Antwoorden vragen commissie RU over het Jaarverslag 2008 van de Europese Rekenkamer
Bijlage
Nummer: 2010D01589, datum: 2010-01-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.DOC), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.J. Bos, minister van Financiën (Ooit PvdA kamerlid)
Bijlage bij: Lijst van vragen en antwoorden over het Jaarverslag 2008 van de Europese Rekenkamer (2010D01588)
Preview document (🔗 origineel)
Antwoorden naar aanleiding van de schriftelijke vragen van de commissie voor de Rijksuitgaven over het Jaarverslag 2008 van de Europese Rekenkamer (ingezonden 4 december 2009) Nr Vraag 1 - 4 Welke maatregelen zouden genomen kunnen worden om te voorkomen dat enkele diensten de afgrenzing tijdens de afsluitingsprocedure gebruiken om onjuiste rekeningen aan te passen in plaats van de desbetreffende individuele foutgevoelige boekingen te corrigeren (bijvoorbeeld het boeken van onjuiste bedragen, dubbele of weggelaten boekingen)? De Europese Rekenkamer constateert dat de verrekening van uitstaande voorfinancieringen niet altijd correct wordt uitgevoerd en een aantal verrekeningen helemaal niet werd uitgevoerd of voor onjuiste bedragen geboekt. Welke maatregelen kunnen hiertegen genomen worden? De afwijkende en ongeschikte verrekening van voorfinancieringen leidt tot minder nauwkeurige resultaten voor de afsluitingsberekening aan het eind van het jaar. Kan er niet ingezet worden op een eensluidend systeem om in ieder geval afwijkende verrekening van voorfinancieringen te voorkomen? Op de opmerkingen van de Europese Rekenkamer, genoemd in de paragrafen 1.11, 1.13 en 1.15, reageert de Europese Commissie met de mededeling dat zij de opmerkingen van de Europese Rekenkamer onderschrijft en dat haar boekhoudkundige diensten werk zullen blijven maken van de aan de orde gestelde zaken en de boekhoudkundige werkzaamheden van de directoraten-generaal nauwlettend blijven volgen, teneinde de juistheid van de boekhoudkundige basisgegevens te verbeteren, bijvoorbeeld door middel van initiatieven als het lopende project voor boekhoudkundige kwaliteit. Is dit de enige mogelijkheid als het gaat om de door de Europese Rekenkamer geconstateerde fouten dan wel onjuistheden? Kun je dit niet verwerken in het antwoord en impliciet daarbij aangeven dat het oplossen ervan een verantwoordelijkheid is van de Cie cq de individuele DG’s (korte procedure schets hoe wordt omgegaan met foutmeldingen door ERK) Reactie op vragen 1 t/m 4: Naar het oordeel van de Europese Rekenkamer voor wat betreft de betrouwbaarheid van de rekeningen, geeft de „jaarrekening van de Europese Gemeenschappen” in alle materiële opzichten een getrouw beeld van de financiële situatie van de Gemeenschappen per 31 december 2008, en van de resultaten van hun verrichtingen en kasstromen voor het op die dag afgesloten begrotingsjaar. Verder zij opgemerkt dat de Europese Commissie sinds 2005 een afsluiting met periodetoerekening toepast. Hiertoe heeft de Europese Commissie intern aan de directoraten-generaal een eensluidende procedure aangereikt voor het achteraf toetsen van de afsluitingsgegevens. Dit diende met name ter waarborging van de consistentie van de afsluitingsmethoden en –procedures. Met betrekking tot de afsluitingsmethoden – en procedures heeft de Europese Rekenkamer bij tien directoraten-generaal die zijn onderzocht (die meer dan 90 % van de opgelopen financiële lasten vertegenwoordigen) in de laatste drie jaren constante verbeteringen waargenomen. Het kabinet verwelkomt zowel het algehele positieve oordeel van de Europese Rekenkamer als de constante verbeteringen die door de Europese Rekenkamer worden waargenomen. Dit neemt echter niet weg dat, zoals ook door de Europese Rekenkamer geconstateerd, er ruimte voor verbetering is. Deze ruimte voor verbetering wordt door de Europese Commissie ook specifiek onderschreven. In dit licht verwelkomt het kabinet het lopende project van de Europese Commissie voor boekhoudkundige kwaliteit Het kabinet onderstreept daarnaast de conclusie dat de gebreken in de boekhoudsystemen (deels) te wijten zijn aan het complexe wettelijk en financieel kader. Nederland heeft de afgelopen jaren op verschillende manieren en op verschillende terreinen (onderzoek, landbouw, structuurbeleid) actief bijgedragen aan het verbeteren van complexe regelgeving en procedures en zal dit ook blijven doen. Met het oog hierop wacht Nederland dan ook de op stapel staande voorstellen van de Europese Commissie met betrekking tot de herziening van het Financieel Reglement van de EU, dat de basis voor de door de Europese Commissie vastgestelde boekhoudregels vormt, medio 2010 af. 5 De commissie deelt de mening van de Europese Rekenkamer dat de uitgaven voor plattelandsontwikkeling een hoger foutenpercentage vertonen, maar stelt tevreden vast dat het foutenpercentage op dit gebied afneemt. Mogen