[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Overzicht van bestaande en in voorbereiding zijnde grenzenstellende en perspectief biedende maatregelen & van onderzoeken (update 20/8/09)

Bijlage

Nummer: 2009D47494, datum: 2009-10-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Bijlage bij: Kabinetsbeleid Antilliaans Nederlands probleemjongeren vanaf 2010 (2009D47490)

Preview document (🔗 origineel)


Bijlage 2. Overzicht van bestaande en in voorbereiding zijnde
grenzenstellende en perspectief biedende maatregelen & van onderzoeken
(update 20/8/09)

Bestaande grenzenstellende maatregelen

Actieplan overlast en verloedering (BZK, Justitie, J&G en WWI)

In het kader van het project Veiligheid begint bij Voorkomen en het
Actieplan Overlast en Verloedering zijn diverse maatregelen in gang
gezet om overlastgevende en criminele jongeren aan te pakken. De aanpak
van overlast en verloedering heeft met het Actieplan overlast en
verloedering (maart 2008, looptijd tot 2011) een extra impuls gekregen. 

(Super)snelrecht (Justitie)

Met de Raad voor de rechtspraak is overeengekomen dat bij alle
rechtbanken de mogelijkheid wordt gecreëerd om zaken die zich daartoe
kwalificeren binnen de termijn van inbewaringstelling op zitting te
brengen (snelrecht). In geval van (te verwachten) grootschalige openbare
ordeverstoringen of in het kader van evenementen, voetbalwedstrijden of
gerichte (alcohol)controles, kan eveneens bij alle rechtbanken de zaak
binnen de termijn voor inverzekeringstelling op zitting worden gebracht
(supersnelrecht).

Veiligheidshuizen/casusoverleg (Justitie)

Op lokaal niveau worden momenteel goede ervaringen opgedaan met de
samenwerking bij de aanpak van deze jongeren in het Veiligheidshuis of
het justitieel casusoverleg. In de loop van 2009 zal een landelijk
dekkend systeem van Veiligheidshuizen gerealiseerd zijn door de
realisatie van circa  40 Veiligheidshuizen.

Beke/Ferwerda aanpak (BZK en Justitie) 

In verschillende gemeenten zijn zeer goede ervaringen opgedaan met de
zogeheten groepsaanpak volgens de systematiek van Beke en Ferwerda. Met
deze systematiek worden op lokaal niveau 3 typen jeugdgroepen in kaart
gebracht zodat een gerichte aanpak kan worden ingezet. Het gaat om
“hinderlijke”, “overlastgevende”en “criminele” jeugdgroepen.
Het ministerie van BZK heeft aan de politiekorpsen financiële middelen
beschikbaar gesteld om de registratie van jeugdgroepen op lokaal niveau
te verbeteren en om vanaf eind 2009 een jaarlijks beeld van de
jeugdgroepen te realiseren.

Landelijk Expertise Centrum Diversiteit (LECD) (BZK) 

Het LECD heeft in 2001 de Expertgroep Diversiteit opgericht. De
Expertgroep Diversiteit is opgebouwd uit politiemensen met allerhande
culturele achtergronden, die veelal in andere regio’s al ervaring
hebben opgedaan met betrekking tot diversiteitzaken. Zij worden ingezet
op plekken in het land, waar politieteams extra kennis en/of
competenties nodig hebben. 

Overigens heeft de minister van Binnenlandse Zaken in 2007 met de
korpsbeheerders afspraken gemaakt over een meer divers samengesteld
personeelsbestand bij de politie.

Experiment FFKappe (BZK)

Onder verantwoordelijkheid van de minister van BZK zullen in
een aantal gemeenten vervolgpilots plaatsvinden met
de ‘FFKappe’-aanpak, waarin met jongeren die overlast veroorzaken
een contract wordt gesloten over hun gedrag. Wanneer dit niet leidt tot
afname van de overlast, kan de jongere een bevel van de burgemeester
krijgen. Overtreding van dit bevel kan leiden tot strafrechtelijke
vervolging. Met verschillende gemeenten is contact gelegd over mogelijke
pilots.

Gedragscodes in buurten en op scholen (Justitie)

Het kabinet stimuleert het opzetten van lokale gedragscodeprojecten
teneinde het wederzijds respect en vreedzame omgangsvormen tussen
burgers te bevorderen. Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en
Veiligheid (CCV) heeft in opdracht van het ministerie van Justitie
hiervoor een handreiking ontwikkeld, die de vorm van een stappenplan
heeft. De handreiking is via de website www.hetccv.nl voor iedereen
beschikbaar. 

Buurtbemiddeling en jongerenbuurtbemiddeling (Justitie)

Ook bemiddelingsprojecten zijn in het kader van normstelling en het
tegengaan van ongewenst gedrag relevant. Buurtbemiddeling draagt bij aan
sociale cohesie, veiligheid en leefbaarheid van wijken. Uit de evaluatie
‘het succes van buurtbemiddeling’ (2004) bleek dat meer dan 90% van
de lokale betrokkenen tevreden tot zeer tevreden over buurtbemiddeling
zijn. Justitie wil deze effectief gebleken aanpak stimuleren en streeft
derhalve naar een verdubbeling van het aantal buurtbemiddelingsprojecten
van 70 in 2007 naar 150 in 2010. Jongerenbuurtbemiddeling richt zich
specifiek op buurtconflicten met of tussen jongeren. Voor deze variant
op buurtbemiddeling wordt momenteel een aanpak ontwikkeld. In januari
2009 zal in vijf gemeenten een pilot met jongerenbuurtbemiddeling van
start gaan.

