[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Schriftelijke beantwoording vragen gesteld tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen 2009

Brief regering

Nummer: 2009D46499, datum: 2009-09-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2009Z17612:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Antwoordenset schriftelijk

Vraag De Neree (CDA)

Graag wil de CDA-fractie op zijn laatst bij de najaarsnota een
voortgangsrapport ontvangen over de uitwerking en de effecten van het
stimuleringspakket uit het aanvullend beleidsakkoord. Graag een
toezegging van het kabinet.

Antwoord

De internationale consensus is dat de wereldwijde stimuleringspakket
hebben bijgedragen aan het voorkomen van een vrije val van de
wereldeconomie en het herstel dat nu verwacht wordt richting 2010. CPB
schrijft hierover in de MEV, pagina’s 19 en 20: “Het expansieve
begrotings- en monetaire beleid in het eurogebied en elders zal volgend
jaar leiden tot licht mondiaal herstel … Ongekend omvangrijk ingrijpen
door centrale banken en overheden stopte de vrije val van de
wereldeconomie … Centrale banken en overheden zijn er inderdaad in
geslaagd om de duikvlucht van de wereldeconomie te stoppen”. 

De MEV stelt verder op pagina 2010 dat “het kabinet er verstandig aan
heeft gedaan het tekort tijdelijk te laten oplopen door de automatische
stabilisatoren hun werk te laten doen”. Het overgrote deel van de
economische stimulering vindt plaats via deze automatische
stabilisatoren.

Het is niet mogelijk het kwantitatieve effect van het Nederlandse
stimuleringspakket op de Nederlandse economie te schetsen. Het CPB heeft
hier ook geen inschatting van. Het inschatten van de effecten is ook
niet eenvoudig. De Nederlandse economie is sterk internationaal
verweven. Niet voor niets zijn de stimuleringspakketten onderwerp
geweest van Europese en wereldwijde consultatie en coördinatie. Verder
hangt het structurele effect van de maatregelen mede af van de
economische ontwikkeling in de komende jaren. 

De maatregelen zijn tijdelijk van aard, vanuit de gedachte dat zij
afgebouwd kunnen worden als de economie weer aantrekt. Als het herstel
van de economie langer uitblijft en de overheidsfinanciën verder
verslechteren kan de noodzaak ontstaan tot het afbouwen van de
stimulerende maatregelen voordat het herstel definitief is ingetreden.

Het kabinet is daarom van mening dat het nog te vroeg is om harde
uitspraken te doen over de effecten van het stimuleringspakket. Wel zal
de Kamer op de gebruikelijke wijze geïnformeerd worden over de
uitvoering van het stimuleringspakket.

Vraag De Neree tot Babberich (CDA)

[Vz, dan onze ambtenaren. Afgelopen week bereikten ons berichten over de
afslanking van het rijksambtenarenapparaat waar wij niet vrolijk van
worden. Terwijl we met z’n allen een doelstelling hebben afgesproken
om bijna 13000 minder ambtenaren in dienst te hebben, komen er volgens
de Algemene Rekenkamer juist meer bij! Tot nu toe blijkt het resultaat
te zijn 6100 ambtenaren minder en 6900 erbij .Dat kan niet. Voorzitter
dat draagt niet bij aan het vertrouwen dat wij nu en straks onze
doelstellingen gaan halen. Het gaat ons om een nettoresultaat.]

Het CDA zou daarom graag zien dat er een vacaturestop ingesteld wordt
bij de beleidsdepartementen en bij de niet uitvoerende ZBO’s

Antwoord

In het Coalitieakkoord is een besparing opgenomen van ca. 630 mln. Dit
wordt gerealiseerd met een reductie van ca. 13 duizend fte. 

De financiële bezuiniging is reeds meerjarig verwerkt in de begroting. 

De minister van Binnenlandse Zaken rapporteert jaarlijks over de
reductie in fte.

De reductie van de rijksdienst loopt licht voor op schema. U moet zich
wel realiseren dat de beoogde daling voorzien is ten opzichte van
besluiten van het vorige kabinet. Zo is bijvoorbeeld door het vorige
kabinet besloten tot een stijging van het aantal fte bij de
Belastingdienst. Ook is het zo dat de door dit kabinet beoogde reductie
voor een groot deel voorzien is in de jaren 2010 en 2011. Hierover is de
Kamer bij de start van het kabinet geïnformeerd. 

