Overzicht uitvoering integratiebeleid
Bijlage
Nummer: 2009D57210, datum: 2009-11-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Integratiebrief en een overzicht van de uitvoering van het integratiebeleid (2009D57208)
Preview document (đ origineel)
Overzicht uitvoering integratiebeleid Deltaplan Inburgering De aanloopproblemen van de nieuwe wet Inburgering zijn aangepakt door middel van aanpassing van de wet, meer tijd voor gemeenten en aanbieders en verbetering van de registratiemogelijkheden in ISI. Ondanks deze aanpak loopt het aantal voorzieningen echter achter op de prognose. Hiervoor zijn aanvullende maatregelen ingesteld waaronder extra middelen, meer effectieve werkwijzen voor het benaderen van vrijwillige inburgeraars en een campagne. Onderwijs Sociaal-culturele en sociaal-economische achterstand wordt vaak doorgegeven van de ene generatie op de andere. Het is te betreuren dat een aanzienlijk deel van de kinderen van nieuwe Nederlanders aan hun onderwijsloopbaan begint met een flinke achterstand in cognitieve ontwikkeling en taalvaardigheid in het Nederlands. Voor verbetering van de achterstanden van migranten en hun kinderen worden de volgende maatregelen ingezet. Ondersteuning van de taalvaardigheid door middel van voor- en vroegschoolse educatie. Het kabinet streeft de doelstelling na dat op termijn alle kinderen uit de doelgroep gaan deelnemen aan een VVE-programma van voorschoolse educatie. Extra taalonderwijs in schakelklassen (positieve resultaten volgens de evaluatieonderzoeken uit 2008 en 2009). Uitbreiding van het aantal brede scholen naar 1500 scholen in 2011 (huidige doelstelling van 1200 brede scholen is al bereikt in 2009). Versterkte inzet op het bestrijden van schooluitval door middel van het programma:âAanval op de uitvalâ. Ook neemt het kabinet maatregelen om de zogenoemde âoverbelaste leerlingenâ ondersteuning en structuur te bieden. Om alle leerlingen vroeg in hun schoolloopbaan kennis te laten maken met de maatschappij en te laten ervaren wat het betekent om een onbetaalde bijdrage te leveren aan de samenleving, is vanaf schooljaar 2011-2012 de maatschappelijke stage verplicht onderdeel van het curriculum van leerlingen in het voortgezet onderwijs. De maatschappelijke stage kan een positieve bijdrage leveren aan de sociale samenhang doordat zij mensen met verschillende achtergronden met elkaar in contact brengt waardoor het begrip voor elkaar toeneemt. Leerlingen kunnen hun maatschappelijke stage doen bij vrijwilligersorganisaties zoals sportverenigingen, culturele instellingen of welzijnsinstellingen in de wijk. Implementatie van overdracht van burgerschap en sociale integratie in het onderwijs (wettelijke verplichting). Tegengaan segregatie in het basisonderwijs. Jeugdbeleid Met generieke instrumenten als laagdrempelige opvoedondersteuning via de Centra voor Jeugd en Gezin, de Wet Investeringen in Jongeren (WIJ), de aanpak jeugdwerkloosheid Ă©n de plusvoorzieningen voor overbelaste jongeren in het vmbo/mbo wil het kabinet de perspectieven van de migrantenjeugd verbeteren. Daarnaast is het van belang dat migranten en hun kinderen beter worden bereikt door hulpverlenende instanties. Hiervoor is het actieprogramma:âdiversiteit in het jeugdbeleidâ opgezet. Dit kent de volgende doelstellingen Vergroten van het bereik onder migranten van instellingen voor jeugdzorg. Versterken van de deskundigheid van professionals voor werken met migranten. Verspreiding van interventiemethodieken voor het werken met migranten. Voor de uitvoering van het programma is opdracht gegeven aan ZonMw. Hiervoor is 10 mln. beschikbaar in de periode 2008-2012. Concrete lopende activiteiten en opgeleverde producten zijn: Eind 2008 zijn in Amsterdam, Rotterdam en Noord-Brabant academische werkplaatsen diversiteit (2008-2011) opgestart. Hier werken professionals, jeugdorganisaties, gemeenten, universiteiten en een multi-etnisch coachingsteam samen om praktische en bewezen effectieve aanpakken te ontwikkelen. Er is een