Ontwikkeling van effectieve gedragsinterventies voor jeugdigen
(Justitie) 

Met het oog op verbetering van de persoonsgerichte aanpak worden
effectieve gedragsinterventies ontwikkeld, die ter beoordeling worden
voorgelegd aan de Erkenningcommissie Gedragsinterventies Justitie.
Inmiddels zijn dertien gedragsinterventies voor minderjarigen
(voorlopig) erkend. De persoonsgerichte aanpak heeft ook een nieuwe
impuls gekregen door de inwerkingtreding (op 1 februari 2008) van het
wetvoorstel gedragsbeïnvloeding jeugdigen. De wet biedt de rechter de
mogelijkheid om alle jeugdsancties met elkaar te combineren en heeft een
nieuwe maatregel toegevoegd, namelijk de gedragsbeïnvloedende
maatregel. Ook de mogelijkheden om sancties en verschillende vormen van
behandeling en begeleiding te combineren, worden vergroot. Voor zover
programma’s voor Antilliaanse Nederlanders in het strafrecht worden
toegepast, geldt dientengevolge dat ook deze op termijn dienen te zijn
erkend door genoemde commissie.

In voorbereiding zijnde grenzenstellende maatregelen

Wetsvoorstel maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige
overlast (BZK en Justitie)

Het wetsvoorstel maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige
overlast maakt het mogelijk om in een vroegtijdig stadium te
interveniëren. De burgemeester krijgt met dit wetsvoorstel de
mogelijkheid om diegenen die structureel overlast veroorzaken een
gebiedsverbod, een groepsverbod en/of meldingsplicht op te leggen.
Daarnaast kan de burgemeester een bevel geven aan de ouders van een kind
beneden de leeftijd van twaalf jaren indien dit kind in groepsverband
herhaaldelijk de openbare orde heeft verstoord. In geval van een
gepleegd strafbaar feit waardoor de openbare orde ernstig is verstoord,
dan wel in verband waarmee vrees bestaat voor ernstig belastend gedrag
van de verdachte jegens personen dan wel aanhoudende vernielingen, kan
de officier van justitie – vooruitlopend op het oordeel van de rechter
- een gedragsaanwijzing opleggen. Hierbij kan het gaan om een
gebiedsverbod, een meldingsplicht, een contactverbod en een aanwijzing
zich te doen begeleiden. Met deze maatregelen kan ernstig overlastgevend
gedrag sneller en effectiever aangepakt worden. Het wetsvoorstel is op 7
april 2009 aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste kamercommissie
voor BZK/AZ heeft op 9 juni 2009 verslag uitgebracht en wacht op de
memorie van antwoord. Het wetsvoorstel gaat in het najaar in
consultatie. In aanvulling op dit voorstel is de minister van Justitie
voornemens de rechter de bevoegdheid te geven om een wijkverbod als
zelfstandige maatregel op te leggen bij gevallen van overlast.

Wijkverbod (Justitie)

Rechters krijgen de mogelijkheid een wijkverbod als zelfstandige
maatregel op te leggen om overlast van probleemjongeren effectief te
bestraffen. De rechter kan de vrijheidsbeperkende maatregel opleggen in
plaats van of naast een geldstraf of vrijheidsstraf. In de praktijk zal
het effect van een wijkverbod als zelfstandige maatregel groter zijn
omdat voor een langere duur kan worden gekozen dan bij een
voorwaardelijke gevangenisstraf. Hierdoor kan het strafrecht bijdragen
aan de leefbaarheid in steden en wijken. Bovendien sluit het goed aan
bij het snelrecht en de ontwikkeling van de Veiligheidshuizen, waarin
gemeenten, jeugd- en zorginstellingen, politie en justitie onder één
dak samenwerken. Het wetsvoorstel gaat in het najaar van 2009 in
consultatie.

Regierol gemeenten veiligheidsbeleid (BZK en Justitie) 

De regierol van gemeenten op het gebied van het gemeentelijke
veiligheidsbeleid zal wettelijk worden verankerd. Tenminste één maal
in de vier jaar wordt een veiligheidsbeleidsplan opgesteld op grond van
een analyse van de lokale veiligheidssituatie en de te verwachten
ontwikkelingen in de eerstvolgende vier jaar.

Kennisfundament (WODC/Justitie) 

Door het WODC van het ministerie van Justitie is het Kennisfundament
ontwikkeld voor de ondersteuning van de gemeenten bij de aanpak van de
criminaliteit onder Marokkaans-Nederlandse jongens. Het instrument geeft
inzicht in de werkzame mechanismen bij het voorkomen van criminaliteit
en recidive. Het Kennisfundament is bedoeld om de lokale partners in
staat te stellen hun aanpak te optimaliseren. Om het Kennisfundament ook
toe te kunnen passen voor Antilliaans-Nederlandse jongeren is in
opdracht van het WODC een aanvulling gemaakt om het Kennisfundament meer
toe te snijden op de problematiek van deze doelgroep. De toepassing in
de praktijk voor zowel de Marokkaans-Nederlandse als de
Antilliaanse-Nederlandse jongeren worden pilotes uitgevoerd in een
tweetal steden. Advies- en Onderzoeksbureau Beke en het WODC doen in
twee steden een praktijkproef om het Kennisfundament toe te passen. Uit
de pilots blijkt dat het kennisfundament een goede bijdrage kan leveren
aan een onderbouwing en de verdere verbetering van de aanpak in de
gemeenten. Om de beschikbare kennis toe te passen is een intensieve
interactie tussen de wetenschappers en de beleidsmakers op het niveau
van de gemeenten nodig. Dit zal onderdeel uitmaken van de vervolgaanpak
in het najaar van 2009.

