Overzicht Totale Onderzoek Financiering 2008-2014
Bijlage
Nummer: 2010D05222, datum: 2010-01-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Overzicht Totale Onderzoek Financiering 2008-2014 (2010D05221)
Preview document (🔗 origineel)
Overzicht Totale Onderzoek Financiering (TOF) 2008-2014 Het - jaarlijkse - overzicht Totale Onderzoek Financiering (TOF) geeft het budgettaire kader weer voor de R&D-uitgaven van de verschillende ministeries. Het voorliggende overzicht 2008-2014 is gebaseerd op de opgaven van de verschillende ministeries op basis van de begrotingen 2010. Geen onderdeel van het TOF-overzicht zijn de middelen voor de WBSO, die voor 2010 een omvang hebben van maximaal 692 miljoen euro. Deze WBSO-gelden zijn niet in het totaalplaatje opgenomen, omdat het niet om directe uitgaven gaat en het internationaal (nog) geen gebruik is om deze fiscale middelen in de R&D-overzichten op te nemen. Om toch te laten zien wat het belang is van de WBSO, zijn in tabel 1 de bedragen voor de WBSO voor de gehele periode apart opgenomen. In dit TOF-overzicht zijn de in het Coalitieakkoord van 2007 voorziene middelen voor onderzoek en de FES-middelen opgenomen, voor zover daarover inmiddels besluitvorming heeft plaatsgevonden en de middelen zijn overgeboekt naar de departementale begrotingen. Artikel 13 van de begrotingsstaat van het FES voor het jaar 2010, onderdeel van de Miljoenennota 2009, geeft een indicatie van de FES-projecten die in voorbereiding zijn. De middelen voor deze projecten zijn echter nog niet naar de begrotingen van de departementen overgeboekt. Deze maken daarom nog geen onderdeel uit van het TOF-overzicht, maar worden de komende jaren onderdeel van de voorgenomen R&D-inspanningen van de departementen. Omdat de posten breder zijn gedefinieerd dan ‘onderzoek’ (namelijk als ‘kennis en innovatie’) is nu nog niet aan te geven hoeveel middelen het betreft. Ook via de pijlers 2 en 3 komen de komende jaren voor onderzoek nieuwe middelen beschikbaar, maar het is nog niet duidelijk om welke bedragen het gaat. De R&D-uitgaven per departement Tabel 1 bevat voor de periode 2008-2014 de gegevens over de R&D-uitgaven per departement. De cijfers voor 2008 zijn de realisatiecijfers, die voor 2009 de vastgestelde begrotingscijfers, die voor 2010 de cijfers van de ontwerpbegroting en de cijfers voor de jaren 2011-2014 betreffen de meerjarenramingen. Tabel 1: TOF-cijfers per departement (op kasbasis), in miljoenen euro’s (bruto-uitgaven) Departement 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 Algemene Zaken 0,6 0,8 0,8 0,8 0,7 0,6 0,6 Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking 89,5 105,9 107,0 103,8 92,7 92,7 92,7 Justitie 21,9 24,7 24,5 24,3 24,5 24,4 24,3 Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 1,3 5,1 6,6 6,6 6,6 6,6 6,6 Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2.826,9 3.030,5 3.120,1 3.007,1 3.027,3 3.038,1 3.059,6 Defensie 79,0 81,6 74,0 67,1 62,2 58,0 57,7 Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer 82,8 90,6 68,3 65,3 64,2 52,9 56,1 Verkeer en Waterstaat 96,9 91,3 86,2 85,4 85,7 85,7 85,7 Economische Zaken 565,6 725,6 688,6 550,3 574,6 566,5 590,7 Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit 237,3 224,9 198,9 183,4 182,3 189,1 189,9 Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2,9 3,6 3,5 3,5 3,5 3,5 3,5 Volksgezondheid, Welzijn en Sport 141,3 142,6 139,3 132,8 133,1 129,2 128,7 Totaal 4.145,8 4.527,3 4.517,9 4.230,4 4.257,6 4.247,5 4.296,3 WBSO (via afdrachtsvermindering) 445 606 692 539 539 539 539 Noot 1: De cijfers van OCW zijn inclusief de bijdrage van LNV aan het onderzoeksgedeelte van de Wageningen Universiteit en de cijfers van LNV zijn exclusief deze bijdrage (in 2010 geschat op ongeveer 90 miljoen euro). Noot 2: De cijfers van OCW zijn inclusief de bijdragen van de ministeries van VROM, V&W, LNV, SZW en VWS voor de doelfinanciering TNO Op basis van de TOF-cijfers kan een globale schatting worden gemaakt van de overheidsuitgaven voor R&D