[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie van de staatssecretaris voor V&W op het SP en FNV puntenplan

Bijlage

Nummer: 2009D58989, datum: 2009-11-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Reactie SP op 11 punten plan, FNV 10 punten plan en PvdA plan voor noodcommunicatie in OV (2009D58982)

Preview document (🔗 origineel)


Bijlage bij brief Tweede Kamer

Reactie van de staatssecretaris Verkeer en Waterstaat op:

SP Offensief veiligheid in het openbaar vervoer. 11 punten plan

FNV veiligheid buschauffeurs stads- en streekvervoer. 10 punten plan

SP 11 puntenplan

1. De conducteur terug op iedere tram, metro en trein.

Voor NS geldt dat alle treinen een BOA bevoegde hoofdconducteur hebben. 

Voor de regionale trein, metro en tram maken het vervoerbedrijf en de
OV-autoriteit samen de afweging of een dergelijke maatregel noodzakelijk
is. Dit punt van de SP wordt mede betrokken in de maatregel van de
Taskforce om veiligheid sterker te verankeren in concessies.

2. Alarmknop in elke treincoupe.

Met een alarmknop kan de reiziger onveilige situaties melden of hulp in
roepen. NS onderschrijft de wenselijkheid van het kunnen melden en doet
onderzoek naar een methode die minder risico op misbruik met zich
meebrengt. In dit onderzoek kunnen reizigers met de eigen GSM een in de
trein duidelijk weergegeven nummer bellen, waarna voor opvolging wordt
gezorgd. De Taskforce heeft in afwachting van dit onderzoek bij NS geen
aparte maatregel getroffen. 

3. Beter contact tussen chauffeur en meldkamer en tussen chauffeurs
onderling.

Door de OV-contactfunctionaris bij de politie, die door BZK en VenW
tijdelijk is aangesteld, wordt een pilot voorbereid met het doorkoppelen
van camerabeelden vanuit de bus naar verkeerscentrales en politie. De
pilot met doorkoppelen camerabeelden maakt onderdeel uit van het
maatregelenpakket van de Taskforce. Contact tussen chauffeurs onderling
kan betrokken worden in de maatregel van de Taskforce om afspraken te
maken tussen werkgevers en vakbonden. 

4. Verplicht vervoerders te investeren in veiligheid.

Het opnemen van voorschriften ten aanzien van de veiligheid, is op basis
van de wet personenvervoer 2000- art. 32 lid 2h  een verplicht onderdeel
in de concessies. Tevens is de vervoerder op basis van de  Arbowetgeving
verplicht om maatregelen te nemen voor de veiligheid van het personeel.
De arbeidsinspectie controleert daarop en zal indien nodig naleving –
inclusief de daarvoor benodigde investeringen – afdwingen. De
maatregel van de Taskforce voor het sterker verankeren van veiligheid en
concessies sluit hierop aan.  

5. Een minimale veiligheidseis voor heel Nederland.

Voor de veiligheid van de reiziger in het stads- en streekvervoer hebben
het rijk en de decentrale overheden in de nota mobiliteit afspraken
gemaakt. Er is een gezamenlijke streefwaarde voor het gevoel van
veiligheid tijdens de rit afgesproken van 7,5 voor 2008. Dat is
feitelijk een basisafspraak voor het niveau van veiligheid. 

Voor het personeel geldt dat hun veiligheid primair via de ARBO is
geregeld. De Taskforce heeft niet gekozen voor een landelijke minimale
veiligheidseis, wel sluit  de maatregel om veiligheid beter te
verankeren in concessies hierop aan. 

6. Minimum hoeveelheid personeel en materieel.

In concessies worden eisen gesteld aan de uitvoering van de
dienstregeling en aan de klanttevredenheid, doch meestal niet aan de
hoeveelheid materieel of personeel. Om echter een bodem in de
veiligheidsaanpak te leggen worden in concessies in afwijking van deze
algemene lijn, vaak wel eisen gesteld aan de hoeveelheid personeel voor
de sociale veiligheid. In de uitwerking van de maatregel van de
Taskforce om veiligheid sterker te verankeren in de concessie wordt dit
uitgewerkt.  