Stevige aanpak Twaalfminners (Justitie, J&G en BZK) 

Steeds meer gemeenten geven aan dat jonge kinderen betrokken zijn bij
incidenten. Vanaf  2009 worden deze zogenaamde “12-minners” met
politiecontacten eenduidig geregistreerd. Hierdoor wordt crimineel
gedrag van kinderen beter inzichtelijk en kan snel en gericht
strafrechtelijk worden ingegrepen op het moment dat de jeugdige na zijn
twaalfde verjaardag opnieuw de fout in gaat. Er komt een nieuwe reactie
ter vervanging van de huidige STOP maatregel. Om kinderen die het risico
lopen het criminele pad op te gaan tijdig te herkennen is het
signaleringsinstrument “ProKids” ontwikkeld. Dit instrument wordt
van mei ’09- mei ’10 in vier pilots getest waarna in 2010 mogelijk
een landelijke uitrol volgt. Als de politie zich zorgen maakt over het
mogelijk afglijden van de 12-min verdachte dan wordt deze jongere met
een zorgformulier aangemeld bij het Bureau Jeugdzorg. Dat zal het gezin
de nodige hulp aanbieden. Mocht vrijwillige hulpverlening onvoldoende
effect hebben dan zal de Raad voor de Kinderbescherming een onderzoek
starten en zo nodig via de rechter een civielrechtelijke maatregel
vragen. Het uiterste middel is in dat geval een uithuisplaatsing.
Onderzocht word of het opschorten van de kinderbijslag van ouders die
niet mee werken aan de opvoeding van hun kind   Daarnaast wordt
onderzocht of de uitbetaling van de kinderbijslag opgeschort kan worden
ingeval ouders zich zelfs binnen een dwangkader onttrekken aan de
noodzakelijke hulpverlening. Tevens wordt de mogelijkheid tot het
opleggen van een boete aan onwillende ouders onderzocht.

Snelle inzet van kinderbeschermingsmaatregelen (J&G en JUS)

Het kabinet verruimt de mogelijkheden om een minderjarige onder toezicht
te stellen. De rechter kan deze maatregel straks ook opleggen aan
kinderen met minder ernstige problemen waar ingrijpen toch gewenst is.
Daarnaast krijgt de burgemeester via de raad voor de kinderbescherming
toegang tot de kinderrechter om opvoedondersteuning af te kunnen dwingen
in situaties waar dat voor de ontwikkeling van het kind noodzakelijk is
en ondersteuning niet op vrijwillige basis wordt aanvaard. Indien de
raad voor de kinderbescherming niet tot indiening van een verzoek tot
ondertoezichtstelling overgaat nadat hij melding van de burgemeester
heeft ontvangen dat een maatregel met betrekking tot het gezag dient te
worden overwogen, kan ook de burgemeester (net als bureau jeugdzorg) de
raad verzoeken binnen twee weken het oordeel van de kinderrechter te
vragen of een kinderbeschermingsmaatregel nodig is. Het wetsvoorstel
Herziening kinderbeschermingsmaatregelen is in juli 2009 aan de Tweede
Kamer aangeboden en treedt naar verwachting op 1 januari 2011 in
werking.

Bestaande perspectief biedende maatregelen 

Wonen, Wijken en Integratie 

De hoofdlijnen van het integratiebeleid staan beschreven in de
Integratienota 2007 – 2011 “Zorg dat je erbij hoort”. Het beleid
richt zich in beginsel niet op specifieke etnische, culturele of
levensbeschouwelijke groepen, maar op het tegengaan van segregatie, het
wegnemen van belemmeringen en het bieden van kansen voor sociale,
culturele en economische participatie. Alleen in uitzonderlijke
situaties is een specifieke aanpak te rechtvaardigen. De

oververtegenwoordiging van Antilliaanse en Marokkaanse jongeren in de
criminaliteitscijfers is naar het oordeel van het kabinet zo’n
bijzondere situatie. Hierin gaat een krachtige repressieve aanpak van
daders gepaard met het bieden van concrete perspectieven op 
maatschappelijke participatie. De gemeenschappelijke integratieagenda
“Datgene wat ons bindt” is een handreiking voor gemeenten. De
handreiking beoogt meer samenhang te creëren tussen de activiteiten van
Rijk en gemeenten op het gebied van integratie.

Omgevingsanalyse (OCW en J&G)

In opdracht van OCW en J&G is een hulpmiddel ontwikkeld waarmee
CJG-professionals een omgevingsanalyse van jonge kinderen kunnen
uitvoeren om te zien of zij een risico hebben op een taalachterstand in
het Nederlands. Op basis van deze analyse kunnen de ouders een
VVE-advies voor hun kinderen krijgen. 

Experimenten achter de voordeur: één gezin-één plan (WWI en J&G)

De problemen die “achter de voordeur” plaatsvinden zijn in de
praktijk divers en complex van aard. Het kan gaan om problemen zoals
schulden, langdurige werkloosheid, schooluitval, opvoedproblemen en
dergelijke. In het kader van de wijkaanpak zijn in zeven gemeenten
experimenten gestart hoe de gecoördineerde hulpverlening aan
multiprobleemgezinnen het best georganiseerd kan worden. In de
experimenten ondersteunt het rijk gemeenten en instanties om de
samenhangende aanpak in de praktijk vorm te geven. Looptijd 2009-2010.

