[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde agenda Transportraad 9 oktober 2009

Bijlage

Nummer: 2009D46447, datum: 2009-09-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Bijlage bij: Geannoteerde agenda van de Transportraad op 9 oktober 2009 en een overzicht van de stand van zaken van EU-dossiers op het terrein van het Ministerie Verkeer en Waterstaat (2009D46446)

Preview document (šŸ”— origineel)


GEANNOTEERDE AGENDA TRANSPORTRAAD 9 OKTOBER 2009

Hieronder vindt u een samenvatting van de onderwerpen van de
Transportraad van 9 oktober 2009. 

Tijdens deze Transportraad zal een debat worden gevoerd over de
mededeling over een duurzame toekomst van het vervoer. Ik zal mij in het
debat sterk maken voor een evenwichtig vervoersbeleid waarin plaats en
aandacht is voor alle modaliteiten. Ik acht het daarbij van groot belang
dat de inzet van Europese beleidsinstrumenten doeltreffend is en
bijdraagt aan een efficiƫnt en duurzaam mobiliteitssysteem dat zich
kenmerkt door een groot innoverend vermogen en hoge kwaliteit. 

Vervolgens zal de Raad een aanvullend mandaat verlenen aan de Commissie
voor de totstandkoming van een vervoersverdrag met de landen van de
Westelijke Balkan. De aanvullende richtsnoeren geven nadere invulling
aan de voorwaarden op het gebied van wegvervoer. Ik kan dit besluit
ondersteunen.

Op maritiem gebied zal gestreefd worden naar een politiek akkoord over
het voorstel voor een verordening op het gebied van passagiersrechten in
de zee- en binnenvaart. Ik sta positief tegenover het versterken van de
rechten van passagiers in het vervoer over water. Wel is voor mij van
belang dat de voorgestelde maatregelen voldoende rekening houden met de
specifieke kenmerken van de zee- en de binnenvaart. 

Verder zal een voortgangsrapportage voorliggen over het voorstel voor
een richtlijn inzake meldingsformaliteiten voor schepen in Europese
havens.

Op het terrein van luchtvaart zullen twee mandaatverleningen aan de
Commissie voorliggen. De eerste heeft betrekking op een
veiligheidsovereenkomst met Braziliƫ. De tweede betreft een
samenwerkingsovereenkomst met de Verenigde Staten inzake  onderzoek en
ontwikkeling op het gebied van luchtverkeersleidingsystemen. Ik kan
akkoord gaan met het verlenen van beide mandaten aan de Commissie. Ook
steun ik het besluit dat op de Transportraad zal worden genomen inzake
de toetreding van Noorwegen en IJsland tot de luchtvaartovereenkomst van
de EU met de Verenigde Staten.

Tot slot worden onder de A-punten Raadsconclusies vastgesteld over een
rapport van de Europese Rekenkamer over het beheer van het
satellietnavigatieprogramma Galileo. Dit bevat een terugblik op de
validatie- en ontwikkelingsfase van het programma. De aanbevelingen uit
het rapport stemmen grotendeels overeen met de maatregelen die reeds
zijn getroffen bij de aanpassing van het Galileo programma in 2008.



Horizontale en intermodale vraagstukken

Mededeling inzake duurzame toekomst vervoer: naar een geĆÆntegreerd,
technologiegeleid en gebruiksvriendelijk systeem

	-	Beleidsdebat

De Commissie wil met deze mededeling een discussie opstarten over de
belangrijkste bestanddelen van een nieuw Witboek Vervoer, dat in 2010
zal verschijnen. In de mededeling zelf worden nog geen concrete
beleidsvoorstellen gedaan. De belangrijkste conclusies van de mededeling
zijn:

Het Europese vervoersbeleid tot nu toe heeft bijgedragen aan de
ontwikkeling van een efficiƫnt mobiliteitssysteem voor burgers en
bedrijven in de EU.

De belangrijkste trends en uitdagingen voor de toekomst betreffen:
vergrijzing, migratie en interne mobiliteit, beperking van de negatieve
effecten van vervoer op het milieu, afhankelijkheid van fossiele
brandstoffen, verstedelijking en globalisering.

Om het hoofd te kunnen bieden aan deze uitdagingen worden zeven
mogelijke prioritaire beleidsthemaā€™s voorgesteld: veiligheid en
beveiliging (safety and security), verdere integratie van het Europese
vervoersnetwerk, meer milieuvriendelijk vervoer, technologische
innovatie, beschermen en ontwikkelen van ā€œhuman capitalā€, beprijzen
en het verbeteren van de toegankelijkheid.