7. Betere ondersteuning van personeel op nachtbus en nachttrein.

Juist op nachtbus en –nachttrein is bijna altijd sprake van extra
inzet van personeel. Het is primair aan de vervoerbedrijven om in
overleg met concessieverleners en (spoorweg)politie, dit in concrete
situaties in te vullen. De maatregel van de Taskforce voor het
verankeren van veiligheid in concessies, de maatregel voor efficiëntere
inzet van personeel en de maatregel voor pilots met extra toezichtteams
sluiten hierbij aan. 

8. Meer toezicht op concessies om in te grijpen.

Concessieverleners zijn zelf verantwoordelijk voor de monitoring van de
concessie. Dit geschiedt op basis van objectieve prestatiefactoren die
onderdeel zijn van de concessie en die de basis vormen voor toezicht.
Een methode die VenW ook zelf hanteert bij NS. 

9. Directe inspraak van het personeel op de dienstregeling.

De dienstregeling is een onderwerp van overleg tussen concessieverlener
en vervoerder. Daarnaast kan en zal veelal, de dienstregeling ook
geagendeerd zijn in het OR overleg van vervoerbedrijf en het personeel. 
De maatregel van de Taskforce om afspraken te maken tussen vervoerder en
vakbonden sluit hierop aan.   

10. Betere bescherming van geweldslachtoffers.

Via het programma Veilige publieke taak van het ministerie van BZK wordt
het doen van aangifte gestimuleerd. De maatregel van de Taskforce voor
het verbeteren van het verhalen van schade en de maatregel voor
vereenvoudiging van aangiftes, zijn gericht op een betere bescherming
van geweldsslachtoffers. 

11. Scherpere controle op kwaliteit (techniek en schone voertuigen).

De technische kwaliteit is onderwerp van toetsing door IVW en voor
wegvoertuigen is er tevens de APK keuring. De laatste jaren is het OV
voertuigenpark in hoog tempo vernieuwd. De gemiddelde leeftijd van OV
bussen en touringcars samen is gedaald tot 7 jaar; OV bussen zijn nog
jonger. (Bron: ING onderzoek naar 'Bussen en de OV markt' van juni
2009). In de concessies is het gebruikelijk om eisen te stellen aan de
staat en reinheid van het materieel.

FNV  10 punten plan

1. Opvang en nazorg

Opvang en nazorg van personeel dat slachtoffer is van incidenten is een
primaire verantwoordelijkheid van het vervoerbedrijf. Bij NS zijn
vervoerder en bonden in het kader van het CAO overleg een
veiligheidsprotocol overeengekomen. De Taskforce heeft afgesproken dat
overige vervoerders en vakbonden soortgelijke afspraken maken in de CAO
of via de Arbo catalogus.

2. Landelijke registratie van meldingen van agressie en geweld.

De Taskforce onderschrijft het belang van uniforme registratie van
incidenten en heeft afgesproken om de uniforme registratie van
incidenten te verbeteren. 

3. Toezicht en controle (camera’s en personeel)

Het aantal camera’s is de laatste jaren flink uitgebreid. Volgens de
Taskforce zijn van de 4000 streekbussen er 2000 met camera’s
uitgerust. In nieuwe concessies is het gebruikelijk dat geëist wordt
dat bussen met camera’s worden uitgerust. Bij NS groeit het aantal
camera’s in voertuigen en worden bijvoorbeeld de nieuwe stoptreinen
met camera’s uitgerust. De maatregel van de Taskforce om op een aantal
probleemlijnen de invoering van camera’s te versnellen en een pilot te
houden met het doorkoppelen van camerabeelden naar hulpverleners, sluit
hierop aan. Dit geldt eveneens voor de maatregel van de Taskforce voor
een pilot met extra toezichtteams in het streekvervoer en voor de
maatregel voor extra toezicht in de avonduren in de metro te Rotterdam.

