[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reacties economen op de eerste pilotexamens economie havo in 2009.

Bijlage

Nummer: 2009D62240, datum: 2009-12-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Evaluatie nieuwe examenprogramma economie havo (2009D62237)

Preview document (🔗 origineel)


Reacties economen op de eerste pilotexamens economie havo in 2009.

In juni 2009 heeft een aantal economen het verzoek gekregen van de CEVO
om te reageren op de eerste pilotexamens economie havo. Zij kregen de
volgende vragen voorgelegd. 

“De CEVO evalueert mede op verzoek van het Ministerie van OCW de
eerste examens van deze pilot.

De belangrijkste vraag bij de totstandkoming van de pilot was:

Kan er een passend en praktisch haalbaar centraal examen gemaakt worden
op basis van het rapport van de commissie Teulings II?

Docenten, onderzoekers die het ontwikkeltraject in de pilotscholen
evalueren, en andere betrokkenen zullen zich bezig houden met de
verschillende facetten van deze vraag. 

In het kader van deze evaluatie willen wij u de volgende vraag
voorleggen:

Bent u van oordeel dat de beide pilotexamens Havo 2009 (zie de bijlagen)
een goede weergave zijn van het nieuwe examenprogramma economie zoals
dat in “The Wealth of Education” is omschreven?

In de media is een levendig debat gaande over het examenprogramma
economie en met name de manier waarop de macro-economische aspecten ter
sprake komen in het nieuwe programma. Een aantal economen is van mening
dat macro-economische aspecten te weinig aandacht krijgen in dit
programma. Het debat hierover wordt vooral gevoerd “onder
professoren”. U bent waarschijnlijk op de hoogte van dit debat en hebt
er wellicht zelf aan deelgenomen. Daarom zijn wij benieuwd naar uw
mening over deze kwestie en vragen wij u om te reageren op de volgende
vraag: 

Vindt u dat in het programma, zoals dat zijn weerslag vindt in deze
examens, voldoende aandacht is voor macro-economische aspecten ?        
  

Wij stellen het op prijs, als u voor 1 september 2009 uw reactie op deze
vragen zou willen geven.” 



In september 2009 is nog een reminder gestuurd, omdat de CEVO weinig
reacties had ontvangen. 





Hieronder volgt een samenvatting per vraag 

Samenvatting per vraag:

1. Bent u van oordeel dat de beide pilotexamens Havo 2009 (zie de
bijlagen) een goede weergave zijn van het nieuwe examenprogramma
economie zoals dat in “The Wealth of Education” is omschreven?



Opgemerkt wordt dat de twee examens wellicht nog wat onevenwichtig zijn
qua verdeling van de concepten, maar dat er sprake is van interessant
opgaven met groeimogelijkheden. Er wordt begrip getoond voor de
ontwikkelfase waarin de examenmakers in deze pilot nog zitten.
Detailkritiek en suggesties zijn inmiddels doorgegeven aan de
projectleiding van de pilot en aan de toetsdeskundigen van het Cito.

De vragen worden hier en daar zelfs goed, interessant en leerzaam
genoemd. Er is dus geen discussie over mogelijkheid om nieuwe inhoud te
kunnen examineren, dat kan. En de bijgesloten examens zijn daar een
bevestigend voorbeeld van.



2. Vindt u dat in het programma, zoals dat zijn weerslag vindt in deze
examens, voldoende aandacht is voor macro-economische aspecten ?        
  



Reactie 1. 

“Voor dat ik deze vraag beantwoord wil ik opmerken dat het slechts een
enkeling is die roept dat er te weinig macro-economie in het nieuwe
programma zou zitten. En deze commentaren komen niet van macro-economen.
Sterker nog, de macro-economen die zich uitgelaten hebben over het
nieuwe programma vinden juist dat het nieuwe programma heel goed ruimte
biedt om macro-economische verbanden te duiden. Dat is natuurlijk niet
verbazingwekkend, gezien de structuur en opzet van het nieuwe programma.
In een andere context heb ik dit recentelijk nog eens uiteengezet in een
bijdrage in het vakblad ESB. Die bijdrage is een bijlage bij deze brief.