inventarisatie uitgevoerd naar het aanbod van op migranten gerichte instrumenten voor opvoedingsondersteuning (ECO3/Sardes). Ontwikkeling interculturele meetladder (gereed september 2009) (VJI). Aanbevelingen/Handreiking versterken frontlinie (gereed september 2009) (VJI). Inventarisatie van aanbod/lacunes effectieve interventies voor niet-westerse jongeren (2008-2011) en aanpassen databanken effectieve interventies (Nji) Gereedschapskist voor op diversiteit toegesneden Centra voor Jeugd & Gezin (september 2009). Kennissynthese preventie polarisatie en radicalisering (COT i.s.m. Forum). Nulmeting monitor (CBS/SCP). Wonen en segregatie Voor het tegengaan van de fysieke segregatie van bevolkingsgroepen zijn de volgende maatregelen opgezet. Differentiatie van de eenzijdige woningvoorraad in concentratiewijken door middel van herstructurering (ISV) en gemengd bouwen. Uitvoering van regionale afspraken over de huisvesting van lage inkomensgroepen in de randgemeenten van de grote steden (bestuurlijke voortgangsgesprekken over de woningbouw afspraken 2005-2010 en de komende verstedelijkingsafspraken 2010-2020). Stimuleren van een meer gemengde bevolkingssamenstelling in achterstandswijken door middel van experimenten met variabele huren en vergroten van de mogelijkheden voor woonruimteverdeling. Het realiseren van een stimulerende leefomgeving in wijken en buurten door middel van het actieplan Krachtwijken. Arbeidsmarkt Het arbeidsmarktbeleid kent in principe een generieke aanpak. Met deze maatregelen worden ook migranten en hun kinderen geholpen. Daarnaast zijn maatregelen opgezet voor het actief bestrijden van discriminatie, hulp bij het zoeken naar werk en het ontwikkelen van vaardigheden, stimulering van het diversiteitsbeleid en is er onderzoek gedaan naar de effectiviteit van reĂŻntegratietrajecten voor allochtonen. Om de gevolgen van de economische crisis te verminderen is in het voorjaar van 2009 het actieplan Jeugdwerkloosheid opgesteld. Hierbij krijgt de hoge werkloosheid onder migrantenjongeren bijzondere aandacht. Zo bevatten de convenanten met de 30 regioâs op nadrukkelijk verzoek van het kabinet expliciete activiteiten voor allochtone, i.c. kwetsbare, jongeren. Ook is het landelijk overleg Minderheden (LOM) actief betrokken bij de uitvoering van het actieplan Jeugdwerkloosheid in de regio. Beleid voor specifieke groepen Het beleid voor integratie en inburgering kent over het algemeen een generieke benadering. Alleen wanneer er sprake is van bijzondere omstandigheden of situaties kan aanvullend beleid nodig zijn. Voor Antilliaans- en Marokkaans- Nederlandse probleemjongeren is aanvullend beleid nodig. Het kabinet heeft de afgelopen jaar meerdere brieven naar de Tweede Kamer gestuurd over de aanpak van deze groepen. Voor de aanpak van Roma in Nederland is een brief naar de Tweede Kamer gestuurd en is extra geld beschikbaar gekomen. Naar de situatie van de migranten uit Midden- en Oost-Europese landen (de MOE-landers) is onderzoek gedaan. Een standpuntbepaling hierover zal in het najaar van 2009 aan de Tweede Kamer worden verstuurd. Actief burgerschap en dialoog Aan het bereiken van de doelstellingen bij actief burgerschap wordt bijgedragen door de oprichting van het Huis voor Democratie en Rechtsstaat, het traject op weg naar het Handvest verantwoordelijk burgerschap, de Lokale proeftuinen burgerparticipatie, de Code voor goed openbaar bestuur en het project tot versterking van de Grondwet. Ook zijn diverse initiatieven voor ontmoeting en dialoog en een pilotproject socratische methode uitgevoerd. Tevens zijn enkele specifieke projecten erop gericht jongeren in gesprek te laten gaan over de waarden van de democratische rechtsstaat. Uitvoering september 2009-juni 2010 Discriminatie en bestrijden en voorkomen Nederland voert een actief beleid om racisme te bestrijden. Als vervolg op de conferentie van de VN in Durban in 2001 heeft de Nederlandse regering het Nationaal Actieplan Racismebestrijding 2003-2007 gepresenteerd