[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoorden op schriftelijke vragen Justitiebegroting 2010

Brief regering

Nummer: 2009D54252, datum: 2009-11-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2009Z20587:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


 	 

Fractie	SP

Vraag	Uit onderzoek (veiligheidsmonitor 2008) blijkt dat maar 1 op de 5
Nederlanders de voorzieningen in de wijk voor jongeren een voldoende
geeft. 80% is ronduit negatief. Ik verzoek de Minister te investeren in
plaats van het probleem te negeren totdat de jongeren het verkeerde pad
op gaan. 

 

	Antwoord	Veiligheid is een kabinetsbrede doelstelling, waarbij
verschillende ministeries en andere overheden betrokken zijn. Ik noem
het project 'Veiligheid begint bij Voorkomen' en het actieplan 'Overlast
en verloedering' van de Minister van BZK en mij. Hierin zijn vele
maatregelen opgenomen die de veiligheid en leefbaarheid in de wijken
bevorderen, waarbij rijk, gemeenten, politie en andere partners
intensief samenwerken.

Specifiek gericht op preventie is een project van het Centrum voor
Criminaliteitspreventie (CCV) dat zich in opdracht van het ministerie
van Justitie richt op de verbreding van buurtbemiddelingsprojecten
binnen gemeenten. Een bijzondere variant op buurtbemiddeling is
jongerenbuurtbemiddeling. Jongerenbuurtbemiddeling is een aanpak om met
behulp van onpartijdige jongeren spanningen en conflicten tussen
jongeren onderling of tussen jongeren en volwassen buurtbewoners op te
lossen. Het CCV is begin dit jaar gestart met 5 pilots
jongerenbuurtbemiddeling. Op 1 oktober jl. waren reeds 12
jongerenbemiddelingsprojecten gestart of in uitvoering.

De Minister voor Jeugd en Gezin realiseert via de totstandkoming van
Centra voor Jeugd en Gezin het tijdig signaleren van
opvoedingsvraagstukken en problemen bij jongeren. Ook de Minister
voor Wonen, Wijken en Integratie financiert samen met gemeenten en
woningcorporaties experimenten in het kader van de wijken-aanpak. Deze
experimenten zijn mede gericht op preventieve voorzieningen voor
jongeren.

Naast deze inspanningen op rijksniveau zijn gemeenten in het kader van
de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) primair verantwoordelijk
voor preventieve voorzieningen voor de jeugd op buurt- en wijkniveau. De
daadwerkelijke uitvoering van preventie - in de zin van het realiseren
van specifieke voorzieningen voor jongeren - vindt op het niveau van de
gemeente plaats.

 

	Fractie	SP

Vraag	De SP is van mening dat de brief van 3 november jl. over de
pedoseksueel weinig urgentie uitstraalt. Gaat de Minister nu de
wetswijziging ook echt met spoed in gang zetten? 

 

	Antwoord	Zoals ik de Kamer heb laten weten, ben ik van mening dat
dwingend reclasseringstoezicht - als dat door de rechter is opgelegd -
ook mogelijk moet zijn als het vonnis nog niet onherroepelijk is.
Immers, uit onderzoek is gebleken dat de kans op recidive toeneemt als
de toezichtloze periode langer duurt. Ik zal prioriteit geven aan deze
wetswijziging, omdat ik wil voorkomen dat deze ongelukkige samenloop
van factoren (toezicht, proeftijd en cassatie) zich nog vaker kan
voordoen. Ik verwacht deze wijziging in de eerste helft van 2010 aan uw
Kamer te kunnen doen toekomen; ik ben voornemens de aanpassing van de
wet mee te nemen in een wetsvoorstel dat al in procedure is gebracht. 

 

	Fractie	SP

Vraag	De overheid schiet tekort in de aanpak van cybercrime. 

Sinds 2002 zijn we nog niks opgeschoten. Hoe staat het met de in 2006
aangenomen moties voor een loket voor aangifte en een regisseur voor de
High Tech Crime?

 

 

	Antwoord	Mevrouw Gerkens van de SP stelde vragen over de voortgang van
de uitvoering van de motie Wagner en Gerkens over een laagdrempelig,
makkelijk toegankelijk en eenduidig loket voor burgers en bedrijven te
scheppen om daar aangifte te doen van internet criminaliteit en
internetgerelateerde criminaliteit (Tweede Kamer, vergaderjaar
2006-2007, 28684, nr. 96) en de motie Gerkens en Wagner over het aan
stellen van een projectregisseur voor high tech crime (Tweede Kamer,
vergaderjaar 2006-2007, 28684, nr. 94).

De verbetering van de aangiftemogelijkheid van cybercrime gebeurt
binnen het project Veiligheid begint bij Voorkomen. Politie en Openbaar
Ministerie hebben bij de bestrijding van cybercrime de aangiftefunctie
opgepakt. Maar het enkel en alleen inrichten van één aangiftepunt
biedt geen oplossing. Belangrijk is
dat (gespecialiseerde)-opsporingsdiensten de aangifte ter hand neemt.
Daarom wordt nu geëxperimenteerd met diverse vormen van aangiftepunten
gericht op digitale criminaliteit. Die staan zo dicht mogelijk bij de
organisatie die ook voor de opsporing zorgdraagt. Voorbeelden hiervan
zijn de fraudemeldpunten, een specifiek loket voor de banken en een
pilot bij de kamer van koophandel in Flevoland. Na afloop van de
experimenten zal gekozen worden hoe de feitelijke inrichting van
aangiftepunten wordt opgezet.

De uitvoering van de motie over de projectregiseur is uitgebreid aan de
orde gekomen in de brief van de Ministers van Justitie en van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van
Economische Zaken “Informatie- en communicatietechnologie (ICT)” van
17 december 2007 (TK 26 643m br, 103). In deze brief geeft het kabinet
invulling aan de door de motie gevraagde versterking van de coördinatie
en aansturing.  

 

 

	Fractie	SP

Vraag	Korpsen die te weinig doen aan fraudebestrijding kunnen niet
blijven verwijzen naar plan van aanpak uit 2007.

 

 

	Antwoord	In het kader van de strafrechtelijke aanpak van
financieel-economische criminaliteit is gewerkt aan een generieke
versterking van de politie en het OM. Zo vindt bij de politie een
formatie-uitbreiding plaats die tot eind 2011 zal oplopen tot 100 fte.
Tegelijkertijd wordt veel gedaan aan opleiding. Bovendien is een aantal
pilots gestart. De effecten van deze aanpak zullen vanaf 2010 zichtbaar
worden. Voor een compleet overzicht van alle maatregelen verwijs ik u
naar paragraaf 4.6.3.2 van de Voortgangsrapportage project “Veiligheid
begint bij Voorkomen” (brief van 30 oktober 2009).

 

	Fractie	SP

Vraag	Wat gaat de Minister doen aan de lage straffen voor
mensenhandelaren?

 

	Antwoord	De strafmaat voor mensenhandel (artikel 237f Wetboek van
Strafrecht) is met ingang van 1 juli 2009 verhoogd. Daarmee wordt
rekenschap gegeven van de noodzaak om dit zeer ernstige misdrijf
krachtiger te kunnen aanpakken en de ernst ervan ook tot uitdrukking te
kunnen laten komen in de straftoemeting. In het rapport van
de Nationaal Rapporteur Mensenhandel (NRM), dat op 29 oktober 2009 is
verschenen, wordt gesignaleerd dat sprake is van een relatief hoog
aantal vrijspraken, bijvoorbeeld in vergelijking met verkrachtingszaken
en van het opleggen van relatief lage straffen in verhouding tot het
strafmaximum van artikel 237f. Als mogelijke oorzaken noemt de NRM dat
het soms lastig is voldoende bewijs te vergaren uit verklaringen van
slachtoffers van mensenhandel en dat binnen de Zittende Magistratuur nog
onvoldoende specialisatie heeft plaatsgevonden op dit onderwerp,
waardoor de interpretatie die rechters geven aan artikel 237f Wetboek
van Strafrecht in de praktijk uiteenloopt.

Binnen het Openbaar Ministerie is het afgelopen jaar stevig
geïnvesteerd in het versterken van de expertise op mensenhandel, door
het aanstellen van gespecialiseerde regio-officieren. In aanvulling
daarop is binnen de Taskforce mensenhandel opleiding, expertise en
voorlichting van de zittende magistratuur ook een van de maatregelen.
Ik zal de voorzitter van de Taskforce vragen de implementatie van deze
maatregel met voorrang te behandelen.

 

	Fractie	SP

Vraag	Wat wil de Minister doen tegen 'breed' wapenbezit?

 

	Antwoord	Het nationaal dreigingsbeeld 2008 concludeert dat de illegale
handel in en smokkel van vuurwapens en explosieven voor Nederland een
beperkt probleem is. Dit betekent niet dat er lokaal, of bij specifieke
groepen, of met specifieke wapens geen problemen kunnen zijn. Dit wordt
dan ook specifiek aangepakt.

Om lokale problemen met illegaal wapenbezit aan te pakken heeft de
burgemeester de bevoegdheid een veiligheidsrisicogebied aan te wijzen
waar de politie preventief mag fouilleren.

Als reactie op steekincidenten door jongeren in 2007 ben ik voornemens
de Wet wapens en munitie aan te passen en alle stiletto's, valmessen en
vlindermessen te verbieden. Dit voorstel tot wetswijziging ontvangt u
binnenkort en kan met uw instemming op 1 juli 2010 ingaan.

Om wapenexpertise binnen de korpsen te borgen, is in 1999 door de Raad
van Hoofdcommissarissen besloten bij elk korps een Regionaal Bureau
Wapens en Munitie in te richten en dit is in 2008 bevestigd.
Daarnaast is in 2000 het Landelijk Platform Vuurwapens opgericht, een
permanent samenwerkingsverband van overheidsdiensten waaronder het
Ministerie van Justitie, om de wapencriminaliteit te bestrijden. Het
Landelijk Platform Vuurwapens doet dit door het bevorderen van de
deskundigheid, nationale en internationale samenwerking, het afstemmen
van de werkprocessen en het draaien van projecten zoals het scannen van
internet en het traceren van wapens.

 

	Fractie	SP

Vraag	Ouders moeten namens hun gehandicapte kinderen spreekrecht kunnen
voeren.

 

	Antwoord	Op dit moment is in het wetboek van strafvordering bepaald dat
wat betreft het spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden alleen het
slachtoffer zelf het spreekrecht kan uitoefenen, en bij overlijden een
nabestaande van het slachtoffer.

Wat betreft kinderen bepaalt de wet dat het spreekrecht ook uitgeoefend
kan worden door een minderjarige die de leeftijd van twaalf jaar heeft
bereikt. Hetzelfde geldt voor minderjarigen die de leeftijd van twaalf
jaar nog niet hebben bereikt, maar in staat kunnen worden geacht tot een
redelijke waardering van hun belangen terzake.

In het geval van gehandicapte kinderen kan het voorkomen dat het kind
niet in staat wordt geacht het spreekrecht uit te kunnen oefenen. De
ouders kunnen in dat geval verzoeken om in plaats van het kind het
spreekrecht uit te oefenen. Het is aan de rechter om dit verzoek te
beoordelen en een beslissing te nemen.

Op dit moment vindt een evaluatie van het spreekrecht plaats. Uit het
onderzoek zal blijken welke knelpunten bij de uitoefening van het
spreekrecht door slachtoffers en nabestaanden worden ervaren. Aan de
hand van het rapport van deze evaluatie zal ik bezien in hoeverre
aanpassingen van de bepalingen in de wet noodzakelijk zijn. 