4. Dienstregeling (reële rijtijden, ruimte voor alle functies
buschauffeur, OR betrekken, toezicht, aanpassen bij werk aan de weg,
informatievoorziening reizigers)

Concessieverleners en vervoerders zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor
een reële dienstregeling. In de Wet Personenvervoer 2000 is geregeld
dat reizigers hierbij worden betrokken, terwijl de Wet op de
Ondernemingsraden de betrokkenheid van het personeel regelt. De
maatregel van de Taskforce voor het maken van afspraken tussen
vervoerders en bonden sluit hierop aan.   

5. Scholing van chauffeurs (training omgaan met agressie, instructie
‘what if’)

Scholing van chauffeurs en van ander personeel van de vervoerbedrijven
kan soms agressief gedrag van reizigers voorkomen of escalatie beperken.
De Taskforce heeft besloten om een pilot te houden met het opleiden van
buschauffeurs die vaker dan gemiddeld met incidenten te maken hebben. Op
basis van de ervaringen uit de pilot wordt bezien hoe de aanpak verder
kan worden ontwikkeld en/of die aanpak verankerd moet worden in het
basispakket van het vakdiploma buschauffeur. 

6. Verkeersleiding (landelijk inrichten los van bedrijf, lokale kennis
nodig)

De verkeersleidingscentrales van de vervoerbedrijven zijn het centrum
voor een goede dienstuitvoering en ze zijn het eerste contactpunt bij
incidenten. Locale kennis en korte werkrelaties met de vervoerder en
lokale hulpdiensten zijn nodig voor een effectief functioneren.
Landelijke concentratie voor alle (streek)vervoerbedrijven is complex en
vergt overleg en organisatie. De werkrelatie met de vervoerder wordt bij
landelijke concentratie minder direct en het borgen van voldoende lokale
kennis wordt moeilijker. De Taskforce heeft op dit punt geen maatregel
getroffen. 

 

7. Communicatie (onderlinge communicatie, aparte noodknop, testen
noodknop, onderling koppelen en doorkoppelen politie, systeem moet goed
functioneren)

Voertuigen in het openbaar vervoer zijn alle uitgerust met
noodknopvoorzieningen voor het personeel. Deze voorziening maakt gebruik
van de normale communicatiemiddelen die aanwezig zijn, maar kunnen met
één druk op de knop geactiveerd worden en krijgen dan prioriteit van
de verkeerscentrales, waarbij indien nodig de melding wordt
doorgekoppeld naar de politie. Het realiseren van mogelijkheden voor
onderlinge communicatie is een eigen keuze van vervoerbedrijven,
waarover afspraken kunnen worden gemaakt met het personeel.

De maatregel van de Taskforce voor afspraken tussen vervoerbedrijven en
bonden sluit hierop aan. 

8. Onderhoud materieel (schone en goed onderhouden bussen)

zie punt 11 SP 

9. Coördinatie sociale veiligheid (lokale veiligheidsfunctionaris,
overleg betrokken voor bijv. risicolijnen, communicatie politie op orde)

Het verbeteren van de lokale samenwerking en het maken van afspraken
hierover is onderdeel van de taak van de OV contactfunctionaris politie.
Dit maakt deel uit van de maatregelen van de Taskforce. Ook de maatregel
van de Taskforce voor lokale veiligheidsarrangementen is hierop van
toepassing.

10. Veilige en overzichtelijke eindpunten en stations

 Door het KPVV (kennisplatform verkeer en vervoer) is hierover kennis
verzameld en zijn workshops gehouden. Ruime ervaring is opgedaan bij
bijvoorbeeld de Merwede Lingelijn, terwijl bij nieuwe stations of
renovatie van stations en stationsomgevingen hiermee rekening wordt
gehouden (bijv. station Leiden, metrotunnel Rotterdam). Voor de
Taskforce was het nemen van een aanvullende maatregel daarom niet nodig.