[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Nader rapport

Bijlage

Nummer: 2009D49774, datum: 2009-10-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Bijlage bij: Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Azerbeidzjan tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, met Protocol; Bakoe, 22 september 2008 (2009D49773)

Preview document (🔗 origineel)


Afdeling Verdragen

DJZ/VE-647/09

AAN DE KONINGIN

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek
Azerbeidzjan tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen
van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het
inkomen en naar het vermogen, met Protocol; Bakoe, 22 september 2008
(Trb. 2008, 202)

					’s-Gravenhage, 18 september 2009

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 30 oktober
2008, nr. 08.003131, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn
advies inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen
toekomen. Dit advies, gedateerd 21 november 2008, nr. W06.08.0459/III,
bied ik U hierbij aan.

Gevolg gevend aan het advies van de Raad over de uitdrukking
‘lijfrente’, is de toelichting op dit onderdeel aangevuld (artikel
18). 

Aan de redactionele kanttekeningen is gevolg gegeven.

Van de gelegenheid is tevens gebruik gemaakt de toelichting op enkele
onderdelen aan te vullen. Het betreft de inleiding en de toelichting op
de artikelen 2, 10, 13, 25 en 28.

Ik moge U, mede namens de Staatssecretaris van Financiën, verzoeken mij
te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het verdrag vergezeld
van de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over
te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Buitenlandse Zaken,