 

	Fractie	SP

Vraag	Hoe gaat de Minister strenger straffen in de praktijk brengen?

 

	Antwoord	Strenger straffen is geen doel op zich. Het gaat erom dat een
passende en effectieve reactie volgt op wetsovertredend gedrag. En dat
gebeurt ook in de praktijk. Nederland kent een relatief streng
strafklimaat vergeleken met vele andere Westerse en Noord-Europese
landen. Dit blijkt uit vergelijkende studie van het WODC (Criminaliteit
en rechtshandhaving 2008 – op 2 november 2009 gepubliceerd en aan de
Tweede Kamer gezonden) en uit onderzoek op Europees niveau (European
Sourcebook of Crime and Criminal Justice Statistics).

In Nederland wordt naar verhouding vaak een gevangenisstraf uitgedeeld.
Daardoor staat Nederland in de kopgroep van Europa waar het gaat om de
relatieve omvang van de gedetineerdenpopulatie. De gemiddelde duur van
de opgelegde vrijheidsstraf is aan de lage kant, maar daar staat
tegenover dat elders vaak een korter deel van de straf hoeft te worden
uitgezeten dan in ons land, door ruimere regels over eerdere vrijlating
en door veelvuldige gratiëring.

Uit recent onderzoek blijkt dat de straftoemeting van de rechter goed
aansluit op de strafmaat die gewone burgers voor wenselijk houden
(Onderzoek prof. Wagenaar “Strafrechtelijke oordelen van rechters en
leken”, Raad voor de Rechtspraak, Research Memorandum, 2, 4, 2008).

Zoals ik ook heb geïllustreerd in mijn schriftelijke beantwoording
van de vragen ter voorbereiding van de begrotingsbehandeling, wordt de
strafmaat voor specifieke misdrijven verhoogd, als daartoe
aanleiding is. Ik verwijs naar de verhoging van de strafmaat voor
mensenhandel, die op 1 juli 2009 in werking is getreden.

Verder wijs ik erop dat het vorderingsbeleid van het OM op onderdelen
strenger is geworden, bijvoorbeeld ten aanzien van agressie tegen
publieke dienstverleners. Het OM heeft bij de voorbereiding van dit
beleid goed geluisterd naar geluiden vanuit de maatschappij. Belangrijk
is ook dat de straffen goed tenuitvoer worden gelegd. Daarvoor
is voldoende detentiecapaciteit beschikbaar. Ook wordt het toezicht
op de uitvoering van taakstraffen en de naleving van bijzondere
voorwaarden verbeterd. Indien opgelegde voorwaarden niet worden
nageleefd zal het OM sneller tenuitvoerlegging vorderen.

 

	Fractie	SP

Vraag	Hoe wilt u de witteboordcriminaliteit aanpakken?

 

	Antwoord	Mevrouw Gerkens heeft gesteld dat alleen de makkelijke
kleine visjes worden gepakt en dat de grote vissen ongestoord verder
kunnen blijven zwemmen. Ik herken mij niet in dat beeld. Het strafrecht
wordt vooral ingezet voor de meer ernstige vormen van fraude. Die ernst
kan blijken uit de hoogte van het fraudebedrag, uit het herhaaldelijk
plegen of uit een georganiseerd verband.

Bij de kleinere fraudegevallen ligt het opleggen van een bestuurlijke
boete en de civiele vordering tot schadevergoeding meer voor de hand.
Dit wil niet zeggen dat fraude met kleine bedragen nooit strafrechtelijk
wordt aangepakt. Soms is dat wel nodig om een afschrikwekkend voorbeeld
te stellen.

Zonder hier in detail te treden verwijs ik u graag naar de
Voortgangsrapportage VBBV voor een overzicht van alle maatregelen die
het Kabinet treft om financieel-economische criminaliteit tegen te gaan
(brief van 30 oktober 2009).

 

	Fractie	SP

Vraag	Hoe wilt u de aangiftebereidheid bij burgers vergroten?

 

	Antwoord	De vraag van mevrouw Gerkens naar de aangiftebereidheid is
gesteld in de context van de mogelijkheden van de politie om onderzoek
te doen naar inbraken in woningen. Het voorbeeld is genoemd van een
aangifte van woninginbraak waarbij door de politie geen onderzoek werd
gedaan. Teneinde te bevorderen dat meer sporenonderzoek wordt
verricht op plaatsen delict heeft het kabinet de regionale
politiekorpsen in staat gesteld om in de periode 2008 tot en met 2011
in totaal 500 forensisch assistenten aan te stellen. Per mei 2009 zijn
er in totaal circa 195 forensisch assistenten aangenomen. Eind dit jaar
zullen dat er, conform planning, 250 zijn. 

 

	Fractie	SP

Vraag	Waarom staan veelplegers snel op straat?

Wat denkt de Minister hieraan te doen?

 

	Antwoord	Op 1 juli jl. is een gewijzigde Richtlijn voor Strafvordering
bij meerderjarige veelplegers in werking getreden. Daarmee is de
mogelijkheid tot het vorderen van de ISD-maatregel bij stelselmatige
daders en de mogelijkheid tot het vorderen van hogere onvoorwaardelijke
vrijheidsstraffen bij andere (zeer actieve) veelplegers verruimd. Een
ISD-maatregel kan sinds 1 juli ook gevorderd worden bij zeer actieve
veelplegers:

-          van wie de voorlopige hechtenis is geschorst of
opgeheven;

-          van wie nog een onherroepelijk strafrestant 
‘openstaat’  van meer dan vier maanden;

-          die als illlegale vreemdeling in Nederland
verblijven.

Ook is er in voorzien dat ten aanzien van veelplegers die niet in
aanmerking komen voor de ISD-maatregel hogere onvoorwaardelijke
vrijheidsstraffen kunnen worden gevorderd. Hiermee beoog ik te voorkomen
dat veelplegers (te) snel weer op straat komen te staan. 

 

	Fractie	SP

Vraag	Heeft de fraude coördinator doorzettingsmacht?

 

	Antwoord	Mijn collega van BZK en ik zijn hier tijdens het algemeen
overleg van 2 juli 2009 op ingegaan. We zijn in onze brief aan uw Kamer
van 2 november 2009 waar de SP-fractie naar verwijst, daar nader op
ingegaan. De in deze brief uitgewerkte oplossing biedt voldoende
waarborgen om knelpunten in de informatie-uitwisseling of samenwerking
tussen overheidsdiensten bij de bestijding van georganiseerde misdaad en
financieel-economische criminaliteit snel en adequaat aan te pakken. Het
toekennen van formele doorzettingsmacht aan de inmiddels aangestelde
landelijke coördinator voor de bestrijding van georganiseerde misdaad
en financieel-economische criminaliteit zou een onaanvaardbare inbreuk
maken op de staatsrechtelijke verantwoordelijkheidsverdeling tussen
verschillende bewindslieden en bestuurslagen.

 

	Fractie	SP

Vraag	Waarom heeft de politie criminelen in Amsterdam Zuid - Oost niet
goed in kaart?

 

	Antwoord	Door het lid Çörüz (CDA) zijn schriftelijke vragen gesteld
aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en van
Justitie over 'Amsterdamse Zuidoost' (2009Z18264). In het antwoord op
deze schriftelijke vragen zullen wij, ingaan op de aanpak van de
incidenten die hebben plaatsgevonden in deze wijk.

 

	Fractie	SP

Vraag	Waarom blijven zoveel zaken, bijvoorbeeld inzake mensenhandel, op
de plank liggen?

 

	Antwoord	Allereerst wijs ik erop dat er geen eenduidige en afgebakende
definitie bestaat van 'plankzaken'. Daarom heeft de Nationaal rapporteur
Mensenhandel (NRM) het nodig gevonden dit begrip nader te
specificeren. In de rapportage van de NRM die op 29 oktober 2009 is
verschenen, wordt nader ingegaan op zogenaamde plankzaken bij
mensenhandel. Het betreft dan signalen die wel voldoende
opsporingsindicaties bevatten, maar (nog) niet leiden tot
opsporingshandelingen of een opsporingsonderzoek. Dit type zaken kan op
verschillende momenten in het rechercheproces ontstaan: a) signalen of
aangiftes waarvan (na weging) besloten is dat een onderzoek wordt
gestart, maar die nog wachten op het beschikbaar komen van capaciteit;
b) signalen waarvan besloten is dat ze naar een regionale
'weegcommissie' moeten en die nog wachten op behandeling aldaar; c)
signalen die zonder tussenkomst van een regionale weegcommissie gedraaid
kunnen worden (meestal kleinere, 'korte klapzaken') maar die enige tijd
blijven liggen voordat ze worden opgepakt. Een cijfermatig overzicht van
het aantal 'plankzaken' op dit gebied is niet beschikbaar, aangezien dit
niet afzonderlijk wordt geregistreerd. Het rapport van de NRM bevat
evenmin cijfermatige gegevens over 'plankzaken'.

 

In het rapport van de NRM worden als oorzaken voor het ontstaan van
'plankzaken' onder andere genoemd dat niet op alle afdelingen binnen de
politie voldoende specialistische expertise aanwezig is en dat Openbaar
Ministerie en politie bij de opsporing en vervolging te maken hebben met
een veelheid aan prioriteiten. Deze oorzaken onderken ik. In het kader
van de versterking van de aanpak van georganiseerde misdaad en
financieel-economische criminaliteit wordt gedurende deze
kabinetsperiode daarom extra capaciteit toegevoegd aan Openbaar
Ministerie en politie voor de verbetering van de informatie-analyse
(intelligence) en het financieel rechercheren. Deze maatregelen komen
ook ten goede aan de bestrijding van mensenhandel. In de
voortgangsrapportage over het project Veiligheid begint bij Voorkomen
die op 30 oktober 2009 aan uw Kamer is gezonden, wordt uitgebreid
ingegaan op de stand van zaken van deze punten. Voorts is van belang
dat mensenhandel een van de prioritaire onderwerpen is in het Programma
Versterking Aanpak Georganiseerde Misdaad dat in december 2007 aan uw
Kamer is gezonden. Ook is mensenhandel op basis van het Nationaal
Dreigingsbeeld georganiseerde criminaliteit voor de periode 2008-2012
benoemd tot prioriteit voor de opsporing en vervolging. Daarmee is het
belang van dit thema duidelijk verankerd, ook in de opsporing en
vervolging. Desondanks kan binnen geprioriteerde aandachtsgebieden het
werkaanbod groter zijn dan de beschikbare opsporingscapaciteit. Dan
wordt een keuze gemaakt welke georganiseerde criminele netwerken als
eerste aangepakt worden.

 

	Fractie	SP

Vraag	Wat vindt de Minister van Justitie van de bezuinigingen op
politie?

 

	Antwoord	Mevrouw Gerkens vroeg naar mijn opvatting over de
bezuinigingen bij de politie. De Minister van BZK heeft namens het
kabinet over de financiering van de tekorten van de politie afspraken
gemaakt met de korpsbeheerders. Politiekorpsen zullen efficiënter
moeten werken, beter samenwerken en een deel van hun eigen financiële
reserves inzetten om de besparingen te bereiken.

 

	Fractie	SP

Vraag	Waarom wordt geaccepteerd dat het budget voor veiligheid omlaag
gaat?