als percentage van het BBP voor de jaren 2008 - 2010 (Tabel 2). Hierbij is rekening gehouden met de meest recente CPB-voorspellingen over de omvang van het bruto binnenlands product. Ook het CBS publiceert cijfers over de overheidsuitgaven voor R&D, maar deze zijn, in tegenstelling tot de TOF-cijfers, niet gebaseerd op gegevens van de financier van R&D, maar op gegevens van de uitvoerder van R&D. Om de TOF-cijfers te kunnen vergelijken met de CBS-cijfers over de overheidsfinanciering van R&D dienen de TOF-cijfers gecorrigeerd te worden voor de middelen naar het buitenland (de bestemmingscategorie “IO” in Tabel 4). Deze maken namelijk ook geen onderdeel uit van de cijfers van het CBS. Tabel 2: TOF-uitgaven, in miljoenen euro en als percentage van het BBP 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 TOF-totaal (miljoenen euro) 4.145,8 4.527,3 4.517,9 4.230,4 4.257,6 4.247,5 4.296,3 TOF-totaal (exclusief gelden naar het buitenland (miljoenen euro) 3.924,7 4.270,6 4.259,5 3.979,4 4.026,5 4,.015,1 4.065,6 TOF-uitgaven (excl. buitenland) als percentage van het BBP, excl. WBSO 0,66 0,74 0,73 Noot 1: exclusief de middelen van de FES-projecten die nog in voorbereiding zijn Noot 2: de ervaring leert dat de CBS-cijfers over de overheidsuitgaven, die ook in de internationale statistieken terecht komen, meestal iets lager uitvallen dan de TOF-gegevens. De reden is dat de cijfers tot stand komen vanuit een verschillende invalshoek (OCW/TOF-cijfers vanuit het perspectief van de financier van R&D versus CBS-cijfers vanuit het perspectief van de uitvoerder van R&D). Wat een financier tot R&D rekent, is dat niet noodzakelijkerwijs ook vanuit het perspectief van de ontvanger en uitvoerder van de middelen. De CBS-cijfers (ook exclusief WBSO) laten vanaf 1990 tot en met 2000 een dalende trend zien voor de omvang van de overheidsfinanciering in relatie tot het BBP. Daarna is er een lichte stijging tot 0,64 in 2003. Het laatst bekende realisatiecijfer van het CBS over de overheidsfinanciering van onderzoek in Nederland heeft betrekking op het jaar 2003. In combinatie met de cijfers van tabel 2 kan de conclusie worden getrokken dat het aandeel overheidsfinanciering de weg naar boven lijkt te hebben gevonden. Vergeleken met de ambities in het Lissabonproces betekent dit overigens wel een (negatief) verschil van ruim 1 miljard euro. De stijging in de jaren 2009 en 2010, die in tabel 2 te zien is, wordt zowel veroorzaakt door toevoeging van extra middelen uit enveloppegelden, het FES-fonds en het aanvullende beleidsakkoord als door de negatieve groei van het BBP ten opzichte van 2008. Belangrijkste ontwikkelingen bij de departementen In het aanvullende beleidsakkoord ‘Werken aan toekomst’ (maart 2009) is voor 2009 en 2010 totaal € 280 miljoen beschikbaar gesteld voor de versterking van de kennisinfrastructuur en de tijdelijke inzet van private kenniswerkers in het publieke domein. De middelen voor deze tijdelijke stimulering zijn terug te vinden in de begroting van OCW en die van EZ en verklaren voor het grootste deel de toename in 2009 en 2010 ten opzichte van 2008 en de daling in 2011 en volgende jaren. De tijdelijke stimulering is via een tweetal sporen uitgezet: Kenniswerkers (€ 180 miljoen). Dit spoor beoogt kenniswerkers voor Nederlandse bedrijven te behouden. Ondernemingen kunnen een deel van hun onderzoekers in de regio inzetten voor onderzoek en ontwikkeling op prioritaire thema’s in de publieke kennisinfrastructuur. De kennis en expertise van de onderzoekers worden voor een periode van maximaal 1,5 jaar beschikbaar gesteld aan publieke kennisinstellingen. De onderzoekers worden gedetacheerd bij deze publieke kennisinstelling, maar ze blijven in dienst van de onderneming. Het is de bedoeling dat de onderzoekers na deze periode weer volledig werkzaam zijn in de private sector. High Tech Topprojecten (€ 100 miljoen). Met dit spoor worden omvangrijke strategische R&D-projecten van minimaal € 20 miljoen op het gebied van High Tech Systemen