Uiteraard is altijd waakzaamheid geboden. Dat heeft de minister van
Binnenlandse Zaken in mei van dit jaar ook aan uw Kamer gemeld. Het
kabinet zal indien nodig passende maatregelen nemen. Een algehele
vacaturestop voor de departementen acht het kabinet niet nodig en
ongewenst voor een goede uitvoering van haar taken. 

Uw Kamer heeft overigens 15 oktober een AO met de minister van
Binnenlandse Zaken over dit onderwerp. 

Vraag De Neree (CDA)

Dan de banken waaraan de Staat directe steun heeft gegeven. Dat zijn er
drie: ING, SNS Reaal en Aegon. Dit gaat in totaal om een bedrag van
bijna EUR 14 mld. Vraag 8: Hoe staat het met de terugbetaling hiervan?
Hebt u hierover overleg met de banken? 

Antwoord

De beslissing om de Staat af te lossen is aan de instellingen zelf. 

Coupon is oplopend, dus incentive voor instellingen om af te lossen 

Aegon en SNS reaal hebben bij het ophalen van nieuw kapitaal
aangekondigd dit voor een deel te willen gebruiken om de Staat af te
lossen. DNB moet dit goedkeuren.

Vraag de Neree (CDA)

Artikel Bartjens: In het slechtste geval krijgt de Staat, om maar bij
het voorbeeld van ING te blijven, geen 15 miljard en geen vergoeding van
8.5%. Graag een reactie van de minister. Vindt u de huidige
aflossingsvoorwaarden niet schadelijk (zie artikel Bartjens)?. Waarom
heeft ING niet een vervroegde aflossingsformule a la AEGON en SNS? 

Antwoord

we verwachten dat er dividend wordt betaald als daar ruimte voor is +
aandelenkoers gaat goed, geen reden tot zorgen over rendement

coupon is oplopend, dus incentive voor ING om af te lossen 

conversie is een optie, maar te betwijfelen of staat als
grootaandeelhouder iets is dat ING wil nog steeds bereid om te luisteren
naar de banken als zij alternatieve voorstellen hebben over
aflossingsstructuur

Vraag De Neree (CDA)

Er wordt veel gebruik gemaakt van de garantieregeling, volgens welke de
staat, obligatieleningen van financiële instellingen garandeert.
Inmiddels staat de teller op bijna EUR 50 mld. Hoe kijkt de Minister aan
tegen de risico's die hieruit voortvloeien?

Antwoord

Het plafond van de garantie van het interbancair leenverkeer staat op
200 mrd. Daarvan is op dit moment 48, 1 mrd aangevraagd en 46,1 mrd
uitgegeven.

Om de risico’s van deze regeling af te dekken, wordt DNB bij iedere
aanvraag geconsulteerd over liquiditeit en solvabiliteit van de
instelling. Banken betalen vervolgens een premie waarvan de hoogte
afhankelijk is gesteld van de kredietwaardigheid van de bank. 

In 2009 komt voor 115 mln aan premie-inkomsten voor deze regeling
binnen. Voor 2010 is een bedrag geraamd voor 351 mln.

Verder gaat het hierbij om relatief simpele leningen (plain vanilla
leningen) met een maximale looptijd van 5 jaar. 

Door deze voorwaarden is het risico van deze regeling beheersbaar.

Op de site van de dsta staat de volgende tekst:

De garantie strekt zich uit tot eenvoudige senior unsecured loans. Dit
zijn niet-achtergestelde leningen zonder onderpand, in de vorm van
‘plain vanilla’ commercial paper, certificates of deposit of medium
term notes, met een looptijd van minimaal 3 en maximaal 60 maanden. De
garantiepremie is afhankelijk van de kredietwaardigheid van de betrokken
bank en wordt gebaseerd op historische credit default swap spreads,
vermeerderd met 50 basispunten. Voor looptijden tot een jaar worden
alleen 50 basispunten in rekening gebracht. De CDS-spreads zijn per
rating categorie gemaximeerd. Dit betekent dat voor leningen met een
looptijd van méér dan 1 jaar de volgende maximale jaarlijkse
garantiepremie wordt gehanteerd:

