[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde agenda

Bijlage

Nummer: 2009D44494, datum: 2009-09-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Geannoteerde agenda voor de Eurogroep en informele Ecofin van 1 en 2 oktober 2009 (2009D44493)

Preview document (šŸ”— origineel)


Geannoteerde agenda informele Ecofin 1 en 2 oktober 2009

1. Economische en financiƫle situatie en de voorbereiding
jaarvergadering IMF/Wereldbank Istanbul

Economische situatie en situatie financiƫle markten

Tijdens dit agendapunt zal de Ecofin Raad spreken over de effecten van
de crisis op de reƫle economie en de ontwikkeling van de financiƫle
markten. De Europese Commissie heeft op 14 september 2009 haar Interim
Voorspellingen gepubliceerd, deze zullen worden gepresenteerd. 

De voorspellingen van de Europese Commissie zijn minder negatief dan in
eerste instantie door economen werd verwacht. De Commissie verwacht dat
de BBP groei in het eurogebied in 2009 uit zal komen op -4,0%. Voor
Duitsland is de verwachting -5,1% en voor Nederland -4,5%. De Commissie
geeft wel aan dat het doen van voorspellingen in deze tijden met grote
onzekerheid gepaard gaat.

Een belangrijke oorzaak van het positief bijstellen van de ramingen in
de interim voorspellingen van de Commissie zijn de realisaties van het
tweede kwartaal. Op 2 september heeft het statistische bureau Eurostat
de kwartaalcijfers voor BBP-groei in het eurogebied bekend gemaakt. Het
BBP in het eurogebied daalde in het tweede kwartaal met 0,1% ten
opzichte van het eerste kwartaal (jaar op jaar was dit een krimp van
4,7%). Ook in de VS kromp het BBP minder sterk dan verwacht, kwartaal op
kwartaal met 0,3%. 

Het consumenten- en producentenvertrouwen stijgt. De Economic Sentiment
Indicator (ESI)van de Europese Commissie die het consumenten- en
producentenvertrouwen meet, is voor de EU in augustus sterk verbeterd
met 5,9 punten naar 80,9. Dit is de vijfde opeenvolgende stijging. Ook
het Amerikaanse consumentenvertrouwen is in september gestegen naar het
hoogste niveau in drie maanden. Dat blijkt uit cijfers van de
Universiteit van Michigan. 

De inflatie is vrijwel overal ter wereld nog steeds laag en in sommige
landen negatief. In het eurogebied kwam de inflatie in augustus, volgens
Eurostat, uit op -0,2% . Dit is een stuk minder negatief dan een maand
ervoor toen de inflatie uitkwam op -0,7%. Het Nederlandse inflatiecijfer
was 0,3%. Dat is 0,1Ā procentpunt hoger dan in juli, toen het laagste
niveau werd bereikt sinds 1987. De olieprijs neemt toe en staat nu op
67,4 USD per vat (15 september 2009). Vanwege deze stijging in de
olieprijs is de verwachting van de Commissie dat de inflatie over 2009
voor het Eurogebied positief uit zal komen op 0,4%. Voor Duitsland
verwacht de Commissie een inflatie van 0,3% en voor Nederland 1,1%.

Door de huidige crisis zal de werkloosheid de komende tijd toenemen. De
werkloosheid is volgens Eurostat in juli opgelopen tot 9,5% in het
eurogebied; dit is het hoogste niveau van de afgelopen 10 jaar. De
werkloosheid in de VS is in die maand opgelopen tot 9,7%. 

Op het gebied van financiƫle markten zijn er overwegend positieve
signalen. De ZEW-index van het Centre for European Economic Research
(CEER, in het Duits ZEW), waarmee het vertrouwen onder analisten en
institutionele beleggers wordt gemeten, is gestegen van 56,1 in augustus
tot 57,7 in september. Een positieve ZEW betekent dat meer ondervraagden
optimistisch dan pessimistisch zijn. De beurzen laten de afgelopen tijd
voornamelijk een positief verloop zien en ook de interbancaire geldmarkt
blijft zich positief ontwikkelen. Echter, het is nog niet zeker of deze
positieve signalen het begin zijn van permanent herstel. 

