[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van de Ecofin van 9 en 10 november 2009 te Brussel

Bijlage

Nummer: 2009D57500, datum: 2009-11-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Bijlage bij: Toezending verslag van de Ecofin van 9 en 10 november 2009 te Brussel (2009D57498)

Preview document (šŸ”— origineel)


Algemeen

Op 9 en 10 november vonden de eurogroep en Ecofin Raad plaats te
Brussel. Minister Bos was namens Nederland bij beide vergaderingen
aanwezig. Bij de Ecofin Raad was namens Nederland eveneens
staatssecretaris de Jager aanwezig.

Economische situatie

Tijdens de eurogroep gaf de Europese Commissie een uitgebreide
toelichting op haar najaarsvoorspellingen, die 3 november jl. uitkwamen.
De voorspellingen geven aan dat de Europese economie zich op een
keerpunt bevindt; de voorspellingen zijn opwaarts bijgesteld ten
opzichte van de interimvoorspellingen van september. 

Voor 2009 verwacht de Commissie voor de eurozone nog steeds een krimp
van 4%, maar voor 2010 wordt een positieve groei van 0,7% verwacht; dit
was bij de voorjaarsvoorspellingen van de Commissie (mei) nog een krimp.
Voor 2011 wordt voor de eurozone een groei van 1,5% geraamd. Positieve
ontwikkelingen zijn het herstel van het consumenten- en
producentenvertrouwen, het aantrekken van de wereldhandel en de
positieve effecten van de genomen stimuleringsmaatregelen. Neerwaartse
risicoā€™s blijven echter bestaan uit hoofde van  het afbouwen van de
stimuleringsmaatregelen, het deleveraging proces dat bedrijven en
particulieren in de eurozone te wachten staat en de verslechtering van
de arbeidsmarkt gedurende de komende maanden.

De Europese Commissie gaf tevens een toelichting op de implementatie van
het Stabiliteits- en Groeipact met het oog op de Ecofin Raad van 2
december, waar 8 lidstaten, waaronder Nederland, Raadsaanbevelingen
zullen krijgen voor het redresseren van hun buitensporige tekorten.
Tevens zal tijdens de Ecofin Raad van december de voortgang van andere
lidstaten die al in een buitensporige tekortprocedure zitten worden
besproken. Bij het vaststellen van de deadline en de gevraagde
jaarlijkse consolidatie-inspanning zal rekening worden gehouden met alle
factoren die relevant zijn voor het bereiken van de doelstelling om het
tekort terug te brengen onder 3% van het BBP. Primair zal hierbij worden
gekeken naar het tekort- en schuldniveau. Daarnaast wordt rekenschap
gegeven van onder de betalingsbalanspositie van een land. Het door de
Commissie voorgestelde aanpassingspad moet daarnaast bijdragen aan het
terugkeren van het schuldniveau op het pad richting 60% van het BBP,
voor lidstaten waar het schuldniveau deze referentiewaarde overschrijdt.


Daarnaast zal tijdens de Ecofin Raad van 2 december de voortgang
besproken worden van lidstaten die al enige tijd in een
buitensporigtekortprocedure zitten. Indien de Raad zou vaststellen dat
Griekenland geen gevolg heeft gegeven aan de eerdere Raadsaanbevelingen
zou Griekenland in de vervolgstap van de buitensporigtekortprocedure
terecht kunnen komen. Dit houdt in dat Griekenland concretere
aanbevelingen zal krijgen, nauwkeuriger zal worden gemonitord en binnen
relatief korte tijd consolidatieplannen zal moeten aankondigen. In dit
kader zal de Commissie op de korte termijn met voorstellen komen welke
vervolgstappen tegen Griekenland kunnen worden ondernomen.