 

	Antwoord	Mevrouw Gerkens doelt met deze vraag op de Van
Montfransmiddelen van de Minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties en de middelen voor leefbaarheid van de Minister
voor Wonen, Wijken en Integratie. Ik ben hier al op ingegaan in de
antwoorden op de schriftelijke vragen naar aanleiding van de
Justitiebegroting voor 2010. 

 

	Fractie	SP

Vraag	Wat doet de Minister van Justitie aan wapenbezit bij Antilianen?

 

	Antwoord	Ik voer bij wapenbezit geen specifiek beleid voor
Antillianen. Om het wapenbezit in zijn algemeenheid tegen te gaan wordt
een aantal maatregelen genomen. Het vergroten van de pakkans,
bijvoorbeeld door cameratoezicht in overvalgevoelige gebieden
(winkelgebieden e.d.) en controles (metaaldetectie) bij
uitgaansgelegenheden en bij scholen, zorgt er voor dat wapenbezit wordt
opgemerkt en tegengegaan. Voorbeelden van succesvolle acties op dit vlak
zijn verder het (tijdelijk) aanwijzen van fouilleergebieden en
wapenprojecten van de politie waarbij jongeren via school en de horeca
vrijwillig hun wapens inleveren. Dergelijke projecten en initiatieven
leveren doorgaans heel wat op, met name in probleemwijken, en verhogen
de veiligheid. Zo geeft de gemeente Rotterdam aan dat in 2008 zes
gebieden zijn aangewezen als veiligheidsrisicogebied. In deze gebieden
hebben 146 controle acties plaats gevonden, waarbij 254 wapens in
beslag zijn genomen

 

	Fractie	SP

Vraag	Hoge Raad moet functioneringsgesprekken met rechters voeren en op
basis van eventueel disfunctioneren kunnen ingrijpen.

Deze mogelijkheden zijn niet in de wet voorzien. Graag reactie hierop.

 

	Antwoord	Rechters kunnen worden geschorst en ontslagen. De Wet
rechtspositie rechterlijke ambtenaren (Wrra) bevat daarvoor de basis. Ik
wil daarbij aantekenen dat, anders dan wel gesuggereerd wordt, de
mogelijkheid van ontslag ook bestaat bij ongeschiktheid voor de
uitoefening van zijn functie, anders dan wegens ziekte. Ook kent de Wrra
de mogelijkheid om bij wijze van disciplinaire maatregel een rechter
schriftelijk te waarschuwen of te ontslaan. Het is goed om te weten dat
ik op dit moment in gesprek ben met de Raad voor de rechtspraak om te
bezien of, en zo ja, in hoeverre het huidige scala aan disciplinaire
maatregelen (waarschuwing, ontslag) aanvulling behoeft.

Met de rechterlijke ambtenaren die met rechtspraak zijn belast, worden
op grond van artikel 46a van de Wrra al zogenaamde evaluatiegesprekken
gevoerd. Overeenkomstig de afspraken in de laatstelijk afgesloten
zogenaamde CAO, de arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector rechterlijke
macht met de loop van 1 augustus 2007 tot en met 31 december 2010, wordt
nu onderzoek verricht naar de mogelijkheid en wenselijkheid om deze
evaluatiegesprekken vorm te geven als functoneringsgesprekken.

 

	Fractie	SP

Vraag	Kan de overheid het slachtoffer helpen die na een rechterlijk
uitspraak schadevergoeding heeft toegewezen gekregen, maar waarbij de
veroordeelde niet snel betaalt?

 

	Antwoord	Bij strafzaken kan een slachtoffer zich voegen om de schade te
verhalen op de dader. De rechter kan dan de dader een
schadevergoedingsmaatregel opleggen. Het CJIB int vervolgens het bedrag
bij de dader. Het slachtoffer hoeft dit niet zelf te doen.

In sommige gevallen kan deze inning lang duren, of zelfs onmogelijk
blijken te zijn. Om dit probleem te verminderen is de voorschotregeling
ontworpen.

Deze voorschotregeling is onderdeel van het wetsvoorstel versterking van
de positie van het slachtoffer in het strafproces dat op dit moment nog
in de Eerste Kamer wacht op behandeling.

Bij inwerkingtreding van de voorschotregeling zal deze alleen voor
slachtoffers van ernstige gewelds- en zedendelicten gelden. Deze
slachtoffers zijn immers ernstig in hun integriteit aangetast, wat een
extra ondersteuning door de overheid redelijk maakt.

De regeling houdt in dat bij het opleggen van een
schadevergoedingsmaatregel de overheid na acht maanden het nog
openstaande bedrag van de maatregel aan het slachtoffer voorschiet. Het
CJIB blijft doorgaan met het innen bij de dader. 

 

	Fractie	SP

Vraag	In het kader van letselschade is het van belang dat de wet
deelgeschillenprocedures snel in werking wordt gesteld.

Er moet een procedure worden ingesteld dat verzekeraar op de vingers
kunnen worden getikt i.g.v. traineren.

 

	Antwoord	Ik ben het van harte eens met een snelle totstandkoming heb ik
van de Wet deelgeschillenprocedure. Tot mijn genoegen heb ik zeer recent
een positief verslag van de Eerste Kamer ontvangen. Ik wil dat op korte
termijn beantwoorden.

Een procedure waarbij de verzekeraars op de vinger kunnen worden getikt
bij het traineren van de vergoeding van letselschade, bestaat reeds. Met
een klacht of een geschil kan men zich wenden tot het Klachteninstituut
Financiële Dienstverlening (Kifid).

Het betreft hier een laagdrempelige procedure, zonder verplichte
procesvertegenwoordiging en zonder kostenveroordeling. Het biedt
verzekerden en benadeelden een adequaat instrument om verzekeraars bij
traineren te dwingen een claim adequaat en snel af te wikkelen.
Uiteraard staat ook de weg naar de rechter open.

Het huidige recht biedt ook voldoende andere manieren om verzekeraars te
ontmoedigen om de afwikkeling van een claim te bemoeilijken. Indien het
traineren leidt tot vertraging, maakt de benadeelde aanspraak op
vertragingsschade, waarvan de omvang toeneemt naarmate de verzekeraar
langer met het doen van een uitkering wacht.

Daarnaast kan een onzorgvuldige schadeafwikkeling jegens de benadeelde
een onrechtmatige gedraging zijn die recht geeft op schadevergoeding.
Dit kan voor een benadeelde van belang zijn indien er door traineren
naast vertragingsschade ook andere schade wordt geleden.

 

	Fractie	SP

Vraag	Hoe gaat de Minister het vertrouwen in Justitie herwinnen, te
beginnen met de buurten? (Zie Amsterdam- Zuid Oost)

 

	Antwoord	De vraag naar het vertrouwen in Justitie is door de mevrouw
Gerkens gesteld in de context van schietpartijen die hebben
plaatsgevonden in Amsterdam Zuidoost. Verscherping van het toezicht,
gerichte preventie, opsporing en strafrechtelijke vervolging van
criminelen vergroten het vertrouwen in politie en Justitie. Met het
project Veiligheid begint bij Voorkomen beoogt het kabinet de veiligheid
te vergroten en het veiligheidsgevoel onder burgers te verbeteren.
Politie, Openbaar Ministerie, opsporingsdiensten, het lokale bestuur,
bedrijven, organisaties en ondernemers in private en publieke sectoren
werken daartoe samen. In de tweede voortgangsrapportage van het project
Veiligheid begint bij Voorkomen, die u op 30 oktober jl. is toegezonden,
is hier uitvoerig op ingegaan. 

 

	Fractie	SP

Vraag	Verzoek om te realiseren dat de rechter een verzekeraar van
letselschade op de vinger kan tikken als hij het vergoedingstraject
vertraagt?

 

	Antwoord	Een procedure waarbij de verzekeraars op de vinger kunnen
worden getikt bij het traineren van de vergoeding van letselschade,
bestaat reeds. Met een klacht of een geschil kan men zich wenden tot het
Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid).

Het betreft hier een laagdrempelige procedure, zonder verplichte
procesvertegenwoordiging en zonder kostenveroordeling. Het biedt
verzekerden en benadeelden een adequaat instrument om verzekeraars bij
traineren te dwingen een claim adequaat en snel af te wikkelen.
Uiteraard staat ook de weg naar de rechter open.

Het huidige recht biedt ook voldoende andere manieren om verzekeraars te
ontmoedigen om de afwikkeling van een claim te bemoeilijken. Indien het
traineren leidt tot vertraging, maakt de benadeelde aanspraak op
vertragingsschade, waarvan de omvang toeneemt naarmate de verzekeraar
langer met het doen van een uitkering wacht.

Daarnaast kan een onzorgvuldige schadeafwikkeling jegens de benadeelde
een onrechtmatige gedraging zijn die recht geeft op schadevergoeding.
Dit kan voor een benadeelde van belang zijn indien er door traineren
naast vertragingsschade ook andere schade wordt geleden.

 

	Fractie	CDA

Vraag	Hoeveel zal de opschaling van de rechtbanken opleveren in het
kader van de plannen inzake de gerechtelijke kaart?

 

	Antwoord	De opschaling van de rechtbanken in het kader van de
gerechtelijke kaart is bedoeld om de kwaliteit van de rechtspraak
verder te versterken, onder meer door meer specialisatie mogelijk te
maken en de kwetsbaarheid van kleine gerechten te verminderen. De
insteek is dat het in ieder geval op lange termijn kostenneutraal
plaatsvindt.

 

	Fractie	CDA

Vraag	Hoe staat de Minister tegenover de vraag of vereenvoudiging van
het Bestuursrecht kan worden meegenomen in het traject van de
heroverweging? 

 

	Antwoord	In vervolg op de Crisis- en herstelwet bezin ik mij - ook los
van de heroverwegingsoperatie rond de justitiële keten - op
een verdere vereenvoudiging van het bestuursrecht.

Daartoe is onder meer een project opgezet waarin wordt nagedacht over
mogelijke fundamentele veranderingen in het bestuursprocesrecht op de
middellange termijn.

In dat kader wordt ook rechtsvergelijkend onderzoek gedaan. Ik hoop de
Kamer daarover in de loop van 2010 te kunnen berichten.

 

	Fractie	CDA

Vraag	Kan de Minister uitleggen dat 2 miljard euro van de begroting
buiten schot blijft, vooral voor rekening van rechtsbijstand en
rechtspleging. Is hij bereid de heroverweging breder te trekken?

 

	Antwoord	Anders dan de CDA-fractie meent, valt het gehele terrein van
de rechtspleging binnen de heroverweging op het domein van Veiligheid en
terrorisme. Hetzelfde geldt voor de justitiële jeugdzorg.

 

	Fractie	CDA

Vraag	Hoe staat het met de beperkte toegang tot de Hoge Raad i.v.m. veel
onterechte zaken?

 

	Antwoord	Het CDA vraagt naar de uitwerking van de voorstellen die
selectie aan de poort van de Hoge Raad mogelijk maken. Wij oriënteren
ons inderdaad op een wettelijk instrument om zaken aan het begin van de
cassatieprocedure te kunnen selecteren op 'cassatiewaardigheid', aan de
hand van de wijze waarop de Hoge Raad in de praktijk aan die taken
invulling geeft. Voor de duidelijkheid: de selectiekamer is geen
bezuinigingsinstrument. Het beoogt de bestaande capaciteit van de Hoge
Raad meer te kunnen richten op de kerntaken, zodat de Hoge Raad meer aan
zijn normstellende rol toekomt. 