Terugkoppeling G-20/voorbereiding jaarvergadering IMF en Wereldbank (WB)

Het doel van de Eurogroep en de informele Ecofin Raad is tweeledig: i)
een terugkoppeling geven van de Pittsburgh G20 top en ii) het bespreken
en afstemmen van de posities van de Europese landen voor de IMF/WB
jaarvergadering. Er zijn op dit moment nog geen voorliggende stukken
beschikbaar. 

De uitkomsten van de G20 top in Pittsburgh, die wij op het moment van
schrijven nog niet kennen, zullen deels de inhoud van de besprekingen
tijdens de IMF/WB jaarvergadering en de voorbereidende Eurogroep en
informele Ecofin bepalen. Wij verwachten dat de in het Algemeen Overleg
van 10 september besproken inzet voor de IMF/WB jaarvergadering
voldoende richting geeft voor de bewindspersonen die deelnemen aan de
Eurogroep/Ecofin en de IMF/WB jaarvergadering. 

Wel pleiten de VS en de opkomende economieƫn voor een beslissing in
Pittsburgh over een percentage stemoverdracht van het IMF van de ene
groep landen naar een andere groep landen. De EU en Nederland hechten
aan een pakketbenadering bij de hervorming van het IMF waarbij over alle
onderwerpen die met elkaar verband houden tegelijk wordt beslist.
Eventuele nieuwe afspraken die in Pittsburgh gemaakt worden over de
hervorming van IMF governance dienen onderdeel te zijn van een
dergelijke pakketbenadering. 

Nederland is voorstander van het versterken van de zeggenschap van
ondervertegenwoordigde opkomende economieƫn en ontwikkelingslanden in
het IMF, om zo de zeggenschap in deze instelling in lijn te brengen met
het economische gewicht van landen in de wereld. Deze versterking dient
gebaseerd te zijn op objectieve criteria, die gereflecteerd dienen te
zijn in een formule die het mogelijk maakt om de stem- en
aandeelverhoudingen op reguliere wijze in lijn te brengen met o.a. de
economische gewichten van de landen in de wereld. Het IMF heeft al een
dergelijke formule en die zou onzes inziens gebruikt moeten worden De
uiteindelijke overdracht van relatief stemaandeel van over- naar
ondervertegenwoordigde landen is dan de uitkomst van het toepassen van
een transparant en objectief proces. 

CEBS stresstest

CEBS, het Europese comitƩ van bankentoezichthouders heeft een
stresstest uitgevoerd om de veerkracht van de Europese bankensector in
kaart te brengen en risicoā€™s voor de financiĆ«le stabiliteit te
identificeren. Tijdens dit agendapunt zal worden besproken welke
informatie over de stresstest openbaar zal worden gemaakt. Ook tijdens
de vorige Ecofin Raad is hierover gesproken. Tijdens deze Ecofin Raad
werd gedacht aan een brede uitleg over de methodiek, het karakter van
het stressscenario en wellicht in algemene termen de geaggregeerde
uitkomsten van de test.

Nederland is in principe voorstander van het communiceren van de
methodiek van de stresstest, het karakter van het stressscenario en in
algemene termen de geaggregeerde uitkomsten over de Europese
bankensector.. Dit standpunt is ook tijdens het vorige AO Ecofin
richting u gecommuniceerd. Nederland is tegen het communiceren van
cijfers over individuele instellingen of lidstaten. De meerderheid van
de lidstaten zit reeds op deze lijn.

2. Klimaatverandering (kostenefficiƫnt gebruik van economische
instrumenten in klimaatbeleid en internationale financiering van
klimaatbeleid)

Tijdens dit agendapunt zal gediscussieerd worden over het
kosteneffectief inzetten van economische instrumenten in klimaatbeleid
en de internationale financiering van klimaatacties. In dit kader zal er
mogelijk ook gesproken worden over de Commissie mededeling over
klimaatfinanciering (Stepping up international climate finance: A
European blueprint for the Copenhagen deal, SEC(2009) 1172).

Nederland is voorstander van het gebruik van economische instrumenten
voor klimaatbeleid. Deze instrumenten zorgen ervoor dat de gestelde
doelen tegen de laagst mogelijke kosten kunnen worden gerealiseerd. Dit
betekent dat ze de economische en budgettaire kosten van het realiseren
van al vastgestelde klimaatdoelen beperken, terwijl ze het draagvlak
voor ambitieus toekomstig klimaatbeleid kunnen vergroten.