Alle banken met een Nederlandse bankvergunning kunnen een garantie
aanvragen bij het Agentschap van het Ministerie van Financiën.
Voorafgaand aan het verlenen van een garantie zal De Nederlandse Bank
worden geconsulteerd ten aanzien van de liquiditeit en solvabiliteit van
de aanvragende bank. Banken die van de Garantieregeling gebruik maken
zijn, in het kader van aanbiedingen van aldus gegarandeerde effecten aan
het publiek of verzoeken tot toelating van deze effecten tot de handel
op een in Nederland gelegen of functionerende gereglementeerde markt,
niet verplicht een prospectus algemeen verkrijgbaar te stellen die is
goedgekeurd door de Autoriteit Financiële Markten. Per garantie kan
meer dan 1 keer worden uitgegeven tot aan het maximum gegarandeerde
bedrag.

Vraag De Neree (CDA)

Hoe staat het met de verdiepingsslag naar het advies van de Raad voor de
financiële verhoudingen over de provincies en de contra-expertise van
het IPO? 

Antwoord

Momenteel vindt de verdiepingsslag plaats in een werkgroep van Rijk en
provincies. Deze werkgroep levert 1 november een rapport op waar
bestuurlijk overleg over zal plaatsvinden tussen het Rijk en het IPO. 

De uitkomsten van dit bestuurlijk overleg worden meegenomen in de
kabinetsreactie op het Rfv advies dat begin volgend jaar aan uw Kamer
zal worden aangeboden. 

De wijze waarop provincies de voorgenomen korting van 300 mln. kunnen
invullen -zoals decentralisatiearrangementen of het overnemen van
projecten waarvoor een bedrag geraamd staat op de rijksbegroting- maakt
onderdeel uit van de verdiepingsslag.

Vraag De Neree (CDA)

De enorme verhoging van de WGA-premies voor het MKB en dat op een moment
dat ze nauwelijks nog tijd hebben na te denken of ze het risico privaat
willen onderbrengen. Op zijn minst zo de termijn voor het maken van de
keuze verlengd kunnen worden.

Vraag Weekers (VVD)

Reactie op brandbrief ao-risico.

Antwoord vragen De Neree en Weekers

In relatie tot de stijging van de WGA premie zijn reeds kamervragen
gesteld door g.a. Blok en Van Huijm. De minister van SZW zal u vandaag
een schriftelijke reactie doen toekomen.

Vraag Heerts (PvdA)

Bij de bewuste grafiek op pagina 46 van de Miljoenennota is uitgegaan
van een uitgavenontwikkeling van 2% per jaar. Graag krijg ik vóór de
eerste termijn van het kabinet diezelfde grafiek maar dan met een
uitgavenontwikkeling van 1,5% en van een half procent.

Antwoord 

In ons basispad zit ongeveer 2% groei van de overheidsuitgaven
jaar-op-jaar (exclusief ongeveer 1,5% nominale ontwikkeling uitgaande
van een economische groeiveronderstelling van 2%). Indien in dit
basispad uitgegaan wordt van lagere uitgavenontwikkeling levert dit het
volgende op: 

Een halve procent lagere groei op de overheidsuitgaven levert ongeveer
0,7% bbp EMU-saldo verbetering op. In totaal moet dan in 2015 ongeveer 5
miljard worden omgebogen.

Anderhalve procent lagere groei op de overheidsuitgaven levert ongeveer
2,2% bbp EMU-saldo verbetering op. In totaal moet dan in 2015 ongeveer
15 miljard worden omgebogen. 

Bovenstaande saldo-effecten zijn indicatief en exclusief economische
doorwerking. 