gestimuleerd. Er zijn enkele ministeries die in meerjarig perspectief een neerwaartse ontwikkeling te zien geven. Dit geldt met name voor de departementen Defensie, BuZa, VROM, LNV en EZ. Tabel 4 bevat de gedetailleerde cijfers per departement (2009 betreft vastgestelde begrotingscijfers, 2010 de cijfers van de ontwerpbegroting). In deze tabel is een zo goed mogelijk onderscheid gemaakt naar twee hoofdtypen van overheidsfinanciering, namelijk projectfinanciering en institutionele financiering. Bij projectfinanciering gaat het primair om tijdelijke financiering, in de vorm van projecten of programma’s, veelal op basis van een ingediend project- of programmavoorstel voor de uitvoering van onderzoeksactiviteiten. Bij institutionele financiering gaat het om langere termijn financiering van onderzoeksinstellingen, waarbij de betreffende instelling meer of minder vrijheid heeft om onderzoeksactiviteiten uit te voeren. Voorbeelden van institutionele financiering zijn de 1ste geldstroomfinanciering van de universiteiten, de programmafinanciering van TNO, en de bijdragen aan de GTI’s. Tabel 3 geeft een overzicht van de TOF-cijfers naar type financiering en departement. Tabel 3: TOF-uitgaven, naar type financiering en departement, 2010 (in procenten van het totaal) institutioneel project Algemene Zaken 0 100 Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking 100 0 Justitie 79 21 Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 100 0 Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 79 21 Defensie 64 36 Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer 49 51 Verkeer en Waterstaat 29 71 Economische Zaken 27 73 Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit 84 16 Sociale Zaken en Werkgelegenheid 0 100 Volksgezondheid, Welzijn en Sport 22 78 Totaal 68 32 Noot: de cijfers zijn exclusief de financiering naar het buitenland Tabel 4: TOF-overzicht 2010, per artikel, per departement, op kasbasis, in miljoenen euro (bruto uitgaven) Artikelnr. Begrotingsartikel 2009 2010 % R&D NABS NABS-categorie Best. III Algemene Zaken (Projectfinanciering) 1 WRR: Wetenschappelijke studies 0,8 0,8 100 11.0 Politieke en soc. systemen, structuren/processen R Totaal Algemene Zaken 0,8 0,8 V Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking (Institutionele financiering) 2.8 Stichting Instituut Clingendael 0,3 0,3 10 11.0 Politieke en soc. systemen, structuren/processen SO 11.1 Subsidie Koninklijk Instituut voor de Tropen 6,4 6,7 25 11.0 Politieke en soc. systemen, structuren/processen SO (Projectfinanciering) 10.7 Onderzoeksprogramma 24,1 24,3 100 11.0 Politieke en soc. systemen, structuren/processen IO 4.1 Centraal programma GMV 1,1 0,9 5 11.0 Politieke en soc. systemen, structuren/processen IO 6.1 Landenspecifieke sectorale samenwerking 62,5 58,4 5 11.0 Politieke en soc. systemen, structuren/processen IO 6.2 Thematische samenwerking 7,1 7,1 5 11.0 Politieke en soc. systemen, structuren/processen IO 10.4 Speciale activiteiten 4,4 9,2 5 11.0 Politieke en soc. systemen, structuren/processen IO Totaal Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking 105,9 107,0 VI Justitite (Institutionele financiering) 91 WODC: Personele uitgaven 4,7 4,7 3 11.0 Politieke en soc. systemen, structuren/processen R 91 WODC: Wetenschappelijke periodieken 0,1 0,1 100 11.0 Politieke en soc. systemen, structuren/processen R 01.13 WODC: Intern wetenschappelijk onderzoek 0,5 0,5 100 11.0 Politieke en soc. systemen, structuren/processen R 13.2.1 Nederlands Forensisch Instituut 14,3 14,0 21 11.0 Politieke en soc. systemen, structuren/processen SO (Projectfinanciering) 91 WODC: Extern wetenschappelijk onderzoek 5,2 5,1 10 11.0 Politieke en soc. systemen, structuren/processen SO Totaal Justitie 24,7 24,5 VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Institutionele financiering) 12.1 Algemeen: apparaat 100 11.0 Politieke en soc. systemen, structuren/processen Proj. 39.5 Kennis en onderzoek 5,1 6,6 100 11.0 Politieke en soc. systemen, structuren/processen