en uitgevoerd. Het huidige kabinet heeft in het Coalitieakkoord de aanpak van discriminatie als speerpunt benoemd. De belangrijkste maatregelen zijn als volgt. De Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen is op 28 juli 2009 in werking getreden. Het wetsvoorstel bevat de verplichting voor gemeenten om de ingezetenen van hun gemeente toegang te verlenen tot een antidiscriminatievoorziening. De invoering van de Wet is vergezeld gegaan van een landelijke campagne gericht op de meldingsbereidheid van slachtoffers van discriminatie te vergroten. Deze campagne heeft van 23 juni tot 2 augustus plaatsgevonden. De bewindslieden van Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben de Tweede Kamer een plan van aanpak aangeboden over de aanpak van discriminatie op de arbeidsmarkt van niet-westerse migranten. De handreiking Lokale Aanpak Discriminatie genaamd 'Iedereen=Gelijk' is opgesteld in samenwerking met de VNG, BZK en WWI. In september hebben er drie regionale informatiebijeenkomsten plaatsgevonden om de gemeenten te informeren over de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen en de handreiking. De aandacht voor discriminatie bij politie en OM is sterk vergroot. In een landelijke aanwijzing is vastgelegd dat in alle gevallen van discriminatie aangifte moet worden opgenomen. Verder is er in elke politieregio een Regionaal Discriminatieoverleg (RDO) ingesteld, waarin periodiek overleg plaatsvindt van politie, OM en ADVâs over de zaken die spelen. Later dit jaar verschijnen de Monitor Rassendiscriminatie en de tweede Discriminatiemonitor niet-westerse allochtonen op de arbeidsmarkt. Aan de hand daarvan zal worden bezien of er aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn, op de arbeidsmarkt of op andere beleidsterreinen. In de Arbeidsomstandighedenwet is deze zomer een bepaling opgenomen die werkgevers verplicht om een discriminatiebeleid te voeren. Recent is in dat kader het project âTolerance Onlineâ van het Meldpunt Discriminatie Internet en de Nationale Jeugdraad gelanceerd. Dit project, dat mogelijk wordt gemaakt door de ministeries van WWI, Justitie en OCW, heeft als doelstelling om jongeren bewust te maken van kwetsende en discriminerende uitlatingen op het internet. Vrouwen activeren en terugdringen eergerelateerd geweld Voor het terugdringen van eergerelateerd geweld is in 2006 het programma eergerelateerd geweld opgezet (zie ook de 5e voortgangsrapportage uit juli 2009). Hierin zijn onder andere de volgende maatregelen genomen. Werken aan een mentaliteits- en gedragsverandering in de eigen gemeenschappen via afspraken met migrantenorganisaties over de uitvoering van het preventieprogramma:âaan de goede kant van de eerâ. Afspraken met 10 gemeenten in 2009 over de realisatie van een lokale preventieaanpak. Onderdeel hiervan is de verbetering van de samenwerking en contact tussen migrantengroepen en instanties en de vergroting van het bereik en vertrouwen van migranten in instellingen. Eindevaluatie van âaan de goede kant van de eerâ voorjaar 2011. Ondersteuning door het Landelijk Expertisecentrum Eergerelateerd Geweld (LEC) en een onderwijsprogramma voor politie, openbaar ministerie en de zittende magistratuur. Het is de bedoeling dat de SSR 2 tot 4 cursussen per jaar zal organiseren. Verbetering van het inzicht in eergerelateerd geweld via casuĂŻstiekonderzoek verricht op zaken van mogelijk eergerelateerd geweld, op grond van gegevens die beschikbaar zijn bij de politie, vrouwenopvang en de 3 lokale bestuurlijke pilots. Over de maatregelen voor de emancipatie van vrouwen en mannen uit migrantengemeenschappen is de Tweede Kamer in de brief âEmancipatie van vrouwen en mannen uit etnische minderheidsgroepenâ geĂŻnformeerd. Het gaat hier onder andere om de volgende maatregelen. Om vrouwen te activeren zijn in het kader van het programma Duizend en Ă©Ă©n Kracht met 25 gemeenten afspraken gemaakt over het creĂ«ren van een sluitend participatieaanbod om zoveel mogelijk vrouwen te bereiken