Toelichtende nota
Bijlage
Nummer: 2010D02977, datum: 2010-01-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.J.M. Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit CDA kamerlid)
Bijlage bij: Verdrag (2010D02976)
Preview document (🔗 origineel)
Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van Australië tot wijziging van het op 5 april 1991 te Canberra ondertekende Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van Australië inzake de verlening van medische zorg; Canberra, 2 juli 2009 (Trb. 2009, 135) TOELICHTENDE NOTA I. ALGEMEEN Het op 5 april 1991 te Canberra totstandgekomen Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van Australië inzake de verlening van medische zorg (Trb. 1991, 76) (hierna: Verdrag van 1991) is op 4 januari 1992 in werking getreden. Het Verdrag van 1991 voorziet in de verlening van medische zorg aan wederzijdse verzekerden bij een tijdelijk verblijf op het grondgebied van de andere verdragsluitende partij. Op 1 januari 2006 is de Zorgverzekeringswet (Zvw) in werking getreden. Dit heeft gevolgen voor de toepassing van het Verdrag van 1991, alsmede voor alle andere internationale overeenkomsten waarbij Nederland partij is en waarin bepalingen zijn opgenomen op het gebied van de verlening van medische zorg aan wederzijdse verzekerden. Gevolg van de inwerkingtreding van de Zvw is dat met ingang van 1 januari 2006 het onderscheid tussen verzekerden ingevolge de Ziekenfondswet en personen die verzekerd zijn op grond van een met een particuliere zorgverzekeraar gesloten overeenkomst, of die verzekerd zijn krachtens een publiekrechtelijke ziektekostenregeling, is komen te vervallen. De Ziekenfondswet is per die datum ingetrokken. Iedereen die verzekerd is ingevolge de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), is verzekeringsplichtig ingevolge de Zvw. Omdat het Verdrag van 1991 bepaalt dat het van toepassing is op verzekerden ingevolge de Ziekenfondswet, zou dat formeel betekenen dat dit verdrag geen waarde meer zou hebben. In verband daarmee is op Nederlands initiatief overeenstemming bereikt met Australië over een wijzigingsverdrag in de vorm van een briefwisseling. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de artikelsgewijze toelichting. II. HOOFDLIJNEN Met het Verdrag van 1991 worden twee doelen bereikt. Enerzijds biedt dit Verdrag van 1991 aan iedere persoon die verzekerd is op grond van de wettelijke ziektekostenverzekering van een verdragsluitende partij, de mogelijkheid om gedurende een tijdelijk verblijf op het grondgebied van de andere verdragsluitende partij de medische zorg te ontvangen, die tijdens dat verblijf nodig wordt. Anderzijds beoogt het Verdrag van 1991 te voorkomen dat toeristen medische zorg ontvangen op grond van het verdrag bij tijdelijk verblijf op het grondgebied van de ene verdragsluitende partij terwijl zij niet verzekerd zijn op grond van de wettelijke sociale ziektekostenverzekering van de andere verdragsluitende partij. Door het onderhavige wijzigingsverdrag worden de wijzigingen in de wet- en regelgeving in de verdragsluitende staten in het Verdrag van 1991 verwerkt. Daarnaast wordt geregeld dat personen, die verzekerd zijn ingevolge de Zvw en die in Australië zorg inroepen, hun aanspraak ingevolge het Verdrag van 1991 kunnen aantonen door middel van een door hun Nederlandse zorgverzekeraar afgegeven Europese ziekteverzekeringskaart. III. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING In onderdeel A van het wijzigingsverdrag worden enige definitiebepalingen gewijzigd. Het gaat om technische wijzigingen, met name als gevolg van naamswijzigingen van organen en wijziging van wetgeving. Onderdeel B bevat de belangrijkste wijziging. Volgens artikel 2, onderdeel a, van het Verdrag van 1991 was het verdrag van toepassing op verzekerden ingevolge de Ziekenfondswet. Met de inwerkingtreding van de Zvw per 1 januari 2006 is de Ziekenfondswet evenwel ingetrokken en zijn er dus geen ziekenfondsverzekerden meer. Met deze wijziging wordt het Verdrag van 1991 van toepassing op verzekerden ingevolge de Zvw en wordt het recht op zorg in Australië voor Zvw-verzekerden die daar tijdelijk verblijven, gewaarborgd. In onderdeel C, onder 1, wordt aangegeven dat de schriftelijke verklaring betreffende het recht op medische zorg wordt afgegeven door de Nederlandse zorgverzekeraar die door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is aangewezen als orgaan van tijdelijk verblijf. Momenteel wordt die functie vervuld door Agis Zorgverzekeringen, de rechtsopvolger van ANOZ. In onderdeel C, onder 2, wordt geregeld dat personen, die verzekerd zijn ingevolge de Zvw en die in Australië zorg inroepen, hun aanspraak ingevolge het Verdrag van 1991 alleen kunnen aantonen door middel van een door hun Nederlandse zorgverzekeraar afgegeven Europese ziekteverzekeringskaart. Hiermee wordt een einde gemaakt aan de huidige situatie waarin de Australische uitvoeringsinstanties worden geconfronteerd met allerhande Nederlandse verzekeringsbewijzen. De Europese ziekteverzekeringskaart wordt sinds 1 juli 2004 op basis van de Europese socialezekerheidsverordening binnen de Europese Unie gebruikt om het recht op zorg bij tijdelijk verblijf in een andere lidstaat aan te tonen. Iedere Zvw-verzekerde heeft, voor zover hij die kaart nog niet in zijn bezit heeft, recht op afgifte van die kaart door zijn zorgverzekeraar. Omdat de uiterlijke kenmerken van deze kaart op Europees niveau zijn vastgesteld en daarmee voor iedere zorgverzekeraar gelijk zijn, is de kaart bij uitstek geschikt om te dienen als schriftelijke verklaring betreffende het recht op medische zorg op grond van het Verdrag van 1991. IV. KONINKRIJKSPOSITIE Het wijzigingsverdrag zal, voor wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, alleen voor Nederland gelden, evenals dat het geval was bij het Verdrag van 1991. DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN, Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt (artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State).