Brief van de Voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken
Bijlage
Nummer: 2009D50127, datum: 2009-10-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Brief van het Presidium om in te stemmen met het voorstel om een coördinerende commissie in te stellen in de vorm van een tijdelijke commissie Subsidiariteitstoets (2009D50125)
Preview document (🔗 origineel)
2009/150 Aan het Presidium Plaats en Datum Den Haag, 30 september 2009 Betreft Advies inzake oprichting Tijdelijke commissie subsidiariteitstoets Ons kenmerk Cc J.J. van Dijk Geachte leden van het Presidium, Op 29 september 2009 heeft de Eerste Kamer uitvoering gegeven aan haar voornemen, de samenwerking in het kader van de Tijdelijke gemengde commissie subsidiariteitstoets (TGCS) te beëindigen. In haar brieven van 28 april en 15 juni jl. heeft de Eerste Kamer haar voorgenomen besluit reeds toegelicht. Zij is voornemens, de beoordeling van subsidiariteit en proportionaliteit van Europese wetgevingsvoorstellen geheel decentraal te gaan uitvoeren. Er zal aan de zijde van de Eerste Kamer dus geen coördinerende instantie meer zijn voor deze toets. Het voorstel is, de verschillende vakcommissies voortaan rechtstreeks in contact te laten treden met hun respectievelijke zustercommissie in de Tweede Kamer. Dit besluit is de laatste stap van een evaluatieproces in beide Kamers. Op 22 mei 2007 heeft de Tweede Kamer besloten, de Tijdelijke commissie om te zetten in een permanente commissie. De Eerste Kamer liet per brief van 2 oktober 2007[1] echter weten dat zij uiterlijk maart 2009 een standpunt zou innemen inzake de voortzetting van de commissie op permanente basis en dat de commissie tot dat moment haar werkzaamheden op tijdelijke basis kon voortzetten. Het definitieve oordeel van de Eerste Kamer werd ontvangen op 28 april 2009 en geëffectueerd per 29 september 2009[2]. Hiermee heeft de TGCS de facto opgehouden te bestaan. Een continuering van de huidige TGCS met uitsluitend Tweede Kamerleden behoort derhalve niet tot de mogelijkheden. Tegen het licht van het besluit van de Eerste Kamer heeft de commissie voor Europese zaken zich beraden op de vormgeving van de subsidiariteitstoets in de Tweede Kamer. Net als de Eerste Kamer is zij van mening dat het zwaartepunt van de toetsing dient te liggen bij de vakcommissies. In tegenstelling tot de Eerste Kamer ziet zij echter een taak weggelegd voor een coördinerende commissie. Een dergelijke commissie kan fungeren als ‘eigenaar’ van dit doorgaans vrij technische en specialistische toetsingsproces. Zo wordt voorkomen dat de aanpak in de verschillende vakcommissies erg uiteen loopt en het toezicht op de uitvoering ervan, dat bij niemand specifiek is belegd, wegvalt. Ook de interparlementaire samenwerking in COSAC vraagt om een zekere coördinatie van het werk van de vakcommissies, teneinde te verzekeren dat deadlines gehaald worden en de communicatie met de Europese instellingen helder verloopt. Teneinde de gewenste coördinatie voor wat betreft de Tweede Kamer te garanderen adviseert de commissie voor Europese zaken tot de instelling door de Tweede Kamer van een Tijdelijke commissie subsidiariteitstoets. Zij kan zoveel mogelijk de taken overnemen die nu door de TGCS vervuld worden, zij het dat procedurele vereenvoudigingen wel tot de mogelijkheden zouden moeten behoren. Ook de afstemming met de Eerste Kamer kan via (de staf van) deze commissie verlopen. In verband hiermee adviseer ik u, namens de vaste commissie voor Europese zaken, een Tijdelijke commissie subsidiariteitstoets in te stellen voor de duur van deze zittingsperiode. Wat de samenstelling betreft wordt geadviseerd om iedere fractie in de gelegenheid te stellen, één lid en één plaatsvervangend lid aan te wijzen. Na de benoeming door de Voorzitter van de leden kan deze Tijdelijke commissie een constituerende vergadering houden en een voorzitter kiezen. Hoogachtend, De voorzitter van de vaste commissie voor Europese zaken H.E. Waalkens Vervolg Bladzijde PAGE 2