[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Advies Raad van State

Bijlage

Nummer: 2009D59967, datum: 2009-11-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verdrag Bermuda inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingzaken (2009D59965)

Preview document (🔗 origineel)


No.W06.09.0367/III	's-Gravenhage, 13 november 2009

Bij Kabinetsmissive van 25 september 2009, no.09.002674, heeft Uwe
Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede
namens de Staatssecretaris van Financiën, bij de Raad van State ter
overweging aanhangig gemaakt het verdrag tussen het Koninkrijk der
Nederlanden en Bermuda (zoals gemachtigd door de Regering van het
Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland) inzake de
uitwisseling van informatie betreffende belastingzaken, met Protocol;
Londen, 8 juni 2009 (Trb. 2009, 108), met toelichtende nota.

Het verdrag ziet op de uitwisseling van informatie met het oog op de
belastingheffing. De Raad onderschrijft de goedkeuring van het verdrag,
maar plaatst daarbij enige kanttekeningen.

1.	Modelverdrag

De Raad merkt op, dat het Verdrag op meerdere plaatsen afwijkt van het
Model Agreement on Exchange of Information on Tax Matters
(modelverdrag). Het merendeel van de afwijkingen van het modelverdrag is
in de toelichtende nota toegelicht, maar niet alle materiële
afwijkingen zoals de termijn, genoemd in artikel 5, vijfde lid,
onderdeel (ii), van het Verdrag en de omschrijving van de tegen
uitwisseling beschermde communicatie tussen raadsman en cliënt,
opgenomen in artikel 7, derde lid, van het Verdrag, zijn toegelicht. Dit
dient alsnog te gebeuren.

Nu is aangekondigd dat Nederland er naar streeft een reeks van Tax
information exchange agreements (TIEA's) te sluiten, zal een
systematische en puntsgewijze opsomming van de afwijkingen van het
modelverdrag die in de onderscheiden verdragen zijn opgenomen, kunnen
bijdragen tot transparantie.

De Raad adviseert een zodanige puntsgewijze opsomming alsnog in de
toelichtende nota op te nemen.

2.	Staatkundige hervorming

In de toelichtende nota wordt geen enkele aandacht gegeven aan de
staatkundige hervorming, hoewel deze staatkundige hervorming voor
verdragen als de onderhavige onder meer ten aanzien van de omschrijving
van de territoriale wateren, van belang kan zijn.

De Raad adviseert de toelichtende nota op dit punt aan te vullen.

3.	Belastingen

Op grond van artikel 3, eerste lid, van het Verdrag is de toepassing
beperkt tot de Nederlandse belastingen, die onder a zijn opgesomd. In de
toelichtende nota is niet aangegeven om welke reden niet alle
rijksbelastingen onder het bereik van het Verdrag zijn gebracht, nu dat
in meerdere andere TIEA's wel is gebeurd.

De Raad adviseert de toelichtende nota op dit punt aan te vullen.

4.	Ownership

De Raad merkt op, dat het begrip 'beneficial ownership', dat in artikel
5, vierde lid, onderdeel b, van het Verdrag is opgenomen, tot verwarring
kan leiden, omdat dit begrip onder de common law een andere betekenis
heeft dan het begrip 'uiteindelijk gerechtigde'.

De Raad adviseert in de toelichtende nota nader hierop in te gaan.

Daarnaast merkt de Raad op, dat in genoemde bepaling als object van
ownership de trust niet als zodanig is opgenomen. Uitdrukkelijke
opneming kan van betekenis zijn voor de thans bij de Eerste Kamer der
Staten-Generaal aanhangige voorstellen tot wijziging van de Successiewet
1956 en de Wet inkomstenbelasting 2001.

De Raad adviseert in de toelichtende nota ook aan dit aspect aandacht te
geven.

5.	Inwerkingtreding

Artikel 13, onderdeel a, van het Verdrag bepaalt dat vanaf de datum van
inwerkingtreding het Verdrag van toepassing is "for criminal matters on
that date". Het is niet duidelijk wat met deze term wordt bedoeld. Te
denken valt aan (i) dat het te vervolgen feit gepleegd is op of na die
datum, (ii) dat een strafrechtelijke vervolging in gang is op of na die
datum, (iii) dat een strafrechtelijk onderzoek in gang is gezet op of na
die datum, (iv) dat het te vervolgen feit betrekking heeft op een
belastingjaar dat op of na deze datum begint, of (v) nog iets anders. In
de toelichtende nota wordt hieromtrent niet meer gesteld dan dat het
Verdrag voor strafrechtelijke delicten ook voor oudere belastingjaren
kan worden toegepast. Deze onduidelijkheid dient te worden opgelost.

De Raad adviseert een en ander in de toelichtende nota te
verduidelijken.

De Raad van State geeft U in overweging goed te vinden dat bedoeld
verdrag wordt overgelegd aan de beide kamers der Staten-Generaal, nadat
aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De Vice-President van de Raad van State,

 	Kamerstukken II 2008/09, 31 930.

  PAGE  2 

AAN DE KONINGIN

........................................................................
...........