Nederland verwelkomt de discussie over mogelijkheden om fiscale
instrumenten te gebruiken om de uitstoot van CO2 te reduceren. Zo kent
Nederland zelf een relatief hoge energiebelasting, een belasting op
kolen en een accijns op minerale oliƫn. Verder zijn er nog andere
voorbeelden van economische instrumenten voor klimaatbeleid te noemen,
zoals differentiatie van de aanschafbelasting van motorvoertuigen (BPM)
op basis van CO2-uitstoot, maar ook het verlenen van subsidies voor de
energiezuinigheid van woningen en gebouwen. 

Nederland verwelkomt de Commissie mededeling over klimaatfinanciering.
De mededeling biedt volgens Nederland een goede basis om in oktober te
komen tot een EU inzet op het gebied van klimaatfinanciering. Het feit
dat de Commissie voor het eerst met concrete schattingen komt, is een
belangrijke stap vooruit in de richting van het concretiseren van een EU
standpunt over financiering. Het blijft echter aan de Raad om over het
als EU noemen van concrete bedragen te beslissen.

De Commissie schat dat, rekening houdend met de kosten die door - met
name de economisch meer ontwikkelde - ontwikkelingslanden zelf gedragen
kunnen worden en de internationale financiering via de koolstofmarkt, in
2020 ā‚¬22-50 mld. via internationale publieke bijdragen nodig zal zijn.
De omvang van dit bedrag is afhankelijk van de mate van ambitie van een
akkoord in Kopenhagen, alsmede van de omvang en effectiviteit van een
mondiale koolstofmarkt. Afhankelijk van het gewicht dat in de
verdeelsleutel wordt toegekend aan emissies en BBP, resulteert dit
volgens de Commissie in een EU bijdrage van naar schatting ā‚¬2-15 mld.
per jaar in 2020. Dit komt neer op een EU-aandeel van 10-30% in de
mondiale publieke bijdragen. Nederland heeft nog geen standpunt over de
precieze bedragen, maar onderschrijft het uitgangspunt dat de kosten
gefinancierd moeten worden uit zowel binnenlandse als internationale
private en publieke middelen. Ook is Nederland voorstander van het
overeenkomen van een mondiale verdeelsleutel op basis van emissies en
BBP.

Nederland onderschrijft het belang van het beschikbaar stellen van
financiering voor de periode 2010-2012, gericht op
capaciteitsontwikkeling en urgente klimaatacties in de context van een
Kopenhagen akkoord. Het kabinet is van mening dat de EU op dit punt in
oktober met een concreet bedrag moet komen. Het kabinet beraadt zich nog
over de omvang van dit bedrag. 

Het kabinet is van mening dat er diverse bronnen van publieke
financiering kunnen zijn. Enkele van deze opties komen in de Commissie
mededeling aan bod. Het kabinet vindt dat ook andere opties, waaronder
bilaterale ondersteuning en het Noorse voorstel, op tafel moeten blijven
en verder moeten worden uitgewerkt. Het kabinet meent dat de
internationale publieke financiering mondiaal zoveel mogelijk nieuw en
additioneel moet zijn zodat de realisatie van de Millennium Development
Goals niet in gevaar komt.

De Commissie pleit voor het gebruiken van de EU-begroting voor het
kanaliseren van de publieke bijdragen vanuit de EU. Het kabinet ziet de
voordelen hiervan, met name als het gaat om de geloofwaardigheid van de
EU bijdrage en het versterken van de stem van de EU in het
internationale klimaatregime. De mogelijkheden om de EU begroting te
gebruiken voor klimaatfinanciering dienen daarom verder onderzocht te
worden. Voor Nederland geldt echter wel dat herprioritering een
voorwaarde voor gebruik van EU begroting is. De mededeling laat teveel
ruimte voor ophoging van het EU-budget.

Het kabinet onderschrijft het standpunt van de Commissie dat er met
betrekking tot offsets geen sprake kan zijn van dubbeltelling.
Emissiereducties die in ontwikkelingslanden worden gerealiseerd met geld
uit ontwikkelde landen kunnen door de ontwikkelde landen worden
meegeteld als eigen emissiereducties of als internationale financiƫle
ondersteuning, maar niet als beide.