met een passend traject. Voor de emancipatie van vrouwen en meisjes uit etnische minderheidsgroepen is het van belang dat hun mannen en vaders bereikt worden en meegaan in het emancipatieproces. Daarom is een budget van ⏠2,4 miljoen beschikbaar gesteld aan gemeenten die een vadercentrum willen realiseren. Tegengaan van polarisatie en radicalisering In 2007 is het actieplan polarisatie en radicalisering 2007-2011 opgesteld. De doelen van het Actieplan zijn als volgt geformuleerd: Het voorkomen van (verder) processen van isolatie, polarisatie en radicalisering door het (weer opnieuw) insluiten van mensen die dreigen af te glijden of zich af te keren van de Nederlandse samenleving en democratische rechtsorde. Het vroegtijdig signaleren van deze processen door bestuurders en professionals en het ontwikkelen van een adequate aanpak (pro-actie). Het uitsluiten van mensen die duidelijke grenzen hebben overschreden en ervoor zorgen dat hun invloed op anderen zoveel mogelijk beperkt wordt (repressie). In 2008 is met de lokale ondersteuning gestart. Een systeem van co-financiering is vormgegeven. Daarnaast is in 2008 het kennis- en adviescentrum Nuansa opgericht. Nuansa beantwoordt vragen, verwijst door naar relevante deskundigheid en stelt basistools beschikbaar (voorbeeldprojecten, factsheets, handreikingen). In 2008 zijn op lokaal niveau diverse specifieke trainingen opgezet voor bijvoorbeeld onderwijs, politie, jeugdwerk en reclassering. Via Nuansa wordt gezorgd voor voldoende kennis en handelingsmethoden om desgevraagd te ondersteunen bij de aanpak. Ook de internationale samenwerking heeft in 2008 vorm en inhoud gekregen. Een netwerk van Europese beleidsmakers is opgezet voor uitwisseling van goede praktijken. In 2009 organiseert het ministerie van BZK een Cities-Conference waar eerstelijnswerkers uit heel Europa ervaringen en best practices met elkaar kunnen uitwisselen. In 2008 is de eerste Trendanalyse uitgekomen. Hierin worden de ontwikkelingen op het terrein van polarisatie en drie vormen van radicalisering beschreven en geanalyseerd. Gemeenschappelijke integratie-agenda van Rijk en gemeenten Voor verbetering van de samenhang tussen de activiteiten van Rijk en gemeenten op het gebied van integratie is de gemeenschappelijke integratieagenda âDatgene wat ons bindtâ opgesteld. Als onderdeel van deze agenda zijn en worden bijeenkomsten georganiseerd aan de hand van verschillende integratiethemaâs zoals inburgering, onderwijs, werk, wonen, sociale integratie, actief burgerschap, emancipatie/participatie van migranten vrouwen en veiligheid en gezondheid. TK 2008-2009, 31143 nr. 38 en 67 TK 2005-2006, 26695 nr. 32; TK 2007-2008, 26695 nr. 42 en TK 2008-2009, 26695 nr. 61 Zie kabinetsreactie op het WRR-Rapport â Vertrouwen in de schoolâ 4 juni 2009, TK 2008-2009, 29544, nr 190. TK 2007-2008, 31293 nr.3 en TK 2008-2009, 31293 nr.53 TK 2007-2008, 31001 nr. 52 Het kabinet verwijst voor de wijkenaanpak naar de afzonderlijke notaâs en brieven die hierover zijn verschenen onder kamernummer 30995. Zie kabinetsreactie op het SER-advies âNiet de afkomst, maar de toekomst. Een betere positie voor allochtone jongeren op de arbeidsmarktâ, TK 2006-2007, 29544, nr 99; TK 2007-2008, 29544, nr. 126 en 149; 190. TK 2008-2009 28719 nr. 60 TK 2008-2009 , 29544 nr. 189 Voor de aanpak van Antilliaans-Nederlandse probleemjongeren, zie TK 2007-2008, 26283 nr. 31 en TK 2009-2010, 26283 nr. 52. Voor de aanpak van Marokkaans-Nederlandse probleemjongeren, zie TK 2008-2009, 31268 nr. 13 . TK 2008-2009, 31700 XVIII nr. 90 TK 2008-2009, 31475 nr. A6 TK 2008-2009, 29614 nr. 12 TK 2008-2009, 31701 nr. 19 TK 2008-2009, 31439 nr A TK 2008-2009, 30388 nr. 34 TK 2008-2009, 30420 nr. 128 TK 2006-2007, 29754 nr. 103 TK 2007-2008, 31268 nr. 8 Pagina PAGE 2 van NUMPAGES 6 SHAPE \* MERGEFORMAT Pagina PAGE 1 van NUMPAGES 6 Datum 17 november 2009 Rijnstraat 8 Postbus 20951 2500 EZ Den Haag Contactpersoon Datum 17 november 2009 Betreft Overzicht uitvoering integratiebeleid