Proj. (Projectfinanciering) 01.1 Grondwet en democratie 100 11.0 Politieke en soc. systemen, structuren/processen Proj. Totaal Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 5,1 6,6 VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Institutionele financiering) 7.10 Eerste geldstroom universiteiten (incl. WU-bijdrage LNV) 2005,6 2035,5 7.10 NUFFIC 3,9 3,9 15 11.0 Politieke en soc. systemen, structuren/processen SO 7.10 UNU-MERIT 0,6 0,6 75 13.5 Sociale wetenschappen SO 14.4 Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) 11,3 8,3 30 10.0 Cultuur, recreatie, religie en massamedia R 14.4 Instituut Collectie Nederland (ICN) 2,1 1,9 18 10.0 Cultuur, recreatie, religie en massamedia R Artikelnr. Begrotingsartikel 2009 2010 % R&D NABS NABS-categorie Best. 14.4 Rijksbureau voor Kunsthistorisch onderzoek (RKD) 0,4 0,4 6 10.0 Cultuur, recreatie, religie en massamedia R 14.4 Subsidie Boekmanstichting 1,0 1,0 100 10.0 Cultuur, recreatie, religie en massamedia SO 16.1 NWO (schatting aandeel instituten) 138,5 133,2 16.1 KNAW 81,2 78,3 16.1 Koninklijke Bibliotheek 4,6 4,6 10 10.0 Cultuur, recreatie, religie en massamedia R 16.1 CPG 0,5 0,5 100 11.0 Politieke en soc. systemen, structuren/processen R 16.1 Nationaal Centrum Biodiversiteit 5,2 5,2 100 13.1 Natuurwetenschappen Naturalis 16.1 TNO 116,5 115,0 16.1 Primatencentrum (BPRC) 9,6 9,6 100 7.0 Gezondheid SO 16.1 Nationaal Herbarium 1,2 1,2 100 13.1 Natuurwetenschappen 16.1 NLR 0,9 0,9 100 3.0 Exploratie en exploitatie van de ruimte GTI 16.1 Deltares 2,3 2,3 100 4.0 Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren GTI 16.1 MARIN 1,0 1,0 100 4.0 Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren GTI 16.1 STT 0,2 0,2 100 13.2 Technische wetenschappen SO 16.1 EMBC 0,7 0,7 100 13.1 Natuurwetenschappen IO 16.1 EMBL 4,0 4,1 100 13.1 Natuurwetenschappen IO 16.1 ESA 34,8 33,8 100 3.0 Exploratie en exploitatie van de ruimte IO 16.1 CERN 35,3 35,4 100 13.1 Natuurwetenschappen IO 16.1 ESO 6,8 7,1 100 13.1 Natuurwetenschappen IO 16.1 Nader te verdelen 0,1 0,5 100 13.0 Niet in te delen wetenschappen (Projectfinanciering) 14.4 Culturele zaken: onderzoek 0,8 0,8 100 10.0 Cultuur, recreatie, religie en massamedia Proj. 16.1 NWO (Schatting aandeel projecten) 167,0 160,7 16.2 FES (inclusief Bsik) 103,4 65,7 100 13.0 Niet in te delen wetenschappen 16.2 Kenniswerkers 20,0 120,0 100 13.0 Niet in te delen wetenschappen Proj. 16.2 Genomics 36,0 40,0 100 13.3 Medische wetenschappen NWO 16.2 Smart Mix 0,0 0,0 100 13.0 Niet in te delen wetenschappen NWO 16.2 EET 0,4 0,0 100 6.0 Industriële productie en technologie SO/O 16.2 Talentenkracht 0,4 0,5 100 9.0 Onderwijs Proj. 16.2 Kust- en zeeonderzoek 2,0 2,0 100 1.0 Exploratie en exploitatie van het aards milieu NWO 16.2 ASTRON/LOFAR 2,1 2,1 100 13.1 Natuurwetenschappen NWO 16.2 Grootschalige researchinfrastructuur 16,0 19,0 10 13.0 Niet in te delen wetenschappen NWO 16.2 Gezondheidsonderzoek 1,5 1,5 100 13.3 Medische wetenschappen NIVEL 16.2 Valorisatie 0,0 2,5 100 13.0 Niet in te delen wetenschappen Proj. 16.2 Poolonderzoek 0,0 2,0 100 13.1 Natuurwetenschappen NWO 16.2 Graduate schools 3,0 11,0 100 13.0 Niet in te delen wetenschappen NWO 16.2 Vernieuwingsimpuls (incl. vrouwencomponent) 170,9 170,9 100 13.0 Niet in te delen wetenschappen U 16.2 Doelgroepen instrumenten 14,0 14,0 100 13.0 Niet in te delen wetenschappen NWO 16.3 Nationale coördinatie 8,8 7,1 100 13.0 Niet in te delen wetenschappen Proj. 16.3 Bilaterale samenwerking 4,0 3,3 100 13.0 Niet in te delen wetenschappen Proj. diverse Onderwijsonderzoek (diverse artikelen) 11,9 11,9 100 9.0 Onderwijs Proj. Totaal Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 3030,5 3120,1 X Defensie (Institutionele financiering) U9049 TNO-programmafinanciering 51,3 47,1 14.0 Defensie TNO U9049 NLR-programmafinanciering 0,5 0,5 100 14.0 Defensie TNO (Projectfinanciering) U9049 Onderzoek en technologie 18,8 18,6 100 14.0 Defensie TNO Artikelnr. Begrotingsartikel 2009 2010 % R&D NABS NABS-categorie