[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verzoek inzake onrechtmatig handelen door de Surinaamse justitiële autoriteiten

Brief regering

Nummer: 2009D57063, datum: 2009-11-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2009Z21687:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 november 2009

Graag bied ik u hierbij de reactie aan op het verzoek van de vaste
commissie voor Buitenlandse Zaken van 1 oktober 2009 met kenmerk
2009Z16382/2009D47065 inzake “onrechtmatig handelen door de Surinaamse
justitiële autoriteiten’’.

In de bijlagen bij uw verzoek beklaagt de heer S. Y. R. zich over de
voor hem negatieve uitkomst van een rechtszaak over de voogdij over zijn
kinderen. Volgens de heer R. zou dit het gevolg zijn van onrechtmatig
handelen van de Surinaamse justitiële autoriteiten. Ik kan helaas niet
beoordelen of dat zo is, noch kan ik daar in treden, omdat Suriname daar
zelf over gaat. 

In antwoord op uw verzoek over de door de Nederlandse ambassade te
Paramaribo geboden rechtsbijstand aan de heer R. kan ik u informeren dat
ambassades in het algemeen geen rol hebben in lokale civielrechtelijke
procedures. Nederlanders die in het buitenland verwikkeld zijn in een
juridische procedure dienen zich voor rechtsbijstand te wenden tot een
lokale advocaat. Ambassades kunnen desgevraagd bemiddelen bij het vinden
daarvan. De heer R. heeft zich daarvoor niet tot de ambassade gewend.  

De heer R. heeft voorts in zijn brief aangegeven driemaal gearresteerd
en opgesloten te zijn geweest. Het is mij niet duidelijk waarom van de
arrestatie van de heer R. door de Surinaamse autoriteiten geen melding
gemaakt is bij de Nederlandse Ambassade. Het is mogelijk dat melding
achterwege gebleven is op verzoek van de heer R. zelf. De heer R. kan,
indien hij dat wenst, dit punt op de ambassade toelichten. Mocht blijken
dat Suriname in deze niet heeft gehandeld conform de internationale
afspraken, dan zal ik mijn ambassade verzoeken de Surinaamse
autoriteiten daar op aan te spreken.

De minister van Buitenlandse Zaken,

M.J.M. Verhagen