Nader rapport inzake het voorstel voor aanwijzingen voor de subsidieverstrekking
Verbetering verantwoording en begroting
Bijlage
Nummer: 2009D59363, datum: 2009-11-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.D. Tjeenk Willink, vicepresident van de Raad van State ()
- Mede ondertekenaar: W.J. Bos, minister van Financiën (Ooit PvdA kamerlid)
Bijlage bij: Advies Raad van State en nader rapport (2009D59354)
Preview document (đ origineel)
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 29 september 2009, no. 09.002710, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde ontwerp rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 22 oktober 2009, no. W06.09.0388/III, bied ik U hierbij aan. Het kabinet is de Raad erkentelijk voor de voortvarendheid waarmee het advies inzake het bovenvermelde ontwerp is uitgebracht. Met genoegen constateer ik dat de Raad zich kan vinden in de voorgestelde vereenvoudiging en uniformering van de subsidieverstrekking en dat hij van oordeel is dat de Aanwijzingen voor subsidieverstrekking (As) een geschikte eerste stap vormen voor het bereiken van het beoogde doel van vereenvoudiging en uniformering van de uitvoerings- en verantwoordingsarrangementen voor subsidieregelingen. Terecht constateert de Raad dat de (wettelijke) regelingen ter zake thans uiteenlopen en dat daarom de aanpassing van de desbetreffende regelingen de volgende stap is, willen deze doelstellingen ten volle kunnen worden bereikt. Ik onderschrijf de stelling van de Raad dat wijziging van wetgeving bovendien noodzakelijk is indien wordt beoogd om het uniforme subsidiekader ook verplicht te kunnen stellen voor andere subsidieverlenende instanties dan die van de rijksoverheid, met name medeoverheden. Met de Raad ben ik van mening dat wetgeving ook nodig zal zijn indien, in samenhang met de vereenvoudiging in de uitvoerings- en verantwoordingsarrangementen, aanscherping van sanctiemogelijkheden nodig wordt geacht. 1. Gekozen aanpak; aanpassing wetgeving a. Fasering De Raad merkt op dat niet valt uit te sluiten dat het proces van aanpassing van de bestaande subsidieregelingen op 1 januari 2012 nog niet geheel zal (kunnen) zijn voltooid. Hoewel dit denkbaar is, gaat het kabinet er vanuit dat de genoemde termijn voor aanpassing van de verschillende (wettelijke) regelingen haalbaar is. De verschillende implementatieplannen die de afzonderlijke departementen hebben opgesteld of zullen opstellen voor de noodzakelijke aanpassingen van hun subsidieregelgeving, gaan daar ook van uit. b. Relevante wetgeving De Raad maakt een aantal opmerkingen over de verhouding van de As tot de verschillende relevante wettelijke regelingen. Naar aanleiding hiervan is de toelichting op de vaststellingsregeling aangevuld, onder meer met enkele passages die zijn ontleend aan de kabinetsbrief waarmee de nota âKader financieel beheer rijkssubsidiesâ op 29 april jl. aan de Tweede Kamer is aangeboden. 2. Bereik a. Ministeries De Raad adviseert om de formulering in aanwijzing 1 âonder ministeriĂ«le verantwoordelijkheidâ aan te passen. Zoals de Raad terecht constateert sluit deze terminologie aan bij de overeenkomstige bewoordingen in aanwijzing 1 van de Aanwijzingen voor de regelgeving (Ar). De Raad acht deze omschrijving voor de materie van de subsidieverstrekking minder gelukkig, nu het hier, aldus de Raad, niet gaat om het tot stand brengen van wetgeving, maar om besluiten van bestuursorganen tot het verstrekken van financiĂ«le middelen. Aangezien de As, hoewel niet uitsluitend, maar wel mede betrekking hebben op het tot stand brengen van wetgeving, meen ik de gebezigde terminologie te kunnen handhaven. b. Zelfstandige bestuursorganen Naar aanleiding van de opmerkingen van de Raad over de toepassing van de As op subsidieverstrekking door een zelfstandig bestuursorgaan, is de toelichting op aanwijzing 2 aangevuld. c. Medeoverheden De Raad meent, met het kabinet, dat het doortrekken van het subsidiekader naar alle subsidieverlenende instanties voor de hand ligt. Op advies van de Raad is hierop in het algemeen deel van de toelichting en in de toelichting op aanwijzing 3 nader ingegaan. 