Best. U9049 Kennisgebruik BS 10,9 7,9 100 14.0 Defensie TNO Totaal Defensie 81,6 74,0 XI Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (Institutionele financiering) 91.85.80 Apparaat Planbureau Leefomgeving (PBL) 37,7 33,4 10 4.0 Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren R (Projectfinanciering) 01.79.81 Onderzoek DGW 1,6 1,4 0 4.0 Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren Proj. 02.79.81 Onderzoek (DGW) 3,2 0,7 2 4.0 Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren Proj. 03.79.81 Onderzoek (DGW) 0,7 0,4 4.0 Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren Proj. 05.79.81 Onderzoek (DGW) 6,0 4,0 53 4.0 Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren Proj. 41.02.14 Ruimtelijk instrumentarium ontwikkelen en beheren 10,2 0,2 24 3.0 Exploratie en exploitatie van de ruimte Proj. 43.08.02 Binnenlandse klimaatinstrumenten 0,1 0,1 2.0 Milieubeheer en milieuzorg Proj. 43.14.10 Beperken van verzuring en grootschalige luchtverontreiniging 1,4 2,6 4 2.0 Milieubeheer en milieuzorg Proj. 43.18.18 Bevorderen duurzame industrie 0,2 0,3 0 2.0 Milieubeheer en milieuzorg Proj. 44.14.01 Reductie van milieubelasting door (ketengericht) afval- en productenbeheer 1,0 1,0 1 2.0 Milieubeheer en milieuzorg Proj. 44.16.02 Verbeteren van de milieukwaliteit van de bodem 2,2 1,3 1 2.0 Milieubeheer en milieuzorg Proj. 44.26.12 Duurzaam gebruik van ecosystemen en natuurlijke hulpbronnen 0,4 0,4 0 2.0 Milieubeheer en milieuzorg Proj. 46.34.02 Veilig gebruik van chemische stoffen 0,8 0,8 1 2.0 Milieubeheer en milieuzorg Proj. 46.38.06 Bescherming tegen straling 0,6 0,6 1 2.0 Milieubeheer en milieuzorg Proj. 46.40.08 Verantwoorde toepassing van ggo's 0,3 0,3 0 2.0 Milieubeheer en milieuzorg Proj. 46.42.10 Beheersing van risico's die samenhangen met externe veiligheid 0,4 0,4 1 2.0 Milieubeheer en milieuzorg Proj. 50.01.02 Resliseren duurzaam gebruik bodem, ondergrond en grondwater 0,3 0,1 0 3.0 Exploratie en exploitatie van de ruimte Proj. 50.02.04 Tegengaan van geluidhinder 0,2 0,0 3.0 Exploratie en exploitatie van de ruimte Proj. 50.03.08 Kennis, onderzoek en projecten klimaat (FES) 13,4 13,4 4 3.0 Exploratie en exploitatie van de ruimte Proj. 50.04.12 Bevorderen adequaat gebiedsgericht instrumentarium en duurzame ontwikkeling 0,2 0,2 0 3.0 Exploratie en exploitatie van de ruimte Proj. 91.89.92 Bekostiging van externe uitvoeringsorganisaties 9,6 6,8 2 2.0 Milieubeheer en milieuzorg SO Totaal Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer 90,6 68,3 XII Verkeer en Waterstaat (Institutionele financiering) XII 31 Integraal waterbeleid (STOWA) 0,1 0,1 0 4.0 Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren STOWA XII 32 Veiligheid en mobiliteit (SWOV) 4,0 4,0 8 4.0 Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren SWOV XII 37 Weer, klimaat, seismologie en ruimtevaart 11,5 11,3 24 1.0 Exploratie en exploitatie van het aards milieu KNMI XII 39 Subsidie Platform Bouw 0,0 0,8 4.0 Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren XII 40.01 Subsidie Cornelis Lelystichting 0,3 0,3 4.0 Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren SO XII 40.01 Deltares 7,3 6,3 4.0 Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren GTI XII 40.01 Subsidies CROW 0,6 0,6 4.0 Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren CROW XII Subsidie Energiebureau 0,7 0,7 4.0 Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren XII Subsidie Regieraad 1,0 0,0 4.0 Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren XII Subsidie NNI 0,7 0,7 4.0 Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren XII Subsidie PSIBouw 3,9 0,5 4.0 Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren Artikelnr. Begrotingsartikel 2009 2010 % R&D NABS NABS-categorie Best. XII Samenwerkingsoverenkomst TUD 0,2 0,2 4.0 Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren (Projectfinanciering) XII 31 Integraal waterbeleid 9,5 9,5 12 4.0 Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren Proj. XII 32 