[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Notitie over taak, werkwijze en samenstelling van de CIVD

Bijlage

Nummer: 2009D55627, datum: 2009-11-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Bijlage bij: Aanbieding van de notitie, zoals toegezegd tijdens het Algemeen Overleg over de AIVD, de CTIVD en de CIVD van de commissie BZK op 1 juli 2009, over taak, werkwijze en samenstelling van de CIVD (2009D55625)

Preview document (🔗 origineel)


Notitie over taak, werkwijze en samenstelling van de commissie voor de
Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 

Grondslag voor de commissie voor de Inlichtingen- en
Veiligheidsdiensten.

a. De Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 bepaalt dat
onze betrokken minister de gegevens, bedoeld in het derde lid,
vertrouwelijk kan mededelen aan een of beide kamers der Staten-Generaal.

Dit betreft:

de door de dienst aangewende middelen in concrete aangelegenheden; door
de dienst aangewende geheime bronnen; het actuele kennisniveau van de
dienst.

b. Het Reglement van Orde van De Tweede Kamer bepaalt in artikel 22:

De commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 

1. Er is een commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten.

2. In afwijking van het bepaalde in artikel 25, eerste lid, zijn lid van
deze commissie de voorzitters van de fracties, als bedoeld in artikel
11, eerste lid. De Voorzitter benoemt de leden van de commissie. 

Taak en bevoegdheid  van de commissie

De taak van de commissie is in de eerste plaats het controleren van de
operationele taak van de AIVD en MIVD. Volgens artikel 8 derde lid van
de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 worden in het
openbare jaarverslag van de beide diensten immers geen gegevens
opgenomen over door de dienst aangewende middelen in concrete
aangelegenheden, door de dienst aangewende bronnen en het actuele
kennisniveau van de dienst.

Maar ingevolge het vierde lid kunnen de betrokken ministers deze
gegevens vertrouwelijk meedelen aan een of beide kamers der
Staten-Generaal. In de praktijk is dat voor de Tweede Kamer de commissie
voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CIVD). De Eerste Kamer
heeft geen vergelijkbare commissie ingesteld.

Uitgangspunt dient te zijn dat het kabinet de informatie over de AIVD en
MIVD zoveel mogelijk als openbare stukken aan de Kamer aanbiedt. Deze
stukken kunnen dan worden behandeld in respectievelijk de vaste
commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de vaste
commissie voor Defensie.

Een ander uitgangspunt moet zijn dat de commissie geen vertrouwelijke of
geheime stukken in behandeling neemt die betrekking hebben op andere
onderwerpen dan op de operationele controle van AIVD en MIVD. Dergelijke
stukken moet de commissie terugsturen naar het kabinet met het verzoek
deze vertrouwelijk naar de desbetreffende vakcommissie(s) te zenden.

3. Werkwijze van de commissie

1. De vergaderingen van de commissie zijn besloten.

2. In beginsel vergadert de commissie minstens een maal per maand op een
vaste dag en een vast tijdstip volgens een tevoren door haar vastgesteld
schema.

3. Aan de leden worden een week voor de vergadering een agenda en een
brievenlijst toegezonden.

4. Omdat de stukken vertrouwelijk tot geheim zijn, worden zij niet
verspreid onder de leden van de CIVD. De stukken kunnen op het
secretariaat van de commissie worden ingezien. Zij mogen niet worden
meegenomen naar de kamer van de leden en er mogen geen aantekeningen
worden gemaakt.

5. De leden van de CIVD mogen de informatie die zij hebben gekregen uit
de stukken of mondeling van de ministers van BZK, Justitie of Defensie
niet bespreken met anderen, ook niet met de leden van hun fracties.

6. Van de vergaderingen wordt een vertrouwelijk verslag opgesteld door
de griffier van de commissie en vastgesteld door de voorzitter van de
commissie. Het verslag wordt niet rondgedeeld maar kan door de leden te
allen tijde worden ingezien.

7. De voorzitter van de commissie stelt nieuwe leden op de hoogte van de
werkwijze van de commissie en de voorwaarden voor deelneming aan haar
werkzaamheden.

De commissie stelt zich ten doel niet alleen te beraadslagen over de
door de regering toegezonden stukken waardoor de beraadslagingen een
ad-hoc karakter kunnen hebben. De commissie besluit meer tijd uit te
trekken om over ÊÊn thema dat nog niet in het openbaar kan worden
besproken, uitgebreider te overleggen.

4. Samenstelling van de commissie

Zoals hierboven al is uiteengezet zijn ingevolge artikel 22 van het
Reglement van Orde 

lid van de commissie de voorzitters van de fracties als bedoeld in
artikel 11, eerste lid.

De Voorzitter van de Tweede Kamer benoemt de leden van de commissie.

Naar bestendig gebruik is de voorzitter van de grootste fractie in de
Tweede Kamer voorzitter van de commissie. 

De commissie vindt het wel noodzakelijk dat alle leden van de commissie
haar vergaderingen zoveel mogelijk bijwonen. De commissie kan niet goed
functioneren als regelmatig sprake is van een geringe opkomst van de
leden omdat dit haar belemmert om goed te kunnen beraadslagen. Omdat 
het vergaderschema elk half jaar aan de commissie wordt voorgelegd, zijn
de tijdstippen van de vergaderingen immers ruimschoots tevoren bekend.

De voorzitter van de commissie,

Van Geel

De griffier van de commissie,

De Gier

  TIME \@ "d MMMM yyyy"  11 november 2009 

	Vervolg



Bladzijde	  PAGE  2