Het uitgaan van een lagere groeiveronderstelling in de uitgaven klinkt
eenvoudig, maar zal in de praktijk neerkomen op forse ombuigingen op
bestaande arrangementen. Zo zit een groot deel van de uitgavengroei in
de gezondheidszorg en de AOW. Voor de zorg is gerekend met een
uitgavengroei van 4,8%, uitgaande van een economische groei van 2%. Dat
is dus hoger dan de gemiddelde totale groei van de uitgaven. Het
maximeren van deze ‘automatische’ groei betekent dat ieder jaar
bestaande zorgarrangementen fors moeten worden aangepast om de groei er
uit te halen. Hetzelfde geldt voor de AOW. Ook het infrastructuurfonds
groeit fors. Het aftoppen van deze groei betekent dat geplande
infraprojecten moeten worden geschrapt of uitgesteld. 

Cijfermatige onderbouwing bij 2% groeiscenario:

	2011 (mld)	2015 (mld)	Lagere uitgaven (mld)	Bruto opbrengst (% bbp)

Uitgaven basispad (ongeveer 2% uitgavengroei)	-250	-285



Een ½% lagere groei bij de uitgaven	-250	-280	-5	-0,7%

1½% lagere groei bij de uitgaven	-250	-270	-15	-2,2%



Indien soortgelijke besparingen worden gebruikt bij verschillende
groeiscenario’s, krijg je de volgende twee figuren:

Uitgaan van ½% lagere uitgavengroei (5 miljard ombuigen) 

EMU-saldo bij 1% groeiscenario: tussen de -6% en -8%

EMU-saldo bij 2% groeiscenario: tussen de -3% en -5%

EMU-saldo bij 3% groeiscenario: tussen de -1% en -3%

Uitgaan van 1½% lagere uitgavengroei (15 miljard ombuigen) 

EMU-saldo bij 1% groeiscenario: tussen de -4½% en -6½%

EMU-saldo bij 2% groeiscenario: tussen de -1½% en -3½%

EMU-saldo bij 3% groeiscenario: tussen de ½% en -1½%

 Vraag Heerts (PvdA)

Maar wat weten we van de situatie van ZZP’ers. Hebben die hun
opdrachten zien halveren, of valt dat mee? Of is het nog veel erger?
Welke gegevens heeft het kabinet hierover, en zouden die niet
systematisch moeten worden bijgehouden?

Antwoord

Er bestaat een diffuus beeld over de zzp’er in de crisis. Enerzijds
zijn er zzp’ers in moeilijkheden geraakt vanwege de economische
neergang en anderzijds zijn er zzp’ers die weten te profiteren, juist
ook vanwege hun flexibele kenmerken. Deze kenmerken maken zzp’ers
extra aantrekkelijk op de huidige arbeidsmarkt.

Er zijn weinig cijfers en statistieken bekend omtrent zelfstandigen
zonder personeel. Dat is naar de aard van de werkzaamheden en
karakteristieken van de groep zzp’ers overigens ook niet eenvoudig .De
overheid monitort ook niet het aantal opdrachten dat wordt verkregen. 

Hoewel systematische informatie ontbreekt, hebben verschillende
zelfstandigenorganisaties zelf hun eigen 'thermometer' ontwikkeld. Een
voorbeeld is de crisisindex van FNV zelfstandigen. De signalen zijn niet
altijd eenduidig. Deze verschillen per sector en zelfs binnen sectoren. 

Regioplan doet in opdracht van de Raad voor Werk en Inkomen (RWI)
onderzoek naar zzp’ers en scholing. Daarbij worden ook vragen
betrokken over de impact van crises. Het onderzoek is momenteel gaande.
Bij de afronding beschikken we over meer informatie. 

Het kabinet heeft de SER onlangs advies gevraagd over de gevolgen van
het groeiend aantal zzp’ers voor de structuur van de arbeidsmarkt. Uit
de analyse van de SER zal naar verwachting meer informatie komen omtrent
de bijdrage van de zelfstandigen aan de economische dynamiek en of de
economische betekenis van de zelfstandigen verschilt per sector. 

Vraag Heerts (PvdA)

Bij de Algemene Politieke Beschouwingen heeft de premier de toezegging
gedaan dat voortaan, net als bij de gemeente Rotterdam, ook bij
aanbestedingen die door de landelijke overheid worden gedaan, één op
de twintig werknemers een langdurig werkzoekende is. Graag hoor ik van
de minister wanneer dit staande praktijk zal zijn.