 

	Fractie	CDA

Vraag	Wat is de plaats van de kantonrechtbanken in de plannen
gerechtelijke kaart?

 

	Antwoord	De kantonrechtbanken maken onderdeel uit van de herziening van
de gerechtelijke kaart. Op dit moment staat nog niet vast in welke
plaatsen in de toekomst rechtspraak, waaronder kantonrechtspraak, zal
plaatsvinden. Meer duidelijkheid hierover komt in het kabinetsstandpunt
herziening gerechtelijke kaart dat na besluitvorming in de MR op 20
november 2009, kort daarna aan de Tweede Kamer wordt aangeboden. 

 

	Fractie	CDA

Vraag	Aan maatschappelijk ondernemingen wordt voorgesteld om te
schrappen in sector regels binnen zorg, huisvesting etcetera. Deelt de
MvJ deze visie en is hij van plan om werk van te maken?

 

	Antwoord	De rechtsvorm voor de maatschappelijke onderneming is
inderdaad een instrument voor de instellingen zelf om de interne
organisatie goed te regelen, met het oog op het nemen van de
belangrijkste ondernemingsbeslissingen. De rechtsvorm structureert het
interne toezicht, helpt bij de legitimatie van de koers van de
onderneming door het overleg met en de verantwoording aan de
belanghebbenden en verschaft nieuwe mogelijkheden voor ondernemen.

Het is in beginsel mogelijk bij introductie van de rechtsvorm in de
sectorwetten die dezelfde onderwerpen regelen regels te schrappen. Ik
merk daarbij op, dat de publiekrechtelijke regels een ander karakter
hebben dan de regels die met wetsvoorstel met nr. 32003 in het
privaatrecht worden voorgesteld. De publiekrechtelijke regels werken
tussen overheid en instellingen en de privaatrechtelijke regels werken
tussen de betrokkenen bij de instelling.

De discussie over de mogelijkheden om de overheid terug te laten treden
en publiekrechtelijke regels te schrappen moet worden gevoerd in het
kader van de wetgeving voor die sectoren.

Ik merk daarbij op, dat de rechtsvorm ook kan worden toegepast door
instellingen waarop geen sectorspecifieke governanceregels van
toepassing zijn. 

 

	Fractie	CDA

Vraag	De Hoge Raad geeft aan dat het aan het verzuipen is. Deze
noodkreet moeten we serieus nemen. Hoe staat het met de uitwerking van
de voorstellen om selectie aan de poort mogelijk te maken?

 

	Antwoord	U vraagt naar de uitwerking van de voorstellen die selectie
aan de poort van de Hoge Raad mogelijk maken. Wij oriënteren ons
inderdaad op een wettelijk instrument om zaken aan het begin van de
cassatieprocedure te kunnen selecteren op 'cassatiewaardigheid', aan de
hand van de wijze waarop de Hoge Raad in de praktijk aan die taken
invulling geeft. Voor de duidelijkheid: de selectiekamer is geen
bezuinigingsinstrument. Het beoogt de bestaande capaciteit van de Hoge
Raad beter te kunnen benutten.

 



 

	Fractie	CDA

Vraag	Het CDA geeft aan dat er op dit moment veel draagvlak voor het
advies van de RvR inzake de hertekening van de gerechtelijke kaart is.
Het CDA zou graag een aantal punten in de reactie van de MvJ behandeld
willen zien. 

Kunnen wij erop rekenen dat de aangegeven punten voldoende aandacht
krijgen in de brief?

 

	Antwoord	Ja. In het kabinetsstandpunt dat naar verwachting eind
november aan de Tweede Kamer zal worden gezonden wordt ingegaan op alle
belangrijke aspecten en gevolgen die de hertekening van de kaart met
zich meebrengt. Concreet wordt in elk geval ingegaan op de
toegankelijkheid van de rechtspraak, de hertekening van het aanbod van
rechtspraak, het belang van de kantonrechtspraak en het belang van
lokale situatie en behoefte, de lokaties waar waar rechtspraak
plaatsvindt en de financiële consequenties van de herziening van de
gerechtelijke kaart.

 

	Fractie	CDA

Vraag	Waarom doen bewindspersonen niets op het terrein van
arbitragewetgeving?

 

	Antwoord	Met betrekking tot de vraag naar eventuele
wetgevingsvoornemens op het terrein van arbitragewetgeving, het
volgende. Bij de inzet van beschikbare wetgevingscapaciteit moeten
helaas keuzes worden gemaakt en prioriteiten worden gesteld. Het
rijksbrede wetgevingsprogramma dat u kort geleden hebt ontvangen,
bevat een groot aantal prioritaire wetsvoorstellen die het kabinet in
2010 wil verwezenlijken. De consequentie van de prioritering is dat
andere voorstellen of onderwerpen op een later moment aan de orde zullen
komen. Het wetgevingsprogramma maakt dat transparant.

Er is voor gekozen om op het terrein van procesrecht voorrang gegeven
aan wetsvoorstellen betreffende deelgeschillen en de
prejudiciële procedure bij de Hoge Raad, aan de uitvoering
van Europese verordeningen, zoals die over het betalingsbevel, aan de
uitvoering van de richtlijn mediation en aan regels waardoor gebruik kan
worden gemaakt van digitale middelen – bijvoorbeeld het electronisch
derdenbeslag en de digitale aanbrenging van dagvaardingen.

De noodzaak tot prioritering laat uiteraard onverlet dat als er nog
mogelijkheden zijn om de voorbereiding en behandeling van
wetsvoorstellen te versnellen, we die mogelijkheden moeten aangrijpen.
In het kader van het wetgevingsbeleid kijken we daar voortdurend naar.
Ook het instrument van het Wetgevingsoverleg met uw Kamer is daarbij
bijzonder nuttig. Het wetgevingsoverleg over een aantal voorstellen op
het terrein van het vennootschapsrecht zoals wij dit vorige week met
elkaar voerden heeft de behandeling denk ik kunnen bespoedigen.

 

	Fractie	CDA

Vraag	Graag een reactie van de Minister van Justitie op de stelling dat
Justitie, net als in de meeste andere landen, moet kunnen meeluisteren
met telefoongesprekken in de gevangenis.

Dit kan bijdragen aan het voorkomen van criminele activiteiten
vanuit detentie.

 

	Antwoord	Voor het einde van dit jaar ontvangt u een brief over het
voortzetten van criminele activiteiten vanuit detentie. Overigens biedt
de penitentiaire beginselenwet een wettelijke basis om toezicht uit te
oefenen op het contact dat de veroordeelde vanuit de inrichting
onderhoudt. Dit toezicht kan onder meer worden uitgeoefend met het oog
op de opsporing en voorkoming van strafbare feiten, zoals het vanuit de
inrichting voortzetten van criminele praktijken. Met een recente
wetswijziging (Stb. 2009, 245) is er bovendien in voorzien dat deze
gesprekken standaard kunnen worden opgenomen. Het uitluisteren
is toegestaan indien een van de vier wettelijke gronden van toepassing
is, zoals de opsporing en voorkoming van strafbare feiten, de
handhaving van de orde en veiligheid in de inrichting, bescherming
openbare orde of nationale veiligheid en de bescherming van
slachtoffers. Het standaard uitluisteren zonder dat daar een wettelijke
grond voor is levert strijd op met het EVRM. 

 

	Fractie	CDA

Vraag	Wilt u afname DNA ook bij lichtere delicten mogelijk maken?
Concreet kan hierbij worden gedacht aan eenvoudige
mishandeling, openbare schennis van de eerbaarheid en hennepteelt.

Ook zou de clausule 'in het belang van het onderzoek ruimer moeten
worden uitgelegd.

 

 

	Antwoord	De heer van Haersma Buma doet, ter vereenvoudiging van de
handhaving, het voorstel afname van celmateriaal bij verdachten voor
DNA-onderzoek ook bij lichtere delicten mogelijk te maken. Als
voorbeelden van misdrijven worden genoemd eenvoudige mishandeling,
openbare schennis van de eerbaarheid en hennepteelt. In reactie op dit
voorstel merk ik het volgende op. Het is reeds wettelijk mogelijk
verdachten en veroordeelden wegens misdrijven waarvoor voorlopige
hechtenis is toegelaten, te dwingen celmateriaal af te staan ten behoeve
van het bepalen en verwerken van hun DNA-profiel. Deze misdrijven worden
als ernstige misdrijven aangemerkt. Eenvoudige mishandeling – door de
CDA-fractie als voorbeeld genoemd – is sinds een aantal jaren een
misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten.

Met de voorlopige-hechtenis-grens is aangesloten bij het in het Wetboek
van Strafvordering vastgelegde uitgangspunt dat dwangmiddelen die een
inbreuk maken op de lichamelijke integriteit, kunnen worden bevolen in
geval van verdenking van een strafbaar feit waarvoor voorlopige
hechtenis is toegelaten.In paragraaf 6.1 van de nota “Verkenning
DNA-onderzoek in strafzaken vanuit wetgevings- en juridisch
perspectief”, die ik op 31 maart 2008 aan de Tweede Kamer heb
aangeboden, heb ik aangegeven dat een verdere verlaging van de grens
voor toepassing van DNA-onderzoek naar minder ernstige misdrijven dan
misdrijven waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten,
een principiële koersverandering zou zijn. Ik heb gemotiveerd
uiteengezet dat voor een dergelijke verandering geen dringende
maatschappelijke noodzaak in de zin van artikel 8 van het EVRM aanwezig
is. In het Algemeen Overleg van 9 september 2009 over de DNA-nota heeft
de CDA-fractie, bij monde van de heer Haersma Buma, mij in dat standpunt
gesteund en te kennen gegeven dat de noodzaak ontbreekt om de ondergrens
van een voorlopig-hechtenis-misdrijf te verlagen.Ook het Openbaar
Ministerie bijvoorbeeld beschouwt DNA-onderzoek bij de minder ernstige
misdrijven niet als een zinvolle aanvulling op de opsporingsmiddelen die
de politie en het Openbaar Ministerie nu ter beschikking staan.Verder
heeft het Openbaar Ministerie geen aanwijzingen dat het ontbreken van de
mogelijkheid tot toepassing van DNA-onderzoek de opheldering van die
misdrijven in het verleden heeft bemoeilijkt. Ik ben dan ook van oordeel
dat de grens van voorlopige hechtenis kan worden gehandhaafd.

Ter vereenvoudiging van de handhaving stelt de CDA-fractie verder voor
de clausule “in het belang van het onderzoek” ruimer uit te leggen.
In paragraaf 4.1 van de nota “Verkenning DNA-onderzoek in strafzaken
vanuit wetgevings- en juridisch perspectief” ben ik al aan de wens van
de CDA-fractie tegemoet gekomen. In die paragraaf heb ik aan het
criterium “in het belang van het onderzoek” een ruimere uitleg
gegeven overeenkomstig de wijze waarop dit criterium wordt ingevuld bij
de toepassing van de andere opsporingsbevoegdheden. Door de voorgestelde
verruiming van het onderzoeksbelang wordt het mogelijk dat in het
vooronderzoek vaker DNA-onderzoek kan worden ingezet om misdrijven op
te lossen en dat daarmee niet behoeft te worden gewacht tot na iemands
veroordeling. Met name bij verdachten die bekend staan om hun recidive
of bij misdrijven waarvan bekend is dat de kans op herhaling groot is,
zoals zedenmisdrijven en woninginbraken, is dat van belang.  