Nazorg na detentie (Justitie) 

Het kabinet hecht belang bij verbetering in de nazorg voor
ex-gedetineerden. Voor ex-gedetineerden om te voorkomen dat zij in hun
oude gedrag terugvallen, voor burgers omdat zij gebaat zijn bij een
veilige omgeving, met minder overlast en criminaliteit. "De verbetering
van de nazorg vindt plaats in het kader van het Justitieprogramma
"Veiligheid begint bij Voorkomen". Per 1 april 2009  is een
nazorgstelsel in werking getreden waarbij gemeenten actief betrokken
worden bij de totstandkoming van een nazorgplan voor jeugdigen die de
justitiële inrichting verlaten. In die gemeenten waar een specifiek
aanbod voor de Antilliaans-Nederlandse jongeren beschikbaar is, kan dit
onderdeel worden van dit individuele nazorgplan. Op 7 juli 2009 hebben
Staatssecretaris Albayrak van Justitie en VNG-voorzitter Jorritsma een
samenwerkingsmodel ondertekend waarmee de nazorg voor ex-gedetineerden
wordt versterkt. 

Uitbreiding inzet Interactieteam FORUM (WWI)

Het Interactieteam telt op dit moment 26 leden, de samenstelling is
multidisciplinair en multi-etnisch. Vanuit het Interactieteam wordt
gevraagd en ongevraagd geadviseerd over de aanpak van zich op lokaal
niveau voordoende problemen op gebied van (allochtone) jeugd en
veiligheid en interetnische spanningen.

Diversiteit in het Jeugdbeleid (J&G/WWI)

Jeugdzorg moet toegesneden zijn op de diversiteit die er is aan ouders
en kinderen. Daarom investeert Jeugd en Gezin, samen met het
programmaministerie Wonen Werken en Integratie, € 10 miljoen, in
Diversiteit in het jeugdbeleid. Hiermee willen we bereiken dat
migrantenkinderen en hun ouders even goed worden bereikt door algemene
voorzieningen, zoals opvoedondersteuning, peuterspeelzaalwerk, jeugd- en
jongerenwerk, spel en bewegen en dat ook bij migranten problemen in de
opvoeding en ontwikkeling vroegtijdig worden gesignaleerd en aangepakt.
Het programma ‘diversiteit in het jeugdbeleid’ omvat drie lijnen:
interculturele kennisontwikkeling, versterking intercultureel
vakmanschap én versterken van lokale jeugdvoorzieningen.

Campussen (J&G, OCW, SZW, Justitie) 

Het kabinet wil jongeren zonder zicht op opleiding of arbeid die dreigen
af te glijden naar maatschappelijk ongewenst gedrag, met een strakke
aanpak terugleiden naar maatschappelijke participatie. In negen pilots
campussen krijgen jongeren de zorg, werkervaring, training, motivatie en
discipline die ze nodig hebben voor deelname regulier onderwijs of
arbeidsmarkt. De pilots worden in 2010 geëvalueerd met het oog op een
structurele regeling.

Zorg advies teams (ZAT’s) (J&G en OCW)

In Zorg- en Adviesteams werken professionals samen met scholen om
problemen van kinderen op te lossen. In deze teams werken professionals
vanuit de zorg, welzijn, veiligheid, justitie en het onderwijs samen
rondom basis en voortgezet onderwijs. Het onderwijs heeft de taak om
voor elk kind en elke jongere met een beperking een goed onderwijsaanbod
te creëren. Voor niet onderwijsgerelateerde problemen is hulp van
andere professionals, zoals maatschappelijk werk en
Jeugd(gezondheids)zorg noodzakelijk. In 2011 moet volledige dekking van
goed werkende ZAT’s in alle niveaus van het onderwijs zijn
gerealiseerd.

Herstart, Op de Rails en Rebound (OCW)

Bedoeld voor jongeren die dreigen uit te vallen van school, niet meer
naar school komen of niet meer te handhaven zijn vanwege
gedragsproblemen en die een bedreiging vormen voor de veiligheid van
medeleerlingen en docenten. Zij kunnen terecht bij Herstart (langdurig
thuiszitters), Op de Rails (gedragsproblemen maar zonder indicatie
speciaal onderwijs) en Reboundvoorzieningen (gedragsproblemen die leiden
tot veiligheidsproblemen in de klas). Doel is dat de jongeren na een
aantal maanden tot een jaar weer kunnen instromen in het regulier of
speciaal onderwijs. 

Kwaliteitsteam Veiligheid (OCW) 

De kwaliteitsteams bestaan uit deskundigen op het terrein van sociale
veiligheid. De teams worden op verzoek van (samenwerkingsverbanden van)
scholen ingezet. Ze voeren op locatie een quick scan uit en  bieden 
advies op maat. De teams adviseren over mogelijk oplossingen voor
gesignaleerde knelpunten, leggen daarbij zonodig de relatie met
leerlingenzorg en het ZAT en ondersteunen scholen bij het maken en
waarborgen van (bestuurlijke) afspraken. De teams behandelen geen
individuele casuïstiek of acute crisissituaties.