Antwoord 

Het kabinet is nu bezig de feiten en mogelijkheden met betrekking tot
dit voorstel op een rij te krijgen. U ontvangt vóór het eind van het
jaar nadere informatie over de uitwerking van dit voorstel.

Vraag Heerts (PvdA) 

Op Prinsjesdag heeft het kabinet aangekondigd de garantieregelingen te
verruimen. Twee vragen hierover: voor welk bedrag zijn er tot nu toe
garanties afgegeven bij zowel de Garantiefaciliteit
Ondernemingsfinancieringen en de Groeifaciliteit? En zijn beide
regelingen genoeg bekend?

Antwoord vraag

Garantie Ondernemingsfinanciering

Deze tijdelijke regeling, ingevoerd vanwege de kredietcrisis, bouwt
voort op de Groeifaciliteit en omvat een garantie van 50% op leningen
tot maximaal 150 mln. Op Prinsjesdag is bekend gemaakt dat dit plafond
verhoogd is naar 150 mln., daarvoor bedroeg het 50 mln.

De regeling is 6 maart 2009 gepubliceerd en loopt t/m 31 december 2010.
Het garantieplafond is 1,5 mld.

Gebruik: Per 31 augustus jl., dus nog voor de verhoging naar 150 mln.,
zijn 19 voorstellen met een gezamenlijke leningsomvang van 171 mln.
gefiatteerd. De benutting van het garantieplafond bedraagt per 31
augustus 2009 dus 50% van 171 mln. is 85,5 mln. 

Wel zien we een toename van het gebruik. De eerste garantie is van
afgelopen mei, vervolgens lopen de aanvragen gestaag op. 

Groeifaciliteit

Dit betreft een 50% garantie op risicokapitaal (aandelen en
achtergestelde leningen waar geen zekerheden op zijn gevestigd)
verstrekt door banken en participatiemaatschappijen t.b.v. het MKB. Het
maximum vermogen voor aandelen of achtergestelde leningen dat onder de
regeling gebracht kan worden, is op Prinsjesdag tijdelijk verruimd naar
25 mln. (daarvoor gold een maximum van 5 mln.) Voor 2009 is een
garantieplafond gepubliceerd van 119 mln. 

Gebruik: Per 31 augustus jl., dus nog voor de verhoging naar 25 mln.,
bedroeg de benutting van de Groeifaciliteit 6,9 mln. 

De Groeifaciliteit is bedoeld voor het financieren van de expansie van
groeiers en bedrijfsoverdrachten. Voor beide zaken geldt dat door de
recessie de markt nu heel beperkt is. Hierdoor is de vraag naar de
Groeifaciliteit heel beperkt. 

Bekendheid regelingen

Overheid, ondernemersorganisaties en de banken onderkennen de
problematiek op het terrein van ondernemingsfinanciering. Om deze
problemen het hoofd te bieden werken deze partijen gezamenlijk aan een
aantal afspraken rondom het vergroten van de bekendheid en het gebruik
van de bestaande financieringsregelingen en het opzetten van een
kredietdesk. Intensivering van de communicatie rondom de
financieringsregelingen zal zich richten op zowel de bekendheid als het
gebruik van deze instrumenten door de banken, ondernemers en ook
intermediaire organisaties en adviseurs.  

Vraag Weekers (VVD)

Ook de bezuinigingsplannen van minister Klink zijn vorige week door het
CPB als boterzacht bestempeld. Waren dit de plannen die invulling moeten
geven aan het houdbaarheidspakket van het aanvullend beleidsakkoord? Wat
gaat u doen om de zorg betaalbaar te houden?

Antwoord

Het CPB heeft een globale beoordeling gemaakt van de
houdbaarheidsmaatregelen in de curatieve zorg (zoals aangekondigd in het
aanvullend beleidsakkoord) en aangegeven dat een definitieve beoordeling
van het budgettaire effect niet te maken is omdat de maatregelen
onvoldoende geconcretiseerd of voorwaardelijk zijn.

Het CPB heeft daarbij overigens ook aangegeven dat de maatregelen ruimte
scheppen voor betere, op de patiënt toegesneden zorg. 