 

	Fractie	CDA

Vraag	Op basis van aanpassing artikel 591 A Sv. kunnen proceskosten
worden vergoed aan vrijgesproken verdachten. In de praktijk worden
advocaat kosten vergoed ongeacht declaratie.

Waarom niet invoeren van een maximaal standaarduurtarief van de sociale
advocatuur?

 

	Antwoord	Elke verdachte heeft vrije advocatenkeuze. Een verdachte kan
om die reden de voorkeur geven aan een advocaat met een hoog uurtarief.
Indien in zijn zaak uiteindelijk geen straf of maatregel wordt opgelegd,
kan de verdachte de kosten van zijn advocaat terugkrijgen. Dit is niet
onredelijk. Betrokkene heeft immers gedurende de gehele strafrechtelijke
vervolging de druk van het strafrecht moeten voelen, terwijl hij niet
voor het telastegelegde feit wordt veroordeeld. De kostenvergoeding
verzacht deze druk. Indien een deel van de kosten zou worden betaald
doet dat geen recht aan het leed dat -naar achteraf blijkt ‘ten
onrechte’- aan de verdachte is toegebracht.

Ten overvloede merk ik op dat in 2005 de kostenvergoeding is ingeperkt.
Er is destijds geregeld dat degene die rechtsbijstand heeft ontvangen
van een toegevoegde advocaat geen kosten vergoed krijgt. De verdachte
heeft deze kosten immers niet zelf betaald. Een eventueel betaalde eigen
bijdrage krijgt hij natuurlijk wel vergoed.

 

	Fractie	CDA

Vraag	Hoe staat de Minister ten opzichte van het plan om de
cassatiebalie te verruimen tot advocaten die niet in Den Haag gevestigd
zijn?

 

	Antwoord	Ik sta daar positief tegenover. T.z.t. zal ik dit in een
wetsvoorstel opnemen.

 

	Fractie	VVD

Vraag	Graag uw reactie op het in procedure brengen van het initiatief
wetsvoorstel.

 

 

 

	Antwoord	Ik zie de gedachtewisseling met de Tweede Kamer bij
gelegenheid van de mondelinge behandeling van het initiatiefvoorstel,
waarin ik desgevraagd het standpunt van de regering terzake zal
verwoorden, graag tegemoet.

 

 

	Fractie	VVD

Vraag	De politieagenten die zondagavond in de uitzending Peter R. de
Vries de fout ingingen, moeten worden aangepakt.

De verkeersregels gelden immers ook voor flitsbrigades zelf.

Hoe gaat de Minister dit oplossen?

 

	Antwoord	Van mijn ambtgenote van BZK heb ik begrepen dat het Bureau
Integriteit en Veiligheid van het Korps landelijke Politiediensten een
disciplinair onderzoek heeft ingesteld naar het gewraakte gedrag. De
uitkomst van dat onderzoek zal worden betrokken bij de beslissing de
agenten te vervolgen. Of zij eerder in de fout gingen zal uit onderzoek
moeten blijken.

De in de vraag verborgen aanname dat de handhaving van verkeersregels
geen politiewerk of geen echt politiewerk zou zijn, onderschrijf ik
niet. Integendeel: het uitvoeren van snelheidscontroles heeft een
bewezen positief effect op de veiligheid op de weg en daarmee wordt veel
ellende en slachtofferschap voorkomen.

 

	Fractie	VVD

Vraag	Is het juist dat inzake belspellen het Openbaar Ministerie nu
een schikking treft met omroepen (RTL/SBS) om strafvervolging te
ontgaan? Is er sprake van een gelijke behandeling van de publieke en
commerciele omroepen?

 

	Antwoord	Naar aanleiding van een door de Minister van Justitie gedane
aangifte (tegen een aantal commerciële omroepen), is in 2007 een
strafrechtelijke onderzoek gestart naar de zogenaamde 'belspellen' op de
televisie. In dit onderzoek - dat onder leiding van het Functioneel
Parket door de FIOD-ECD werd gevoerd - zijn de bedrijven 2 Waytraffic,
Endemol Nederland BV, RTL Nederland BV en SBS Broadcasting als
verdachten aangemerkt. De verdenking bestond eruit dat zij in strijd met
de Wet op de kansspelen belspellen hadden geproduceerd of uitgezonden.

Het Functioneel Parket is met elk van deze bedrijven een transactie
overeengekomen van EUR 80.000,- waarmee een strafprocedure werd
voorkomen.

Naast deze transactie is, onder leiding van het Bureau
Ontnemingswetgeving OM, onderzoek gedaan naar de behaalde winst uit deze
activiteiten. Ter voorkoming van een ontnemingsprocedure betalen de
bedrijven de navolgende bedragen aan de Staat:

EUR 4.250.000,- door 2Waytraffic

EUR 1.420.000,- door Endemol

EUR 9.000.000,- door RTL en

EUR 9.000.000,- door SBS.

Nu het strafrechtelijk onderzoek niet zag op andere verdachten dan
hiervoor genoemd, is er geen sprake van een ongelijke behandeling.

 

	Fractie	VVD

Vraag	Hoeveel van de opgelegde (definitieve) strafvonnissen zijn de
afgelopen jaren verjaard en/of niet uitgezeten?

 

	Antwoord	Als de vonnissen niet zijn verjaard, staan ze 'open' en
zijn ze onderdeel van de werkvoorraad. Dit houdt in dat op
openstaande zaken alsnog kan worden betaald (in geval van vervangende
hechtenis bij geldboetes of ontnemings- en schadevergoedingsmaatregelen)
of de (vervangende) vrijheidsstraf ten uitvoer kan worden gelegd.

Om een indicatie te geven van de aantallen kan het volgende worden
gemeld.

De aantallen afgedane zaken (uitstroom) en het aantal verjaarde zaken
zijn de volgende:

• Vrijheidsstraffen: 15.941 zaken uitgestroomd, van deze uitgestroomde
zaken zijn 1.256 (7,88%)  zaken geëxpireerd. 

• Omgezette taakstraffen: 8.185 zaken zijn uitgestroomd, van deze
zaken zijn 21 (o,26%)  zaken geexpireerd.

• Taakstraffen, er zijn 40.464 taakstraffen uitgestroomd, van deze
zaken zijn er geen als geëxpireerd afgedaan. Na gedeeltelijk (mislukte)
uitvoering wordt een bevel vervangende hechtenis gegeven. Die
vervangende hechtenis kan gedurende de executieverjaringstermijn worden
ten uitvoer worden gelegd.

• Strafrechtboetes: er zijn in 2008 200.027 zaken uitgestroomd,
daarvan zijn 29.906 geëxpireerd (14,95%). Er verjaren relatief veel
geldboetezaken omdat deze vaak overtredingen betreffen. Overtredingen
hebben een relatief korte executieverjaringstermijn (4 jaar). 

• Ontnemingsmaatregelen: er zijn 986 zaken in 2008 uitgestroomd,
daarvan zijn er 2 verjaard.

• Schadevergoedingsmaatregelen: er zijn 15.144 zaken uitgestroomd,
daarvan zijn 127 (0,84%) zaken verjaard.



 

	Fractie	VVD

Vraag	Ten aanzien van winkelcriminaliteit het verzoek ott meer
toezichthouders m.b.v. PPS financiering.

De informatievoorziening aan private toezichthouders vanuit politie moet
worden verbeterd.

 

	Antwoord	De stijging van het aantal winkeldiefstallen is zorgelijk. Om
deze stijging een halt toe te roepen zoeken wij directe samenwerking
met bedrijven en bedrijfstakken die hierdoor worden getroffen.

De heer Teeven wil dat mogelijke belemmeringen bij de bestrijding van
winkel- en overvalcriminaliteit worden weggenomen. Hij noemt daarbij
onderwerpen als surveillance in burger en de informatie-uitwisseling
tussen publieke en private partijen.

Ik onderschrijf dat we geen onnodige barrières moeten opwerpen als het
gaat om de aanpak van winkel- en overvalcriminaliteit.

Voor winkelsurveillance in burger zal een proef worden genomen met
vereenvoudiging en versnelling van de ontheffingsprocedure voor de
uniformplicht. Binnen de proef zal zonder nader onderzoek een ontheffing
worden verleend en zal alleen worden toegezien op de naleving van de
voorwaarden. Bezien wordt ook hoe de rapportageplicht kan worden
vereenvoudigd.

Voor informatie-uitwisseling tussen private toezichthouders en de
politie gelden de kaders van de Wet politiegegevens. Deze wet biedt de
mogelijkheid om op regionaal niveau te besluiten tot verstrekking van
politiegegevens aan derden als sprake is van een zwaarwegend algemeen
belang dat tot verstrekking noodzaakt. Het kan gaan om
gegevensverstrekkingen in incidentele gevallen (artikel 19 WPG) of om
meer structurele verstrekkingen in het kader van een
samenwerkingsverband van de politie met andere personen of instanties
(artikel 20 WPG).

Zoals toegezegd bij het Algemeen Overleg met uw Kamer op 15 oktober jl.
zal voor mobiele bendes in een proeftuin het delen van informatie tussen
de politie en private toezichthouders nader worden bekeken.

Over de resultaten van de proeftuinen zullen mijn ambtgenote van BZK en
ik uw Kamer voor de zomer van 2010 berichten. 

 

	Fractie	VVD

Vraag	Waarom kunnen jonge criminelen, vaak allochtonen, wijken
terroriseren?

 

	Antwoord	Ik onderken dat er in sommige wijken problemen zijn met
overlastgevende dan wel criminele jongeren en dat is dan ook de reden
dat deze problematiek in de volle aandacht staat van dit kabinet. Niet
voor niets heeft dit kabinet een actieplan opgesteld dat is gericht op
het tegengaan van overlast en verloedering. Niet voor niets wordt in
het kader van het project Veiligheid begint bij Voorkomen een specifiek
programma gericht op het tegengaan van jeugdcriminaliteit uitgevoerd. Ik
wil op deze plaats verwijzen naar de Tweede Voortgangsrapportage
Veiligheid begint bij Voorkomen die op 30 oktober jl., aan uw Kamer is
gezonden. Om overlast en crimineel gedrag van jeugdigen nog beter aan
te kunnen pakken vindt momenteel door de politie een landelijke
inventarisatie plaats van jeugdgroepen (Masterplan jeugdgroepen). Dit
geschiedt aan de hand van de zogenaamde Beke-methode die verschillende
soorten jeugdgroepen onderscheidt (hinderlijke
jeugdgroepen, overlastgevende groepen en criminele groepen).
Afhankelijk van de aard van de groep kan dan op lokaal niveau een
passende reactie worden gegeven. In het veiligheidshuis/driehoek kan die
aanpak, zowel gericht op preventie als op repressie, tussen alle, bij
de aanpak betrokken, organisaties worden afgestemd.

 

	Fractie	VVD

Vraag	Waarom kunnen criminele Roma in Nieuwegein hun gang gaan?

 

	Antwoord	Met betrekking tot de gesignaleerde problemen met Roma in
diverse gemeenten is uw Kamer bij brief van 26 juni 2009, (TK 31 700
XVIII) geïnformeerd. Hierover is in een Algemeen Overleg op 8 oktober
jl. met uw Kamer gesproken. Kortheidshalve verwijs ik u naar de brief en
het verslag van dit Algemeen Overleg.