3. Werkgelegenheid

De informele Ecofin Raad zal spreken over het thema werkgelegenheid. De
Europese Commissie. zal de impact van de crisis op de werkloosheid
schetsen. Deze valt nu ā€“mede door de genomen beleidsmaatregelen- nog
mee, maar de werkgelegenheidsproblematiek zal vertraagd op de
economische crisis reageren. De Commissie zal tevens aangeven welke
maatregelen zij ziet als onderdeel van een exit-strategie uit de crisis.

De verwachting is dat de focus zal liggen op: een verschuiving van korte
termijn crisismaatregelen naar een structurele aanpak om de
flexibiliteit op de arbeidsmarkt te vergroten, evenals op een
uitfasering van de korte termijn crisismaatregelen zodat efficiƫnte
(intersectorale) baanwisselingen zullen plaatsvinden. Ook zal er
aandacht zijn voor meer flexibiliteit op het gebied van de loonvorming,
vooral voor landen die minder competitief zijn. De Commissie vindt dat
de EU hier een coƶrdinerende rol heeft om verstoringen op de interne
markt te voorkomen. Ook moeten externe onevenwichtigheden worden
geadresseerd. Verder vindt de Commissie dat de flexicuritybenadering
meer naar de voorgrond moet treden, dat de uitkeringsafhankelijkheid
verminderd moet worden en de effectieve pensioenleeftijd moet
stijgen.Tot slot vindt de Commissie dat Europa een ambitieus actieplan
nodig heeft met een focus op het verbeteren van het functioneren van de
arbeidsmarkt om werkgelegenheid en economische groei te stimuleren.

Het is wat Nederland betreft goed om tijdens de Ecofin Raad over dit
thema van gedachten te wisselen. Bij de discussie in de informele Ecofin
Raad zal Nederland zich uiteraard rekenschap geven van het feit dat
arbeidsmarktbeleid primair een nationaal beleidsterrein is. Dit heeft
vooral betrekking op de oproep tot een ambitieus Europees actieplan ter
stimulering van de werking van de arbeidsmarkt. Wel is Nederland van
mening dat verstoring van de interne markt door lidstaten moet worden
voorkomen.

4. Exit-strategieƫn

Tijdens de informele Ecofin Raad en Eurogroep zal gesproken worden over
exit-strategieƫn. De nadruk hierbij ligt op exit-strategieƫn op het
terrein van budgettair beleid. Als gevolg van de financiƫle crisis zijn
begrotingstekorten en schuldniveaus hoog opgelopen. Het is van belang
dat lidstaten tijdig een geloofwaardige exit-strategie aankondigen voor
de middellange- tot lange termijn, zelfs nu het nog te vroeg is om deze
onmiddellijk te implementeren. Hoewel de Commissie stelt dat er in 2010
gemiddeld genomen nog geen consolidatie zal plaatsvinden, zal er, op
basis van de huidige vooruitzichten voor het economisch herstel, in
Europa vanaf 2011 van substantiƫle consolidatie sprake moeten zijn. Bij
zowel het tijdspad van de consolidatie als het uiteindelijke
ambitieniveau moet worden gedifferentieerd tussen landen op basis van
ondermeer de economische situatie, de uitgangspositie en de
schuldsituatie. 

Het is van belang dat de exit-strategieƫn goed gecoƶrdineerd worden,
Het nemen van structurele maatregelenĀ is belangrijk onderdeel van een
exit-strategie, zodat voorkomen kan worden dat de potentiƫle groei als
gevolg van de crisis al te veel inzakt.Ā Dit zouĀ zeer schadelijk zijn
voor de dynamiek van de schuldpositie. Ten aanzien van de budgetary
surveillance stelt de Commissie dat het bovendien nodig is om meer
aandacht te besteden aan het begrotingsraamwerk, de kwaliteit van de
overheidsfinanciƫn en te nemen houdbaarheidsmaatregelen. 

Nederland kan zich hierin vinden, aangezien dit het mogelijk maakt om
een geloofwaardige exit strategie vorm te geven met aandacht voor alle
facetten die van belang zijn. Nederland vindt het ook van belang dat er
helder over de noodzaak van een exit-strategie wordt gecommuniceerd, ook
als direct ingrijpen nog niet aan de orde is. Nederland deelt de mening
van de Commissie dat deadlines voor het redresseren van buitensporige
tekorten zowel realistisch als ambitieus moeten zijn: op deze manier
blijft het Stabiliteits- en Groeipact ook na de crisis geloofwaardig en
disciplinerend.