Minister Bos gaf aan dat de Commissie naar de juiste zaken kijkt bij het
bepalen van de consolidatie-inspanningen voor de lidstaten die in
december in de Ecofin Raad worden besproken. Daarnaast benadrukte de
minister dat het belangrijk is dat de eurogroep aandacht schenkt aan het
belang van structurele hervormingen en dat dit ook erkend wordt binnen
de buitensporigtekortprocedure. Alhoewel de eurolidstaten de komende
jaren voor een forse consolidatieopgave staan, moet dit niet leiden tot
een situatie waarin de focus alleen op deze termijn ligt, met het risico
dat de noodzakelijke structurele hervormingen op de (middel)lange
termijn uit het oog verloren wordt. Daarnaast gaf minister Bos aan zich
ernstig zorgen te maken over de situatie in Griekenland; de minister
sloot zich aan bij de notie van de Commissie en van andere lidstaten dat
vervolgstappen tegen Griekenland wenselijk zijn.

Follow-up Europese Raad en G20

Tijdens de Ecofin Raad werd door het Voorzitterschap kort teruggeblikt
op de belangrijkste uitkomsten van de Europese Raad van 29 en 30 oktober
en de G20 bijeenkomst van ministers van Financiƫn en presidenten van
centrale banken van 6 en 7 november jl. (De Kamer is eerder per brief
over de uitkomsten van deze vergaderingen geĆÆnformeerd).

Het Voorzitterschap deelde mee dat op de korte termijn mededelingen
zullen worden gedaan over de samenstelling van de werkgroep die zich
moet buigen over de financiering van het klimaatbeleid. Daarnaast drong
het Voorzitterschap aan op voortgang op de toezichtdossiers zodat
tijdens de Europese Raad in december resultaten kunnen worden geboekt.
Met betrekking tot de resultaten van de G20 deelden het Voorzitterschap
en het VK mee dat helaas geen overeenstemming is bereikt over de
financiering van het klimaatbeleid, ondanks de bereidheid van Europa om
concrete stappen te zetten. Niettemin zijn op andere terreinen
resultaten geboekt. De Commissie benadrukte hierbij het belang van het
Framework for Strong, Sustainable & Balanced Growth. Hierbij is zorg
gedragen voor een goede aansluiting bij bestaande surveillanceprincipes
die in Europa worden gehanteerd, zoals de preventieve arm van het
Stabiliteits- en Groeipact. 

Over de terugblik op de uitkomsten van de Europese Raad en de
G20-bijeenkomst vond geen verdere discussie plaats.

Houdbaarheid van de overheidsfinanciƫn 

De Ecofin Raad sprak over het belang van houdbare overheidsfinanciƫn
naar aanleiding van het recent verschenen Sustainability Report van de
Europese Commissie. In dit rapport is een inschatting gemaakt van de
gevolgen van de vergrijzing voor de langetermijnhoudbaarheid van de
overheidsfinanciƫn indien geen aanvullende maatregelen worden genomen.
Dit rapport wordt om de drie jaar opgesteld. 

De Commissie benadrukte dat er gemiddeld genomen de
houdbaarheidstekorten in Europa zijn verslechterd. Sommige lidstaten
hebben het houdbaarheidstekort sinds de uitgave van het vorige
Sustainability Report weten te verkleinen door het nemen van structurele
hervormingen. In andere lidstaten, waaronder Nederland, is het
houdbaarheidstekort toegenomen als gevolg van de economische crisis en
vaak ook als gevolg van het uitblijven van noodzakelijke structurele
hervormingen.

Sommige lidstaten benadrukten de gevoeligheid van de resultaten voor
enkele (technische) aannames met betrekking tot bijvoorbeeld de
ontwikkeling van de potentiƫle groei. Een enkele lidstaat benadrukte
het feit dat de gemeenschappelijke methodologie die aan het
Sustainability Report ten grondslag ligt op sommige punten geen rekening
houdt met relevante lidstaatspecifieke factoren. Afgesproken werd daarom
om de methodologie die aan het rapport ten grondslag ligt de komende
periode verder te verbeteren. Dit komt aan de orde in de Raadsconclusies
die over dit agendapunt overeen zijn gekomen. De conclusies gaan
daarnaast in op het belang van houdbare overheidsfinanciƫn en het
belang van het nemen van houdbaarheidsmaatregelen. 