Stand van zaken

De Commissie heeft in 2001 een Witboek gepubliceerd waarin een agenda
voor het vervoersbeleid tot 2010 is vastgesteld. Dit Witboek is
geactualiseerd in 2006. Over de recent verschenen mededeling inzake een
duurzame toekomst van het vervoer zal in de Transportraad van oktober
een debat worden gevoerd en in de Transportraad van december zullen naar
verwachting Raadsconclusies worden aangenomen. De Commissie zal naar
verwachting in 2010 een nieuw Witboek Vervoer uitbrengen. 

Inzet Nederland

In de mededeling kijkt de Commissie terug op de ontwikkeling van de
Europese vervoersmarkt en blikt zij vooruit op het EU vervoersbeleid tot
2020. Nederland 

herkent zich in algemene zin in de analyse van de Commissie en
verwelkomt de mededeling als zodanig als een eerste stap richting een
nieuw Witboek Vervoer.

In het verdere debat over het toekomstig EU vervoersbeleid zal Nederland
zich in het bijzonder sterk maken voor een evenwichtig vervoersbeleid
waarin plaats en aandacht is voor alle modaliteiten. De inzet van
Europese beleidsinstrumenten moet doeltreffend zijn en bijdragen aan een
efficiƫnt en duurzaam mobiliteitssysteem dat zich kenmerkt door een
groot innoverend vermogen en hoge kwaliteit. Verder biedt de discussie
in aanloop naar een nieuw Witboek Vervoer kansen om duurzaam vervoer
waar Nederland zich voor inzet met initiatieven zoals het elektrisch
rijden ook verder in Europa draagvlak te geven en daarmee een level
playing field te creƫren  voor deze initiatieven.

Gevolgen voor Nederland

De mededeling heeft geen directe gevolgen voor Nederland. 

Aanvullend onderhandelingsmandaat inzake de totstandkoming van een
vervoersgemeenschap met de Westelijke Balkan

Aanname

Het aanvullende onderhandelingsmandaat behelst een nadere uitwerking van
de voorwaarden voor de totstandkoming van een vervoersgemeenschap met de
Westelijke Balkan op het gebied van wegvervoer. Daarbij gaat het om de
overname van het volledige EU ā€˜acquisā€™ op het terrein van het
wegvervoer in de landen van de Westelijke Balkan en het aantal
vervoersvergunningen waarmee wegvervoerders uit de Westelijke Balkan
zich in de toekomst op de Europese markt kunnen begeven. 

Stand van zaken

Over het voorstel lijkt in grote lijnen overeenstemming te bestaan.

Inzet Nederland

Nederland is voorstander van de totstandkoming van een
vervoersgemeenschap met landen van de Westelijke Balkan. Door de
Westelijke Balkan loopt een aantal belangrijke transportcorridors.
Nederland zal echter uiteindelijke ondertekening van het verdrag bezien
in het licht van de medewerking van Serviƫ aan het ICTY (Joegoslaviƫ
tribunaal).

Gevolgen voor Nederland

Er zijn geen directe gevolgen. Wel heeft Nederland baat bij goed
functionerende vervoerssystemen in de Westelijke Balkan. 

Zeescheepvaart

Voorstel tot een verordening inzake passagiersrechten zee- en
binnenvaart 

-	Politiek akkoord

Het voorstel heeft tot doel bepaalde, nog niet eerder vastgelegde
rechten van passagiers te waarborgen die over zee of binnenwateren
reizen, inclusief gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit. Het
voorstel is erop gericht minimumregels vast te stellen voor de
informatieverstrekking aan alle scheepspassagiers vĆ³Ć³r en tijdens hun
reis, voor mogelijke oplossingen bij een onderbreking van de reis of in
geval van vertragingen, voor klachtenbehandeling en voor de bijstand aan
personen met beperkte mobiliteit. Het voorstel heeft betrekking op
binnenlands en internationaal commercieel passagiersvervoer over zee en
de binnenwateren tussen of in havens op het grondgebied van de
lidstaten. 

Stand van zaken 

Tijdens de behandeling van het onderwerp in de Raadswerkgroep is
uitvoerig gesproken over het  toepassingsbereik van het voorstel. Veel
lidstaten, inclusief Nederland, hadden twijfels of de in het voorstel
beschreven regels op zowel de zee- 

als de binnenvaart konden worden toegepast, gelet op de verschillen
tussen beide sectoren. Gestreefd wordt naar een compromis in de
Transportraad van 9 oktober, waarin schepen met een gering aantal
bemanningsleden of een gering aantal passagiers buiten het
toepassingsbereik vallen. Nederland kan met dit toepassingsbereik goed
uit de voeten. Kleinere schepen en ondernemingen (voornamelijk 
binnenvaart) zijn hiermee van het voorstel uitgesloten.