VVE en Schakelklassen (OCW)

De VVE-programma’s richten zich op taalstimulering vanuit
peuterspeelzaal, kinderdagverblijf en groep 1 en 2 van de basisschool.
Doel is kans op goede schoolloopbaan en maatschappelijke carrière te
vergroten. Het kabinet streeft naar een 100% aanbod van VVE aan de
doelgroep. Schakelklassen hebben tot doel kinderen met een
taalachterstand met intensieve begeleiding weer in het reguliere
onderwijs of op een hoger onderwijsniveau te laten instromen. Uit
onderzoek blijkt dat de resultaten over het algemeen positief zijn.
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de voorschoolse educatie en
schakelklassen, scholen voor de vroegschoolse educatie. Via de Lokale
educatieve agenda maken gemeenten, scholen en kinderopvang maken
afspraken over samenwerking, vroegsignalering en de aanpak van
achterstanden. In juni 2009 is het wetsvoorstel Ontwikkelingskansen
door kwaliteit en educatie aangeboden (Kamerstukken II, 2008/09, 31 989,
nrs 1-3). Daarin wordt voorgesteld dat gemeenten de verantwoordelijkheid
krijgen om een dekkend aanbod van VVE te realiseren voor de
doelgroepkinderen. Verder worden gemeenten verplicht met betrokken
organisaties afspraken te maken over het bereik van het aantal
doelgroepkinderen te optimaliseren.

Gewichtenregeling PO (OCW)

De gewichtenregeling bepaalt hoeveel middelen een basisschool ontvangt
voor het bestrijden van onderwijsachterstanden. De school ontvangt een
bedrag per leerling, zodra een drempelwaarde (6%) is gepasseerd. De
hoogte van het bedrag is afhankelijk van het opleidingsniveau van
ouders. De scholen ontvangen het geld in de vorm van extra
personeelsformatie. Vanaf het schooljaar 2009-2010 krijgen scholen die
gevestigd zijn in de zogeheten impulsgebieden, naast de
gewichtenmiddelen, een extra bedrag per gewichtenleerling. Het gaat dan
om scholen die gevestigd zijn in postcodegebieden met veel lage inkomens
en/of veel uitkeringen.

Het Leerplusarrangement VO (OCW)

De ene school voor voortgezet onderwijs heeft het zwaarder dan de andere
school met evenveel leerlingen. Deze andere factoren kunnen leiden tot
een opeenstapeling van problemen (‘probleemcumulatie’), zich onder
andere uitend in veel leerlingen met een verhoogd risico op spijbelen,
vertraging in schoolloopbanen, voortijdig schoolverlaten, criminaliteit
en/of jeugdzorgproblematiek. Deze probleemcumulatie kan zich voordoen in
alle schoolsoorten. Het Leerplusarrangement VO beoogt scholen die te
maken hebben met probleemcumulatie extra te ondersteunen door
aanvullende personele bekostiging.

Doelstelling van het Leerplusarrangement VO is het bijdragen aan
vermindering van voortijdig schoolverlaten, het beter dan voorheen
kunnen leveren van meer maatwerk aan leerlingen, en het maximaliseren
van de schoolprestaties door onder meer het voeren van expliciet
taal(achterstanden)beleid. Voor het Leerplusarrangement VO is per jaar
circa 60 miljoen euro beschikbaar. Voor de nieuwkomers/ vreemdelingen en
overige uitvoering Leerplus is aanvullend nog jaarlijks circa 19 miljoen
euro beschikbaar.

Aanval op de uitval (OCW) 

Het aantal nieuwe schooluitvallers moet in 2012 gehalveerd zijn. Het
accent ligt op preventie, hierbij zijn speerpunten: soepele overgang van
vmbo naar mbo, betere loopbaanbegeleiding, betere zorg op school, meer
aandacht voor 'doe-scholieren', maatwerk. De regionale aanpak VSV houdt
in: het Rijk heeft vierjarige prestatieconvenanten (2008-2012) gesloten
met gemeenten en scholen in alle 39 RMC-regio's (Regionaal Meld- en
Coördinatiefunctie). Daarbij staat een regionale aanpak van voortijdig
schoolverlaten met de gemeente als regisseur voorop en ligt de nadruk op
preventie van uitval. Daarnaast zijn en worden extra programmagelden VSV
ingezet in de regio’s voor de periode 2008-2009 en 2010-2011. 

Specifiek voor de doelgroep 'overbelaste jongeren' (jongeren die door
een opeenstapeling van problemen een groot risico lopen op
(maatschappelijke) uitval) wordt voor de schooljaren 2009/2010 en
2010/2011 incidenteel in totaal ca. €60 miljoen vrijgemaakt voor het
aanjagen van zogeheten plusvoorzieningen. Binnen een plusvoorziening
wordt een combinatie van kwalificerend onderwijs, zorg- en hulpverlening
en waar nodig arbeidstoeleiding aangeboden zodat ook deze jongeren hun
schoolloopbaan met succes kunnen afronden. Gemeenten krijgen structurele
middelen om deze voorzieningen ook na 2010 structureel te borgen. Binnen
de convenanten, programmagelden en de extra middelen voor 'overbelaste'
jongeren hebben regio’s de vrijheid om te investeren in een
preventieve aanpak van schooluitval voor bepaalde (etnische) groepen.

Meedoen jeugd door sport (VWS en WWI)

In dit programma worden de specifieke kenmerken van sport benut voor
opvoedings- en integratiedoelen van de (allochtone) jeugd. Dit gebeurt
door het creëren van ontmoeting tussen allochtone en autochtone jeugd
in de sport, het betrekken van hun ouders daarbij en het inzetten van
sportverenigingen en sportscholen. Doelen en resultaten van het
programma zijn: 

sportdeelname allochtonen vergroten

preventie: begeleiden van kwetsbare jongeren, het bevorderen van
volwaardig burgerschap en participatie van jongeren in de samenleving,
tegengaan van sociaal isolement en het voorkomen van overlast en
probleemgedrag

zorg: voorkomen van uitval van jongeren en/of het bewerkstelligen van
reïntegratie met behulp van sport en het aanpakken van overlast en
probleemgedrag.