Veiligheid en mobiliteit (proj.) 1,4 1,5 3 4.0 Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren Proj. XII 33 Veiligheid gericht op de beheersing van veiligheidsrisico's 0,7 0,0 0 4.0 Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren Proj. XII 34 Betrouwbare netwerken en acceptabele reistijd realiseren 3,5 3,4 3 4.0 Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren Proj. XII 35 Mainports en logistiek (proj.) 0,1 0,1 1 4.0 Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren Proj. XII 35 Mainports en logistiek (NLR) 25,1 24,4 33 4.0 Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren NLR XII 36 Kwaliteit leefomgeving en toename mobiliteit 0,0 0,0 0 4.0 Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren Proj. XII 38 Inspectie Verkeer en Waterstaat 1,2 0,0 0 4.0 Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren Proj. XII 39 Bijdragen infrastructuurfonds en BDU 2,6 2,6 0 4.0 Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren KpVV en CVOV XII 41 Ondersteuning functioneren 1,6 2,2 1 4.0 Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren Proj. (Bijdragen infrastructuurfonds) IF 12 HWN verkeersmanagement 0,1 0,1 4.0 Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren Proj. IF 11 HWS Beheer en onderhoud waterbeheren 0,0 0,5 4.0 Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren Proj. IF 11 HWS 5,0 5,0 4.0 Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren Proj. IF 15.03.01 HVWN Aanleg realisatie 0,5 0,1 4.0 Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren Proj. IF 12 HWN Aanleg, benutting 2,1 2,6 4.0 Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren Proj. IF 11.01 HWS Beheren en onderhoud waterkeren 1,1 1,0 4.0 Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren Proj. IF 11.02 HWS Beheren en onderhoud en ontwikkeling waterbodems 0,2 0,5 4.0 Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren Proj. IF 15 Kennis en innovatie 0,7 0,7 4.0 Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren Proj. IF 12 Kennis en innovatie 5,6 6,6 4.0 Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren Proj. Totaal Verkeer en Waterstaat 91,3 86,2 XIII Economische Zaken (Institutionele financiering) 01.40.010 Bijdrage aan het Nmi 14,7 14,8 100 6.0 Industriële productie en technologie SO 02.45.010 Bijdrage aan TNO 29,8 29,4 TNO 02.45.020 Bijdrage aan Topinstituten 0,6 0,6 100 6.0 Industriële productie en technologie SO 02.45.230 TTI Water 7,1 2,8 100 6.0 Industriële productie en technologie SO/O 02.45.030 Bijdrage aan STW 18,5 25,9 100 6.0 Industriële productie en technologie NWO 02.45.100 Bijdrage aan NIVR 10,0 9,4 100 3.0 Exploratie en exploitatie van de ruimte GTI 02.45.110 Bijdrage aan NLR 2,2 2,3 100 3.0 Exploratie en exploitatie van de ruimte GTI 02.45.120 Bijdrage aan div. instituten: MARIN 2,5 2,4 100 4.0 Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren GTI 02.45.130 Bijdrage aan div. instituten: Deltares 1,6 1,9 100 4.0 Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren GTI 02.45.140 Bijdrage aan overige instituten 0,2 0,2 100 11.0 Politieke en soc. systemen, structuren/processen SO 02.45.160 Bijdrage aan NML 0,3 0,3 100 4.0 Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren SO 02.45.255 Bijdrage aan WCFS+ 12,6 8,3 100 6.0 Industriële productie en technologie SO 02.45.280 Bijdrage aan Holst Centrum 11,2 11,2 100 6.0 Industriële productie en technologie SO 04.01.400 Bijdrage aan ECN 48,1 45,6 100 5.0 Energie GTI 08.10.010 Bijdrage aan personeel CPB 2,9 2,8 25 11.0 Politieke en soc. systemen, structuren/processen R 08.10.020 Materieel CPB 0,6 0,6 25 11.0 Politieke en soc. systemen, structuren/processen R Artikelnr. Begrotingsartikel 2009 2010 % R&D NABS NABS-categorie Best. 09.10.010 Bijdrage aan CBS 9,6 9,5 5 11.0 Politieke en soc. systemen, structuren/processen R (Projectfinanciering) 02.01.810 Opdrachten en onderzoek innovatie (infr) 0,3 0,1 40 6.0 Industriële productie en technologie Proj. 02.01.820 Beleidsexperimenten DGI 1,4 0,6 