Concepten 7 en 8 gaan expliciet over macro-economie, terwijl concepten
4, 5 en 6 in de macro-economie veelvuldig worden gebruikt om grotere
verbanden te duiden. Denk bijvoorbeeld aan de kredietcrisis, die
begonnen is als een vertrouwenscrisis. Dit is bij uitstek het onderwerp
van concept 6. Beginnend bij het idee van risico, en de relatie daarvan
met informatie, biedt het programma een uitgelezen kans om ook zoiets
abstracts als ‘de kredietcrisis’ begrijpelijk te maken voor
VO-leerlingen.”

Tijdvak 1

Opgaven	1	2	3	4	5	6

Concepten	3	4, 7	3 , (6)	4	3, 4	3, (5)

Tijdvak 2

Opgaven	1	2	3	4	5	6

Concepten	3	3, 4	6, 7, 8	3, 7	7, (5)	7



“Uit de tabel hierboven blijkt dat in het eerste examen relatief
weinig macro-economie aan bod kwam. Het tweede examen bestond voor juist
meer dan de helft uit vragen over macro-economische aspecten. Op deze
manier bekeken is de macro-economie meer dan voldoende aan bod gekomen.
Het programma behelst nu eenmaal een groot aantal onderwerpen. Niet alle
onderwerpen kunnen op ieder examen terugkomen. Om te bepalen of bepaalde
onderwerpen voldoende aan bod komen moeten daarom meerdere examens
gezamenlijk worden beoordeeld.

Maar wat zich nu wreekt is de eerder opgemerkte beperkte verbinding van
de verschillende concepten in de opgevoerde contexten. Juist deze
verbinding stelt leerlingen in staat om grotere, macro-economische
verbanden te ontwaren. Opgaven die ‘klein’ beginnen, vanuit de
belevingswereld van individuele huishoudens, en vervolgens ‘groot’
eindigen, op nationaal of internationaal niveau, kunnen verschillende
concepten integreren, en daarmee micro- en macro-economie, precies zoals
de economische wetenschap de wereld duidt. Op deze manier beoordeeld zit
er weinig macro-economie in de examens. Maar de te beperkte verbinding
tussen de verschillende concepten loopt als een rode draad door het
examen, zoals eerder uiteengezet.”

Reactie 2.

“Maar over examens -- ik had ze al bekeken. Een was heel sterk micro
andere had meer macro vragen. Dat was eigenlijk ook aanleiding om te
vragen of ze wel of niet door iedereen waren gemaakt. Ik begrijp dat een
in wezen het herexamen van de andere is. Verschil tussen examens was
dus opvallend. Dit eigenlijk mijn enige kritiek op de examens zelf.

 

Neemt niet weg dat de vragen goed zijn, en interessant, leerzaam. Ook
sluiten ze aan bij tentamenstof.

 

Er is dus in mijn ogen geen discussie over mogelijkheid om nieuwe inhoud
te kunnen examineren, dat kan. En de bijgesloten examens zijn daar een
bevestigend voorbeeld van.

 

Andere vraag is of de examenstof in orde is. Daarover bestaan
verschillende meningen. Eindtermen, uitwerking zoals bijgesloten kan
daar geen direct licht op doen schijnen. altijd het gevaar dat alles wel
ergens genoemd wordt. Het gaat over de structuur van het
onderwijsprogramma, en die structuur is mijns inziens verkeerd. En dit
geeft verkeerd beeld, verkeerde mindset van studenten, etc. zie mijn
stukken elders.”

Reactie 3

“Het is tevens een evenwichtig examen waarin ook ruim voldoende
aandacht is voor de macro-economie. De ophef over het gebrek aan
macro-economie binnen het programma van de “Wealth of Education”
begrijp ik dan ook niet.”

De vierde reactie is van prof. Teulings, de voorzitter van de commissie
die dit examenprogramma heeft gemaakt en uitgewerkt. Hij gaat niet
expliciet in op deze kwestie. 

College voor Examens, november 2009