Het CPB stelt dat het plausibel is dat de maatregelen de doelmatigheid
of de kwaliteit in de zorg bevorderen, maar dat de maatregelen ook
kunnen leiden tot extra aanbod van zorg. 

Het CPB betwijfelt daarom of de door het kabinet gewenste opbrengst
wordt gehaald. Het kabinet zal de komende maanden de maatregelen verder
uitwerken, waarbij gekeken wordt hoe de door het CPB gesignaleerde
punten ondervangen kunnen worden.

De definitieve samenstelling van het pakket aan maatregelen is derhalve
nog niet bekend.  Zodra de nadere uitwerking is afgerond, zal bekend
zijn voor welke zorgtoeslag-variant het kabinet kiest en hoe het pakket
aan maatregelen in de curatieve zorg er uit ziet. 

Eind van 2009 zal het parlement het complete voorstel m.b.t. de
curatieve zorg ontvangen.

Vraag Cramer (CU)

Voor Nederland is het hiernaast minstens zo belangrijk hoe andere
Eurolanden het herstel van de overheidsfinanciën gaan oppakken. Als de
oplossing wordt gezocht in het laten rollen van de geldpers – en
daarmee het toenemen van de inflatie – kan Nederland heroverwegen wat
het wil, maar dan raken wij diep in de problemen. Hoe gaat de minister
er voor zorgen het Stabiliteits en Groeipact weer op de Europese agenda
komt?

Antwoord

Het SGP staat nog steeds onverminderd op de Europese agenda en is er nog
nooit afgeweest. De Ecofin Raad spreekt hier iedere maand uitvoerig
over. De gebruikelijke procedures en instrumenten van het SGP blijven
gewoon in werking, waarbij opgemerkt dient te worden dat de termijnen
voor het terugdringen van de buitensporige tekorten dit keer, conform de
regels van het SGP, wat ruimer zijn gesteld vanwege het uitzonderlijke
karakter van deze crisis. 

In praktijk betekent dit dat voor de meeste EU-lidstaten een
buitensporigtekortprocedure gestart is of zal worden gestart. Voor elf
landen is er reeds een buitensporigtekortprocedure gestart, omdat deze
landen al voor 2009 een tekort boven de 3%-grens hadden. Voor acht
landen, waaronder Nederland, zal in december een dergelijke procedure
gestart worden. 

Onderdeel van deze procedure is dat lidstaten aanbevelingen krijgen om
het tekort terug brengen onder de 3%-grens (inclusief een deadline),
waarbij er gedifferentieerd zal worden tussen lidstaten. 

De voortgang die lidstaten maken met het realiseren van deze
aanbevelingen zal regelmatig worden besproken in de Ecofin Raad. Ook
spreekt de Ecofin Raad over de houdbaarheid van de overheidsfinanciën
en exitstrategieën. Ook tijdens de informele Ecofin van deze week is
dit een belangrijk onderwerp.

Vraag Cramer (Christenunie) 

Hoe kan dit kabinet in internationaal verband het klimaat zo hoog op de
agenda plaatsen, terwijl het in eigen land de plannen nauwelijks
uitvoert? Kan ik van deze minister een krachtige aansporing verwachten
richting zijn verantwoordelijke collega’s?

Antwoord 

Duurzaam energie- en klimaatbeleid is een ambitie die het kabinet hoog
in het vaandel heeft staan. Juist daarom zijn in het Aanvullend
Beleidsakkoord extra middelen vrijgemaakt voor de SDE-regeling. 

Hiermee wordt de ambitie voor deze kabinetsperiode met 500 MW vergroot
tot 950 MW Wind op Zee. Dit geld blijft absoluut niet op de plank
liggen: aan het einde van dit jaar wordt een tender voor deze 450 + 500
MW uitgeschreven. Begin volgend jaar worden deze middelen bestemd. Er
vindt dus een voortvarende besteding van de middelen uit het Aanvullend
Beleidsakkoord plaats.

Met betrekking tot de SDE-opslag: in de brief aan de Tweede Kamer van 17
april jl. is aangegeven dat de minister van Economische Zaken voor het
einde van 2009 de Kamer zal informeren over de de vormgeving van deze
nieuwe financieringswijze en de consequenties daarvan.

 PAGE