25 6.0 Industriële productie en technologie Proj. 02.25.040 Innovatievouchers 28,1 23,6 100 6.0 Industriële productie en technologie SO 02.25.050 Innovatie prestatiecontracten 4,9 6,4 20 6.0 Industriële productie en technologie O 02.25.060 TechnoPartner algemeen 0,1 0,0 20 6.0 Industriële productie en technologie R 02.25.070 Seed-regeling 3,2 4,2 20 6.0 Industriële productie en technologie R 02.25.090 ICT-kennis en -innovatie 0,0 0,0 70 6.0 Industriële productie en technologie SO/O 02.25.100 Eurostars 1,9 2,4 100 6.0 Industriële productie en technologie O 02.25.110/111 Innovatiekredieten 12,5 26,4 100 6.0 Industriële productie en technologie O 02.45.040 Innovatieve onderzoeksprogramma's 19,0 20,2 100 6.0 Industriële productie en technologie SO/O 02.45.050 Kennisimpuls actielijn I 4,5 7,5 100 6.0 Industriële productie en technologie SO/O 02.45.060 Bsik-projecten EZ 41,9 39,9 100 6.0 Industriële productie en technologie SO/O 02.45.070 Kenniswerkers 40,0 0,0 100 6.0 Industriële productie en technologie U/TNO/SO/O 02.45.210 Innovatieprogramma's algemeen 0,0 3,9 100 6.0 Industriële productie en technologie SO/O 02.45.235 InnoWATOR 4,1 5,5 100 6.0 Industriële productie en technologie SO/O 02.45.260 Food and Nutrition Delta 8,0 9,7 100 6.0 Industriële productie en technologie SO/O 02.45.281 Micro-elektronicastimulering 16,6 4,2 100 6.0 Industriële productie en technologie Proj. 02.45.282 Point One 8,8 10,6 100 6.0 Industriële productie en technologie SO/O 02.45.283 Point One Tenders 3,5 3,0 100 6.0 Industriële productie en technologie SO/O 02.45.286 High Tech Topprojecten 30,0 70,0 100 1.0 Exploratie en exploitatie van het aards milieu U/TNO/SO/O 02.45.330 CTMM 4,4 14,8 100 6.0 Industriële productie en technologie SO/O 02.45.340 BMM 6,9 7,9 100 6.0 Industriële productie en technologie SO/O 02.45.355 Scheidingstechnologie 6,5 8,0 100 6.0 Industriële productie en technologie SO/O 02.45.400 Logistiek 0,6 2,5 52 4.0 Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren Proj. 02.45.600 Internationale ruimtevaartprogramma's 75,8 77,2 100 3.0 Exploratie en exploitatie van de ruimte IO 02.45.620 Bevordering civiele luchtvaart 0,4 3,2 100 6.0 Industriële productie en technologie O 02.45.630 Luchtvaartkredietregeling niet EU-relevant 14,0 14,0 100 6.0 Industriële productie en technologie O 02.45.640 Actieplan Life sciences / Biopartner 0,4 0,3 70 6.0 Industriële productie en technologie SO/O 02.45.650 Smart mix 16,8 10,7 100 6.0 Industriële productie en technologie SO/O 02.45.660 Katalyse 0,5 0,4 70 6.0 Industriële productie en technologie SO/O 02.45.705 Innovatiesubsidie Samenwerkingsprojecten 43,9 23,1 100 6.0 Industriële productie en technologie SO/O 02.45.710 IS Opkomende markten 3,7 2,8 100 6.0 Industriële productie en technologie SO/O 02.45.720 Kredietregeling IS 0,2 0,2 100 6.0 Industriële productie en technologie SO/O 02.45.730/2 Uitdagersfaciliteit 4,8 1,9 100 6.0 Industriële productie en technologie O 02.45.910 Nationaal Actieplan Elektronische Snelwegen 0,0 0,0 70 6.0 Industriële productie en technologie R/O 03.10.div Regio's 21,1 20,3 6.0 Industriële productie en technologie SO/O 04.01.500 Diverse programma-uitgaven energie 8,1 8,1 100 5.0 Energie SO/O 04.20.010 Programma's Duurzame Energie 0,7 2,2 100 5.0 Energie SO/O 04.20.015 Programma Energie-efficiency 0,1 0,1 75 5.0 Energie SO/O Artikelnr. Begrotingsartikel 2009 2010 % R&D NABS NABS-categorie Best. 04.20.400 Lange termijn onderzoek 56,8 45,3 100 5.0 Energie SO/O 04.20.410 Transitiemanagement 23,9 10,5 100 5.0 Energie SO/O 04.50.040 Opdrachten en onderzoek bodembeheer 2,1 1,3 40 1.0 Exploratie en exploitatie van het aards milieu TNO 10.40.130 Nationaal Actieplan Elektronische Snelwegen 10,6 6,4 70 6.0 Industriële productie en technologie R/O 10.40.131 Nationaal Actieplan Elektronische snelweg (2) 6,4 9,1 70 6.0 Industriële productie en technologie SO/O 10.40.140 ICT-beleid 16,2 12,4 70 6.0 Industriële productie en technologie SO/O Totaal Economische Zaken 725,6 688,6 