[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Toelichtende nota

Bijlage

Nummer: 2009D54162, datum: 2009-11-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Bijlage bij: Overleggingsbrief verdrag tot oprichting van het Agentschap voor internationale handelsinformatie en –samenwerking (AITIC), als inter-gouvernementele organisatie (2009D54161)

Preview document (🔗 origineel)


Goedkeuring van het voornemen tot opzegging van het op 9 december 2002
te Genève totstandgekomen Verdrag tot oprichting van het Agentschap
voor internationale handelsinformatie en -samenwerking (AITIC), als
inter-gouvernementele organisatie; (Trb. 2003, 3 en 67)

Toelichtende nota

In november 2001 werd in Doha (Qatar) tijdens de Ministersconferentie
van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) door enkele landen besloten, zich
te zullen inzetten voor de verbetering van de onderhandelingspositie van
ontwikkelingslanden in de WTO. De reden hiervoor was de geringe deelname
van deze landen aan het multilaterale handelssysteem en de WTO. In maart
2002 kwam deze kwestie opnieuw aan de orde in Monterrey (VS) op een
conferentie van de Verenigde Naties waar gesproken werd over de
samenhang tussen de (verschillende vormen van) financiering van de
ontwikkelingsagenda en de vereiste wederzijdse beleidsmaatregelen om de 
ontwikkelingsdoelen te bereiken.

Het secretariaat van de WTO heeft sinds 2002 een omvangrijk programma
voor technische assistentie en training opgezet ten behoeve van de
opbouw van kennis op handelsgebied in ontwikkelingslanden. Hieraan is
financiële steun verleend door een steeds grotere groep landen.
Nederland heeft vanaf het begin financieel aan dit programma
bijgedragen. 

Parallel hieraan heeft Nederland sinds 2003 ook het Agentschap voor
internationale handelsinformatie en –samenwerking (AITIC)
gefinancierd, samen met zes andere donoren (Denemarken, Finland,
Ierland, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland). AITIC werd in
1998 als non-gouvernementele organisatie (ngo) opgericht in Zwitserland.
Het stelde zich ten doel om de onderhandelingspositie van staten te
verbeteren die reeds of nog niet lid zijn van de WTO en geen of een
beperkte vertegenwoordiging in Genève hebben. Dit had onder meer
betrekking op een groot aantal minst ontwikkelde landen (MOL’s) en
voormalige Sovjet Republieken. 

AITIC onderscheidde zich van reeds bestaande organisaties door het
bieden van individuele steun die specifiek op de hulpbehoevende staten
was afgestemd. De organisatie wilde ontwikkelingslanden ondersteunen
door:

– op te treden als aanspreekpunt voor informatie op het gebied van
handel, handelsactiviteiten en handelsgerelateerde technische
samenwerking en capaciteitsopbouw voor ontwikkelingslanden;

– ondersteuning in het opdoen van kennis over handelsaangelegenheden
en het WTO systeem; en

– ondersteuning in het navolgen van eigen handelsbeleiddoeleinden, in
het voorbereiden van onderhandelingen en in andere WTO activiteiten.

De organisatie werd daartoe door middel van het Verdrag omgezet van een
ngo in een intergouvernementele organisatie; dit Verdrag is op 30 april
2004 in werking getreden, onder andere voor het Koninkrijk der
Nederlanden. De inzet was dat AITIC zich speciaal zou richten op het
ondersteunen van ontwikkelingslanden die lid willen worden van de WTO en
van kleine ontwikkelingslanden (met name MOL’s) die reeds WTO-lid
zijn, maar onvoldoende in Genève aanwezig zijn en ook in hun hoofdstad
over weinig onderhandelingscapaciteit beschikken. Nederland heeft AITIC
gesteund met in totaal 

€ 3.000.000 voor de periode 2004-2008.

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het
zonder meer instemmend luidt (artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid,
onder b, van de Wet op de Raad van State).

Hoewel de activiteiten van AITIC hebben geleid tot meer kennis bij
ontwikkelingslanden over de onderhandelingen en een beter voorbereide
positie in het onderhandelingsproces, is gaandeweg twijfel ontstaan over
de bereidheid van de organisatie om daadwerkelijk prioriteit te verlenen
aan activiteiten voor de MOL’s. Dit hangt wellicht samen met de
diversiteit binnen de groep ontvangende landen binnen AITIC, die
inmiddels bestaat uit landen in alle inkomenscategorieën van de lijst
van het Development Assistance Committee (de DAC-lijst) van
ontwikkelingslanden.

Bij het aflopen van de eerste vijfjarenperiode in de financiering van
AITIC eind 2008, hebben de zeven donoren gezamenlijk een externe
evaluatie laten uitvoeren. Volgens de evaluatie heeft de organisatie
weliswaar goed werk verricht, maar ontbreekt het aan effectiviteit en
vooral de door Nederland en andere donoren gewenste focus op niet in
Genève vertegenwoordigde landen en MOL’s. Mede vanwege de noodzaak om
te komen tot maximale effectiviteit en verdere reductie van de
beheerslasten is besloten om de vaste vijfjaarlijkse financiering van
AITIC te beëindigen. Dit past ook in de opdracht met betrekking tot de
taakstelling om reeds langer lopende activiteiten en programma’s
kritisch te beoordelen op nut en noodzaak van continuering. Dit besluit
is aan de Raad van Vertegenwoordigers, de  Uitvoerende Raad en de
Uitvoerende Directeur van AITIC medegedeeld; zij zijn hiermee akkoord
gegaan. 

Met het stopzetten van de vaste vijfjaarlijkse financiering vervalt de
noodzaak partij te blijven bij het Verdrag. Aan AITIC is wel toegezegd
dat in een afbouwfase nog financiering kan worden verleend aan
kortlopende, door AITIC te formuleren projectvoorstellen ten behoeve van
met name MOL’s. 

Koninkrijkspositie

Het verdrag geldt alleen voor Nederland. Goedkeuring van het voornemen
tot opzegging wordt derhalve alleen voor Nederland gevraagd. 

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

De Minister van Buitenlandse Zaken,