Nader rapport
Bijlage
Nummer: 2009D56669, datum: 2009-11-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Verdrag tussen Ierland, Nederland, Spanje, Italië, Portugal, Frankrijk, Groot-Brittannië en Noord-Ierland tot oprichting van een Maritiem Analyse- en Operatiecentrum m.b.t. verdovende middelen (2009D56665)
Preview document (🔗 origineel)
Afdeling Verdragen DJZ/VE-825/09 AAN DE KONINGIN Verdrag tussen Ierland, het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk Spanje, de Italiaanse Republiek, de Portugese Republiek, de Franse Republiek en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland tot oprichting van een Maritiem Analyse- en Operatiecentrum op het gebied van verdovende middelen; Lissabon, 30 september 2007 (Trb. 2007, 231) ’s-Gravenhage, 28 oktober 2009 Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 25 juni 2008, no. 08.001854, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 24 juli 2008, nr. W03.08.0233/II, bied ik U hierbij aan. Naar aanleiding van de opmerkingen van de Raad van State is de toelichting aangevuld in de laatste alinea van het onderdeel genaamd ‘De deelnemers aan MAOC-N’ en in het artikelsgewijze deel bij artikel 22. Naar aanleiding van de opmerking van de Raad van State betreffende de voorlopige toepassing is de toelichting aangevuld in de laatste alinea van de inleiding en in het artikelsgewijze deel bij artikel 24. De Raad van State geeft geen specifieke onderbouwing voor zijn voorstel om het verdrag ter uitdrukkelijke goedkeuring voor te leggen in plaats van ter stilzwijgende goedkeuring, maar verwijst hiervoor naar de punten 1 en 2 van het advies. Op die punten wordt gereageerd door bepaalde passages verder uit te werken in de toelichting; daaruit moge ook blijken dat het verdrag geen nieuwe verplichtingen inhoudt voor Nederland, noch als land, noch als lidstaat van de Europese Unie. Aangezien de stilzwijgende en de uitdrukkelijke goedkeuring staatsrechtelijk geheel gelijkwaardig zijn, en er ook overigens geen sprake is van één van de redenen om het verdrag ter uitdrukkelijke goedkeuring aan te bieden (uitvoeringswetgeving, politiek belang) ziet de regering geen reden om de oorpronkelijk voorgenomen procedure te wijzigen. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om een enkele redactionele wijziging aan te brengen. Ik moge U mede namens de Minister van Justitie, verzoeken mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het verdrag vergezeld van de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De Minister van Buitenlandse Zaken,