3. Staatssteun a. Opsplitsen in twee afzonderlijke aanwijzingen Het advies van de Raad om aanwijzing 4 in twee aparte aanwijzingen op te splitsen, beide als onderdeel van hoofdstuk 1 van de As, is opgevolgd. b. Overlap met aanwijzing 10 Het advies van de Raad om aanwijzing 10 (nieuw: aanwijzing 11) te schrappen dan wel alsnog toereikend te motiveren heeft geleid tot een nadere motivering van deze aanwijzing in de bijbehorende toelichting. Het advies om in de toelichting bij aanwijzing 4 (nieuw: 5) te vermelden dat subsidies niet bij de Europese Commissie gemeld hoeven te worden indien zij compensatie van diensten van algemeen economisch belang of nadeelcompensatie vormen, behoeft in verband daarmee niet meer te worden opgevolgd, aangezien deze vermelding al was opgenomen in de toelichting op de niet geschrapte aanwijzing 10 (nieuw: 11). 4. Handhaving en sancties Aanwijzing 19 (nieuw: 20) bevat regels over het tegengaan van misbruik, en over risicoanalyses en controles in dat verband. Het derde lid spreekt van "consequente toepassing van de beschikbare handhavingsmogelijkhedenâ. De Raad acht de term consequent niet duidelijk. Op advies van de Raad is deze term gewijzigd in âactief en consistentâ. De Raad mist verder nadere aandacht voor de consequenties die (kunnen) worden verbonden aan geconstateerd/geregistreerd misbruik in relatie tot de mogelijkheid om een subsidie preventief te weigeren. Ter verduidelijking wordt opgemerkt dat het feit dat een subsidiegebruiker geregistreerd is, niet per definitie een weigering op grond van artikel 4:35 Awb met zich meebrengt. Toepassing van dit artikel zal van geval tot geval bezien worden en op zich gemotiveerd moeten worden. Deze registratie geeft wel extra houvast om de bestaande mogelijkheid tot preventief weigeren beter te kunnen benutten. Op advies van de Raad is in de toelichting ingegaan op de vraag of het bestaande punitieve instrumentarium toereikend wordt geacht. Ten slotte is de toelichting op aanwijzing 19 (nieuw: 20) aangevuld naar aanleiding van de opmerking van de Raad inzake de bescherming van persoonsgegevens. 5. Evaluatie Naar aanleiding van de opmerkingen van de Raad over het voornemen om het subsidiekader in 2012 al te evalueren, merk ik op dat het kabinet heeft besloten tot deze relatief snelle evaluatie zodat snel en adequaat in kan worden gespeeld op ervaringen met het subsidiekader in de komende tijd. Daarna zal uiteraard periodiek de vinger aan de pols worden gehouden. 6. Overige opmerkingen a. Gekozen grensbedragen Het advies van de Raad om de gekozen grensbedragen nader toe te lichten is opgevolgd in het algemeen deel van de toelichting. b. Aansluiting bij artikel 4:21 van de Awb Naar aanleiding van de opmerkingen van de Raad over de aansluiting bij artikel 4:21 van de Awb en de daaraan gekoppelde vraag naar de noodzaak van het tweede lid van aanwijzing 1, is de toelichting op dat lid aangepast. c. Toepassing meest eenvoudige arrangement bij subsidies van de tweede categorie. Naar aanleiding van de opmerkingen van de Raad dat nergens geregeld is dat ook bij hogere subsidiebedragen gekozen mag worden voor een lichter arrangement, is dit alsnog expliciet verwoord in de aanwijzingen 6 (nieuw: 7 ) en 11 (nieuw: 12) alsmede in de toelichting op aanwijzing 15 (nieuw: 16). 7. Aan de redactionele kanttekeningen is gevolg gegeven. Ten slotte is van de gelegenheid gebruik gemaakt om in de toelichting op de vaststellingsregeling een passage toe te voegen naar aanleiding van het advies van de Algemene Rekenkamer om in het algemeen deel van de toelichting op de Aanwijzingen voor de subsidieverstrekking een korte passage op te nemen die een oproep bevat om, waar mogelijk en zinvol, terughoudend met de inzet van het subsidie instrument om te gaan, zeker in het geval van subsidies die kleine bedragen behelzen. Ik verzoek U goed te vinden dat de procedure voor vaststelling van de Aanwijzingen voor subsidieverstrekking wordt voortgezet. De minister van FinanciĂ«n, Wouter Bos Kamerstukken II 2008/09, 31 865, nr. 5 Directie Begrotingszaken Ons kenmerk BZ/ 2009-895-U Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 4 van NUMPAGES \* MERGEFORMAT 4 Directie Begrotingszaken Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag HYPERLINK "http://www.minfin.nl" www.minfin.nl Inlichtingen mw. drs. F.A. van der Windt T 070-3427602 F 070-3427946 f.a.windt@minfin.nl Ons kenmerk BZ/ 2009-895-U Bijlagen 2 > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Aan de Koningin Datum: 10 november 2009 Betreft: ontwerp van een regeling, houdende vaststelling van Aanwijzingen voor subsidieverstrekking Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 1 van NUMPAGES \* MERGEFORMAT 4