De voorgestelde Raadsconclusies werden zonder wijzigingen aangenomen. U
kunt deze opvragen via de volgende link:

  HYPERLINK
"http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/ecofin
/111014.pdf" 
http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/ecofin/
111014.pdf  

Financiƫle exit-strategie

Tijdens de Ecofin Raad is tevens gesproken over de financiƫle
exit-strategie, en dan met name over hoe en wanneer de
garantieschemaā€™s moeten worden afgebouwd. Dit onderwerp is in een
later stadium aan de agenda toegevoegd, waardoor de Kamer hierover niet
geĆÆnformeerd is middels de Geannoteerde Agenda voorafgaande aan de
Ecofin Raad.

Uitgangspunt van de discussie is dat de situatie op de financiƫle
markten weliswaar verbeterd is, maar dat het intrekken van
steunmaatregelen aan financiƫle instellingen nog niet aan de orde is.
Niettemin achtte het Voorzitterschap de tijd rijp om te praten over de
manier waarop deze t.z.t. moeten worden afgebouwd. Het gaat hierbij dan
met name om garantieregelingen, en niet zozeer om
herfinancieringsoperaties en toxic asset regelingen, aangezien deze
schemaā€™s veelal ingebouwde prikkels hebben om het gebruik ervan te
ontmoedigen of omdat deze schemaā€™s vanzelf aflopen. Goede coƶrdinatie
en communicatie is belangrijk om verstoringen in de markt te voorkomen
en zodoende een gelijk speelveld te waarborgen. Daarbij dient te worden
aangetekend dat dit niet per se betekent dat lidstaten maatregelen op
gelijke tijdstippen moeten doorvoeren.

Bij de garantieregelingen kan gekozen worden uit twee mogelijkheden: een
geleidelijke afloop van de garantieregelingen zonder nadere voorwaarden
of een verlenging van de regelingen met daaraan gekoppeld strengere
voorwaarden en hogere prijzen. Minister Bos benadrukte tijdens de
discussie dat de tijd inderdaad rijp is voor een eerste bespreking van
dit onderwerp. Nederland is, in lijn met de Commissie, voorstander van
een verlenging van de garantieregelingen in combinatie met strengere
voorwaarden en hogere prijzen. Alhoewel sommige lidstaten hier ook hun
steun voor uitspraken, waren andere lidstaten voorstander van een
geleidelijke uitfasering zonder het aanscherpen van de voorwaarden van
de garantieregelingen.

Het voorzitterschap concludeerde dan ook dat, ondanks dat er
overeenstemming was over het belang van coƶrdinatie en over het feit
dat terugtrekking van de steunmaatregelen nu nog niet aan de orde is, de
werkzaamheden op dit gebied moeten worden voortgezet.

Betere regelgeving: terugdringing van regeldruk

De Ecofin Raad nam conclusies aan met betrekking tot administratieve
lastenreductie (AL-reductie). De Raadsconclusies bespreken de voortgang
van het Administratieve Lasten Actieprogramma van de Commissie en
verwelkomen tevens de Mededeling van de Commissie over het AL
Actieprogramma met daarin onder andere de nieuwe voorgestelde sectorale
reductieplannen. Ook wordt de Commissie opgeroepen meer voorstellen van
lidstaten op te nemen in het AL-Actieprogramma en het Actieprogramma te
verbreden naar meer prioritaire gebieden.

De voorliggende conceptconclusies zijn vrijwel ongewijzigd en zonder
discussie aangenomen. De conclusies kunt u opvragen via de volgende
link: 

  HYPERLINK
"http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/ecofin
/111016.pdf" 
http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/ecofin/
111016.pdf  

Administratieve Samenwerkingsrichtlijn

De Ecofin Raad sprak over de Administratieve Samenwerkingsrichtlijn. De
Europese Commissie heeft een herziene richtlijn over de administratieve
samenwerking tussen de belastingautoriteiten van de lidstaten
voorgesteld. De richtlijn ziet toe op het uitwisselen van fiscale
informatie,Ā zoals het uitwisselen van informatie op verzoek, spontane
uitwisseling van informatie en het automatisch uitwisselen van
informatie. Op dit punt konden de lidstaten niet tot overeenstemming
komen. Tijdens de Ecofin Raad van 2 december zal dit onderwerp weer op
de agenda staan.