Voogdijprotocol Nederlandse Antillen en Aruba (J&G) 

Minderjarige Antilliaans-Nederlandse jongeren (jonger dan 18 jaar) die

zich zelfstandig in Nederland willen vestigen, dienen voordat zij naar
Nederland vertrekken de voogdij te hebben geregeld. Tussen de ministers
van Justitie van Nederland en de Nederlandse Antillen zijn daarvoor
samenwerkingsafspraken gemaakt via een (gewijzigd) Voogdijprotocol. Met
Aruba bestonden tot voor kort geen formele afspraken omtrent de
voogdijregeling voor Arubaanse minderjarigen die zich zelfstandig in ons

land willen vestigen. De minister voor Jeugd en Gezin heeft in 2008 met
Aruba ook een voogdijprotocol afgesloten. De Tweede Kamer is op 27
augustus 2008 bij brief geïnformeerd over de voortgang van de
uitvoering van de voogdijprotocollen.

In voorbereiding zijnde perspectief biedende maatregelen

Laagdrempelige opvoedondersteuning via Centra voor Jeugd en Gezin (J&G)

Kinderen en ouders moeten dicht bij huis terechtkunnen voor informatie
en advies en voor hulp bij opgroeien en opvoeden. Het Centrum voor Jeugd
en Gezin bundelt lokale functies en taken op gezondheid, opgroeien en
opvoeden, voor kinderen en jongeren van -9 maanden tot 23 jaar en hun
ouders. Sinds het aantreden van het kabinet is de basis gelegd voor een
landelijke dekking van Centra voor Jeugd en Gezin in 2011. Er is een
basismodel vastgesteld, er is extra geld beschikbaar voor gemeenten en
in samenwerking met de VNG een ondersteuningsprogramma ontwikkeld.

Gemeentelijke regie jeugdketen (J&G)

Gemeenten worden regisseur van de jeugdketen. Dit houdt in dat gemeenten
zorgdragen voor sluitende samenwerkingsafspraken tussen alle
instellingen betrokken met jeugd: maatschappelijk werk, jeugdzorg,
jeugdgezondheidszorg, onderwijs, eerstelijns gezondheidszorg,
geestelijke gezondheidszorg, gehandicaptenzorg, instellingen voor werk
en inkomen, leerplicht ambtenaren, schuldhulpverlening,
woningcorportaties, politie, Openbaar ministerie en dergelijke. Een
belangrijk onderwerp waarover afspraken gemaakt moeten worden is de
coördinatie van de zorg als er meerdere hulpverleners bij een gezin
zijn betrokken. De gemeentelijke regierol is vastgelegd in het
wetsvoorstel Centra voor Jeugd en Gezin  en regierol gemeenten in de
jeugdketen dat juni 2009 aan de Tweede Kamer is aangeboden.

Wet investeren in Jongeren (SZW, J&G, OCW) 

De 'Wet investeren in jongeren' die per 1 oktober 2009 in werking
treedt, verplicht gemeenten jongeren van 16/18 tot 27 jaar die niet
werken of leren en die zich bij hen melden een werkleeraanbod te doen
(voor 16- en 17-jarigen geldt dit alleen als die jongeren een
startkwalificatie hebben behaald). Het werkleeraanbod kan bestaan uit
een baan, een vorm van scholing of een combinatie van beide, afgestemd
op de situatie van de jongeren. Als zij werk accepteren krijgen ze
salaris van de werkgever. Als dit salaris onvoldoende is of als zij een
leeraanbod hebben geaccepteerd, kunnen de jongeren in aanmerking komen
voor een inkomensvoorziening die even hoog is als een
bijstandsuitkering. Als zij het aanbod niet accepteren dan krijgen zij
ook geen inkomensvoorziening van de gemeente. Of een inkomensvoorziening
wordt toegekend is afhankelijk van het inkomen en vermogen van de
jongere en zijn of haar eventuele partner. Het kabinet wil jongeren
stimuleren hun school af te maken, hun opleiding te vervolgen, werken en
leren te combineren of een baan te aanvaarden. De voorgestelde
maatregelen zijn bedoeld om te bevorderen dat jongeren duurzaam aan de
slag komen en te voorkomen dat ze afhankelijk worden van de bijstand. 

Wijziging Rijkswet op het Nederlanderschap en voorgenomen Rijkswet
personenverkeer (Justitie)

De wijziging Rijkswet op het Nederlanderschap is in december 2008 bij de
TK ingediend. De voorgestelde wijziging heeft tot gevolg dat voor
naturalisandi, woonachtig op één van de zes eilanden, een taalexamen
Nederlands op A-2 niveau een verplichte voorwaarde voor de naturalisatie
wordt. Het traject rond de Rijkswet Personenverkeer loopt op dit moment.
De beoogde inwerkingtreding is thans het jaar 2010. Het voornemen is om
in deze rijkswet te voorzien in de mogelijkheid om een Nederlander
die nog geen tien jaar ononderbroken ingezetene is van een land
(Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten) of openbaar lichaam (de
eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba) om redenen van openbare orde
of openbare veiligheid een verbod op toegang tot en verblijf in dat land
of openbaar lichaam op te kunnen leggen, indien de Nederlander in
kwestie door zijn persoonlijk gedrag een actuele, daadwerkelijke en
ernstige bedreiging voor een fundamenteel belang van de samenleving van
dat land of openbaar lichaam vormt.