XIV Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit (Institutionele financiering) 26.15.2475 Bijdrage Innovatienetwerk 3,9 3,8 100 8.0 Landbouw NI 26.16.24.. DLO onderzoek specifiek 92,1 64,1 100 8.0 Landbouw DLO 26.16.2450 DLO wettelijke onderzoekstaken 52,1 51,9 100 8.0 Landbouw DLO 26.16.2495 Bekostiging DLO Kennisbasis 40,4 42,1 100 8.0 Landbouw DLO 26.16.2500 Autonome bijdragen DLO 3,9 4,1 100 8.0 Landbouw DLO 26.16.2535 Basisfinanciering overige instellingen 0,6 2,0 100 8.0 Landbouw NI (Projectfinanciering) 26.16.2550 Vernieuwing onderzoeksinfrastructuur 17,7 17,3 100 8.0 Landbouw NI 26.16.2555 Ontwikkeling kennisbeleid 9,2 4,1 100 8.0 Landbouw NI 26.15.2455 Overige onderzoeksprogrammering 4,9 9,5 100 8.0 Landbouw NI Totaal Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit 224,9 198,9 XV Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Projectfinanciering) 98 Algemeen 3,6 3,5 100 11.0 Politieke en soc. systemen, structuren/processen Proj. Totaal Sociale Zaken en Werkgelegenheid 3,6 3,5 XVI Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Institutionele financiering) 44.01 Programma-uitgaven maatschappelijke ondersteuning 1,1 1,1 0 11.0 Politieke en soc. systemen, structuren/processen VJI 42.01 Programma-uitgaven gezondheidszorg (1) 13,0 13,0 0 7.0 Gezondheid NKI 43.01 Programma-uitgaven langdurige zorg 5,7 5,7 0 7.0 Gezondheid NIVEL 98.02 Apparaatsuitgaven algemeen (VWS) 0,2 0,2 0 11.0 Politieke en soc. systemen, structuren/processen VWS 98.02 Apparaatsuitgaven algemeen 1,7 1,2 1 11.0 Politieke en soc. systemen, structuren/processen SCP 98.02 Apparaatsuitgaven algemeen 9,0 9,0 4 7.0 Gezondheid RIVM (Projectfinanciering) 41.01 Programma-uitgaven volksgezondheid (1) 107,3 104,9 18 7.0 Gezondheid ZonMw 41.01 Programma-uitgaven volksgezondheid (2) 3,7 3,3 1 7.0 Gezondheid NWO 42.01 Programma-uitgaven gezondheidszorg 1,0 1,0 0 7.0 Gezondheid Proj. Totaal Volksgezondheid, Welzijn en Sport 142,6 139,3 Totaal generaal 4527,3 4517,9 Het bedrag voor 2010 is – net als voor 2009 - incidenteel verhoogd met een bedrag van 150 miljoen euro. De OESO gaat de mogelijkheden na om internationaal vergelijkbare statistieken te produceren over fiscale maatregelen op het gebied van R&D. Deze dateren van december 2009 ( HYPERLINK "http://www.cpb.nl/nl/prognoses/nlinfo.html" http://www.cpb.nl/nl/prognoses/nlinfo.html ). Met ingang van het jaar 2003 presenteert het CBS nog slechts één keer per twee jaar cijfers over de financieringsbronnen van de Nederlandse R&D. De reden is dat EUROSTAT volgens verordening 753/2004 dit gegeven slechts één keer per twee jaar opvraagt. Door problemen met het vaststellen van de R&D-uitgaven van de universiteiten (het betreft vanaf 2004 een schatting) heeft het CBS geen financieringscijfers meer gepubliceerd na 2003. Nadat in 2008 het CBS gereviseerde onderwijscijfers heeft gepubliceerd, is het CBS eind 2009 met nieuwe R&D-cijfers voor de sector hoger onderwijs gekomen (deze sector omvat naast de universiteiten ook de universitaire medische centra en de hogescholen), zij het dat deze ook voorlopig zijn, maar al wel gereviseerd. Begin 2010 komt het CBS met definitieve cijfers over financiering en uitvoering van R&D tot en met 2008. In OESO verband is medio 2008 een project van start gegaan dat gericht is op het ontwikkelen van internationaal vergelijkbare indicatoren op het gebied van publieke financiering. Het onderscheid naar project- en institutionele financiering staat centraal en de belangrijkste bron voor de indicatoren zijn de cijfers die in de verschillende landen over de overheidsfinanciering worden verzameld en vergelijkbaar zijn met de TOF-cijfers. Nederland leidt dit project. Over de Nederlandse publieke financiering in de periode 1975-2005, dat ook gebaseerd was op het onderscheid naar project- en institutionele financiering, heeft het Rathenau Instituut in 2007 een rapport gepubliceerd (Versleijen, A. (ed.), Dertig jaar publieke onderzoeksfinanciering in Nederland 1975-2005, Den Haag). PAGE 24 PAGE 1