Beoordelingsformulier en toelichting
Bijlage
Nummer: 2010D05390, datum: 2010-02-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Antwoord vragen Karabulut over de examentraining examinatoren inburgering (2010D00090)
Preview document (🔗 origineel)
Beoordelingsformulier deelnemer Naam toetsleider:…………………………………………………… …. Datum:…………………………… Naam beoordelaar: Onderdeel 1: Instructie + rollenspel Beo-aspect slecht (1) onvoldoende (2) voldoende (3) goed (4) 1. Woordgebruik en zinsbouw 1. eenvoudig taalgebruik (op A2) 2. Tempo en articulatie 2. rustig spreektempo 3. duidelijke articulatie 3. Hulp 4. herhaling/herformulering 5. gebruik open vragen 6. mimiek en lichaamstaal 7. verhelderen (bv. aanwijzen in kandidaat-materiaal) 4. Algemeen 8. voorbereiding/ opvolgen aanwijzingen voor de toetsleider 9. algemene indruk beoordelaars Opmerkingen: Toelichting bij het beoordelingsformulier toetsleidersrol: Eenvoudig taalgebruik: Conform de Raamwerk NT2 gesprekken A2, tekstkenmerken receptief: eenvoudig woordgebruik; korte zinnen; langzaam gesproken; duidelijke articulatie; vragen stellen om begrip te controleren; waar nodig herhalen of herformuleren. De examinator spreekt grammaticaal correct. Rustig spreektempo: langzamer dan het tempo dat in het dagelijks taalgebruik wordt gehanteerd. Duidelijke articulatie: is goed verstaanbaar qua articulatie en volume. Herhaling/ herformulering: herhaalt of herformuleert als de kandidaat erom vraagt of als de kandidaat non-verbaal laat merken een uiting niet begrepen te hebben; geeft bij herformulering geen antwoorden weg; gebruikt bij herformulering van open vragen opnieuw open vraag-constructie. Gebruik open vragen: Bij instructie: controleert begrip dmv open vragen. Bij gesprekstaak: stelt ten minste alle open vragen uit de leidraad; Als de kandidaat om herformulering of toelichting vraagt worden open vragen geherformuleerd met een open vraag-constructie. Mimiek/lichaamstaal: Is vriendelijk; Gebruikt mimiek/ lichaamstaal om de kandidaat tot meer taalproductie uit te nodigen (bijvoorbeeld: blijven knikken als kandidaat beperkte reactie geeft op een open vraag); Bejegent de kandidaat op een volwassen manier (doet niet kinderachtig); Respecteert de lichamelijke integeriteit van de kandidaat (raakt de kandidaat niet onnodig aan). Verhelderen: Wijst indien nodig in het materiaal aan indien de kandidaat iets niet vindt of begrijpt; Geeft geen antwoorden weg; Controleert begrip dmv open vragen. Opvolgen aanwijzingen van de toetsleider Is goed voorbereid ( kan materialen vinden, raakt niet ‘de draad kwijt’); Houdt zich aan de algemene instructies; Houdt zich aan de gespreksleidraad. Wijkt alleen van de leidraad af indien dit in het belang van de kandidaat is (indien de kandidaat door zeer mager antwoord onvoldoende zijn niveau heeft kunnen demonstreren). Vraagt dan alleen door op reeds gestelde vragen en snijdt geen nieuwe onderwerpen aan; Gaat ‘naturel’ in op uitingen van de kandidaat, voert kandidaten die een ander antwoord geven dan verwacht in de leidraad op natuurlijke wijze terug naar de leidraad; Blijft in zijn rol tijdens een gesprekstaak. Algemene indruk Is beleefd; Is vriendelijk; Is goed voorbereid; Heeft zakelijke, professionele houding. Beslismodel toetsleidersrol Voor de aspecten 1, 5, 7 en 8 moet ten minste voldoende worden gescoord. Een onvoldoende voor een van deze aspecten betekent een onvoldoende voor het examen (toetsleidersrol); Bij de overige aspecten mag 1 maal onvoldoende voorkomen. De kandidaat zakt indien: er 1 of meer keer ‘slecht’ wordt gescoord; er 2 of meer keer onvoldoende wordt gescoord; er onvoldoende wordt gescoord bij de aspecten 1, 5, 7 en 8.