we er van uitgaan dat dit niet betekent dat er geen werk meer wordt gemaakt van het verbeteren van het foutenpercentage? Reactie: De Europese Commissie zet zich continue in voor verbetering van het financieel beheer om de onregelmatigheden in de Europese uitgaven te verminderen ondermeer via het actieplan voor een geïntegreerd Europees controle raamwerk. Daarnaast vraagt het Directoraat-generaal voor Landbouw van de Europese Commissie verantwoording over de resultaten van het financieel beheer over de Europese landbouwfondsen door de afgifte van een jaarlijkse borgingsverklaring van de directeur van het Betaalorgaan, waarin een analyse opgenomen is van de uitkomsten van de controles ter plaatse op de rechtmatigheid van steunaanvragen. Dit vormt een onderdeel van de nationale controles. Daar waar verbeteringen noodzakelijk zijn rapporteert de auditautoriteit hierover in haar certificerend rapport aan de Europese Commissie. Voor wat Nederland betreft legt de minister van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit via de nationale verklaring jaarlijks verantwoording af over de Europese landbouwfondsen en verstrekt de Tweede Kamer daarbij informatie over de onregelmatigheden bij de landbouwfondsen. Instandhouding van de kwaliteit en de verbetering van het financieel beheer vormen daarbij een continue aandachtspunt van de minister van LNV. De Algemene Rekenkamer (AR) geeft op verantwoordingsdag haar oordeel en aanbevelingen bij de nationale verklaring. Zowel de nationale verklaring als het oordeel van de AR worden naar de Europese Commissie gezonden. 6 De Europese Commissie stelt tevreden vast dat het oordeel van de Europese Rekenkamer over het geheel genomen gunstiger is dan voorheen en van een opmerkelijke vooruitgang ten opzichte van vorig jaar getuigt, terwijl de Europese Rekenkamer weliswaar verbeteringen constateert maar ook constateert dat bijvoorbeeld het foutenpercentage bij de beleidsgroep Onderzoek, energie en vervoer nog steeds boven de 2 % ligt. Hoe vallen deze twee op het oog verschillende conclusies te rijmen? Reactie: De Europese Rekenkamer geeft in haar de onderzoek per beleidsveld een afzonderlijk oordeel over de rechtmatigheid. Hoewel de afgelopen jaren het aantal beleidsvelden met een positief oordeel is toegenomen, is het financieel beheer van de Europese begroting als geheel nog niet op orde. “Tabel 1.3” en “Grafiek 1.1” in ogenschouw nemend, duidt het antwoord van de Europese Commissie waarschijnlijk op de afname van het algehele foutenpercentage, mede door het positieve oordeel van de Europese Rekenkamer voor wat betreft de beleidsgroep Landbouw en natuurlijke hulpbronnen, dat voor de eerste maal dit jaar is afgegeven. Nederland verwelkomt dit positieve oordeel van de Europese Rekenkamer, maar is tegelijkertijd van mening dat binnen deze beleidsgroep m.n. de uitgaven voor plattelandsontwikkeling zorgelijk blijven. Niet in de laatste plaats vanwege complexe regelgeving en procedures. Nederland heeft de afgelopen jaren op verschillende manieren en op verschillende terreinen (onderzoek, landbouw, structuurbeleid) actief bijgedragen aan het verbeteren van complexe regelgeving en procedures en zal dit ook in de toekomst blijven doen. 7 Er is door de Europese Commissie nog geen enkele sanctie opgelegd, hoewel een uitgebreid sanctiesysteem een van de belangrijkste corrigerende maatregelen was die bij de aanvang van kaderprogramma voor onderzoek in 2002 (KP6) werden doorgevoerd. De Europese Commissie volstaat met het antwoord dat het beheersproces dat noodzakelijk is voor de uitvoering van de meerjarige controlestrategie eind 2008 grotendeels operationeel is. Zijn er inmiddels wel sancties opgelegd? Reactie: De Europese Commissie heeft aangegeven dat er naar aanleiding van de eindafrekening van KP6 projecten (bijvoorbeeld door ex post herberekening van personeelskosten) terugvorderingen zijn ingesteld naar eindbegunstigden. De Europese Commissie kan over het bedrag van deze terugvorderingen “liquidated damages” vorderen, vanwege gederfde inkomsten of kosten (bijvoorbeeld uit rente) voor de Europese begroting. Dit staat echter niet gelijk aan een sanctie. Op basis van de Europese regelgeving mag de Europese Commissie een sanctie opleggen als er stelselmatig een flagrante overtreding van Europese regelgeving heeft plaatsgevonden. Directoraat-generaal Onderzoek heeft op basis van de eindafrekeningen van KP6 projecten tot nog toe nog geen sancties opgelegd. Verder gaf zij aan dat in onderzoeksprojecten het aantal onregelmatigheden relatief gering is in relatie tot de grote controle-inspanningen. Pagina 22, paragraaf 1.18, Jaarverslag Europese Rekenkamer over de uitvoering van de begroting over het begrotingsjaar 2006 Pagina 26 en 27, Jaarverslag Europese Rekenkamer over de uitvoering van de begroting over het begrotingsjaar 2008 PAGE 3 / NUMPAGES 3