Herziening richtlijnen tabaksaccijnzen 

Tijdens de Ecofin Raad is gesproken over een richtlijnvoorstel dat
voorziet in een aantal belangrijke wijzigingen van deze richtlijnen over
de structuur en tarieven van de accijns op tabaksproducten, teneinde de
bestaande voorschriften te moderniseren, te vereenvoudigen en
gezondheidsoverwegingen beter in het beleid te integreren. Hierbij is
het door het Zweedse Voorzitterschap geambieerde politieke akkoord
behaald. 

Het akkoord omvat een aantal elementen. Ten eerste is afgesproken dat
het Europese minimumtarief voor sigaretten per 1 januari 2014 wordt
verhoogd. Dit voorstel bevat geen limitering op de minimumaccijns op
sigaretten. Het ontbreken van een limitering op de minimumaccijns was
een door Nederland gewenste uitkomst. Ten tweede komt er een
transitieperiode, tot 1 januari 2018, voor lidstaten die de huidige
minimumaccijnzen nog niet hebben bereikt of pas net hebben bereikt. Ten
derde zijn afspraken gemaakt over kwantitatieve restricties voor
sigaretten die opgelegd mogen worden door lidstaten die geen gebruik
kunnen maken van de transitiebepalingen. Tot slot worden de
minimumtarieven voor rooktabak vanaf 2014 verhoogd. 

Zodra de juridische teksten afgerond zijn, zal het voorstel zonder
discussie worden aangenomen in een van de volgende Ecofin Raden. U kunt
het politieke akkoord opvragen via de volgende link:

  HYPERLINK
"http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/ecofin
/111018.pdf" 
http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/ecofin/
111018.pdf  

BTW-behandeling postdiensten

Op de agenda van deze Ecofin Raad was een discussie voorzien over door
het Voorzitterschap opgestelde politieke richtlijnen over de
BTW-behandeling van postdiensten, om zodoende uiterlijk in juni 2010 tot
een overeenkomst in de Ecofin Raad te komen. Aan het begin van de
vergadering deelde het Voorzitterschap echter mee dat dit punt nu niet
aan de orde zal komen, en dat het zal worden terugverwezen naar het
Coreper. 

Overig

Tijdens het Algemeen Overleg Ecofin Raad met de Kamer op woensdag 4
november is een reactie toegezegd op de analyse van het IMF met
betrekking tot de kapitaalbuffers van Europese banken.

Het IMF heeft in haar laatste raming de wereldwijde verliezen op giftige
producten neerwaarts bijgesteld naar $3.400 miljard. Het IMF verwacht
dat hiervan $2.800 bij banken terecht zal komen. Tot op heden hebben
banken reeds $1.300 miljard afgeschreven. Het IMF stelt in haar
rapportage Global Financial Stability Report dat banken wereldwijd
voldoende kapitaal hebben om de resterende afschrijvingen te doorstaan.
Er is sinds aanvang van de crisis voor ruim $500 miljard aan kapitaal
opgehaald via publieke en private weg.

In de onlangs gepubliceerde voorlopige conclusies van de artikel IV
consultatie voor Nederland van het IMF signaleert het IMF dat banken hun
buffers mogelijk aanzienlijk moeten versterken in het licht van
aangescherpte kapitaalseisen. Daarnaast signaleert het IMF dat te lage
kapitaalbuffers economisch herstel mogelijk kunnen hinderen.