Verwijsindex Risicojongeren (J&G)

Om jongeren goed te kunnen helpen, is een soepele samenwerking
noodzakelijk tussen alle partijen in de jeugdketen. De jeugdketen
bestaat uit een groot aantal instanties en professionals, die echter te
vaak langs elkaar heen werken. De Verwijsindex brengt risicomeldingen
van hulpverleners bij elkaar en informeert hulpverleners onderling over
hun betrokkenheid bij jongeren. De index moet bijdragen aan effectievere
samenwerking van hulpverleners en gemeenten. Op 3 juli heeft de Tweede
Kamer het wetsvoorstel Verwijsindex risico’s jeugdigen goedgekeurd. De
wet moet, na instemming van de Eerste Kamer, ingaan op 1 januari 2010.
Vooruitlopend daarop wordt nu proefgedraaid in 122 gemeenten. Hierbij
zijn professionals met elkaar in contact gebracht zodat de hulpverlening
aan kinderen kon worden afgestemd. Op 19 december 2008 heeft het kabinet
besloten de doelstellingen die aan de Verwijs Index Antillianen worden
gesteld binnen de VIR te realiseren. Een aparte verwijsindex voor
Antilliaans-Nederlandse risicojongeren is hiermee overbodig geworden. 

Ondersteuning Integrale wijkenaanpak op Curaçao (WWI)

Het concept van een gerichte wijkenaanpak vindt al op diverse vormen
plaats op Curaçao. 

Eind 2008 is een intentieverklaring tussen de minister voor WWI, de
minister-president van de Nederlandse Antillen en de Gezaghebber van
Curaçao ondertekend om te komen tot een verbeterde integrale
wijkenaanpak. Het vervolg en welke inbreng daarbij vanuit gemeenten kan
worden gegeven is hangt af van de vraag vanuit Curaçao. Drie
Antillianengemeenten, Dordrecht, Rotterdam en Nijmegen zullen in ieder
geval ter ondersteuning van Reda Sosial via twinning kennisuitwisseling
tot stand brengen. Het streven is om daarover gezamenlijk op 1 oktober
2009 een charter af te sluiten.

Jonge ouders en/of alleenstaande Antilliaans Nederlandse moeders 

De minister voor Wonen, Wijken en Integratie zal samen met de minister
voor Emancipatie ten behoeve van het faciliteren van kennisdeling
binnnen de Antillianengemeenten een kennisbijeenkomst organiseren over
jonge ouders en/of alleenstaande Antilliaans Nederlandse moeders.

Onderzoeken 

Integratie

Cijfers over integratiebeleid zijn onder andere bekend via de lokale
Integratiekaart. Het instrument bevat cijfers over zowel allochtonen als
autochtonen en is daardoor te gebruiken door zowel gemeenten met
specifiek integratiebeleid als gemeenten die een breder geformuleerd
achterstandsbeleid voeren. De Lokale Integratiekaart is een instrument
in ontwikkeling. De huidige versie bevat cijfers over de periode
1999-2008. Jaarlijks vindt een update van gegevens plaats. Op langere
termijn zal ook het aantal indicatoren voor integratie worden
uitgebreid.

Cijfers over Wonen, Wijken en Integratie 2009

Op 2 juli 2009 is de eerste editie van Cijfers over Wonen, Wijken en
Integratie verschenen.  In dit boekje staat basisinformatie over de
beleidsthema's van Wonen, Wijken en Integratie. De vele tabellen en
grafieken geven inzicht in ontwikkelingen op terreinen als wijkenaanpak
en stedenbeleid, woningmarkt alsmede inburgering en integratie. Nieuwe
onderwerpen komen aan bod in het hoofdstuk Inburgering en Integratie.
Ook de leefbaarheidsscores van de wijken uit de Leefbaarometer vormen
een nieuw onderwerp. Waar mogelijk wordt een vergelijking gemaakt met
andere EU-lidstaten.

Psychische- en gedragsproblematiek onder Antilliaans-Nederlandse
jongeren (WWI en JUS) Uit gesprekken met de gemeente Rotterdam is naar
voren gekomen dat veel van de Antilliaans Nederlandse jongeren die in
aanraking komen met de politie een zeer laag opleidingsniveau hebben,
aanpassingsproblemen hebben en soms lijken te kampen met psychische
en/of LVG-problematiek. Om hier meer inzicht in te verkrijgen wordt in
2009 onderzoek verricht naar de "Psychosociale problematiek en (licht)
verstandelijke beperkingen bij Antilliaans-Nederlandse jongeren met
politiecontact". De uitkomsten van dit onderzoek zullen naar verwachting
beschikbaar zijn in het laatste kwartaal van 2009.

Monitor geregistreerde Jeugdcriminaliteit

Het WODC voert een onderzoek uit naar de aard, omvang en trends in door
politie en justitie geregistreerde jeugdcriminaliteit. Dit onderzoek
vindt plaats in het kader van een zogenoemde Monitor geregistreerde
Jeugdcriminaliteit 2008. Doel van dit onderzoek is de ontwikkeling in
het aantal verdachten vanwege een misdrijf en afdoeningen door OM/ZM in
de periode 1996-2007 te onderzoeken. Daarbij wordt ook onderscheid
gemaakt in de trends naar herkomstgroepen (zowel tussen herkomstgroepen
als binnen herkomstgroepen). Dit onderzoek levert in het najaar van 2009
een eerste beschrijvende rapportage en naar verwachting eind van 2009
een meer verdiepende studie waarin trends in maatschappelijke
(demografische, sociale, economische en beleidsmatige) ontwikkelingen
gerelateerd worden aan de trends in jeugdcriminaliteit. 