 

	Fractie	PvdA

Vraag	Is de Minister bereid om een meldplicht in te voeren wat betreft
mensenhandel?

 

	Antwoord	Door de Task Force mensenhandel is in 2009 geconstateerd
dat de landelijke registratie van slachtoffers van mensenhandel beter
moet. Ik ben het daarmee eens en heb daarom eerder dit jaar extra
middelen beschikbaar gesteld aan Comensha voor de uitvoering van een
projectplan om tot een betere registratie te komen. Het plan houdt in
dat met de aanleverende instanties afspraken worden gemaakt over de aard
van de gegevens die moeten worden aangeleverd. Ik verwacht dat de
afspraken op korte termijn kunnen worden geïmplementeerd en dat het
invoeren van een meldplicht daarmee niet meer nodig zal zijn.



 

	Fractie	PvdA

Vraag	Een reactie van de Minister van Justitie en bereidheid om dit hoog
op de agenda te zetten bij het OM. 

 

	Antwoord	In de Nederlandse strafzaak betreffende een verdachte die in
Brazilië al wegens kinderporno werd veroordeeld is geen sprake van het
vrijlaten van de verdachte. Betrokkene was al op vrije voeten, aangezien
de voorlopige hechtenis was opgeheven, omdat de duur die betrokkene in
voorlopige hechtenis had doorgebracht, de duur van de in eerste aanleg
opgelegde straf al had overschreden.

Naar het oordeel van het gerechtshof was de tenlastelegging onvoldoende
helder, waardoor deze niet voldeed aan de eisen die daaraan gesteld
moeten worden. Dat dit bij het opstellen van de dagvaarding niet is
onderkend, valt te betreuren. Het OM heeft mij bericht, dat de verdachte
opnieuw zal worden gedagvaard. De Braziliaanse feiten vallen daarbuiten.
Immers, op grond van het Nederlands-Braziliaanse WOTS-verdrag zal te
zijner tijd de executie van het Braziliaanse vonnis worden overgenomen.

 

	Fractie	PVV

Vraag	268 miljoen euro uittrekken voor reclassering moet stoppen want er
zijn zeer veel recidivisten, allochtone recidivisten moeten het land uit
en de recidiverende crimineel moet deze kosten zelf betalen

 

	Antwoord	Dit kabinet werkt aan een veiliger samenleving en streeft naar
een vermindering van recidive met 10 procentpunt ten opzichte van 2002.
Criminaliteit veroorzaakt nog steeds veel maatschappelijke overlast.
Veel van deze overlast wordt veroorzaakt door recidivisten. Uit de
cijfers blijkt dat naar verwachting ruim 70 procent van de
gedetineerden binnen zeven jaar opnieuw de fout ingaat. Het kabinet
vindt die situatie niet aanvaardbaar en pakt daarom de maatschappelijke
overlast die wordt veroorzaakt door criminaliteit aan.

Er is een vaste groep mensen die steeds opnieuw met Justitie in
aanraking komt. Het uitgangspunt van de persoonsgerichte aanpak is het
doorbreken van hun criminele levenspatronen. Hierbij is de inzet van
reclassering onmisbaar: gevangenisstraf alleen helpt niet. Er dient te
worden ingezet op gedragsverandering bij deze ex-gedetineerden met als
doel het voorkomen dat zij opnieuw een strafbaar feit plegen. Dit zal
gebeuren onder strikt toezicht en is verre van vrijblijvend.

Bij de aanpak van justitiabelen wordt gestreefd naar reïntegratie
zonder recidive, waarbij de afkomst van de veroordeelde geen rol speelt.
Als uitgangspunt geldt dat een overheid die burgers een sanctie oplegt,
daarvoor geen financiële bijdrage vraagt en afdwingt. Daarnaast is de
financiële draagkracht van justitiabelen over het algemeen niet
toereikend, een groot deel van hen heeft schulden. Het hebben van
schulden is zelfs een van de belangrijkste criminogene factoren. 

 

	Fractie	PVV

Vraag	Na overschrijding van de betalingstermijn van boetes worden boetes
verhoogd en wordt het verschuldigde bedrag, inclusief alle bijkomende
kosten, afgeschreven door het CJIB via automatische incasso. Waarom
wordt een opgelegde boete niet direct afgeschreven en wordt gewacht tot
de betalingstermijn is overschreden, waardoor de burger meer moet
betalen? 

 

	Antwoord	Bij een op basis van de Wet administratiefrechtelijke
handhaving verkeersvoorschriften opgelegde boete heeft de burger de
keuze tussen het betalen van de boete of het in bezwaar gaan tegen deze
boete. Als geen bezwaarschrift wordt ingediend kan het CJIB bij
niet-betaling  incassomaatregelen inzetten, zoals het afschrijven van
een bankrekening. Het voorstel om een opgelegde boete direct af te
schrijven van een bankrekening, nog voordat de burger in de gelegenheid
is gesteld bezwaar te maken, kan echter niet worden gevolgd omdat
daarmee de burger de mogelijkheid zou worden ontnomen om in bezwaar te
gaan tegen de opgelegde boete. Dit zou in strijd zijn met artikel 6 van
het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de
fundamentele vrijheden.

 

	Fractie	PVV

Vraag	Wat heeft de regering gedaan om Antilliaanse pardonregeling tegen
te gaan?

 

	Antwoord	De toelating van vreemdelingen is een aangelegenheid van het
land de Nederlandse Antillen.

De zogenoemde ‘Brooks Tower regeling’ is erop gericht de
Antilliaanse overheid beter inzicht te verschaffen in het aantal
ongedocumenteerde vreemdelingen op de eilanden en het aantal
ongedocumenteerden terug te dringen. Het behelst geen generaal pardon
voor ongedocumenteerde vreemdelingen. Ongedocumenteerde vreemdelingen
kunnen op grond van deze regeling onder bepaalde voorwaarden in
aanmerking komen voor een verblijfsvergunning voor een jaar. Om
vervolgens in aanmerking te komen voor een reguliere vergunning tot
tijdelijke verblijf zullen zij moeten voldoen aan de reguliere
voorwaarden. Tijdens mijn werkbezoek in oktober aan de Nederlandse
Antillen heb ik met de Minister van Justitie van de Nederlands Antillen
gesproken over het belang van een zorgvuldige uitvoering van deze
regeling. Ik zal de uitvoering van deze regeling nauwlettend laten
volgen.

 

	Fractie	PVV

Vraag	Het lijkt dat bekeuringen alleen dienen voor het dichten van de
Justitiebegroting. Hierdoor is de geloofwaardigheid van de Minister van
Justitie in het geding. Dit verbaliseringsbeleid moet stoppen.

 

 

	Antwoord	Het opleggen van boetes ter handhaving van de verkeersregels
heeft tot doel het gedrag van weggebruikers te beïnvloeden en daarmee
de verkeersveiligheid te bevorderen. 

 

	Fractie	PVV

Vraag	Pedofiel Eindhoven

Hoe is het mogelijk dat deze pedofiel vrij is,  nu het vonnis nog niet
onherroepelijk is? Wordt het voorstel PVV (het vonnis bij voorraad
uitvoerbaar maken) door MvJ overgenomen? Zo nee, waarom niet?

 

	Antwoord	Ik heb uw Kamer dinsdag jl. een uitgebreide brief gestuurd
over de zaak van de Eindhovense pedofiel en de maatregelen die ik zal
treffen om de toezichtloze periode waarop de PVV doelt, te voorkomen.
Daarin staat dat ik zal bezien op welke wijze de wetgeving zodanig kan
worden aangepast dat in nader te bepalen gevallen de rechter op
vordering van de officier van justitie kan bepalen dat de
tenuitvoerlegging van maatregelen die gericht zijn op het beperken van
recidivegevaar eerder plaatsvindt. 

 

	Fractie	ChristenUnie

Vraag	Wat vindt de Minister van het pleidooi van Comensha voor een
bredere meldplicht voor alle instanties die met slachtoffers van
mensenhandel te maken hebben? Hiermee kan een beter beeld van
mensenhandel, binnen en buiten Nederland, worden gekregen.

 

	Antwoord	Ik ondersteun dit pleidooi. Ook in de Task Force mensenhandel
is in 2009 geconstateerd dat de landelijke registratie van
slachtoffers van mensenhandel moet worden verbeterd. Ik ben het
daarmee eens en heb daarom eerder dit jaar extra middelen beschikbaar
gesteld aan Comensha voor de uitvoering van een projectplan om tot een
betere registratie te komen. Het plan houdt in dat met de aanleverende
instanties afspraken worden gemaakt over de aard van de gegevens die
moeten worden aangeleverd. Ik verwacht dat de afspraken op korte termijn
kunnen worden gemaakt en dat het invoeren van een meldplicht daarmee
niet meer nodig zal zijn.

 

	Fractie	ChristenUnie

Vraag	Wat is de stand van zaken van de wet op de kansspelen?

 

	Antwoord	Bij brieven van 23 december 2008 (Kamerstukken 2008/09, 24
557, nr. 93) en 27 januari 2009 (Kamerstukken II 2008/09, 24 557, nr.
95) heb ik de Kamer meegedeeld dat ik enkele beleidswijzigingen overweeg
op het gebied van het kansspelbeleid. Het betreft de inrichting van het
vergunningstelsel, de wijze waarop vergunningen worden afgegeven, de rol
van de nieuw op te richten kansspelautoriteit hierbij, het model
verdeelsysteem voor kansspelgelden en de mogelijkheden via internet te
spelen. Deze beleidswijzigingen worden de komende tijd uitgewerkt en
daarna verwerkt in een voorstel voor een nieuwe Wet op de kansspelen.
Doordat de uitwerking geruime tijd zal vergen, loopt het
wetgevingstraject voor een nieuwe Wet op de kansspelen vertraging op.
Omdat in de praktijk behoefte bestaat aan een daadkrachtige
toezichthouder, wordt ondertussen met voorrang gewerkt aan een
wetgevingstraject ter instelling van een kansspelautoriteit. Het advies
van de Raad van State inzake dit wetsvoorstel is inmiddels ontvangen.
Het wetsvoorstel zal op korte termijn bij de Kamer worden ingediend. 

 

	Fractie	ChristenUnie

Vraag	Wat is de stand van zaken van de toezegging voor een onderzoek
naar het opheffen van de koude uitsluiting?

 

 

	Antwoord	Het WODC heeft offertes gevraagd voor een beschrijvend,
normatief en rechtsvergelijkend onderzoek. De indiening van
de offertes sluit op 9 november aanstaande. Het is de bedoeling dat
de opdracht voor het onderzoek op korte termijn zal worden gegund en
dat het onderzoek spoedig daarna van start zal gaan. Het onderzoek zal
niet langer dan ongeveer 6 maanden in beslag nemen. Met de uitkomsten
van het onderzoek wordt beoogd de vraag te  beantwoorden of en zo ja
tot welke regeling van het vraagstuk van de koude uitsluiting moet
worden overgegaan. 

 

	Fractie	GroenLinks

Vraag	We wachten al te lang op het wetsvoorstel lesbisch ouderschap.

Wanneer kunnen we dit verwachten?

 

	Antwoord	Een wetsvoorstel dat de terzake nodige wijzigingen van Boek 1
van het Burgerlijk Wetboek bevat is inmiddels opgesteld en wordt nu
afgestemd met de beide andere betrokken bewindspersonen, te weten de
Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Jeugd
en Gezin.

