten zijn opgenomen. Alle plussen en minnen worden automatisch verrekend voor zover daartoe de bevoegdheid aanwezig is. Het saldo āonder de streepā geeft de (uit)betalingsverplichting weer, die dient als vertrekpunt voor uitbetaling of inning. In feite zijn dit dan de ingeplande opdrachten voor (uit)betaling. Het onderlinge betalingsverkeer wordt door dit systeem een stuk efficiĆ«nter en helderder: het biedt de mogelijkheid voor periodieke verrekeningen en scheelt tientallen miljoenen transacties op jaarbasis. Daardoor wordt ook de kans op fouten bij het verwerken van betalingstransacties sterk verminderd. De saldobenadering sluit ook veel beter aan bij de beleving van de belastingplichtige die immers te maken heeft met Ć©Ć©n Belastingdienst. Daarnaast betekent dit systeem betalingsgemak voor burgers en bedrijven, alsmede efficiencyvoordeel voor de Belastingdienst. De automatische verrekening maakt dwanginvordering met alle bijkomende kosten in veel gevallen overbodig. Minder administratieve lasten Naast een efficiĆ«ntere en klantvriendelijkere werkwijze door de Belastingdienst zal een en ander naar verwachting leiden tot een aanzienlijke administratieve lastenverlichting. Een grote groep belanghebbenden hoeft in de toekomst niet of nauwelijks meer gegevens aan te leveren of te controleren. De omvang van deze groep neemt toe naarmate de Belastingdienst sneller en meer gegevens met de belastingplichtige deelt, en naarmate de kwaliteit van die gegevens toeneemt. Er is sneller duidelijkheid, waardoor latere correspondentie wordt voorkomen, en er kan gebruik worden gemaakt van een gebruiksvriendelijk medium. Deze lastenverlichting helpt vooral de āgewoneā burger. Voor hem kan het beoogde systeem op dit punt worden vergeleken met (een sterk uitgebreide versie van) de huidige VIA . Maar ook voor bedrijven zijn de veranderingen van belang; zij volgen immers voor een groot deel uit het concept van horizontaal toezicht. Al met al verwacht ik op termijn een additionele administratieve lastenverlichting van circa 20% voor burgers en bedrijven naast de al in gang gezette acties voor bijvoorbeeld het voorinvullen van gegevens op de aangifte. Zo zie ik de informele en formele spelregels hoe burgers, bedrijven en de Belastingdienst met elkaar in de toekomst omgaan. Kamerstukken II 2007/08, 30Ā 645, nr. 13. Kamerstukken II 2008/09, 31 066, nr. 71, bijlage. PAGE PAGE 5