Beleving Vrijheidsbeneming

Een tweede WODC studie betreft een onderzoek naar 'Beleving van de
vrijheidsbeneming door jongeren in voorlopige hechtenis en
jeugddetentie' (werktitel). In deze studie wordt ook expliciet ingegaan
op Antilliaanse / Arubaanse jongeren (vooral in vergelijking met
jongeren uit andere herkomstgroepen).  De doelstelling van de studie is
vierledig:

Inzicht krijgen in de wijze waarop diverse aspecten van
vrijheidsbeneming worden ervaren door jongeren die op basis van een
voorlopige hechtenis of jeugddetentie minimaal een week zijn opgevangen
in een justitiële jeugdinrichting.

Inzicht krijgen in de relatie tussen individuele kenmerken en de wijze
waarop jongeren vrijheidsbeneming ervaren, waarbij specifiek aandacht
wordt gevraagd voor verschillen naar sekse, herkomstgroep en leeftijd.

Inzicht krijgen in de relatie tussen de ervaren vrijheidsbeneming,
opvattingen over het plegen van delicten in het algemeen en misdragingen
in de inrichting.

Inzicht krijgen in de relatie tussen de ervaren vrijheidsbeneming,
opvattingen over het delict waarvoor de jongere is gedetineerd en
misdragingen in de inrichting.

Het onderzoek start in het najaar van 2009. 

Monitor zelfgerapporteerde jeugdcriminaliteit (MZJ)

Een derde WODC studie betreft de "WODC Monitor Zelfgerapporteerde
Jeugdcriminaliteit, meting 2010". Door politie geregistreerde
jeugdcriminaliteit biedt maar voor een deel zicht op de
jeugdcriminaliteit. Een andere bron is zelfrapportage. Het WODC verricht
sinds 1987 om de zoveel tijd een studie naar door jongeren
zelfgerapporteerde delicten. Begin 2010 zal de nieuwe meting
plaatsvinden. Het project betreft een nieuwe meting van de WODC Monitor
Zelfgerapporteerde Jeugdcriminaliteit waarvan de laatste meting in 2005
is geweest. Het project bestaat uit een basisstudie met de mogelijkheid
tot verdiepende studies. De doelstelling van de basisstudie is inzicht
krijgen in:

Omvang en aard van zelfgerapporteerde jeugdcriminaliteit bij een
representatieve onderzoeksgroep van 10-17-jarigen en verschillen in
zelfgerapporteerde jeugddelinquentie tussen subgroepen (sekse, leeftijd,
herkomstgroep, opleidingsniveau, urbanisatiegraad) 

Trends in zelfgerapporteerde jeugdcriminaliteit in vergelijking tot de
trends in door de politie geregistreerde jeugdcriminaliteit (op
macroniveau) over de periode 1996-2009 en verschillen tussen subgroepen
(zie hiervoor ‘Monitor Jeugdcriminaliteit’).

Dit onderzoek start in het najaar van 2009. Een eerste rapportage wordt
verwacht medio 2010. 

Harde Kern: High age crime curve onderzoek (Justitie) 

Quick Scan herhalingsonderzoek “Omvang en kenmerken N-GBA
geregistreerde langdurig in Nederland verblijvende Antilliaanse
Nederlanders” (WWI)

Om actueel zicht op de wetenschappelijk geschatte omvang en
samenstelling van de groep langdurig in Nederland niet in
GBA-geregistreerde Antilliaanse Nederlanders te verkrijgen zal hiernaar
in 2009 een onderzoek worden uitgevoerd. In 2006 is hierover al een keer
een onderzoek uitgebracht, Quick Scan. De cijfers (0-meting) in het
onderzoek dateren van 2003 en daarvoor. Met het herhalingsonderzoek kan
inzicht worden verkregen of de groep groter of kleiner is geworden dan
voorheen en welke groep personen we ongeveer missen in andere
wetenschappelijke cijfers.

	

Monitor (WWI) 

In het najaar van 2009 wordt het uitvoeren van de zogenaamde monitor
Antillianengemeenten aanbesteedt. Hiermee zullen jaarlijks relevante
statistische gegevens worden verzameld in de Antillianengemeenten
waaruit de percentages werkloosheid, voortijdig schoolverlaten en
criminaliteit onder de verschillende bevolkingsgroepen (waaronder
Antilliaanse Nederlanders) in deze gemeenten naar voren komt. Deze
monitor zal jaarlijks een actueel beeld geven van de
oververtegenwoordiging van de verschillende bevolkingsgroepen in de
gemeenten. 

Evaluatie (WWI)

In het najaar van 2009 wordt de evaluatie van de Bestuurlijke
Arrangementen aanbesteed en uitgevoerd. Het accent hierbij zal liggen op
best practices. Onder de Bestuurlijke Arrangementen zijn meer dan 120
projecten uitgevoerd, op verschillende gebieden (bijv. terugdringen
werkloosheid), bedoeld voor verschillende specifieke groepen (bijv.
jonge moeders, schoolverlaters), en waarbij verschillende aanpakken zijn
gehanteerd (bijv. coaches). Er wordt onderzocht welke aanpakken voor
welke groepen, en met welk doelen,  effectief bleken. Ook zal een
algemeen oordeel gegeven worden over de effectiviteit van de

Bestuurlijke Arrangementen.

 PAGE \# "'Pagina: '#'

 Deze alinea over high age crime ontvangen van Roel Jennissen (MinJus)
op 5 juni 2009