Nog dit najaar zal er een internetconsultatie plaatsvinden van het
voorontwerp, waarbij alle belanghebbenden en andere belangstellenden
kunnen reageren. 

 

 

 

	 

	 

	Fractie	GroenLinks

Vraag	De Consumentenbescherming anno 2009 is niet voldoende. Biedt het
stelsel nog voldoende juridische bescherming?

Groen Links: doet enkele voorstellen:

wettelijke regelen van een gratis klachtenlijn

Voor bedrijven met meer dan 250 werknemers dient een gratis klachtenlijn
te worden openen.

 

	Antwoord	Vorig jaar is de positie van rechtsconsumenten verstevigd met
de uitvoering van de richtlijn oneerlijke handelspraktijken, onder meer
door de toevoeging van lijsten met praktijken waarvan de wet zegt dat
die agressief of misleidend zijn in de wet (art. 6:193a e.v. BW).  

Voor consumenten is er al de klachtenlijn van 'consuwijzer', het
informatiepunt van de Consumentenautoriteit
(http://www.consuwijzer.nl/).

Verder groeit het aantal geschillencommissies onder auspiciën van de
SER; thans ongeveer 44. De geschillencommissies bieden laagdrempelige
beslechting van een geschil tussen een consument en een leverancier. 

 

	Fractie	GroenLinks

Vraag	Consumenten die illegaal downloaden worden gecriminaliseerd,
zonder dat er voldoende legaal aanbod is. Wat gaat de Minister van
Justitie hiertegen doen? (Voorlichten heeft de voorkeur boven
vervolgen)

 

	Antwoord	Mevrouw Azough heeft haar bezorgdheid uitgesproken over de
voornemens van het kabinet om downloaden uit illegale bron strafbaar

te stellen. Het kabinet heeft in zijn reactie op het rapport van de
werkgroep Auteursrecht (Tweede Kamer, vergaderjaar 2008-2009, 29 838 en
31 766, nr. 19) aangegeven dat het thuiskopiestelsel per 1 januari 2010
met drie jaar gaat verlengen. In de tussenliggende periode wordt dan een
wettelijke regeling voorbereid die het downloaden uit illegale bron
verbiedt. Voorwaarde daarbij is wel dat marktpartijen de komende jaren
nieuwe bedrijfsmodellen voor film en muziek in de digitale omgeving
ontwikkelen om het voor de consument aantrekkelijk te maken om legaal
muziek en film aan te schaffen. Dit sluit aan bij de mening van
de parlementaire werkgroep. De handhaving van het verbod van
downloading uit evident onrechtmatige bron kan de haalbaarheid van de
nieuw te ontwikkelen bedrijfsmodellen vergroten. Verdere afstemming in
Europa van het beleid zal gezien het internationale karakter van het
internet daarbij een voorwaarde zijn.

 

	Fractie	GroenLinks

Vraag	Burger en overheid moeten beter bewust worden gemaakt van
privacyrisico's.

Het College Bescherming Persoonsgegevens moet beter worden bewapend om
overtredingen adequaat te bestrijden.

Daarnaast moet er een website komen waar burgers een compleet beeld
krijgen van registratie door welke instantie, met welk doel en hoe zij
zich daartegen kunnen verzetten.

 

 

	Antwoord	Op 3 november 2009 hebben mijn ambtgenote van BZK en ik
namens het kabinet onze reactie gegeven op het rapport van de
Adviescommissie Veiligheid en persoonlijke levenssfeer en de
evaluatierapporten over de werking van de Wet bescherming
persoonsgegevens.

Het kabinet spreekt in deze brief uit dat de burgers in Nederland erop
mogen vertrouwen dat zorgvuldig met hun persoonsgegevens wordt omgegaan
als deze worden verwerkt. Tegelijk mogen zij erop rekenen dat
overheidsinstanties informatie met elkaar delen als dat voor de
bescherming van hun veiligheid vereist is.

Het kabinet kiest voor een tweevoudige bescherming: zowel de veiligheid
van de burger als zijn persoonlijke levenssfeer dient te worden
beschermd. Instanties die gegevens gaan gebruiken, moeten vooraf bepalen
welke gegevens zij nodig hebben en met welk doel. En zij moeten dit ook
duidelijk maken aan de burger. Het toezicht op de naleving wordt
aangescherpt. Het delen van reeds beschikbare gegevens tussen
overheidsinstanties wordt verder gestimuleerd ten behoeve van de
veiligheid en de hulpverlening.

Als ik de wensen zie, die de vragensteller naar voren heeft gebracht,
dan vallen die naar mijn mening samen met een aantal van de activiteiten
die in deze brief worden aangekondigd.

Allereerst wil het kabinet meer aandacht voor de wijze waarop met
persoonsgegevens wordt omgegaan. Dat begint met een zorgvuldige toets
in de vorm van een risicoanalyse voorafgaand aan het verzamelen van
gegevens. Door het ontwikkelen van een Privacy Impact Assessment wil de
overheid de professional behulpzaam zijn bij het identificeren van
mogelijke privacyrisco’s en het nemen van maatregelen om deze
risico’s te ondervangen.

Verder zal voor professionals een helpdesk worden ingericht die hen kan
helpen bij het nemen van besluiten over wanneer en op welke wijze
persoonsgegevens kunnen worden uitgewisseld.

Ten tweede het verhogen van de privacybewustwording. Veel gegevens
worden verzameld omdat de burger die vrijwillig ter beschikking stelt,
bijvoorbeeld bij aankopen op internet. Uit onderzoek blijkt dat burgers
zich niet altijd bewust zijn van privacyrisico’s, maar ook dat zij hun
handelen slechts mondjesmaat aanpassen wanneer zij daar wel van bewust
zijn. Het is echter van groot belang dat burgers zich van de mogelijke
effecten van hun gedrag bewust worden en daar ook naar handelen. Om dit
te bevorderen is de overheid een campagne ‘Veilig internetten. Heb je
zelf in de hand.’ gestart.

In navolging van de commissie Brouwer-Korf onderstreept het kabinet het
belang van robuust extern toezicht. Om dit mogelijk te maken zal de
maatschappelijke adviestaak die thans nog door het College bescherming
persoonsgegevens wordt vervuld, worden overgeheveld naar de eerder
genoemde helpdesk. Het Cbp kan zich dan meer toeleggen op de handhaving.
De sanctiemogelijkheden van het Cbp worden uitgebreid met de bevoegdheid
van het opleggen van bestuurlijke boetes.

Om de positie van de burger beter te beschermen moet de burger door
overheidsinstellingen en bedrijven die zijn gegevens verwerken beter
worden geïnformeerd over die verwerkingen. Initiatieven die een
bijdrage leveren aan de positie van de burger bij de verwerking van zijn
persoonsgegevens, worden versterkt. In dit verband kan worden gewezen op
de website www.burgerservicenummer.nl waarop iedereen kan nagaan welke
organisatie welke gegevens uitwisselt met behulp van het
burgerservicenummer. Op de website www.mijnoverheid.nl kunnen burgers
inzien welke informatie bij overheidsorganisaties over hen bekend is.

 

	Fractie	GroenLinks

Vraag	Wat gaat de brede heroverweging betekenen voor veiligheid,
preventie en reclassering? Deze zaken mogen hier niet onder lijden.

 

	Antwoord	Er zullen geen thema’s zijn die behoren tot de taakopdracht
van de interdepartementale werkgroepen, die op voorhand worden
uitgesloten van het onderzoek naar mogelijke bezuinigingen. De diverse
werkgroepen zijn inmiddels geïnstalleerd en zullen op 1 mei 2010 de
resultaten van de heroverwegingsanalyse aan het kabinet aanbieden. Er
zal niet tussentijds worden gerapporteerd over de voortgang. Uiteraard
zal in het kader van de Voorjaarsnota 2010 en de daarop volgende
begrotingsbehandelingen voor het jaar 2011 intensief met de Kamer worden
gediscussieerd over de voorstellen die te zijner tijd al dan niet op
tafel zullen komen.

Ik verwijs kortheidshalve verder naar de brief van de Minister-President
aan de Kamer, waarin een en ander is toegelicht (32123 nr. 25). 

 

	Fractie	D66

Vraag	Wat betreft de evaluatie van het
Nederlands anti-terrorismebeleid zou de Minister de motie opvolgen.
Wanneer kan een onderzoeksopzet worden verwacht?

 

	Antwoord	In de door uw Kamer aangenomen motie van de heer Pechtold
van 15 november 2007 is de regering verzocht te bezien op welke wijze
een onderzoek naar het Nederlandse antiterrorismebeleid het beste kan
worden vormgegeven. Zoals u weet, heeft het kabinet gevolg gegeven aan
deze motie door het instellen van de Commissie-Suyver. In juli van dit
jaar hebben mijn collega van BZK en ik uw Kamer het rapport van de
commissie met onze reactie toegestuurd.

Tijdens het Algemeen Overleg over terrorisme met uw Kamer afgelopen week
(29 oktober j.l.) heb ik uw Kamer aangegeven de aanbevelingen van het
rapport van de Commissie-Suyver direct ter hand te nemen en in eigen
verantwoordelijkheid hieraan uitvoering te geven. Ik heb uw Kamer
toegezegd hiertoe een werkplan op te stellen. Ik ben voornemens u
hierover in januari te informeren.

 

 

	Fractie	D66

Vraag	Als de economie herstelt zal waarschijnlijk het aantal rechtzaken
stijgen. Het is van belang om hier tijdig in te investeren.

 

	Antwoord	Voor een aantal zaakscategorieën is het waarschijnlijk dat de
instroom van zaken de komende tijd zal stijgen. Andere categorieën
zullen dalen. De omvang en duur van deze mutaties alsook de effecten van
de economische recessie op andere sectoren zijn echter uiterst moeilijk
te voorspellen. De beperkte financiële ruimte heeft ertoe geleid dat de
ingediende begroting van de Raad maar beperkt is gehonoreerd. Een extra
investering in de Rechtspraak is dus niet aan de orde. Indien de
recessie voortduurt en de instroomverwachting van de Raad werkelijkheid
wordt, dan kunnen de gevolgen voor voorraden en doorlooptijden - gegeven
de huidige productieafspraken - groot zijn. Ik zal daarom de
ontwikkelingen nauwkeurig volgen zodat - indien nodig en mogelijk -
alsnog maatregelen getroffen kunnen worden. Aangezien de financiële
mogelijkheden maar ook de expansiemogelijkheden van de rechtspraak zelf
beperkingen kennen, zal daarbij ook uitdrukkelijk gekeken moeten worden
naar instroombeperkende maatregelen en zal een extra inspanning van de
rechtspraak nodig zijn om het oplopen van voorraden en doorlooptijden
zoveel mogelijk te voorkomen.

 



 

	Fractie	D66

Vraag	De positie van lesbische meemoeders moet goed geregeld worden.
Een wetsvoorstel wordt nu voor volgende kabinetsperiode gepland.

Is het mogelijk het wetsvoorstel lesbisch ouderschap eerder te krijgen?

 

	Antwoord	Een wetsvoorstel dat de terzake nodige wijzigingen van Boek 1
van het Burgerlijk Wetboek bevat, is inmiddels opgesteld en wordt nu
afgestemd met de beide andere betrokken bewindspersonen, te weten de
Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor
Jeugd en Gezin.