Inzet Nederland 

Nederland staat in algemene zin positief tegenover het versterken van de
rechten van passagiers in het vervoer. Wel vraagt Nederland bij het
onderhavige voorstel aandacht voor de uitvoerbaarheid en
handhaafbaarheid, en voorkoming van onnodige administratieve lasten voor
zowel bedrijfsleven als overheid. Nederland is, evenals de meeste
lidstaten, kritisch op het toepassingsbereik van het voorstel. Ik heb
toegezegd de Tweede Kamer te zullen informeren over het voorstel voor
passagiersrechten inzake het vervoer over water, met name over de vraag
waarom Nederland van mening is dat niet in alle gevallen dezelfde aanpak
voor de binnenvaart gevolgd kan worden als voor de zeevaart. Met
onderstaande tekst geef ik invulling aan deze toezegging.

Het is een goede zaak om in Europees verband te komen tot
geharmoniseerde voorschriften voor de passagiersrechten in de zee- en
binnenvaart. De voorgestelde maatregelen moeten echter wel rekening
houden met de specifieke kenmerken van de zee- en de binnenvaart en
dienen proportioneel te zijn.

Het toepassen van identieke voorschriften voor zowel de zee- als de
binnenvaart is niet in alle gevallen werkbaar. Over het algemeen geldt
dat - in vergelijking met de zeevaart - er in de binnenvaart sprake is
van een kortere reisduur, kleinere ondernemingen en schepen, en beperkte
tot gƩƩn havenfaciliteiten. De voorgestelde maatregelen zouden leiden
tot onevenredig hoge (administratieve) lasten voor kleine ondernemingen
(denk aan de kleine veerponten). De Nederlandse inzet is steeds geweest
om met deze specifieke kenmerken rekening te gehouden.

Gevolgen voor Nederland 

Nederland kent een omvangrijke vloot cruiseschepen, ferryā€™s,
rondvaartboten, sportvissersschepen en traditionele zeilschepen, zowel
in de zeevaartsector als in de binnenvaartsector. Veel van de elementen
die zijn opgenomen in de voorgestelde maatregelen (e.g.
informatieverstrekking, klachtenbehandeling) worden reeds in de
maritieme sector toegepast. Met het toepassingsbereik dat in de huidige
compromistekst is vastgelegd, lijkt de uitvoering van de voorgestelde
maatregelen voor de betrokken sectoren haalbaar.

Voorstel voor een richtlijn inzake meldingsformaliteiten voor schepen in
Europese havens

Voortgangsrapportage

Het voorstel beoogt de vereenvoudiging van de administratieve procedures
voor schepen bij aankomst in of vertrek uit de havens van de lidstaten.
Deze vereenvoudiging moet tot stand komen door de algemene invoering van
elektronische informatieoverdracht en door rationalisering en
standaardisering van de meldingsformaliteiten. Het voorstel moet daarmee
leiden tot vermindering van het aantal inlichtingen dat herhaaldelijk
aan de verschillende haveninstanties moet worden verstrekt.

Stand van zaken

Het dossier is nog niet rijp voor besluitvorming. De voorgestelde
richtlijn beoogt een vereenvoudiging van administratieve procedures. De
vraag in hoeverre het voorstel daadwerkelijk bijdraagt aan
lastenvermindering voor schepen is nog een punt van discussie. Daarbij
dient nog te worden vastgesteld om welke formaliteiten en de daarbij
behorende gegevens(stromen) het precies gaat en hoe de onderliggende
regelgeving zich tot elkaar verhoudt. In deze Transportraad zal daarom
een voortgangsrapportage voorliggen. 

Inzet Nederland

Nederland staat in beginsel positief tegenover het initiatief van de
Commissie. De vereenvoudiging van de procedures en de aansluiting van
EU-regelgeving bij internationale regelgeving (met name opgesteld door
de Internationale Maritieme Organisatie) komen ten goede aan de
efficiƫntie van het zeevaartverkeer en bevorderen het Europese
kustvervoer. Het is op dit moment echter nog de vraag in hoeverre de
voorgestelde richtlijn daadwerkelijk een lastenverlichting met zich
meebrengt. Nederland is daarom van mening dat de richtlijn nadere
uitwerking behoeft. Daarbij dient de omvang van de informatie
vastgesteld te worden en vervolgens nagegaan te worden hoe bestaande
elektronische systemen gebruikt en aan elkaar gekoppeld gaan worden voor
de diverse informatie stromen. Indien gekozen wordt voor een centraal
systeem (SafeSeaNet) voor alle informatie moet nagegaan worden hoe dit
juridisch en technisch uitgebreid zou kunnen worden. 