Vergelijking

Er zijn het afgelopen jaar meerdere ramingen en stresstesten
uitgebracht, elk verschillend qua reikwijdte, gebruikte methodiek en
gehanteerde scenarioā€™s. De uitkomsten dienen dan ook in dit licht te
worden geĆÆnterpreteerd. De raming van het IMF heeft bijvoorbeeld
betrekking op het wereldwijde bankensysteem. Zij hebben hierbij gekozen
voor een top-down benadering en hebben eigen inschattingen voor
geaggregeerde exposures van de bankensector gebruikt. Op Europees en
nationaal niveau zijn in de zomer stresstesten uitgevoerd. Deze hadden
als doel om inzicht te verschaffen in de invloed van financiƫle
schokken op, respectievelijk, de stabiliteit van de Europese financiƫle
sector en de stabiliteit van de Nederlandse sector en van individuele
instellingen. Een vergelijking tussen de verschillende stresstesten en
raming lijkt derhalve niet op zijn plaats.

De meer lokale benadering van de Nederlandse stresstest biedt de
toezichthouder de mogelijkheid om risicoā€™s die specifiek zijn voor
individuele instellingen mee te nemen. De Nederlandse stresstest is
daarmee, naast andere beschikbare gegevens, een van de informatiebronnen
voor het vaststellen van de kapitaalsbehoefte van instellingen. De
consequenties voor de Nederlandse financiƫle instellingen kunnen deels
worden afgeleid uit de uitkomsten van de Nederlandse stresstest en de
manier waarop de uitkomsten worden gebruikt in het toezicht. De
conclusie hiervan is dat hoewel de verliezen hoog zouden zijn, de sector
voldoende buffers heeft om deze op te vangen. Op basis van de stresstest
kan niet worden geconcludeerd dat geen enkele instelling additioneel
kapitaal nodig zal hebben, temeer omdat de stresstest slechts een
fictief scenario is: het is gebaseerd op diverse veronderstellingen die
in de werkelijkheid anders kunnen uitpakken.

Effecten additionele kapitaalseisen

In de Nederlandse stresstest die in de zomer is uitgevoerd zijn de
effecten van toekomstige strengere kapitaalseisen voor banken niet
meegenomen. Concreet zijn deze strengere kapitaalseisen aanpassingen aan
de kapitaalrichtlijn die binnen afzienbare termijn in werking zullen
treden. Het betreft hier ondermeer het aanscherpen van reeds bestaande
regels, bijvoorbeeld op het vlak van securitisaties, als ook het
formuleren van nieuwe kapitaalseisen, bijvoorbeeld op het vlak van
beloningen, resecuritisaties en handelsblokposities. Dit alles zal gaan
leiden tot hogere kapitaalseisen bij banken.

Bij de introductie van hogere kapitaaleisen bestaat er een spanningsveld
tussen het moment van inwerkingtreden en de druk die dit legt op de
instellingen die onder toezicht staan. Hier dient een evenwicht te
worden gevonden. De eerste serie aanscherpingen zullen eind 2010 in
werking treden. Dit betekent dat de banken voldoende tijd hebben om op
prudente wijze hun buffers te versterken voor zover deze nog niet op het
noodzakelijke niveau liggen. De mate waarin instellingen kapitaal moeten
ophalen zal per individueel geval verschillen, afhankelijk van de
huidige kapitaalniveaus en afhankelijk van de mate waarin de nieuwe
regels de instelling raken. Zo zullen de aangescherpte kapitaaleisen
voor handelsboekposities met name de investeringsbanken raken, en in
mindere mate de traditionele retailbanken.

	Pagina   PAGE   \* MERGEFORMAT  7  van   NUMPAGES   \* MERGEFORMAT  7 



Directie Buitenlandse Financiƫle Betrekkingen 

Inlichtingen

Jurgen Broekhuis

T	070-3428551

F	070-3427901

j.j.broekhuis@minfin.nl



Datum

  CREATEDATE  \@ "d MMMM yyyy"  13 november 2009 

Nummer verslag

Auteur





Eurogroep en Ecofin Raad





	Vergaderdatum	9 en 10 november 2009





	

	Pagina   PAGE   \* MERGEFORMAT  1  van   NUMPAGES   \* MERGEFORMAT  7