Nog dit najaar zal er een internetconsultatie plaatsvinden van het
voorontwerp, waarbij alle belanghebbenden en andere belangstellenden
kunnen reageren.

 

	Fractie	D66

Vraag	Raadsman bij het eerste politieverhoor: heeft Minister ambitie om
wetsvoorstel nog voor 2011 in werking te stellen?

Wanneer krijgt TK dit voorstel?

 

	Antwoord	De heer Pechtold heeft mij gevraagd of het wetsvoorstel inzake
de raadsman bij het politieverhoor nog voor 2011 in werking kan
treden. Die ambitie is er. Het wetsvoorstel tot herziening van het
Wetboek van Strafvordering waarin het recht op rechtsbijstand van een
verdachte bij het politieverhoor zal worden geregeld, wordt voorbereid.
Het experiment dat momenteel wordt uitgevoerd loopt in mei 2010 af en
wordt geëvalueerd. De uitkomsten van dat experiment zullen, evenals de
arresten van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens en van de Hoge
Raad inzake het verlenen van rechtsbijstand voorafgaand aan het
politieverhoor, worden betrokken bij de voorbereiding van het
wetsvoorstel dat ik u voor het eind van 2010 hoop te kunnen aanbieden. 

 

	Fractie	D66

Vraag	Nauwe betrokkenheid ten aanzien van onderhandeling over PNR is
ondanks de motie van D66 niet het geval? Het verzoek is om de Kamer nauw
te betrekken.

Graag reflectie van de Minister van Justitie op de stand van zaken van
de motie.

 

	Antwoord	In de motie verzoekt uw Kamer de regering om vooralsnog niet
akkoord te gaan met het voorstel om een EU PNR systeem in te voeren,
noch verdere stappen te ondernemen en om het Nederlandse en Europees
parlement nauw te betrekken bij het verdere besluitvormingstraject.

In maart jl. heeft een AO plaatsgevonden over de stand van zaken
rondom het EU-PNR kaderbesluit. Ook hebben leden van uw Kamer een
werkbezoek aan Schiphol gebracht. Er zijn sedertdien geen grote
ontwikkelingen te melden. Onder het Tsjechisch voorzitterschap zijn
enkele raadswerkgroepen gehouden, maar die hebben nog niet tot
substantiële vooruitgang geleid.

Onder het huidige Zweedse EU-voorzitterschap is besloten de
onderhandelingen stil te leggen totdat het Verdrag van Lissabon in
werking zal treden (thans voorzien op 1 december 2009). Dan zal de
codecisieprocedure van toepassing zijn en zal het Europees Parlement dus
nauw betrokken worden bij het verdere besluitvormingstraject.
Vanzelfsprekend zal uw Kamer van de voortgang op de hoogte worden
gehouden.

 

	Fractie	D66

Vraag	Welke rol speelt de MvJ in het innovatieplatform Den Haag 'stad
van het recht' ?

 

	Antwoord	Nederland is gastheer van internationale intergouvernementele
organisaties (IO’s) van uiteenlopende aard die zich inzetten op het
terrein van recht en vrede; internationale hoven en tribunalen, Europese
instellingen en vele andere organisaties. Onder deze instellingen zijn
ook veel kennisinstellingen die zich buigen over internationale
juridische vraagstukken. Den Haag is in die zin een kruispunt. Niet voor
niets kreeg de stad van toenmalige Secretaris-generaal van de VN Boutros
Boutros-Ghali de eervolle omschrijving van juridische hoofdstad van de
wereld. Voorts brengt de aanwezigheid van al die organisaties
aanzienlijke politieke, economische en culturele voordelen met zich mee,
daarom werft het kabinet sinds 1988 actief IO’s en is hun aantal in
Nederland sterk toegenomen. Justitie steunt deze ontwikkeling.
Inhoudelijk door het stimuleren van kennisuitwisseling en anderzijds
door haar bijdrage te leveren aan het Nederlandse gastheerschap via
haar uitvoeringsorganisaties. Zoals reeds door de Minister van
Buitenlandse Zaken aan de Tweede Kamer is toegezegd, zal in het voorjaar
van 2010 een nota verschijnen over het gastheerschap van Nederland. Ten
aanzien van de expertise ondersteunt Justitie het initiatief van de
gemeente Den Haag om te komen tot een betere samenwerking tussen
universiteiten en kennisinstellingen, dat zou kunnen leiden tot een -
zoals door u betiteld - 'kennisknooppunt'. 

 

	Fractie	SGP

Vraag	Hoe staat het met onderzoek t.a.v. mogelijkheden om
verspreiding van schadelijke mediabeelden en geweldadige spelen onder
minderjarigen tegen te gaan (eerdere motie van der Staay)?

 

	Antwoord	Naar aanleiding van het onderzoek ‘Horen, zien,
verkrijgen?’ is in februari dit jaar bij convenant afspraken gemaakt
met de audiovisuele branche die aangesloten zijn bij het Nederlands
Instituut voor Classificatie van Audiovisuele Media (Nicam) over de
verbetering van de naleving van leeftijdsgrenzen bij distributie en
verkoop van schadelijke mediabeelden aan minderjarigen. Daarnaast is
eind oktober met een aantal grote ondernemingen een convenant gesloten,
opdat zij een voorbeeldfunctie gaan vervullen bij de naleving. De
afspraken hebben betrekking op instructie en certificering van het
verkopend personeel via e-learning, en campagne om het publiek,
waaronder ook ouders, te informeren en het verscherpen van toezicht van
overheidswege op de naleving. Voorts worden momenteel de mogelijkheden
onderzocht om online verkoop aan minderjarigen van leeftijdsgebonden
producten, waaronder schadelijke mediabeelden, aan banden te leggen.
Zodra de mogelijkheden in kaart zijn gebracht, zal ik uw Kamer hierover
berichten. De mogelijkheden en implicaties voor een verbod op extreem
gewelddadige games worden momenteel ook onderzocht. Uw Kamer zal
hierover nog dit jaar worden bericht. 

 

	Fractie	SGP

Vraag	In hoeverre is er al actiever handhavingsbeleid ten aanzien van
dwang in prostitutie, naar aanleiding van onderzoek 'schone schijn'?

 

	Antwoord	Ik deel de zorg van de SGP
over het rapport Schone Schijn, waaruit blijkt dat het huidige
prostitutiebeleid soms tekortschiet bij het signaleren van misstanden in
de prostitutiebranche. Met de intensivering van het
handhavingsbeleid kan dan ook niet gewacht worden op inwerking van de
Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche. De
Task Force aanpak mensenhandel is reeds gestart met maatregelen die
betrekking hebben op versterking van het toezicht en de handhaving in de
prostitutiebranche. Zo heeft de Task Force op 29 oktober 2009 een
handreiking gepresenteerd voor een heldere taakverdeling tussen
gemeenten en politie bij toezicht en handhaving. De Task Force
presenteerde verder een toolkit, die gemeenten een aantal instrumenten
biedt om toezicht en handhaving op lokaal niveau te versterken.

Ik voorzie dat de Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden
seksbranche zal leiden tot meer zicht en grip op de branche. Het
toezicht zal worden vergemakkelijkt doordat een groter deel dan thans
het geval is van de branche onder de vergunningplicht zal worden
gebracht en het onderscheid tussen het legale deel van de branche en
het illegale deel van de branche zal worden verduidelijkt. Ook de
grotere uniformiteit in vergunningvoorwaarden zal het toezicht
vergemakkelijken.

Vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Wet regulering prostitutie
en bestrijding misstanden seksbranche zal met gemeenten gecommuniceerd
worden over de urgentie van de aanpak van mensenhandel en wat gemeenten
daar in praktische zin aan zouden kunnen doen. Begin 2010 wordt hiertoe
een conferentie voor gemeenten georganiseerd. 

 

	Fractie	SGP

Vraag	Gisteren werd bekend dat levensbeëindiging bij pasgeborenen
plaatsvindt zonder dat daar een toetsingscommissie aan te pas komt.

Wat doet de Minister van Justitie om te zorgen dat in dit kader de
meldplicht wordt nagekomen?

 

	Antwoord	Op 2 november 2009 is het jaarverslag 2008 officieel door de
commissie late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij
pasgeborenen (de commissie Hubben) aangeboden aan de
verantwoordelijke bewindslieden. Het jaarverslag zal voor het reeds
geplande algemeen overleg van 18 november a.s. aan uw Kamer worden
aangeboden, zodat er tijdens dat algemeen overleg uitgebreid kan worden
ingegaan op dit rapport.

De commissie heeft een aantal activiteiten genoemd om de
meldingsbereidheid te stimuleren. Deze activiteiten voor 2009 en 2010
zijn:

• de commissie gaat fictieve casuïstiek ontwikkelen om te bespreken
met de beroepsgroep tijdens bezoeken van de commissie aan
Neonatalogische intensive care units (NICU's)

• bezoeken van de NICU's

• bezoeken van de streekziekenhuizen

• gesprekken voeren met het veld (kinderneurologen)



 

	Fractie	SGP

Vraag	Vanaf wanneer zal het gebruik van alcohol & drugs worden
meegenomen in de straftoemeting?  

 

	Antwoord	Zoals bij brief van 19 augustus 2009 (TK, 2008-009, 28684, nr.
237) inzake de stijging van uitgaansgeweld is aangekondigd, zal het
gebruik van alcohol als strafverzwaringseis bij geweldsdelicten gaan
gelden. In welke mate de strafeis door het Openbaar Ministerie wordt
verzwaard en welk promillage als richtlijn gaat gelden, wordt momenteel
onderzocht. Naar verwachting zal de verhoogde strafeis medio 2010 zijn
beslag krijgen. Voor drugsgebruik bestaat op dit moment geen voornemen
tot verhoging van de straftoemeting of de strafeis. 



 

	Fractie	SGP

Vraag	Waarom gaat de regering zo gemakkelijk voorbij aan het standpunt
van de VN inzake euthanasiebeleid in Nederland?

 

	Antwoord	Op 15 oktober 2009 heb ik, mede namens de Minister van BZK, de
Minister van SZW, de Minister van OC en W, de Minister voor WWI, de
Minister voor Jeugd en Gezin en de Staatssecretaris van VWS uw Kamer een
brief gestuurd die een reactie behelst op de aanbevelingen van het
VN-comité inzake burgerlijke en politieke rechten.

Ik verwijs naar deze brief. Daarbij is niet alleen het coalitie-akkoord
van belang, maar ook het evaluatierapport met kabinetsstandpunt. Wij
hebben op dit moment niets hebben toe te voegen.

 

	Fractie	SGP

Vraag	Kunnen ambtenaren van de IND ook een Islamitische ambteed
afleggen?

Is dit zo?

Is er de bereidheid om dit te herstellen?

 

	Antwoord	Aan medewerkers die de Islam aanhangen is tot begin 2009 de
mogelijkheid geboden om de eed “In de naam van Allah” af te
leggen. Vanaf begin 2009 vindt de eedaflegging plaats conform de
formuleringen, zoals gehanteerd in de Regeling afleggen eed en belofte
ambtenaar van de Minister van Justitie. Deze zijn in overeenstemming
met de Wet betreffende de vorm van eden, beloften en bevestiging. In dit
verband verwijzen wij naar de uitspraak van de Afdeling
Bestuursrechtspraak voor de Raad van State van 16 januari 2002, zaak nr.
200005735/1.

Ik wijs erop dat ambtenaren van de IND onder het ARAR vallen.

 

	

 PAGE    

 PAGE   1