Gevolgen voor Nederland

Een definitief oordeel over de gevolgen kan nog niet gegeven worden.
Eerst zal meer duidelijk moeten zijn over de concrete eisen die gesteld
worden aan lidstaten voor wat betreft de nationale elektronische
systemen (en de kosten die daaruit voortvloeien).

Luchtvaart

Onderhandelingsmandaat akkoord luchtvaartveiligheid Braziliƫ

-	Aanname

Het Voorzitterschap streeft naar het aannemen van een mandaat voor de
Europese Commissie om de onderhandelingen te starten met Braziliƫ over
een luchtvaartakkoord op het gebied van veiligheid. Het doel van het
voorstel is te komen tot wederzijdse erkenning van certificaten voor
aeronautische producten, onderdelen en toepassingen.

Stand van zaken 

Over het verlenen van het mandaat lijkt overeenstemming te bestaan.

Inzet Nederland 

Nederland is akkoord met het verlenen van een mandaat aan de Europese
Commissie om de onderhandelingen te starten met Braziliƫ. Op initiatief
van Nederland is overeenstemming bereikt over de uitbreiding van de
samenwerking met Braziliƫ naar onder meer de veiligheid van
vluchtoperaties, zodra de daarvoor geldende EU regelgeving van kracht
is.

Gevolgen voor Nederland 

Braziliƫ kent een relatief grote luchtvaartindustrie waar ook door
Nederlandse luchtvaartmaatschappijen gebruik van wordt gemaakt. De
wederzijdse erkenning van veiligheidscertificaten vergemakkelijkt de
aankoop van Braziliaanse toestellen of onderdelen daarvan.

Luchtvaartovereenkomst EU-VS: toetreding Noorwegen en IJsland.

-	Aanname

Het Voorzitterschap streeft naar het aannemen van een Raadsbesluit
inzake de toetreding van Noorwegen en IJsland tot de
luchtvaartovereenkomst van de EU met de Verenigde Staten.

Stand van zaken 

Over het aannemen van het Raadsbesluit lijkt overeenstemming te bestaan.

Inzet Nederland 

Nederland is akkoord met het nemen van het Raadsbesluit.

Gevolgen voor Nederland 

De toetreding van Noorwegen en IJsland tot de EU-VS
luchtvaartovereenkomst heeft geen grote gevolgen voor Nederland. 

Onderhandelingsmandaat inzake een samenwerkingsovereenkomst met de
Federale luchtvaartadministratie van de Verenigde Staten

Aanname

Het voorzitterschap streeft naar het aannemen van een mandaat voor de
Commissie om onderhandelingen te starten met de Federale
luchtvaartadministratie (FAA) in de Verenigde Staten over een
samenwerkingsovereenkomst op het gebied onderzoek en ontwikkeling met
betrekking tot luchtverkeersleidingsystemen. Zowel in Europa (SESAR) als
in de Verenigde Staten (NextGen) wordt momenteel gewerkt aan vernieuwing
van de luchtverkeersleidingsystemen. Het voorstel heeft tot doel de
interoperabiliteit tussen deze systemen te bevorderen. Ook biedt het een
juridische basis voor samenwerking op gebied van aansprakelijkheid,
intellectueel eigendom en participatie van derde partijen in zowel SESAR
als NextGen (reciprociteitsbeginsel).

Stand van zaken

Over de mandaatverlening bestaat in grote lijnen overeenstemming.

Inzet Nederland

Nederland steunt het voorstel om te komen tot nauwere samenwerking met
de Verenigde Staten op het terrein van onderzoek en ontwikkeling van
luchtverkeersleidingsystemen. 

Gevolgen voor Nederland

Nederland heeft baat bij een luchtverkeersleidingsysteem dat niet alleen
op Europees niveau geharmoniseerd is (zoals het SESAR project beoogt),
maar ook interoperabel is met systemen in andere delen van de wereld,
zoals het Amerikaanse NextGen. Op deze manier kan worden voorkomen dat
luchtvaartmaatschappijen extra en kostbare systemen moeten aanschaffen
om met de verschillende luchtverkeersleidingsystemen te communiceren.

 PAGE    

 PAGE   1